Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1067 van 1110

...  1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080  ...
[2] Nu zullen jullie vragen: Zijn deze bomen dan echt plantaardig? Nee, dat zijn ze niet, maar ze zijn, zoals jullie in jullie kunsttaal plegen te zeggen, helemaal ‘elektroplastisch’. Wanneer zich namelijk in het genoemde gebied door grote minerale bronnen of door vuurspuwende bergen een buitengewoon grote hoeveelheid elektriciteit ontwikkelt, waarbij jullie op jullie aarde geen idee kunnen hebben van de rijkdom ervan, trekt de in de lucht hangende elektriciteit de aan haar verwante minerale atoomdeeltjes uit de grond en uit de lucht samen; door deze activiteit ontstaan er heel snel zichtbare bolletjes en ook haakjes, die aan elkaar gaan hangen en dan op het gedeelte van de bodem vallen, waar ze het meest naartoe worden getrokken. Door zulke elektriciteit ontstaan er weldra hele stammen boven de grond met op diverse manieren gevormde, knoestige takken. Deze takken trekken dan nog meer elektriciteit naar zich toe en laten het overschot van wat ze kunnen bevatten weldra weer bliksemend en knallend weer gaan.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Hebben de bewoners ook nog enig voordeel van zo’n natuurproduct? - O ja, en geen gering voordeel. Ze wachten heel zorgvuldig het moment af, dat de bomen van zo’n bos hun elektriciteit steeds meer beginnen te verliezen. - Als dat het geval is, komen ze heel behoedzaam dichter bij het bos, nemen manden met zich mee en tamelijk lange, van punten voorziene stokken en aan lange stelen bevestigde schoppen. Met de stokken strijken ze eerst zo’n boom en onderzoeken, of er nog elektrische activiteit in aanwezig is. Als dat zo is, wordt zo’n boom net zolang met dergelijke stokken bestookt, tot daardoor alle elektriciteit eruit geweken is. Is dat het geval, dan beginnen ze de knoestige takken met de schoppen los te steken en tenslotte de hele boom in hun manden te bergen. Deze massa ziet er dan ongeveer net zo uit als lava-as van jullie vuurspuwende bergen, en is ontegenzeglijk de allerbeste mest voor hun velden. - Maar dat is ook wel het hele gebruik van deze boom.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Nu zullen jullie zeggen: Waarom zijn er bij ons niet dergelijke verschijnselen? - Ik zeg jullie: Ten eerste is jullie aarde bij lange na niet zo rijk aan elektriciteit als de planeet Miron, en ten tweede kennen jullie de verschijnselen van jullie aardbodem en evenzo de werkingen van de elektriciteit nog veel te weinig om op goede gronden te kunnen zeggen: Waarom komen dergelijke verschijnselen op onze planeet niet voor? - Laat iemand maar eens naar de Midden-Afrikaanse streken gaan, of nog andere streken onder de evenaar, dan zal hij weldra op de meest uitzonderlijke, op hersenschimmen lijkende elektroplastische voorwerpen stoten. Maar toch is er verschil tussen de elektroplastiek van jullie aarde en die van deze planeet. Want wat bij jullie slechts op kleine schaal gebeurt, gebeurt daar in een zodanig reusachtige omvang, dat de verhouding ongeveer één op een- à tweeduizend is.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] De eerste merkwaardigheden van dit dier zijn, dat het zich aan de mensen van deze planeet echt met een taal verstaanbaar kan maken. Deze taal bestaat uit tekens, die het dier met zijn voorpoten maakt en met de mimiek van zijn kop, tong en ogen begeleidt. - Jullie moeten niet denken dat dit het dier eerst geleerd moet worden, ongeveer op de manier waarop jullie op aarde veel dieren dingen leren, maar het is het dier al van stond af aan eigen. Dit vermogen wordt door een langduriger omgang met mensen natuurlijk wel zeer versterkt; maar in geen geval hoeft het geleerd te worden.
Hoofdstuk 59: De Miron-koe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Ja, hier ontbreekt zelfs het modderdier van Saturnus niet, dat eveneens alleen op enkele eilanden buiten het eigenlijke continent van de gordel woont; maar er is een groot verschil in grootte tussen het modderdier van de planeet Miron en dat van de planeet Saturnus. Want op de planeet Miron is dit dier nauwelijks twintig keer als een olifant bij jullie. Als jullie dat met elkaar vergelijken, zal net verschil jullie zeker opvallen.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Aangezien wij ons met de viervoeters niet speciaal meer zullen bezighouden, gaan wij direct over naar de tweevoeters. - Nu zullen jullie wel de vraag stellen: Wat voor wonderen moeten die dieren dan wel niet zijn? Zijn het vogels of apen? Want deze twee diersoorten zijn zo gebouwd, dat een vogel zich op twee poten moet voortbewegen en een aap zich meestal op zijn achterpoten kan voortbewegen.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Hiermee zijn we dus ook met deze opmerkelijke boom klaar, en we zullen nog slechts één gewas noemen. Dit gewas wordt daar de ‘bellenboom’ genoemd. Deze boom groeit gewoonlijk heel groot langs de oevers van de meren, die zoals jullie weten niet al te uitgestrekt zijn. De boom heeft de volgende gedaante: Aan een dertig klafter hoge en drie klafter dikke stam met een tamelijk gladde bast bevinden zich ongeveer drie enigszins naar boven toe lopende, maar overigens rechte rijen takken; bovenaan schieten er een groot aantal van zulke rechte takken in alle richtingen uit de stam. Aan het eind van iedere tak is een soort trechter gevormd, waar zich een uitmonding bevindt van een klein kanaaltje, dat door de hele tak en ook door de hele boom loopt. Ook deze boom is meer een soort zwam dan een echte boom, omdat hij geen wortels, maar enkel een stompe, kegelvormige steel in de aarde heeft.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Wat voor gemakkelijk te begrijpen verschijnsel treedt er dan op? - Hetzelfde als jullie zelf als kinderen al vaak spelend met zeepsop hebben gedaan. Namelijk: Het gas komt uit het buisje achter het elastisch kleverige sap in de trechtervormige uitmonding van de tak, tilt het op en blaast het vervolgens niet zelden op tot een ballon van verscheidene klafter doorsnee. Als de bewoners dat bij een boom opmerken, haasten ze zich er met stevige touwen naartoe, trekken of binden zo’n ballon bij de uitmonding van de tak stevig samen en snijden hem in dichtgebonden toestand van de tak. Wanneer het materiaal dan volkomen gedroogd is en de juiste elasticiteit heeft verkregen, maken ze de touwen weer los en verkrijgen zodoende de mooiste en meest duurzame buidels en zakken, waarin ze alles kunnen bewaren. Want zo’n blaas is in rijpe toestand nog veel houdbaarder dan jullie gummi blazen en is zo taai, dat hij zelfs met zeer scherp gereedschap niet gemakkelijk stukgesneden kan worden.
Hoofdstuk 56: Bliksemende bossen. De bellenboom - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Eén dier uit de viervoetige reeks, dat de naam ‘de grote damper’ draagt, is één van de meest bijzondere dieren van deze planeet. Dit dier is zo groot, dat het vanaf de grond tot de rug dertig klafter meet, en het heeft rond de buik een lichaamsomvang van minstens zesendertig klafter. De poten zijn relatief lang en sterk en bijna net zo gebouwd als de poten van een olifant bij jullie; alleen zijn ze onderaan de poten in plaats van stompe nagels voorzien van sterke, op een berenpoot lijkende klauwen. - Dit dier heeft ook een relatief lange, sterke staart met sterk gekruld haar, ongeveer zoals de staart van een leeuw bij jullie. De kop van dit dier staat op een korte, maar des te sterkere hals en lijkt sterk op die van een rinoceros bij jullie.
Hoofdstuk 57: Het dierenrijk op de planeet Miron. De damper, de donderaar en de windmaker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Op geen enkele planeet als op Miron zijn er zoveel tegengestelde dierlijke polariteiten, die elkaar om die reden altijd vijandig bejegenen. En zo gebeurt het dan ook, dat onze grote damper een groot aantal dierlijke vijanden heeft, die hem naar het leven staan. - Maar alle dieren, die dit dier aanvallen, komen er in een gevecht met hem heel slecht vanaf; want hoe groot dit dier ook is, het is toch heel lenig en speciaal met zijn twee slurven pijlsnel. Wanneer er nu vijanden naderbij komen en het dier dit merkt, doet het alsof het hen niet opmerkt en laat het de vijanden zelfs tot bij zijn lichaam komen. Maar dan schiet het plotseling zijn slurven naar zijn vijanden en gooit ze in zijn wijde damptrechter, die heel stevig is, en laat onmiddellijk zijn hete damp op hen los. Als de andere, eveneens naderende vijanden dat schouwspel zien, keren ze gewoonlijk om en maken geen aanstalten meer om deze vijand aan te vallen; ze trekken zich, zoals jullie plegen te zeggen, heel bescheiden terug en bewaren hun vijandige wrok voor een betere gelegenheid, waarbij het echter zowel de een als de ander geen haar beter vergaat dan wij zojuist gehoord hebben. Alleen tegenover mensen, waar dit dier een speciale achting voor heeft, voert het nooit dit soort verdediging, maar als ze hem te sterk prikkelen, jaagt hij hen met zijn hevig zwaaiende slurven weg; maar toch laat hij bij die gelegenheid een zodanige hoeveelheid damp uit zijn trechter opstijgen, dat de mensen daardoor in een dichte wolk worden gehuld en dan niet gemakkelijk kunnen merken waar het dier heen is gegaan. Als de mensen zich nog in deze niet al te aangenaam ruikende dampwolk bevinden, gedragen ze zich net zo lang rustig, tot de wolk weer is verdwenen; is dat gebeurd, dan trekken ze zich gewoonlijk onverrichter zake terug.
