Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1072 van 1112

...  1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085  ...
[3] Ulieden hebt wel met aller instemming een nieuwe ark laten maken, en ge hebt nu wel een nieuw bekken aangeschaft voor het bewaren daarin van jullie 'vervloekte water', dat echter door geen enkele profeet werd aanbevolen en moet worden gezien als de allerslechtste vondst en invoering van de laatste tijd! Maar beiden waren onnodig, noch die ark, noch dat bekken! Had gij maar liever uw harten door echte boetedoening in God vernieuwd; had ulieden maar liever uw oude wereldse gezindheid omgezet in echte liefde en barmhartigheid!
Hoofdstuk 28: Jezus' bewijs dat de tempel en het gehele land niet meer te zuiveren en te redden zijn. De nieuwe ark des Verbonds en het 'vervloekte water'. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[16] Gij zijt nu echter de mening toegedaan, dat Ik u nu slechts een opdracht zou mogen geven, waarna gij dan wel zelf een raadsvergadering zult houden om vast te stellen, hoe u dan het beste een en ander aan het volk op min of meer 'geruisloze' wijze kunt bijbrengen? Ja, ja, ulieden zoudt dan wel vergaderen, maar daarbij zoudt gij in een confrontatie met .uw geldschatten en uw reputaties toch tot de conclusie komen: 'Wij blijven liever wat we zijn, we willen liever eerst nog afwachten of die veroordeling inderdaad wel ooit over ons zal komen; want een zo oude en gevestigde instellingen behoeft zich toch zeker geen vrees te laten aanjagen door een jongen uit Galilea!' Met meerderheid van stemmen zou Mijn raad dan worden verworpen, en gij zoudt inderdaad blijven zoals ge zijt, eigenlijk nog veel slechter!
Hoofdstuk 27: Joram erkent het Jezuskind als de Messias en smeekt Hem om raad. Hij vraagt uitleg van de teksten Jesaja 52:14 en 53:3. Jezus' uitvoerige antwoord. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[5] Het is weliswaar vroeger uitgemaakt, dat zij die in goddelijke zaken een tempelverraad aan de vijanden van Jehova begingen -zoals men toen de Filistijnen had en meer van zulke boosaardige en duistere heidenen van oudsher -het slechte water uit de Dode Zee moesten drinken; deed hen dat water geen kwaad, dan moesten zij als onschuldig worden beschouwd, maar als daarentegen hun buiken opzwollen, moesten zij als schuldigen aan hun ellendig lot worden overgelaten en te gronde gaan aan de gevolgen en de uitwerking van het dode water. Maar sinds hoe lang is dit voorschrift door een geheel ander vervangen!
Hoofdstuk 28: Jezus' bewijs dat de tempel en het gehele land niet meer te zuiveren en te redden zijn. De nieuwe ark des Verbonds en het 'vervloekte water'. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[6] En hoeveel duizenden zijn er intussen al niet te gronde gegaan aan de gevolgen van uw nieuwe gifwater, zonder dat zij ook maar het geringste verraad van zuiver goddelijke zaken uit de tempel aan welke slechte heiden ook hadden gepleegd? Waarom nam u het dode water niet zelf in, daar gij toch zelf in het geheim -maar wel voor heel wat geld -het Allerheiligste heel vaak voor heidenen ter bezichtiging hebt opengesteld?
Hoofdstuk 28: Jezus' bewijs dat de tempel en het gehele land niet meer te zuiveren en te redden zijn. De nieuwe ark des Verbonds en het 'vervloekte water'. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[22] Ik antwoordde: 'O ja, je zou groot gelijk hebben als alle mensen zuiver waren en goed! Maar omdat er op aarde allerlei verschillende mensen zijn, waarvan er maar weinige goed, en vele anderen slecht, meinedig en misdadig zijn, zou het voor een rechtvaardig en eerlijk mens een erg moeilijke opgaaf wezen, zich zo op te stellen dat iedereen evenveel van hem zou kunnen houden! je zou dan slecht met de slechten en tegelijk goed met de goeden moeten zijn, en dat is net zo onmogelijk als tegelijk licht te zijn van uitzonderlijke helderheid, en allerdiepste duisternis, op een en dezelfde plaats!
Hoofdstuk 29: De strikvraag van de opperpriester. Het afwijzend antwoord van de jeugdige Jezus. Verzoek van Barnabas om uitleg van Jesaja 54:4-9 en de inwilliging daarvan door de Heer . - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[1] Op dit moment verhief zich een andere oudste, die zei: 'En wat weet Jij dan wel over die uiterste pool van de aarde te vertellen?! Vertel mij daar eens iets over, want van een veelbereisde Griek heb ik er wel eens iets over gehoord.'
Hoofdstuk 30: Vraag van Nicodémus over de pool van de aarde. Antwoord van het Jezuskind. Vriendschapsbanden tussen Nicodémus en het Kind. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[6] De oudste had alles wat Ik gezegd had heimelijk diep in zijn hart geprent, en hij had ook bijzonder goed opgelet. Hij kwam van zijn zetel af, stapte op Mij toe en zei, terwijl hij Mij bijzonder hartelijk beide handen drukte, heel zachtjes tegen Mij: 'Beste, alleraardigste wonderjongen, als Je nog ooit eens in Jeruzalem mocht komen, kom dan eens op privé-bezoek; wij tweeën zullen het samen gemakkelijk eens worden! En als Je ouders wat dan ook mochten nodig hebben, behoeven ze zich maar tot mij te wenden, tot mij alleen! Mijn naam is Nicodemus'.
