Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1068 van 1088

...  1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081  ...
[22] Wat de aantrekkende krachten betreft, deze komen overeen met de liefde, die steeds naar liefdevolle vereniging verlangt en wat ze eenmaal heeft gegrepen niet meer loslaat, maar dit geheel en al zacht maakt als de liefde zelf, om daardoor tot de meest innige vereniging in staat te zijn.
Hoofdstuk 12: De zuidpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[23] Dat dit zo is kan men zien aan een liefhebbend paar. Deze drukken zich zo lang en dicht tegen elkaar als mogelijk is en zou er tussen hen geen materie als huid, vlees en beenderen zijn, dan zouden die twee geliefden zich tot één punt verenigen; en als geliefden geestelijk geheel aan elkaar gelijk zouden zijn, zou die eenwording streven naar nog grotere intimiteit. Daarom zijn door Mij wijze grenzen gesteld in alles en iedereen, opdat ondanks alle liefde toch de ene individualiteit zich nooit teveel met de ander zal verstrengelen -en deze grenzen zijn de afstotende krachten in alles en iedereen. Daarom worden zelfs bij de engelen in de meest deemoedige hoogste hemel der onschuld in hun grote liefde wisselingen van toestand toegelaten, om hun individualiteit constant te behouden; zij hebben geestelijk een gesteldheid, die overeenkomt met ontspanning en moe worden na een geslachtsdaad. En zou dit alles niet volgens Mijn eeuwige orde zo zijn gesteld, dan zou tenslotte alle vlees en alle geest te gronde gaan; want de liefde op zichzelf zou geen doel en geen maat hebben. Dit alles zat pas bij latere onthullingen van de geestelijke wereld, de hemel en de hel volkomen duidelijk en helder worden getoond, namelijk wanneer allen reeds dieper in zichzelf zullen zijn gedrongen, dat wil zeggen: tot in het centrum van hun leven uit Mij.
Hoofdstuk 12: De zuidpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[16] Zo trekken dan tegengestelde polen elkaar aan, omdat de liefde alleen maar het tegenover staande kan aangrijpen, en hij trekt het naar zich toe vanwege de mooie gelijkenis; vanwege de 'gelijkenis', omdat de liefde zichzelf in het voorwerp ziet en 'mooi ' omdat elk voorwerp in zijn absoluutheid een zekere ronding aanneemt, die zijn primitieve wezen aangenaam aandoet; want dit bemerkt de leegte, daar een deel van zijn liefde zich absoluut heeftgemaakt. En zoals het primitieve wezen zijn leegte gewaar wordt, zo ondervindt ook het absolute wezen zijn zelfstandig onbestendig alleen zijn en heeft niet eerder rust dan tot het zich weer verenigd heeft met zijn eerste begin.
Hoofdstuk 13: Ether, zijn gebruik en zijn werking - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Bedenk, dat ook de onopgemerkte vlieg niet tot de ongetelden behoort. Want als Mij de atomen van het licht en de monaden van de ether door alle oneindigheden en eeuwigheden heen precies naar hun getal bekend zijn, hoe zou dan een vlieg dat niet zijn, voor wier ontwikkeling meer dan een heel miljard atomen nodig zijn ?
Hoofdstuk 14: De vlieg - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Kijk maar naar onze diertjes, hoe vlijtig ze in alle richtingen heen en weer schieten en tijdens hun snelle vlucht het teveel van de positieve elektriciteit in zich opzuigen, alwaar de polariteit onmiddellijk wordt veranderd. Want deze diertjes verbruiken het positieve op de manier zoals zuurstof. Het negatieve deel echter wordt uitgeademd, zoals de mens de stikstof van de ingezogen lucht uitademt, zodra de longen daaruit de zuurstof als voeding voor het bloed hebben opgenomen.
Hoofdstuk 17: De vlieg als bewaarder van het evenwicht van de lucht elektriciteit - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Wat betreft het eerste geval, kijk maar naar de pestziekten: ze zijn niets anders dan de gevolgen daarvan. Het tweede geval komt weliswaar zelden voor, maar geheelonbekend zijn de zogenaamde 'zelfverbrandingen' niet, speciaal in de zuidelijke landen.
Hoofdstuk 18: De vlieg als redder van het mensenleven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Kijk eens naar twee mannen die met elkaar worstelen! Hoe zwakker de zwakste wordt, des te meer overmacht krijgt de sterkere. Is echter de zwakkere helemaal overmeesterd, dan is het ook met de kracht van de sterkere gedaan, daar hij niets meer heeft waarop zijn overheersende kracht kan steunen. Elke kracht echter is zo goed als geen kracht, zodra ze geen steunpunt meer heeft.
