Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1061 van 1112

...  1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074  ...
[4] Heeft de mens in zijn hart deze heel eenvoudige eis vervuld, dan heeft hij Gods rijk al gevonden. Om het verdere en overige hoeft de mens zich dan niet meer te bekommeren; dat wordt hem erbij gegeven als hij het een of ander nodig heeft.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Daarom moet men zich onder een wedergeboren mens niet een of andere permanente wonderdoener voorstellen en ook niet iemand die, omdat hij het rijk van God in zich heeft, met een verzonnen, zogenaamde stralenkrans omgeven is, die nooit bestaan heeft, noch om het hoofd en nog minder om de buik, dus stel je hem niet voor als jullie heiligenbeelden.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Ook moeten jullie je diegenen, die na lang zoeken Mijn rijk hebben gevonden niet als een soort Karthuizers of Trappisten voorstellen, die in alle opzichten voor de wereld volkomen afgestorven zouden zijn en zich met niets meer bezighouden dan met rozenkransen, missen en litaniën, met belachelijk vasten, verachting voor het vrouwelijk geslacht, en strenge vervloeking van zondaren en als tijdverdrijf het beschouwen van hun graven en doodkisten.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Veel mensen zeggen: 'Het zou wel goed zijn naar het Godsrijk te zoeken, als het op een of andere manier gemakkelijker en met meer succes te vinden zou zijn en als er ergens in een kerk of andere christelijke gemeente een werkelijk rechte weg naar het rijk van God zou zijn aan te treffen.' Maar Rome zegt: 'Ik ben de enige rechte weg!', en dat zegt ook elke andere kerk van zichzelf. Gaat men echter langs één van deze wegen, die naar het Godsrijk moeten voeren, dan vindt men alles, behalve het beloofde rijk van God, tenminste niet zoals het zich zou moeten manifesteren bij elk mens die het in ernst gevonden zou hebben. Daarop zeg Ik echter: Wie zo spreekt, heeft niet helemaal ongelijk, want als iemand een zaak, al is die nog zo kostbaar, te lang zoekt en haar toch niet vindt, dan geeft hij mettertijd het zoeken en ook de kostbare zaak op. Wiens schuld is dat echter? Die van de zoekende zelf, wanneer hij het rijk van God niet dáár zoekt waar het te vinden is en niet in datgene waarin het te vinden is.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Ook zijn na de dood van het lichaam van een wedergeborene geen wondertekenen van heiligheid te ontdekken, die vooral in de roomse heiligenlegenden zo worden geprezen. Dus geen tenminste één keer per jaar opborrelend bloed van de heilige Januarius, geen in goede staat gebleven tong van Petrus, Antonius of Nepomicenus, geen wonder veroorzakende kleren of sandalen en nog minder een of ander zaligmakende Kapucijner -, Franciskaner -, Minorieten -, Servieten - en nog meer dergelijke monnikspijen; ook geen mummieachtige, niet aan ontbinding onderhevige afgelegde lichamen. Dit alles is bij de wedergeborenen niet te ontdekken en als het te ontdekken zou zijn, dan moet elk verstandig mens zich maar eens afvragen waarvoor dit goed zou zijn! Wat zou de zalige geest van een wedergeborene er bij winnen, als hem op aarde zulke wonderbaarlijke, maar daarbij nietszeggende onderscheidingen te beurt zouden vallen, die ten eerste geen nut voor hemzelf hebben, maar zijn nog levende broeders ernstig zouden schaden? Dus van dat alles hebben degenen die Gods rijk hebben gevonden niets in zich, maar zoals gezegd werd, Mijn genade krijgen ze dan pas zichtbaar, als ze die nodig hebben.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Om deze reden bestaat de dood niet meer voor een wedergeborene. Dit is wel een heerlijk symptoom van de wedergeboorte, maar het bevindt zich binnenin de mens en wordt niet als een moderne Parijse jas voor de show gedragen. Ook wordt dit heerlijke teken niet als een zogenaamd gewaad in Trier tentoongesteld, maar is, zoals al werd gezegd, inwendig.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[20] Het tweede gezicht is dus bij een mens die dit bezit, noch als iets goeds, noch als iets kwaads te beschouwen, maar het is een soort ziekte van het lichaam die de mensen meestal oplopen door allerlei nare gebeurtenissen tijdens hun aardse leven. Grote droefheid, lang aanhoudende angst, grote schrik en dergelijke dingen meer, zijn gewoonlijk de oorzaken daarvan, maar soms ook kunstmatige middelen zoals magnetisme, dronkenschap en zo nu en dan verdoving door vreemde narcotische kruiden. Kort en goed, dergelijke tekens moet men in ieder geval niet als tekenen van wedergeboorte opvatten. Dat is reeds daaruit op te maken, dat dergelijke visionairen de beelden die ze zien wel ongeveer zo vertellen als ze die voor zich zagen, maar in al hun vertellingen is nergens een vaste grond te bekennen waarop deze zijn gefundeerd. Ook ontbreekt het deze vertelsels aan samenhang, al klinken ze nog zo merkwaardig, ze liggen door elkaar als neergevallen bladeren in een bos.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[26] Prent dit zo diep als je kunt in je gemoed, dan zul je het rijk Gods veel gemakkelijker vinden dan je wel denkt. Maar als jullie je onder het Godsrijk allerlei belachelijke domme wonderen voorstelt en die verwacht - en als ze niet komen, dan moet je het jezelf toeschrijven, als bij een of ander van jullie het rijk van God niet komt. Die belofte van Gods rijk gaat niet met zulk soort domheden gepaard, maar daar waar het beloofd is, daar laat het zich ook gemakkelijk vinden. Maar er zijn veel mensen die zich bij het zoeken naar Gods rijk gedragen als iemand die verstrooid is en naar zijn hoed zoekt, terwijl hij deze op zijn hoofd heeft.
