Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 108 van 263

...  96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121  ...
[9] Zolang het er zo met jouw leven voorstaat kan van de innerlijke levensverschijnselen natuurlijk nooit sprake zijn! Maar Ik wil je een advies geven; wanneer je dat opvolgt, zul je alles krijgen wat je tot nu toe onmogelijk had kunnen ontvangen.
Hoofdstuk 166: De Heer en de rijke overste (Luc. 18: 18-27) (23.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Van deze woorden van Mij stonden allen versteld, en de waard zei: 'Beste en wonderbare Meester! Dat er meer achter U schuilgaat dan bij een of andere profeet, dat ben ik stil in mijzelf direct gewaar geworden, hoewel ik het niet hardop durfde uit te spreken; maar aangezien U nu Zelf een groots en betekenisvol woord over Uzelf hebt uitgesproken, kan ik nu niets anders meer doen dan zeggen: Heer, ik ben het niet waard om mijn ogen naar U op te slaan, maar wees mij, arme zondaar, genadig en barmhartig!'
Hoofdstuk 166: De Heer en de rijke overste (Luc. 18: 18-27) (23.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Werkelijk, er is niemand die zijn huis of zijn ouders of broeders, zusters, vrouw of kinderen verlaat omwille van het rijk Gods, die het niet reeds in deze tijd veelvoudig terug ontvangt, en in de toekomstige wereld het eeuwige leven oogst! Als Ik jullie dat zeg als Degene die alles heeft en ook alles kan en zal geven wat Hij beloofd heeft, dan kunnen jullie Hem ook geloven! Want jullie hebben nu al bijna een paar jaar achtereen gezien, beleefd en meegemaakt dat Ik nog nooit een woord gezegd heb dat zonder resultaat en onvervuld gebleven is.
Hoofdstuk 167: Petrus vraagt naar het loon van de leerlingen (Luc. 18: 28-30) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] De bedelaar zei: 'Ik vroeg Hem en Hij zei: 'Word ziende!', en ik werd ziende, en dat is alles wat ik je kan zeggen; en jij kunt je nu wel voorstellen wie dat moet zijn, in wiens woord en wil zo'n macht en gezag liggen!'
Hoofdstuk 170: De waard vraagt naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] En de vader leidde hem direct naar Mij en zei: 'Kijk, mijn geliefde zoon, deze man is de heer en de grote meester! Maar kijk ook eens naar onze oude, blinde bedelaar, die jij nog goed kent! De heer en meester heeft hem het licht in zijn ogen volledig teruggegeven en hij heeft zich daarvoor van geen ander middel bediend dan zijn woord en wil. Wat zegje daar nu van en wat denk je van zo'n mens?'
Hoofdstuk 172: De aankomst van Kado, de zoon van de waard (30.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ze vroeg mij evenwel zeer dringend om hem op te zoeken en, als ik hem ergens zou treffen, haar daarover te willen berichten -wat ik dan ook op mijn woord van eer beloofde te doen. Zij en ook de timmerlieden, die zich zijn broers noemden, wisten een heleboel wonderlijke dingen over hun geliefde Jezus te vertellen, en ik van mijn kant heb hun ook verteld wat ik op mijn reizen over hem gehoord had, wat hun zichtbaar groot genoegen deed.
Hoofdstuk 173: De wensen van koning Abgarus van Edessa - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen Ik dat tegen Kado gezegd had, zei hij: 'Beste Heiland, Heer en Meester, wat mij drie keer achter elkaar op Patmos overkomen is, en wel met name op ons grote landgoed, is op zichzelf wel heel gedenkwaardig en opmerkelijk; maar elk woord uit Uw mond is toch nog onuitsprekelijk veel gedenkwaardiger en opmerkelijker dan duizend zulke belevenissen als die van mij, hoe goed en waarheidsgetrouw ze ook verteld worden. Als ik die gebeurtenis enigszins uitgebreid vertel, ontneem ik U de tijd waarin U ons in Uw genade heel veellevenwekkende dingen had kunnen schenken!'
