5587 resultaten - Pagina 108 van 373
... 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 ...
[4] Wie zichzelf en daardoor ook U werkelijk en echt wil vinden, moet via dat zeer nauwe poortje in zichzelf doordringen, anders blijft hij buiten het levenskamertje van zijn hart. Alleen de liefde tot U en de naaste maakt dat anders zo nauwe poortje wijder, de ware deemoed maakt de ziel, die zich anders zo groot waant, klein, en de echte zachtmoedigheid maakt haar buigzaam; en alleen een zodanig toebereide ziel kan dan door het nauwe poortje in het levenskamertje van haar goddelijke geest doordringen en daar één worden met de geest en daardoor ook in de geest opnieuw ofwel wedergeboren worden. Uit Uw grote openbaring heb ik nu afgeleid, dat deze dingen absoluut noodzakelijk zijn voor de praktijk van ons proefleven op deze aarde, en ik heb dan ook de ware en echte reden ontdekt, waarom U ons vooral de liefde tot God en de naaste, de deemoed en de zachtmoedigheid zo dringend op het hart hebt gedrukt.Hoofdstuk 58: Wat de Romein begrepen heeft van de uitleg van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] De belangrijkste basis van het leven ligt zowel voor het lichaam als ook voor de ziel in het bekende beamende, positieve kamertje van het hart. Wanneer dat actief is, dan leven van daaruit tevens alle eindeloos vele delen van jouw hele wezen op zo'n manier, alsof zij zelf kamertjes, tot standbrengers en dragers van het leven waren. En kijk, jouw ledematen kunnen door de juiste oefening in werkelijk heel veel dingen een verbazingwekkende kracht en zeer kunstige vaardigheid bereiken! Waaraan hebben ze niettemin uiteindelijk al hun eigenschappen en grote kunstige vaardigheden te danken? Kijk: alles alleen aan dat bepaalde kamertje van het hart; want zonder dat zouden immers alle ledematen even dood en onbeweeglijk zijn als die van een metalen afgodsbeeld!
Hoofdstuk 59: Hoe onze aarde zich verhoudt tot andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Wanneer een mens in de geest wedergeboren is, kan hij ook in alle delen van zijn ziel en lichaam denken en voor zichzelf heel goed waarneembaar spreken, en is dan net als Ik in zijn hele wezen geest, leven, kracht, gedachte en een volkomen levend woord. En waardoor is de mens dat dan wel geworden? Kijk, dat komt allemaal weer alleen voort uit het beamende, positieve kamertje van zijn hart!
Hoofdstuk 59: Hoe onze aarde zich verhoudt tot andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Zoals de mens zijn hele onderricht en zijn hele ontwikkeling alleen ten deel vallen vanuit dat kamertje in zijn hart, zo ontvangen -al naargelang hun eigen vorm en vermogens -de mensen van andere werelden op dezelfde manier hun ontwikkeling ook alleen maar vanuit het hartkamertje van de Grote Scheppingsmens -dat natuurlijk wel enorm groot is.
Hoofdstuk 59: Hoe onze aarde zich verhoudt tot andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Want het levenskamertje van het hart zal nooit in bijvoorbeeld de ogen, oren, neus of de maag, de nieren, de milt of de handen en voeten van het lichaam of helemaal in de uiteinden daarvan terecht komen, alhoewel elk van die lichaamsdelen, groot of klein, ook een eigen centraal levensorgaan zal hebben, omdat het anders het leven vanuit het fundamentele leven van het hartskamertje niet zou kunnen opnemen en aannemen en voor zijn specifieke doel effectief zou kunnen gebruiken.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Want het oog gebruikt het leven, dat vanuit het hart in de mens binnenstroomt, zeker heel anders dan het oor, en zo doet ieder deel van de mens dat anders al naargelang zijn eigen doeleinden; maar uiteindelijk is al dat eindeloos vele toch slechts één volkomen geheel en beantwoordt het volledig aan het oorspronkelijke fundamentele leven in het hart en vindt het daarin zichzelf terug als in zijn oorspronkelijke geboorteplaats. En als het zichzelf daar gevonden heeft, dan is dat zichzelf vinden nu precies datgene wat U, o Heer, zo treffend de wedergeboorte in de geest noemde.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De Romein zei: 'O Heer en Meester, door deze tweede toelichting van U op deze voor mij en zeker ook voor ieder ander zeer belangrijke kwestie ben ik ook in een hele zon vol van het sterkste licht terechtgekomen! Wij op deze aarde, die met U in een zeer hechte en innige verbinding van liefde en wijsheid leven, zijn voor de gehele, eindeloos Grote Scheppingsmens precies en -gezien het feit dat U in onze onmiddellijke nabijheid bent -noodzakelijkerwijs datgene wat in ons hart het beamende levenskamertje is. De andere hemellichamen met hun mensen, de hulsgloben met hun zonnen allen en centraal zonnen verhouden zich tot ons als de overige delen van ons lichaam en onze ziel tot het levenskamertje van ons hart.