Hoofdstuk 30: Vraag van Nicodémus over de pool van de aarde. Antwoord van het Jezuskind. Vriendschapsbanden tussen Nicodémus en het Kind. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[7] Ik drukte nu zijn handen even vriendelijk en zei: 'Mocht u ooit een keer te Nazareth zijn, dan zult u van heel dit college van u de enige zijn die Mij zal kunnen vinden! En mocht u wat dan ook nodig hebben, kom dan gerust bij ons, dan zal Ik u helpen aan alles, waaraan u maar enigszins behoefte zult hebben! Uw goede wil is Mij overigens op zich al voldoende!
Hoofdstuk 30: Vraag van Nicodémus over de pool van de aarde. Antwoord van het Jezuskind. Vriendschapsbanden tussen Nicodémus en het Kind. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[1] De Romeinse rechter wreef zich nu met de hand over het voorhoofd en sprak met stemverheffing: 'Nu moeten jullie ook nog eenmaal naar mij luisteren! Na alles wat ik met grote oplettendheid gedurende deze drie dagen aan deze jongen heb opgemerkt, van Hem heb vernomen en van hem heb gezien, moet ik wel constateren, hetgeen trouwens zelfs voor de grootste sufferd onmiskenbaar duidelijk moet zijn, dat Hij een heel ander wezen is dan wij, zwakkelingen en sterfelijke aardbewoners!
Hoofdstuk 31: Slotrede van de Romeinse rechter. Vraag van de Romein naar de verblijfplaats van Jezus' ouders~ Antwoord van Jezus. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[6] Hierop echter vertelde de Romein hen dan heel uitvoerig, wat Ik voor een wezen was en wat Ik gezegd en gedaan had; en hoe zij zich allen verwonderden over de grote wijsheid en overtuigingskracht van Mijn uitspraken, alsook over de onbegrijpelijke macht in Mijn wil; hoe hij daarom als een van de eerste overheidspersonen van het Romeinse gezag in Jeruzalem voor Mij een buitengewone genegenheid had opgevat; en dat hij niets liever wenste dan hen, daar zij Mijn ouders waren, alle denkbare voorrechten te mogen verlenen.
Hoofdstuk 32: Aankomst van jozef en Maria in de tempel. De vraag der ouders en het antwoord van de zoon. Een vriendschappelijk onderhoud van de Romein en Nicodémus met Jezus' ouders. In het paleis van de Romein; Terugkeer naar Nazareth. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[7] Vooral Jozef bedankte hem daar uiterst hartelijk voor en greep de gelegenheid aan zich voor voorkomende gelegenheden aan te bevelen als timmerman en bouwmeester; kort daarop kreeg hij van de Romein inderdaad grote bouwopdrachten in en om Jeruzalem. Zelfs kreeg Jozef opdracht om een nieuwe rechterstoel te vervaardigen in Romeinse stijl, waaraan hij behoorlijk wat verdiende.
Hoofdstuk 32: Aankomst van jozef en Maria in de tempel. De vraag der ouders en het antwoord van de zoon. Een vriendschappelijk onderhoud van de Romein en Nicodémus met Jezus' ouders. In het paleis van de Romein; Terugkeer naar Nazareth. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[8] De Romein zei: 'Maar hoe heeft dat zich dan toegedragen, dat Je Je lichamelijke ouders kon kwijtraken? Volgens mij hebben ze Jou toch zeker moeten begeleiden toen Je hierheen kwam; ik herinner mij nu zelfs, dat ik bij het binnenkomen in de grote algemene examenzaal van de tempel een waardige oude man heb bemerkt, die tesamen met een zeer jonge vrouw, die men haar grote vroomheid kon aanzien, aan Je zijde liep. Na het betalen van de kleine heffing zullen zij wel met vele anderen de tempel hebben verlaten; ik heb hen daarna niet meer gezien, maar zij moeten toch ongetwijfeld hebben geweten dat zij Jou nergens anders dan hier konden vermoeden?'
Hoofdstuk 31: Slotrede van de Romeinse rechter. Vraag van de Romein naar de verblijfplaats van Jezus' ouders~ Antwoord van Jezus. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[9] Nu verhieven ook de tempelheren zich, maakten een diepe buiging voor de Romein en trokken, met uitzondering van Nicodemus, af. Deze begeleidde ons namelijk allervoorkomendst tot bij het grote paleis van de Romein, die zich de gelegenheid niet liet ontgaan om ons bij hem voor de komende nacht met het meest ui~gelezen onthaalonderdak aan te bieden. Ik moest zijn vrouwen al zijn kinderen zegenen en toen Ik daarin had toegestemd, sprak hij :
Hoofdstuk 32: Aankomst van jozef en Maria in de tempel. De vraag der ouders en het antwoord van de zoon. Een vriendschappelijk onderhoud van de Romein en Nicodémus met Jezus' ouders. In het paleis van de Romein; Terugkeer naar Nazareth. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[11] Dat Mijn ouders hierover zeer gesticht en aangedaan waren, laat zich licht begrijpen en zij vergaten dit ogenblik nooit meer .
Hoofdstuk 32: Aankomst van jozef en Maria in de tempel. De vraag der ouders en het antwoord van de zoon. Een vriendschappelijk onderhoud van de Romein en Nicodémus met Jezus' ouders. In het paleis van de Romein; Terugkeer naar Nazareth. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[16] Dat ik sindsdien tot in mijn dertigste jaar weinig meer heb laten merken van Mijn Goddelijkheid, is bekend. En zo moet dit het einde zijn van de enige ware en juiste mededelingen over de drie dagen in de tempel... Gezegend is hij, die er geloof aan hecht en zich er niet aan ergert! Wie het met geloof in het hart leest, zal rijkelijk gezegend worden! Dit zeg Ik, de Heer. