Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 108 van 1110

...  96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121  ...
[7] Ah, het zou iets geheel anders zijn, als iemand op deze wereld alleen maar om de toekomstige eerste in de hemel te zijn, de minste en dienaar van allen wilde worden! Oh, die zal óók een van de laatsten in het rijk van God zijn! Aan gene zijde wordt alles met de zuiverste weegschaal afgewogen en met de secuurste maat gemeten. Waar ook maar iéts zelfzuchtigs te voorschijn komt, zal de weegschaal geen uitslag geven en niet voldoen aan de hemelse maat! Daarom moet je zonder enige reserve de volle waarheid in je hebben, anders kun je niet binnengaan in het rijk van God. Slechts de zuivere waarheid zonder valsheid en achterbaks bedrog kan en zal jullie vrij maken voor God en al Zijn schepsels! Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Zal ik, als ik een goed bewerkt stuk grond heb, tegen de oogsttijd uit pure zelfverachting en met een totaal gebrek aan eigenliefde naar mijn buren gaan en zeggen: 'Vrienden, ga en oogst wat op mijn velden is gerijpt, want ik heb als de minste van jullie, als jullie aller knecht zonder enige waarde, slechts voor jullie gewerkt!' Ik vind dat de zo hooggeroemde zelfverloochening en zelfverachting toch bepaalde grenzen moet hebben, zonder welke het zelfs onmogelijk zal zijn Uw leer aan de mensen mee te delen, omdat men daarmee duidelijk zou laten zien dat men zijn broeders voor dommer en blinder houdt dan zichzelf! Want zich geestelijk beter achten dan zijn broeder bevat toch zeker ook wel iets van hoogmoed! Als dat zo is, laten we dan eens over honderd jaar naar de mensheid kijken, dan zullen we ze als ossen in de wei gras zien eten, en van een taal zal geen spoor meer te vinden zijn en net zo min van woonhuizen of zelfs maar van een stad! -Hoe ver mag de eigenliefde van de mens dan gaan?"
Hoofdstuk 76: Deemoed en zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Kijk, de rechtschapen werkers en knechten en maagden bewerken de velden van hun heer. Naar jouw mening moet dan ook de oogst van hen zijn, omdat deze het resultaat is van hun vlijt en moeite. Maar ze brengen hem in de schuren en loodsen van hun heer en verheugen zich als ze tegen hun heer kunnen zeggen: 'Heer al uw schuren en loodsen zijn al vol, en nog staat de helft op het veld! Wat moeten we doen?' En hun vreugde wordt groter als de heer tegen hen zegt: 'Ik prijs jullie grote en onbaatzuchtige vlijt en ijver, ga en breng bouwlieden hierheen opdat zij zo snel mogelijk voorraadkamers bouwen en ik de zegen van het veld bewaren kan voor jaren, die misschien minder gezegend zullen zijn dan dit jaar voor alle vruchten was!' Kijk, aan de werkers behoort niets, zij hebben geen schuren, geen loodsen en geen voorraadkamers, en toch werken zij voor een gering loon alsof het voor hun schuren, loodsen en voorraadkamers was; want zij weten dat zij geen nood behoeven te lijden als de heer alle voorraadkamers vol heeft.
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JOSOË zegt: "O Heer, dat is toch heel gemakkelijk! Als ik eenmaal in huis ben zal ik er geen moeite mee hebben om mij net zo te gedragen als ik mij vroeger gedragen heb. Geleidelijk aan zal ik naar bepaalde dingen vragen zoals ik dat vroeger gedaan heb, ik zal ook mijn spelletjes opzoeken en die op de bekende manier gebruiken. Dat zal mijn ouders zeker opvallen en tenslotte zullen ze moeten zeggen: 'Dat is onze Josoë, die misschien door Borus met zijn geheime middelen uit het graf is opgewekt en in de loop van de tijd tot op nu helemaal genezen is!' En voorlopig laat ik hen in die mening. Op het geschikte moment zullen ze de waarheid wel vernemen, en volgens mij zal het zo best te regelen zijn. "
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Kijk, beste vrienden, als jullie wijsheid niet verder reikt dan een voorstel te doen aan mensen, om jullie te bevelen als ze je hulp nodig hebben, dan zou ik met jullie niet willen ruilen; maar als jullie mij alleen maar hebben wille~ testen, dan geloof ik mijn proef ten aanzien van jullie in leder geval met slecht doorstaan te hebben. En mochten jullie uit mijn mond misschien iets gehoord hebben, wat nogal hard aankwam, dan moet je mi) d~t maar niet kwalijk nemen, want ik heb mijn mond niet opengedaan om Jullie de les te lezen, maar terwille van de waarheid, omdat jullie Je voorstel aan mij met overeenkomstig de waarheid gedaan hebben. Als volmaakte hemelgeesten hadden jullie toch mijn innerlijk zover kunnen onderzoeken, dat je ontdekt zou hebben dat ik zeker zo'n antwoord op Jullie voorstel zou geven. Dan zouden jullie je aanbod, waarvoor ik jullie in ieder geval niet bedanken kan, beslist in een andere vorm hebben gegoten!"