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Hij, de schipper, had in een plaats in dit rijk zelf mensen gezien en hen ook geobserveerd -en hij vertelde: wat deze mensen maar willen en uitspreken, gebeurt dan ook onmiddellijk. Enkel door het woord genezen ze de meest kwaadaardige ziekten, blinden worden ziende, doven horen, lammen en kreupelen en jichtlijders, jonge en oude, krijgen rechte ledematen en springen rond als herten en gazellen, en zelfs overledenen krijgen een nieuw leven. Behalve dat worden er nog duizenden andere nooit gehoorde wonderdaden verricht, enkel door de wil en het woord van deze godmensen.
Hoofdstuk 177: Het merkwaardige verschijnsel op het eiland Patmos (7.6.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Daarop nam de priester afscheid, evenals allen die samen met hem naar ons toe gekomen waren, en wij hadden nu rust; en mijn oude dienaar zei: 'Het is eigenaardig dat die zeer vrome en actieve priester, die men wel op zijn woord kan geloven, zoiets drie keer achtereen gedroomd heeft! Zou het dan door een nieuw woord licht echt afgelopen zijn met onze oude goden? Hm -hm -hm! -Ja,ja -alles is mogelijk! Het is merkwaardig dat er nu juist in het rijk der joden dergelijke aan goden gelijke mensen opstaan; waarom niet ook bij ons, aangezien wij volgens de droom van de priester deze ene, ware God helemaal niet kennen en wij toch veel meer geneigd zijn te geloven dan de joden, waarvan men zegt dat hun geloof in hun ene God al uiterst zwak is geworden, terwijl wij nog min of meer in veel goden geloven en raad en troost en hulp bij hen zoeken?'
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar toen het wolkje sterker begon te stralen, raakten wij allemaal ten zeerste ontroerd en onze priester hief zijn handen als in gebed omhoog naar het wolkje en zei: 'O goed en heilig wolkje, richt ook vandaag een troostend woord tot ons! ,
Hoofdstuk 180: Het lichtwolkje verschijnt voor de derde keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Waar staat zo'n mens dan in de innerlijke geestelijke levenssfeer? Ik zeg jullie: op het punt van het eeuwige gericht en de dood daarvan, en zijn hele omgeving is daar niet ver vanaf!
Hoofdstuk 182: Over komende dingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Hierop nam Kado het woord en zei tegen Petrus: 'En toch was dat de Jordaan! In deze tijd bevat die steeds heel weinig water en op de plaats waar er een brug gebouwd is, is hij ook vanwege de engte van het dal op zijn smalst; maar een half uur verder naar het zuiden wordt de rivier alweer veel breder en in de omgeving van de Dode Zee, niet ver van hier, wordt hij zelfs heel erg breed.'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zei: 'Je vergist je! God heeft Zijn woord niet teruggenomen en derhalve staat er op die ruime, woeste plaats, waar eens het oude Jericho heeft gestaan, tot op heden nog geen enkel huis of ook maar een heel armzalige hut. En waarom hebben jullie, bewoners van het nieuwe Jericho, dan nog nooit geprobeerd om ergens op de plek van het oude Jericho een huis van het puin te bouwen of tenminste toch een hut voor jullie schapen, geiten en varkens?'
Hoofdstuk 189: Over de plaats van de oude stad Jericho - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Nu zei de waard: 'Maar het is toch werkelijk jammer dat zo'n groot stuk land niet vruchtbaar gemaakt kan worden; want daar zou voor veel mensen brood in overvloed geoogst kunnen worden. Het zou voor U, o Heer en Meester, toch heel gemakkelijk zijn om dit stuk land te ontdoen van al zijn boze natuurgeesten. U zou maar één woord hoeven zeggen en het land zou goed zijn.'
Hoofdstuk 190: Het doel van de natuurlijke orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar als iemand een dwaas, blind en stom is, zal hij er dan iets aan hebben als Ik tegen hem zou zeggen: Ik vergeef je je dwaasheid, je blindheid en je stomheid? Nee, daar zal niemand iets aan hebben; want daarbij zal de dwaas toch een dwaas, de blinde blind en de stomme stom blijven. Maar als Ik door middel van woord, raad en daad de dwaas van zijn kwaal genees en de blinde en de stomme van hun kwalen verlos, zullen ze daardoor allemaal werkelijk geholpen zijn.
Hoofdstuk 193: Over de ernst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121  ...