Hoofdstuk 19: De vlieg als instandhouder van gezonde lucht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Het zal je niet zijn ontgaan, dat een vlieg met haar zes pootjes net zo behendig op een gepolijst verticaal vlak trippelt als op een tafel in horizontale stand. Hoe is dat mogelijk, aangezien haar poten die in twee kleine spitse klauwen eindigen, toch uiterst glad zijn? De natuuronderzoekers hebben met sterk vergrotende microscopen ontdekt, dat de vlieg aan haar poten tussen de twee klauwen een soort elastisch stolpje heeft, dat zij -naar hun mening -als kleine luchtpomp voor het verdunnen van lucht gebruikt en wel op de volgende manier: wanneer een vlieg een poot op een verticaal staande glasschijf zet, zuigt ze de lucht die zich in het stolpje bevindt direct in, waardoor de poot met het luchtledige stolpje door de druk van de omringende lucht op het vlak wordt vastgehouden.
Hoofdstuk 16: De poten van de vlieg - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Wie een vlieg wel eens nauwkeurig heeft bekeken, moet wel opgemerkt hebben, dat ze overal op haar lijfje voorzien is van kleine haartjes en hoornachtige uitsteekseltjes. Zelfs de vleugels hebben aan de randen een onmetelijk aantal straalvormig uitlopende puntveertjes. Deze haartjes en puntjes zuigen elektriciteit op. De negatieve deeltjes van de elektriciteit die via hen worden opgezogen, zijn tevens de aantrekkende pool en ze stromen ononderbroken door de poten naar de stolpjes, waardoor deze gaan hongeren naar positieve elektriciteit. Daar deze positieve elektriciteit zich bij voorkeur op gepolijste vlakken verzamelt, is het heel vanzelfsprekend, dat de vlieg bij het lopen op elk gepolijst vlakmoet blijven vastkleven, daar tegengestelde polen elkaar aantrekken.
Hoofdstuk 16: De poten van de vlieg - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Men zal wel vaak hebben opgemerkt dat vliegen tijdens een maaltijd graag in grote aantallen komen aanzetten en zich dan begerig op de gerechten storten. Ze zij n des te talrijker als de dagen zwoel worden en de kamers laag en niet geventileerd zijn. Velen zullen zeggen: 'Moeten we deze parasieten ook nog prijzen als ze onze maaltijd verontreinigen en ons bij elke hap hinderen ?' Zo vraagt slechts de kortzichtige mens. Want als hij de grote weldaad kon begrijpen die de vlieg hem soms bewijst doordat ze zich, al is het slechts twee ogenblikken, op de hap die hij naar zijn mond voert, neerzet, waarlijk, hij zou niet teveel doen als hij, zoals men het wel uitdrukt, die vlieg 'in goud liet vatten'.
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Daar de vlieg dank zij haar bouw een kleine vliegende batterij is, is ze ook begerig naar alles wat negatief is geladen. De bedorven lucht is van negatief elektrische aard en absorbeert daarom alle positieve elektriciteit in zo hoge mate, dat zich in zo’n kamer of nog sterker in het in zo'n kamer genuttigde voedsel, geen vonkje positieve elektriciteit meer bevindt.
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] In de navolgende positief -polaire beschrijving komt de geestelijke betekenis van de vlieg steeds duidelijker naar voren.
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Stel je de oneindigheid voor, of een ruimte, waarin zich een middelpunt bevindt, van waaruit naar alle kanten stralen uitlopen, waarvan het begin weliswaar het middelpunt is, maar waarvan het einde nergens meer is te vinden.
Hoofdstuk 21: De vlieg als verzamelpunt van het leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] En Ik zeg daarop: Dit is natuurlijk onmogelijk, zolang Hij in Zichzelf verblijft en geen schepsels uit Zich wil scheppen en vormen. Wanneer Hij tengevolge van Zijn oneindige liefde sinds eeuwigheden schepsels van de meest uiteenlopende soort heeft geschapen -vanaf de meest volmaakte geest tot aan de onbeduidendste atoomachtige diertjes toe -en aan die talloze wezens het leven gaf, ieder naar zijn aard, door welk leven heeft de Schepper dan wel deze talloze wezens bezield, bezielt Hij ze nu nog en zal Hij ze eeuwig beziel en? !
Hoofdstuk 21: De vlieg als verzamelpunt van het leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] Dat een komeet iets dergelijks doet, bewijst de hem omgevende vaak zeer uitgestrekte dampkring, welke zich gewoonlijk aan de van de zon afgewende kant uitstrekt in een lange staart. Deze staart is niets anders dan een vertraging van de van de zon uitgaande stralen. Ze worden door de negatieve polariteit in hun oorspronkelijke snelheid geremd en worden, doordat ze terug gaan naar het lichaam dat hen aantrekt, als een buitengewoon tere damp zichtbaar.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081  ...