Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 108 van 1490

...  96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121  ...
[1] JARAH zegt: "Nu, dat zou ik wel kunnen doen, maar mijn dromen zijn meestal heel verschrikkelijk en laten mij de wereldse mensen in hun hele afschuwelijke gedaante zien, en ik zie dan in hun plaats enkel en alleen duivels! En pas geleden had ik zo'n droom! Ik zag toen een wondermooie persoon, die veel op U leek, o Heer. Deze mens zag ik als een misdadiger met touwen geboeid.
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Ik vroeg aan de huilende mensen die hem volgden, wat deze wondermooie mens dan wel gedaan mocht hebben om door de wereldse mensen zo slecht behandeld te worden. En zij zeiden tegen mij allemaal hetzelfde: 'Hij was een geweldige weldoener der mensheid. Nooit beging hij een onrechtvaardigheid, en de zuiverste waarheid kwam als honingzeem uit zijn mond. Hij heeft de wereldminnende en heerszuchtige Farizeeën te veel de waarheid gezegd en zij hebben hem daarom door de zwakke Romeinse landvoogd tot de dood aan het kruis laten veroordelen. Zij brengen hem nu naar de plaats van de terechtstelling. Kom met ons mee en zie wat voor loon de grootste mensenvriend krijgt van de slechte buitengewoon zelfzuchtige mensen!'
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De OVERSTE zegt: "Dat zal de herbergier voor ons betalen omdat wij op reis nooit geld mee mogen nemen. Want de aarde is van God, en wij zijn Zijn knechten en hebben van God het recht gekregen om de hele aarde ons bezit te noemen en overal te oogsten, ook al hebben wij niet gezaaid! Want iedere Jood weet, dat alles wat hij heeft, slechts een door ons aan hem geleende zaak is, die wij altijd van hem terug kunnen vorderen. Dit is de heel simpele reden waarom wij in heel Israël nergens als vreemden komen, maar alleen als gebieders en als enige door God berechtigde eigenaars van ieder huis, elke grond en bodem en al het geld en overige schatten. Daarom kunnen wij Ebahl zonder meer opdragen om voor ons de honderd groschen te betalen, want hij verkreeg ze op onze grond en bodem! En als hij het niet zou doen, geven wij al deze bezittingen van hem aan een ander, die zich niet druk zal maken over honderd groschen!"
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Omdat EBAHL hier heel nauw mee te maken heeft, doet hij nu toch ook zijn mond open en zegt: "Mijne heren, nu vergist u zich toch een beetje! Want ten eerste is deze plaats van oudsher een vrijplaats, waar behalve God en de keizer geen mens iets te vorderen heeft, en ten tweede ben ik hier ingetrouwd bij mijn tweede vrouw, die enig kind was, een geboortige Griekse, die pas door mij een Joodse is geworden. Al deze bezittingen zijn dus niet van mij, maar van mijn tweede vrouwen na haar, van haar dochters. Ik bezit zodoende niets, en daarom kan er van mij ook niets afgenomen worden, en de honderd groschen zult u dus zelf moeten betalen! Als u mij niet wilt geloven, vraag het de hoofdman hier dan maar; hij is mijn enige gezag en zal het u vertellen!"
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] En ik beklom met de huilende mensen een lage berg en zag de eerlijke mens een zwaar kruis slepen, terwijl hij geslagen was en vol bloed zat en ter verhoging van de kwelling op het hoofd een krans van dorens droeg. Op de terechtstellingsplaats ontkleedde men hem, wierp hem daarna meedogenloos als een wild beest op het kruis, nam veel puntige spijkers en sloeg deze met zware hamers door handen en voeten en bevestigde hem zo op gruwelijke wijze op het harde en zware kruis! - O Heer, dat was me toch een verschrikkelijk gezicht! Als ik maar aan deze droom denk, dan duizelt het mij! - Tenslotte zette men het kruis rechtop, plaatste het in een al gegraven gat en sloeg het met een wig vast, zodat het vast stond.
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Het wonderlijkste echter bij dit alles was dat deze buitengewoon eerlijke mens ook bij al die pijnlijke martelingen niet één kreet van pijn gaf, terwijl toch twee anderen, die lang zo gruwelijk niet werden gemarteld, vreselijk schreeuwden en jammerden!
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Onder deze vertelling was Ik wat somberder geworden, maar Ik zei: "Nee, nee, Mijn allerliefste Jarah, jij hebt alleen maar etherlicht bloed, en jouw droom is erg belangrijk! -Maar nu houden wij erover op, de tijd zal het wel Ieren. En jij, die zoiets in de droom hebt gezien, bent zalig! Het was heel weinig profeten gegund om dat in hun visioenen te zien.
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Veel is echter voor de mensen op deze aarde verborgen. Het grote 'Waarom' zullen zij pas in het hiernamaals te weten komen! -Maar vertel Mij nu nog een droom, die je drie dagen daarna over dezelfde mens gedroomd hebt!"
