Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 107 van 139

...  95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120  ...
[6] HET DRIETAL zegt: 'O jij zalige! Wij weten wel dat er een allerhoogste, allereerste Geest van alle geesten is, die alles wat er is heeft geschapen uit Zijn eeuwige wijsheid en almacht. Maar deze Geest is zo oneindig heilig voor ons, dat wij het nooit mogen wagen om ons van Hem een of andere voorstelling te maken. Dat mogen alleen de hoogste wijzen. Daarom kun je ook wel denken hoe het ons te moede zou zijn, wanneer wij voor Hem, als Hij een of andere gestalte heeft, zouden moeten treden in de overtuiging, dat Hij het is! O, dat zou iets ontzettends zijn; dat zou het ergste zijn wat ons zou kunnen overkomen!'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] DE DRIE ZONNEMANNEN steken hun handen omhoog en roepen hun geesten. Maar dezen antwoorden vanuit een wolk:
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] (DE GEESTEN:) 'Dit gezelschap kunnen wij niets aandoen, want wij bespeuren in hun gevolg het verschrikkelijkste van het allerverschrikkelijkste! Doe óf wat dit gezelschap wil óf vlucht ervoor zo ver en zo snel als jullie maar kunnen, anders zou het jullie allemaal heel slecht kunnen vergaan. Want deze wezens zijn allemaal almachtig en de Almachtigste is onder hen! Gehoorzaam daarom of vlucht; maar de gehoorzaamheid is voor jullie beter dan de vlucht. Want waarheen willen jullie vluchten voor diegenen, wier voeten sneller zijn dan jullie gedachten?'
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] DE DRIE MANNEN zeggen: 'De betekenis van jouw woorden is zonder structuur, bijgevolg zonder wijsheid en dus voor ons niet te begrijpen. Spreek daarom wijs, als je met ons praat. Wij weten wel, dat je van de gemeenschap van kinderen van de grote Oergeest bent. Ook kennen onze hoogste wijzen jou al vanuit je planeet. Maar dat alles is bij ons zonder waarde, zolang jij niet met het kleed van de wijsheid bent getooid. Om deze reden gebieden wij je dan ook in naam van de hoogste wijsheid van deze grote lichtplaneet, dat je terstond deze drie loslaat, omdat jou anders een groot onheil zal overkomen, evenals de grote schare die je volgt! Gehoorzaam, of wij roepen onze machtigste geesten, opdat ze de hand aan jullie zullen slaan!'
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] MARTINUS zegt: 'Nu maar niet al te heetgebakerd, mijn mooie, lieve vrienden! Kijk naar mij - onder al deze vele broeders en zusters die mij hier begeleiden en die mijn huisgenoten zijn, ben ik zeker de zwakste. Maar ten opzichte van jullie heb ik toch zo veel kracht, dat ik jullie alleen al met mijn zwakste gedachte zo zou kunnen verslaan, zoals een grote storm het stof doet wegwaaien. Houd daarom op met belachelijke dreigingen, anders sla ik tenslotte zelf de hand aan jullie en jullie hoogst wijze geesten, die almachtig zouden zijn! Jullie zullen dadelijk zo'n ernst van mij zien uitgaan, dat het je allen onrustig te moede zal worden. Keer daarom maar goedschiks om, anders zal ik dadelijk met jullie heel anders beginnen te praten!'
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Maar IK beduid hun: 'Mijn geliefde kinderen, raak Mij nog niet aan, omdat jullie nog in je vlees zijn; want dat zou jullie lichaam doden. Als jullie echter zonder lichaam zullen zijn, zullen jullie Mij zonder enige schade mogen aanraken. Ik ben een volmaakte geest; daarom kunnen ook alleen volmaakte geesten Mij aanraken!'
Hoofdstuk 145: De Heer en de drie zonnedochters die rijp zijn voor de liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Wij mensen hier op deze grote planeet zijn werkelijk vrij. Alleen de wijsheid is het, die ons vrij maakt en alle dingen onderdanig aan de wijsheid van onze geesten. Maar omdat wij juist door wijsheid vrij zijn en de liefde alleen maar als een stille, vegetatieve kracht beschouwen, komen er bij ons ook geen gebreken voor, noch fysiek noch moreel.
Hoofdstuk 147: Kritiek van de drie schoonheden over het kindschap Gods op de aarde vol ontberingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] O, dan zijn jullie allemaal op een heel betreurenswaardige dwaalweg en laten daardoor zien, dat jullie die zelf reeds volmaakte geesten willen zijn of worden, het begrip 'geest' volkomen vreemd is. Jullie kennen jezelf niet, hebben jezelf nog nooit gekend - hoe willen jullie dan wel de eeuwige Oergeest van alle geesten kennen en tenslotte zelfs Zijn meest voortreffelijke kinderen zijn? Kom bij ons in de leer, dan zullen jullie eerst jezelf en pas daarna de allerhoogste Geest leren kennen!'
