Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 108 van 184

...  96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121  ...
[7] 'Hoge autoriteit over Azië en over Egypte, wat zou ik, onno­zele hals, hierover kunnen zeg­gen? Waar de grootste gevestigde wijsgeren van de wereld moesten verstómmen, waar de wijsheid van Apollo en van een Minerva als op het gloeiend aambeeld van Vulcanus jammerlijk tot een aller­dunst velletje blik verpletterd worden.
Hoofdstuk 56: Maronius diep onder de indruk van het Kindje. Cyrenius' tevre­denheid met Maronius - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Hierop antwoordde Jozef 'Iedere mens kan wijs zijn in ­God, ieder op zijn eigen manier! Buiten Hem is er op aarde hele­maal geen wijsheid!
Hoofdstuk 40: Hoogachting van Cyrenius voor Maria. Maria's troostvolle ant­woord. Cyrenius' gelukwens tot Jozef. Jozef spreekt over de ware Wijsheid (6 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Zo alleen is de wijsheid van mijn vrouw te verklaren.
Hoofdstuk 40: Hoogachting van Cyrenius voor Maria. Maria's troostvolle ant­woord. Cyrenius' gelukwens tot Jozef. Jozef spreekt over de ware Wijsheid (6 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Hij zei tegen Jozef: 'Wel, gelukkigste van alle mannen, wie zou er ooit zo'n verheven wijsheid hebben kunnen vermoeden in Uw jonge vrouw?
Hoofdstuk 40: Hoogachting van Cyrenius voor Maria. Maria's troostvolle ant­woord. Cyrenius' gelukwens tot Jozef. Jozef spreekt over de ware Wijsheid (6 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Dan zou ze immers van een immense bovenaardse schoon­heid moeten zijn en ze zou bij­zondere wijsheid moeten bezit­ten, zoals - volgens de traditie ­die vrouwen bezaten, waarmee de goden zich heten ooit te hebben afgegeven. Overigens, ik ben niet zo lichtgelovig, dat ik dat zelf alle­maal zou geloven !
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] Maria, tot tranen geroerd, loofde Jozefs wijsheid. De hoofd­man sloot Jozef in zi jn armen ter­wijl hij hem toevoegde: ' Ja, ja, je bent nog eens een mens, die echt helemaal naar Gods Wil leeft!' Maar ook het Kind je zag nu Jozef glimlachend aan; Het hief Zijn handjes omhoog; zodat het leek alsof Hij Zijn pleegvader, de zeer deugdzame Jozef, echt zegende.
Hoofdstuk 31: Maria vestigt de aandacht op Gods genadige leiding. Jozefs rede­lijkheid en trouw. De drie zegenrijke geschenken van God: Zijn Heilige Wil, Zijn Genade, Zijn Liefde. Een zeer nobel getuigenis van Maria, van de hoofdman en van het Kindje over Jozef (19 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Ik wil dus ook de jouwe eren, want sedert ik zijn tempel te Jeruzalem heb gezien, waardeer ik hem hogelijk! En dat eens te meer, omdat hij een god van grote wijsheid moet zijn en jullie door hem zo'n bijzondere kunst hebt geleerd!'
Hoofdstuk 20: Cornelius' vragen over de Messias; Jozefs verlegenheid. De hoofdman stelt vragen aan Maria, aan Salome en aan de vroed­vrouw. De Engel waarschuwt tegen verraad van het goddelijk geheim. Cornelius' heilig vermoeden omtrent de goddelijkheid van het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Of zou haar in de Tempel iets kunnen zijn overkomen, door de een of andere tempeldienaar misschien! De Heer beware mij ervoor dat ik dat serieus mogelijk zou achten! Zoiets zou de Heer allang aan het licht hebben ge­bracht, door middel van de niet te misleiden wijsheid van de hoge­priester!