Hoofdstuk 79: Twee engelen bieden Josoë hun diensten aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Maar IK vervolg tegen Roban: "Vriend, je hebt de treurige geschiedenis van Johannes nu wat vluchtig aangeroerd, wees zo goed en vertel haar eens zo, zoals de nieuwe overste haar jullie verteld heeft! Want Ik stel er prijs op dat deze gebeurtenis zó opgeschreven zal worden!"
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Herodes schrok daarvan en kwam bevend bij zijn knechten terug en zei tegen hen: 'Dat is de timmerman Jezus niet, want die ken ik omdat hij nauwelijks vijf jaar geleden met zijn vader Jozef een nieuwe troon voor mij heeft gemaakt en bij dit werk als kunstzinnig timmerman een behoorlijke vaardigheid liet zien, hoewel hij zich verder heel eenvoudig voordeed. Het is echter Johannes, die ik heb laten onthoofden. Die is uit de dood opgestaan en doet nu als onverwoestbare geest dingen tegen mij, die anders geen mens kan doen. (Matth. 14:2) Daarom moeten jullie niets meer tegen hem ondernemen, want dat zou jullie en mij het grootste onheil kunnen brengen!"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Kijk hier, deze twee jongemannen zijn voldoende om in één ogenblik alles te doen, wat alle Romeinse macht in honderd jaar met zou gelukken! Als dit alles niet volgens de orde van God moest gebeuren, geloof dan maar dat het Mij zeer gemakkelijk zou zijn om het allemaal in een oogwenk te vernietigen! Maar dit ergste moet gebeuren terwille van de vorming van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Maar maak nu dat jullie hier weggaan, want deze nieuwe overste is een slecht mens, en de satan toont hem duizend wegen waarop hij jullie geducht zou kunnen schaden; zorg daarom dat jullie verder gaan!
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Ook Ik zal vandaag hier weggaan en niet zo gauw weer in deze streek komen, want een dolle hond moet men uit de weg gaan! Het is er een die veel goud en zilver heeft, want anders zou hij deze functie met hebben kunnen kopen. Met veel goud en zilver kan men in de wereld bij de wereldse mensen veel gedaan krijgen, en wie daarbij ook nog zo'n plaats koopt uit pure win en heerszucht -zoals deze heeft gedaan is. beslist niet te vertrouwen. Maken jullie je daarom allen gereed en ga hier weg, en Roban, ga ook weer naar huis, want tot nu toe hebben ze je nog niet gemist!"
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] De OVERSTE stampt van kwaadheid op de grond en zegt: " Jullie zijn allemaal al des duivels en schijnen het meer met onze vijanden te houden dan met ons. Jullie zijn aanhangers van de leer van de volksmisleider! Hiervoor zal ik jullie allemaal uit de synagoge stoten, nieuwe mensen uit Jeruzalem in jullie plaats aanstellen en jullie aan het gerecht overleveren! Daarom vraag ik je nog een keer: Wat moest je zo nodig in Sichar bij de Samaritanen doen?"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Je zult beslist wel iets gehoord hebben over de beruchte belastingdiefstal, die door de agenten van de tempel onder het mom van de opperstadhouder nauwelijks vijfweken geleden begaan is, en hoe het snode transport daarvan -tesamen met veel andere zuiver gestolen en met schandelijk geweld afgeperste zaken -in Kis door de opzichter van de zeer rijke Kisjonah is opgevangen! Wel, toen was het juist die Jezus, die door de tempel zonder enige reden gehaat wordt en die zelfs de hoogste Romeinen meer vereren dan hun Jupiter, die door zijn woord en zijn ongehoorde wonderdaden de verwoestende storm voor Jeruzalem heeft afgewend! Die is echter nog lang niet van de baan; ook maar de een of andere halsstarrigheid van jullie kant, - en de storm breekt los!
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] ROBAN zegt: "Volgens de Romeinse wetten mogen de daders ook nooit een eed afleggen, maar alleen de getuigen van elders, en daarvan hebben ze er als dat nodig is tienduizend, en ik denk dat dat wel voldoende zal zijn tegenover enige tientallen misdadigers!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Na dit antwoord van Roban sprong de nieuwe OVERSTE bijna uit zijn vel van kwaadheid en zei: "Dat doet me allemaal niets! Ik zal toch wel iemand vinden die jullie aan kan, zodat jullie je nog heel erg zullen verbazen, want ik weet ook nog veel dingen die jullie niet weten, en ik ken heel veel wegen, die jullie wel eens niet zouden kunnen kennen!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[22] Deze krachtig uitgesproken bedreiging maakte de OVERSTE in ieder geval uiterlijk wat verdraagzamer, maar innerlijk des te verbitterder, en hij zei na een poosje: "Jullie moeten mij echter ook niet verkeerd beoordelen, want ik ken de grote tekortkomingen van de tempel net zo goed als jullie, en het gaat er alleen maar om hoe die te verbergen zijn en hoe de tempel haar vroegere invloed weer terug kan krijgen. "
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121  ...