Hoofdstuk 57: Het dierenrijk op de planeet Miron. De damper, de donderaar en de windmaker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Een tweede, niet minder gedenkwaardig dier is de zogeheten ‘donderaar’. Dit dier is eenderde kleiner dan het vorige en komt in zijn soort enkel en alleen op deze planeet voor. Dit dier heeft een buitengewoon grote buik, die het bovendien nog bij bepaalde gelegenheden kan opblazen door van binnen een gas te ontwikkelen, zodat het dan niet zelden een buikomvang van meer dan veertig klafter krijgt, terwijl het anders slechts een omvang van iets meer dan tien klafter heeft. Dit dier heeft veel gelijkenis met de kangoeroe, welk dier bij jullie ook de naam ‘buideldier’ heeft; alleen heeft een ronde kop, ongeveer als een aap bij jullie, en zijn poten hebben dezelfde vorm als die van een aap, maar natuurlijk sterk en stevig genoeg in verhouding tot de overige grootte van het dier.
Hoofdstuk 57: Het dierenrijk op de planeet Miron. De damper, de donderaar en de windmaker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Maar Ik zeg jullie: Met de tweevoeters zit het hier heel anders in elkaar; want het zijn noch vogels noch apen. - Jullie zullen je hierbij misschien voorstellen dat daaronder wellicht een kwart-, eenderde- of halfmens verstaan moet worden? - Ook dat is niet zo; want deze dieren hebben niet zelden nauwelijks enige overeenkomst met de mens. - Maar dan is het de vraag, wat voor dierlijke wezens het eigenlijk zijn? - Kijk, omdat alles op deze planeet een zeker wonderbaarlijk tintje heeft, is dat ook het geval met deze diersoort, die alleen voor deze planeet specifiek is!
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Maar om, zoals jullie plegen te zeggen, de boom met één slag te doen vallen en net als de held van Macedonië een zeer ingewikkelde knoop te ontwarren, zeg Ik jullie om deze diersoort met één straal te belichten: in feite zijn deze dieren niets anders dan een herhaling van alle viervoetige dieren, die zich echter in plaats van op vier poten slechts op twee poten voortbewegen.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Die dieren, waarvan de poten van boven tot beneden met de huid verbonden zijn hebben in de streek, waar de hals uit het lichaam komt, verhoudingsgewijs grote en sterke waaiervormige armen, die wel lijken op vinnen van de vissen bij jullie. Die dieren echter, die slechts tot aan de knie een huis hebben, omdat ze met huid beklede klauwen hebben, hebben deze waaiervormige armen niet, maar in plaats daarvan een tamelijk lange, eveneens waaiervormige staart.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Dit derde uitzonderlijke dier heeft de naam ‘de windmaker’. - Voordat we echter de reden voor zijn naam gaan beschouwen, zullen wij ons met zijn nogal merkwaardige gestalte bezighouden. Hoe ziet die er dan uit? - Voor jullie werkelijk komisch, zoals jullie plegen te zeggen. - Op jullie hele aarde hebben jullie niet zo’n lachwekkende dierengestalte als die van dit dier. Een ezel bij jullie zou daarentegen als een ware wijze uit het morgenland kunnen optreden. Om deze reden wordt dit dier gewoonlijk ook als huisdier gehouden, omdat het de bewoners van deze planeet veel vrolijke taferelen brengt, waar ze grote vrienden van zijn, omdat zij in geestelijk opzicht in de grote Scheppingsmens met de lachklieren van de buik overeenstemmen.
Hoofdstuk 57: Het dierenrijk op de planeet Miron. De damper, de donderaar en de windmaker - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080  ...