Hoofdstuk 8: De mening van de dokter. Jozef ondervraagt Maria. Maria's verklaring - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[34] Op de vraag hoe de door het Kindje Jezus gedane wonderen, alsmede Diens overige goddelijk-geestelijke werkzaamheden zijn te rijmen met Zijn als het ware daarvan geïsoleerde mens-zijn tijdens Zijn jaren als jongeling en als man, ...en, hoe daarmee dan weer samenhangen de in die jaren verrichte wonderen -gesteld, dat men Hem ook in die jaren nog uitsluitend als mens zou willen denken: op die vragen moge als antwoord dienen een vergelijking met de aanblik die een boom biedt in de periode van de lente tot in de herfst: In het voorjaar bloeit een boom wonderbaarlijk; hij wordt dan door een geweldige activiteit beheerst. Na het afvallen van de bloesem echter wordt hij weer schijnbaar inactief. Tegen de herfst toont de boom weer een enorme activiteit: de op zichzelf reeds wonderbaarlijke vruchten verkrijgen hun kleur en aroma, en zijn dan nog mooier dan de bloesem was. En zijn de vruchten aldus tot rijpheid gekomen, dan wordt de in hen geschonken zegen van de binding aan de boom vrij gemaakt, en die valt dan in de schoot van de ernaar hongerende kindertjes­ Dit vergelijkingsbeeld zal men slechts kunnen begrijpen met de ogen van het hart, maar nooit met de ogen van wereldse wijsheid! Immers de bovengenoemde vragen zijn heel gemakkelijk op te lossen, mits je maar van binnen uit zuiver denken wilt, zonder daarbij de Godheid van Jezus te willen abstraheren, maar die juist vasthoudend in innerlijk geloven, omdat dat juist het licht is, dat voert tot de liefde voor God. Immers, de volledige eenwording van de Goddelijke Volmaaktheid met Jezus' mensheid is niet ineens, niet plotsklaps tot stand gekomen, maar geleidelijk aan, zoals zulks onder Gods leiding steeds het geval is; juist zoals bij het geleidelijk ontwaken van de Goddelijke Geest in het mensenhart (alhoewel het Goddelijk Wezen ook reeds in al Zijn Vol­heid in het Jezuskind aanwezig was, maar Zich van daaruit slechts in noodgevallen door het doen van wonderen manifesteerde).
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[23] En wel hierdoor: koude, mits goed gebraden vis verkeert in een toestand, die lijkt op die, waarin de heidenen verkeren; het citroensap gelijkt op de kracht uit Mij, die hen moet samentrekken en verenigen; en de olie is te vergelijken met Mijn tot hen gerichte woorden. Kun je nu begrijpen, waarom die vis beter smaakt?' ... Hierdoor werd iedereen tot tra­nen toe bewogen en men was ui­terst verbaasd over de wijsheid van het Kindje.
Hoofdstuk 216: Koude vis met olie en citroensap. Over de Mozaïsche voedings­leer. Nieuwtestamentische voedingsleer: 'De Heer is de beste kok!' - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Ja, Ik moet er zelfs nog aan toevoegen: Van nu af aan zal alle werkelijk diepe wijsheid voor de wereldse wijzen verborgen blij­ven,
Hoofdstuk 218: Voor alles staat een Gode welgevallige tijd en regel. Over ijdel navorsen van goddelijke diepzinnigheden en over kinderlijke eenvoud als de weg naar de ware wijsheid voor de mens - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] Je moet daarom trachten innerlijk een kind te worden, en dan zal de tijd werkelijk aanbre­ken, waarin de ware wijsheid je deel zal worden. ,
Hoofdstuk 218: Voor alles staat een Gode welgevallige tijd en regel. Over ijdel navorsen van goddelijke diepzinnigheden en over kinderlijke eenvoud als de weg naar de ware wijsheid voor de mens - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[23] Het Kindje antwoordde: 'Door goed en nederig studeren, wordt de akker voor de wijsheid vruchtbaar gemaakt, en ook dat maakt deel uit van mijn ordening.
Hoofdstuk 218: Voor alles staat een Gode welgevallige tijd en regel. Over ijdel navorsen van goddelijke diepzinnigheden en over kinderlijke eenvoud als de weg naar de ware wijsheid voor de mens - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[24] Maar je moet de studie niet als doel en voor de wijsheid zelf aanzien, maar slechts als middel.
Hoofdstuk 218: Voor alles staat een Gode welgevallige tijd en regel. Over ijdel navorsen van goddelijke diepzinnigheden en over kinderlijke eenvoud als de weg naar de ware wijsheid voor de mens - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] Maar, omdat ik niettemin in jou Gods Wijsheid onderkende
Hoofdstuk 239: De laatste, goede vis verzinnebeeldt de liefde des Heren en Zijn grote genade. ..in deze laatste tijd. Ook wie en wat de zón bewoont heeft de uiteindelijke bestemming van Kinderen Gods. Een kudde onder een goede herder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121  ...