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar toen kwam er meteen een wonderschone jongeman naar mij toe en troostte en sterkte mij met de woorden, die ik heel goed heb onthouden: 'Vrees niet, gevoelige reine ziel! Dat, wat je drie dagen geleden hebt gezien, moest zo gebeuren volgens het raadsbesluit van God, omdat anders geen mens zou hebben kunnen zalig worden en tot het aanschouwen van God komen. Hij, Die gekruisigd werd, was Gods Zoon, en God was in Hem. Nu na drie dagen zal deze Zoon van God geheel uit eigen kracht weer uit de dood van Zijn goddelijke vlees opstaan en voortaan heersen over de gehele oneindigheid, en aan Zijn rijk en Zijn heerschappij zal in eeuwigheid geen einde komen. Voor Zijn naam zullen alle machten en krachten zich buigen, en die zich niet willen buigen, die zal Hij te gronde laten gaan. Maar het laatste gelukzaligste ogenblik nadert, Iet daarom goed op de zware verzegelde grafsteen!'
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] En de man kwam naar mij toe en zei met een buitengewoon welluidende stem: 'Dat, wat je hier in je droom hebt gezien, was alleen maar een vooruitblik op datgene wat binnenkort zal gebeuren. Maar voordien zul je Mij nog in werkelijkheid zien, en na Mijn opstanding nog meerdere malen!' - Na deze woorden werd ik weer wakker en heb veel daarover nagedacht. Maar behalve U kwam ik zo iemand in de werkelijkheid nog niet tegen!"
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De zieken, die hier zijn en nog zullen komen, behoeven alleen maar de zoom van Mijn overkleed aan te raken - dan zullen ze gezond worden. Mijn leerlingen zullen vervolgens het ochtendbrood met ongewassen handen eten, en dat zal voldoende zijn om deze echt oerbekrompen Farizeeën en schriftgeleerden volledig in het harnas te jagen. Dan zullen zij meteen met hun gebruikelijke strikvragen komen, en Ik zal antwoorden geven die hen nog veel zuurder en bitterder zullen lijken dan azijn en gal, een bekende drank waarmee zij de dorst van de arme zondaars plegen te stillen. - Maar nu zullen wij die paar uren tot het aanbreken van de dag zwijgend doorbrengen.
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Mijn leerlingen, evenals hun twee Essenen en een aantal Farizeeën en schriftgeleerden, zijn nu gaan slapen en hebben goed werk gedaan, want zij hebben hen allen voor Mij gewonnen. Twee jonge Farizeeën, Pilah en Ahab, de eerste uit Kis en de laatste uit Jesaïra, belden zeer goede sprekers en tevens nuchtere verstandige mensen, behoren echter al langere tijd tot Mijn leerlingen. Deze twee, die gistermorgen hier aangekomen zijn, hebben zich meteen weer bij Mijn leerlingen gevoegd en hen bij hun bekeringswerk goed ondersteund. Want Mijn leerlingen, die op drie na allen vissers zijn, zijn nog geen vlotte sprekers en daarom verlenen de beide jonge Farizeeën hen goede diensten.
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Het zou heel goed mogelijk zijn dat deze kerels en hun handlangers in Jeruzalem, als er ook maar een heel kleine kans voor was, U inderdaad net zo zouden behandelen als het meisje in de eerste droom heeft gezien! Ik zeg U, er hoeft maar een heel geringe mogelijkheid te zijn en daarbij nog de verwijfde slappe landvoogd Pontius Pilatus -en ze spijkeren U zo maar aan het dwarshout!
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Ebahl komt terug en brengt ons meteen op de hoogte van de goede ontvangst die zijn uitgevoerde opdracht ten deel viel. Allen zijn daar blij om, en de HOOFDMAN zegt: "Ik verheug me heel bijzonder op de dag van morgen, maar ik zeg erbij, en daar geeft de merkwaardige droom van de lieve Jarah mij heel speciaal aanleiding toe, dat ik die kerels niet met me zal laten spotten. Zodra ze mij smoesjes vertellen, laat ik hen geselen tot het kwade bloed hen in stralen van de rug zal lopen! Want slaan met woorden haalt helemaal niets uit bij deze onmensen en het spoort hen tot nog meer wraak aan, maar een geseling op leven en dood zal hun kwade ijver zeer afkoelen. Het is nog niet zeker dat ik het doe, maar erg onzeker is het ook niet!
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] O wacht maar, schoften, de dag van morgen zal voor jullie zo heet worden, dat je van louter hitte bloed zult zweten! Als de kerels op deze manier een paar goede stevige lessen krijgen, zou ik haast het halve Romeinse rijk eronder durven verwedden, dat ze hun slechte daden tenminste de gruwelijkste daarvan - op zullen geven; maar hun oude slechte huid moet vooraf behoorlijk bewerkt worden! Dixi (ik heb gezegd)!"
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121  ...