Hoofdstuk 147: Kritiek van de drie schoonheden over het kindschap Gods op de aarde vol ontberingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] En zo handelden ook wij, toen we jullie als de verreweg zwakkeren op onze grond zagen; wij deden wat jullie wilden, om jullie des te dieper te kunnen doorgronden. Wij hebben nu heel goed ingezien, dat jullie heel betreurenswaardige wezens zijn. Daarom nodigen wij jullie, ondanks dat jullie geesten zijn, ook uit, bij ons hier de juiste wijsheid te leren die jullie voor alles nodig hebben, willen jullie mettertijd betere gedachten en voorstellingen omtrent de allerhoogste Geest verkrijgen!
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Uit louter heimelijke gal, omdat deze zonnemeisjes inderdaad oneindig veel mooier en wijzer zijn dan zij, vallen deze zottinnen als gevulde strozakken op de grond en roepen: 'O wee, wee, wij lelijkerds.', alleen omdat hun onverdraaglijke ijdelheid gekrenkt werd. 0 jullie ganzen, willen jullie dan soms vanuit je onnozelheid nog mooier zijn dan deze dochters van de hemelse wijsheid, die zo hoog is, dat ze ons mannelijke geesten de zeer terechte bewondering afdwingt? Ik zeg jullie, dat je er nog lang niet bent!
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Denken jullie wel dat Ik, als de oorzaak van alle bestaan en de orde van alle ordening, een dergelijke wet kan rechtvaardigen? Daarom kom Ik nu om jullie te redden of voor eeuwig te oordelen. Niet voor niets riepen jullie geesten je toe, dat in dit gezelschap de 'Verschrikkelijke' komt; maar dat waren geen goede geesten, doch door de echte Satan misleide! Ik ben niet de Verschrikkelijke, doch slechts zuivere liefde voor de onschuldigen, maar wel een eeuwig gericht voor diegenen, die eenmaal Mijn woorden wet bezitten en daar niet naar handelen!'
Hoofdstuk 154: Over de ware wijsheid en de schijnwijsheid van de zonnewijzen De wet van de bloedschande onder de zonnebewoners, een kunstgreep van Satan! - Over het doel van de komst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Onze zuivere geesten uit de zwevende lichtwateren hebben ons wel verkondigd, dat wij ons niet tegen jullie moeten verzetten, omdat zich in jullie midden de verschrikkelijkste bevindt; maar wij begrepen deze kreet toen niet helemaal. Maar nu is het ons duidelijk, dat zij daaronder niemand anders dan jou bedoelden. Dit verschrikkelijkste bestaat zeker hierin, dat je het wel het verste hebt gebracht met je dwaze dingen in te beelden. Want je houdt jezelf, zoals wij merken, in ernst voor de allereerste zoon van de Allerhoogste en probeert ook om je broeders in een dergelijke waan te houden. En dat is juist het verschrikkelijkste bij ons, als iemand zichzelf toestaat om zijn zwakkere broeders te bedriegen!
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Maar U zult Zelf het beste hebben gemerkt, hoe zalig zij waren aan mijn borst en hoe ze in zekere zin liefde wilden leren. De zoetheid daarvan prezen zij zo zeer, dat hun begeleiders mij daarom met geweld te lijf wilden en zelfs hun geesten aanriepen, die hun toen weliswaar een heel andere raad gaven. Toen was de liefde alles voor hen. Nu echter wordt ze juist door hen uitgelegd als een domme vegetatieve kracht: ongeveer als een onding, dat op zich helemaal niets is, doch alleen maar de vrijere wezens als een onbewust, dom motief dient tot voortplanting en dat waarschijnlijk bestaat uit een onbeduidend, elektromagnetisch, volstrekt gewichtloos fluïdum.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Wij weten door onze wijzen en de geesten van onze grote wereld, evenzo door de geesten van vele andere planeten die ons vaak bezoeken en wij weten het ook uit de mond van niet zelden tot ons komende engelen van de allerhoogste Geest; dat wij bewoners van deze wereld niet alleen uiterlijk heel mooi zijn, maar ook zedelijk zo rein, dat zelfs de zuiverste lichtwezens aan ons geen gebreken kunnen ontdekken. En dat zij ons steeds hun bezoek waard vinden, zich met ons in alle reinheid goed vermaken en ons in kennis stellen van de wonderbaarlijke werken, die plaats vinden in de oneindige engelen - en wereldrijken van de allerhoogste Geest die jullie God en Vader noemen, en van de steeds grotere en nog meer onbegrijpelijke wonderwerken die er nog steeds van ogenblik tot ogenblik bij worden geschapen.
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Als echter alle engelen en geesten ons een dergelijk getuigenis geven en bij ons helemaal niet terughoudend zijn, dan begrijpen wij niet wat jullie dan toch wel bij ons ontdekken, waarom jullie je zo weinig tot ons voelt aangetrokken. Wij vragen de andere geesten nooit om bij ons te komen. Maar toch komen ze graag, omdat ze bij ons steeds datgene vinden, wat hun groot plezier doet en vreugde geeft. Maar jullie nodigden wij dringend uit zo goed we maar konden langs de zuivere weg van de wijsheid van onze hoogste wijzen. Maar op jullie lijkt dat weinig of helemaal geen uitwerking te hebben gehad. Zeg ons toch, jij verhevene, wat daarvan nu de werkelijke oorzaak kan zijn. Zeg ons waarom jullie nog niet in onze woningen zijn gekomen, waar duizenden op jullie wachten!'
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120  ...