Hoofdstuk 70: Het Godsrijk en de wedergeboorte - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Jonas wachtte tevergeefs op de ondergang van Ninevé, totdat hij tenslotte heel geërgerd Mij verwijten maakte vanwege Mijn goedheid. De oorzaak hiervan ligt echter alleen, zoals al werd gezegd, in het gedrag van de mensen. Want als ze met een gericht bedreigd worden en zich veranderen, wel niet allemaal, maar toch enkelen, dan wordt het gericht opgeheven.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Jullie zien echter dat hieruit duidelijk blijkt, dat iedereen zich met profeteren wel erg in acht moet nemen, de wedergeborene en de geroepene zo goed als de niet-wedergeborene en de niet-geroepene, want Ik laat niemand tot wedergeboorte komen terwille van profetieën, maar alleen omwille van het eeuwige leven.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Als Ik echter iemand roep om te profeteren, moet hij niet zo eigenwijs zijn dat hij eigenmachtig daar wat aan toevoegt of er iets van weglaat; want als hij dat zou doen, dan zou het hem wel eens heel slecht kunnen vergaan. Daarom is het helemaal niet gemakkelijk een profeet te zijn. Een wel zeer nutteloos en schadelijk mens is diegene, die uit eigen macht profeteert of zich daarbij het goddelijke rechtersambt toeëigent.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[21] Als iemand Mij bijvoorbeeld wat verschuldigd is, zoals de ene mens aan de ander, dan kan de mens de ander van die schuld vrijmaken. Of als er een heiden is, dan kan een christen hem, als hij Christus belijdt, volkomen vrij maken en hem dadelijk in de gemeente opnemen of hem met alle kracht van de goddelijke liefde in het hart binden. Hiertoe heeft iedere rechtgelovige christen die in Mij gelooft, Mij liefheeft en in Mijn naam gedoopt is, het volste recht, zonder zich daarbij tot de hogepriester te wenden, die vroeger alleen het recht had vreemde heidenen in het jodendom op te nemen door de besnijdenis.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[25] Dat de leraren in de gemeente zich in hun grootste en rijkste pracht moeten vertonen heeft Jacobus zeker niet bedoeld, toen hij de gemeente aanraadde wederzijdse zwakheden en gebreken te bekennen. Hij wilde daarbij, naast de geneeskundige doeleinden, ook die van wederzijdse verdeemoediging bereiken, zodat zich een broeder voor een andere niet als een farizeeër in de tempel zou voordoen, maar als een deemoedig tollenaar.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Ik kon wel als mens iedereen zijn zonden vergeven, omdat Ik geheel zonder zonden was; diegene echter die niet zonder zonden is en al zou hij ook geen zonde hebben begaan, toch altijd de vleselijke verwekkingszonde erfelijk in zich heeft, kan dat niet doen.
Hoofdstuk 72: Vergeving van zonden en beeldenverering - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[23] Maar wie kan zich daar nu een nog moeilijker rechterlijk ambt indenken dan het voormalige joodse? Waar dat bestaat, bestaat het tegen al Mijn verordeningen in en degene die daaraan deelneemt richt zichzelf, als hij denkt daardoor van zijn zonden verlost te worden, als hij zich vrijwillig heeft laten oordelen. Zo’ n gerechtsinrichting wordt voor hen tot een ware spaarbank van zonden, want hoe kan een derde iemand een schuld kwijtschelden, die een tweede aan de eerste schuldig is? De eerste kan de tweede wel zijn schuld kwijtschelden, maar de derde kan dat in der eeuwigheid niet. Een derde kan echter wel, als de eerste en de tweede of de schuldeiser en de schuldenaar domme mensen zijn, als vriend en bemiddelaar optreden en kan hen met goede raad en daad bijstaan om alles te vereffenen; maar van het vergeven van zonde kan nooit sprake zijn - behalve als de schuldeiser hem uit de grond van zijn hart daartoe volmacht geeft.
Hoofdstuk 71: Echte en valse profeten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074  ...