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zegje naar waarheid, dat jij met je goede verstand Mijn hart nu een grote vreugde bereid hebt; want Mijn woorden zijn levend geworden in jouw hart! En daarom zullen jij en ook je metgezellen binnen zeer korte tijd in jezelf de volledige wedergeboorte in Mijn geest bereiken.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Zo was er ook eens een heer des huizes, die grote landerijen en kudden bezat, die zich van tevoren zodanig bezorgd maakte dat hij, om zijn aardse rijkdom te vergroten en veilig te stellen, nieuwe schuren, stallen en grote, stevige graanschuren liet bouwen en bovendien nog, ter grotere beveiliging, een sterke, hoge muur om de nieuwe gebouwen liet optrekken. En toen alles klaar was, zei hij: 'He, nu wordt het lichter in mijn zorgelijke hart; want van nu af aan zal ik met mijn grote bezittingen zonder zorgen en onbekommerd rustig verder kunnen leven!' Maar terwijl hij nog zo, zichzelf troostend, doorpraatte, weerklonk er een stem als een donder, die zei: 'O jij aardse ijdele dwaas! Je prijst en troost jezelf alsof jij zelf heer bent over je ziel en je leven! Kijk, nog in deze nacht zal je ziel gescheiden worden van je vlees, waar je zo bezorgd om was. Wat voor nut zullen al jouw grote zorgen, inspanningen en werk voor je ziel hebben?' Toen schrok die man en zag, dat hij nog heel weinig voor zijn ziel gezorgd had, en spoedig na dat bericht stierf hij.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Maar er zijn er hier nu ook enkelen, die ook zien en horen wat jullie zien en horen; maar ze worden toch niets ge waar en begrijpen en vatten ook niets, want zij zijn en blijven verstokt en blind van hart. Wiens hart echter verstokt en blind is, die is ook verstokt en blind wat zijn hersenen en zijn hele lichaam betreft; want wanneer reeds datgene wat in de mens licht moet zijn, duister is, hoe diep zal de duisternis van de gehele mens dan wel niet zijn?
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] De schriftgeleerde zei: 'Je moet God, je Heer, liefhebben met heel je hart, heel je ziel en al je kracht en met je hele gemoed, en je naaste als jezelf!'
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Wat zou eigenlijk de reden kunnen zijn van jullie ongeloof? Kijk, de reden daarvan is de grote blindheid en verstoktheid van jullie hart! Jullie zijn toch schriftgeleerden en weten uit de Schrift onder welke tekenen en voorwaarden de Messias in deze wereld zal komen. Welnu, dat is allemaal tot in het kleinste detail op Hem van toepassing! Als dat nu ontegenzeglijk het geval is, hoe kunnen jullie dan nog twijfelen en iemand anders verwachten?
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] En wat de koninklijke man tegen de ingebeelde wegendeskundige zei, zeg Ik ook tegen jullie, schriftgeleerden en theologen. Ook jullie leiden in je eerzuchtige eigendunk de mensen naar de trieste ondergang van het innerlijke leven in plaats van naar de opgang ervan; en als iemand dat tegen jullie zegt raken jullie vervuld van ergernis en boosheid, omdat jullie in je hoofd wel de dode letters van de Schrift met je meedragen, maar de levend makende geest, die daarin aanwezig is, nog nooit ontdekt hebben; want jullie hart was steeds vervuld van hoogmoed en een wereldse instelling en de geest, die alleen in de ware deemoed van het hart woont, heeft daar nog nooit kunnen ontwaken tot het heldere leven vollicht.
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Omdat jullie in het vervolg niet meer deugen voor het leiden van Mijn karavanen, heb Ik op de oude en eerste manier weer niet-geleerde gidsen aangesteld, die evenwel heel deskundig en ervaren zijn op de wegen van de deemoed van het hart en de naastenliefde, en deze zullen Mijn karavanen, die door jullie in de woestijn terecht zijn gekomen, weer naar de rivier van het leven terugleiden; maar jullie zullen niet ontkomen aan het loon dat op de hoogmoed volgt, als jullie nog langer volharden in jullie hoogmoed! Want Ik zeg jullie: de pure letter van de Schrift doodt, alleen de geest maakt levend. Die geest ontvangen echter alleen degenen die Mij in deemoed en liefde navolgen.
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Ik zei: 'Als de woorden uit je mond ook die van je hart zouden zijn, zouden jullie voor de genezing van jullie neergeslagen zielen ook méér gevonden hebben dan een barmhartige Samaritaan! Maar zolang jullie in je hart heel anders voelen dan wat jullie gladde tongen uitspreken, zullen jullie ook bij Mij de vermeende barmhartige Samaritaan niet vinden. Niettemin heb Ik jullie Mijn barmhartigheid betoond door jullie te zeggen wat Ik zojuist heb gezegd! Als jullie het ter harte willen nemen, waartoe Ik jullie nooit zal dwingen, zal het ook in jullie licht en helder worden.
Hoofdstuk 65: De huichelarij van de schriftgeleerden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)