Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1071 van 1490

...  1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084  ...
[13] En wanneer jullie Mij dan zo'n antwoord hebben gegeven, wat moet Ik jullie daar dan weer op antwoorden? Daarom moeten jullie Mij maar iets anders vragen, want het beantwoorden van deze vraag schijnt nog niet zo echt te willen lukken.
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Zouden jullie niet vragen: waar is Hij dan? Is Hij een van de leraren in deze grote zaal? En als Ik dan tegen jullie zeg: o nee, mijn lieve kinderen! Wat zullen jullie dan doen? Jullie zullen Mij met grote ogen aankijken en zeggen: kijk, die man houdt ons voor de gek. Als het niet een van de vele leraren is, wie is het dan? Jij zult het toch niet zijn? Want zo gewoon, eenvoudig en glansloos als jij bent, kan de meest verheven Hemelvader er toch niet uitzien!
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Om te beginnen wordt hier in deze tweede zaal dit gebod niet zodanig uitgelegd, alsof niemand bij onbelangrijke gelegenheden de naam van de Heer, hoe deze ook moge luiden, zonder de gepaste hoogachting en eerbied zou mogen uitspreken; anders zou dit verbod eigenlijk zo goed als niets te betekenen hebben. Als iemand namelijk van mening is dat hij de naam van de Heer slechts in het uiterste geval van nood en dan altijd met de allerhoogste achting en eerbied zou mogen uitspreken, dan betekent dat niet meer en niet minder dan: men moet de naam van God eigenlijk helemaal niet uitspreken, omdat hier twee voorwaarden vereist zijn waaronder de naam van God uitgesproken zou mogen worden. Ten eerste staan deze voorwaarden zelf echter op losse schroeven, omdat op basis daarvan zeker niemand meer precies kan weten wanneer er sprake is van zo'n uiterste geval van nood waarbij men op een waardige manier de allerheiligste naam zou mogen uitspreken. Ten tweede, als zich al zou zo'n situatie zou voordoen, zoals bijvoorbeeld een overduidelijk geval van levensgevaar, dat een mens onder verschillende omstandigheden kan overkomen, dan is het de vraag of er wel één mens in zo'n uiterst bedenkelijke situatie de tegenwoordigheid van geest en de zelfbeheersing zal bezitten om op een waardige manier de hoe dan ook gevormde naam van de Heer te kunnen uitspreken.
Hoofdstuk 76: Tweede en derde zaal. Onderricht over het tweede en derde gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Wij hoeven echter nu niet verder te volgen wat deze kinderen hier nog van hun leraren over de Heer te horen krijgen, want de tijd of de toestand waarin zij de Heer als het ware volledig verloren hadden, hebben ze doorstaan en daarmee ook de eerste van de leszalen, waarvan er in deze afdeling, zoals jullie al eerder hebben gezien, twaalf zijn. Het zou te lang duren om in alle volgende leszalen het voortgaande onderwijs met deze kinderen mee te maken. Opdat jullie echter toch mogen weten wat er in deze zalen onderwezen wordt, zeg ik jullie dat jullie reeds uit het eerste bord in het midden van de eerste leszaal hebben kunnen opmaken waar het in deze grote school om gaat, namelijk om niets anders dan om de tien geboden van Mozes en tenslotte om de twee geboden van de liefde.
Hoofdstuk 76: Tweede en derde zaal. Onderricht over het tweede en derde gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De Heer zegt: o graag, van ganser harte, Mijn lieve kindertjes! Vraag maar, dan zal Ik wel een antwoord weten te vinden. De kinderen zeggen tegen de Heer: nu je ons hebt toegestaan om je iets te vragen, vragen we jou juist naar datgene wat ons allemaal het meest ter harte gaat. Kijk, we zoeken en proberen al geruime tijd op alle mogelijke manieren te bewijzen of er al dan niet een God bestaat, die een buitengewoon goede Vader in de hemel zou zijn voor alle mensen, die waar dan ook leven. We kunnen echter deze Vader nergens op het spoor komen en onze leraar zelf wil of kan ons hierover ook niets wezenlijks zeggen. Hij heeft ons echter wel gezegd dat jij echt buitengewoon wijs zou zijn. Daarom zouden we graag van jou willen horen of er al dan niet zo'n God en Vader bestaat. Als jij daarover ook maar iets weet, zeg het ons dan toch. We zullen heel oplettend naar je luisteren en aan ieder woord dat uit jouw mond komt graag de grootst mogelijke aandacht besteden.
Hoofdstuk 75: Het verlangen naar God - een getuigenis van Zijn bestaan - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Daarop tilde de eenvoudige man mij op, drukte mij aan zijn hart, gaf me een kus en sprak toen tot mij: breng me maar naar jouw leraar in de leerzaal; daar zullen we alles verder heel grondig bespreken om daaruit te kunnen afleiden hoe de Hemelvader, als Hij bestaat, eruitziet en hoe Hij alles uit Zichzelf schept, leidt en regeert. En kijk, lieve wijze leraar, daar ben ik nu met de eenvoudige man. Wat dunkt jou, wie mag deze man wel zijn, want hij ging immers zo lief met mij om?
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Luister, het kind zegt: lieve, wijze leraar, kijk nu toch eens! Toen ik in mijn kamertje de lieve grote Hemelvader zo echt begon lief te hebben, kwam deze eenvoudige man naar me toe en vroeg mij of ik de Vader in de hemel werkelijk wel zo liefhad. Ik zei tegen Hem: och lieve man, dat kun je toch wel van mijn gezicht aflezen. Daarna vroeg de man mij hoe ik me de grote Hemelvader in mijn gemoed voorstelde. En ik zei tegen hem: ik stel me Hem als een mens voor; maar wel moet Hij heel groot en sterk zijn en ook zeker een grote glans om zich heen hebben, omdat deze wereld en de zon die op haar schijnt al zo buitengewoon heerlijk en stralend zijn.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] De leraar zegt met zichtbare allerhoogste liefde en achting: o overgelukkig kind, jij hebt de juiste al gevonden. Kijk, dat is God, onze meest liefdevolle Vader! En de Heer buigt Zich nu voorover, neemt het kind op Zijn arm en vraagt het: ben Ik wel degene die jouw leraar jou heeft aangekondigd? En het kind zegt heel opgewonden: o ja, U bent het, dat zie ik immers aan Uw oneindige goedheid, want wie anders is zo goed als U, dat hij mij op zijn arm zou nemen en mij zo zou omarmen en liefkozen als U? Maar nu houd ik ook zo onbegrijpelijk veel van U, dat ik eeuwig nooit meer van U kan scheiden. Laat me daarom niet meer hier alleen achter, lieve Heilige Vader, want nooit heb ik zo'n goedheid en liefde gevoeld als nu op Uw arm! En de Heer zegt: wees maar niet bang, mijn kindje; wie Mij eenmaal gevonden heeft zoals jij, verliest Mij eeuwig niet meer. Maar nu moet je niets meer over Mij zeggen, want daar komen ook de andere kindertjes die Mij zochten, maar nog niet gevonden hebben. Deze zullen we een beetje op de proef stellen, opdat ze Mij ook zullen vinden. Wees daarom nu rustig totdat Ik je een wenk zal geven!
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Hebben jullie deze verkregen, dan zal God zich ook zeker laten zien, als Hij bestaat. Hebben jullie deze zekerheid echter niet verkregen, dan zullen jullie eveneens onverrichter zake weer bij mij terugkomen zoals het deze keer het geval was.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Jullie hebben God niet met zekerheid, maar hoogstens mogelijkerwijze verwacht. Maar God, als Hij bestaat, moet toch in Zichzelf de hoogste, absolute zekerheid zijn. Toen jullie echter met de onzekerheid van jullie denken, geloven en willen de hoogste goddelijke zekerheid zochten, hoe zou deze zich dan wel aan jullie hebben kunnen openbaren? Onthoud dus goed, wat ik jullie nu zal zeggen:
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Ziedaar de kleine filosofen, maar herken ook tegelijkertijd de oorzaak of de verkeerde zaadkorrel waarvan al deze wankele, verstandelijke speculaties de vrucht zijn!
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Zeg me daarom: waar waren jullie toen jullie God in jullie harten hebben gezocht? Waren jullie buiten onder de bomen in de tuin of op de galerij van de zaal, of waren jullie op de grote zolder van het schoolgebouw of in een of andere kamer, of waren jullie in je woonvertrekken, die buiten deze grote leerschool rijkelijk gebouwd zijn? En vertel me ook, wat jullie zo hier en daar gezien, opgemerkt en gevoeld hebben.
Hoofdstuk 74: Hoe moet men God zoeken? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Deze leraren zeggen dan tegen hen: zoek in jezelf, wat jullie moeten doen; bestaat er een God, dan moeten jullie Hem in jezelf vinden, bestaat er geen, dan zullen jullie er ook eeuwig geen vinden.
Hoofdstuk 73: Schoolgebouw van de twaalf goddelijke geboden. Eerste zaal - uitleg over het eerste gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Wanneer de kinderen vragen hoe zij dat zoeken in zichzelf moeten aanpakken, dan zeggen de leraren: probeer God, waarvan jullie denken dat Hij bestaat, in jullie harten zo lief te hebben alsof Hij echt bestaat. Laat deze liefde groeien en als God bestaat, dan zal Hij jullie liefde beantwoorden; bestaat Hij echter niet, dan zullen jullie in je hart geen antwoord krijgen.
Hoofdstuk 73: Schoolgebouw van de twaalf goddelijke geboden. Eerste zaal - uitleg over het eerste gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Kijk, nu beginnen de leerlingen zich in zichzelf te keren en beginnen God, waarin zij eerder slechts kinderlijk geloofden, werkelijk lief te hebben. Maar dan kan het gebeuren dat God de Heer zich niet dadelijk aandient waardoor onze kinderen sterk aan het twijfelen raken. - Hoe zij echter deze twijfel leren overwinnen, zal het vervolg ons laten zien.
Hoofdstuk 73: Schoolgebouw van de twaalf goddelijke geboden. Eerste zaal - uitleg over het eerste gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084  ...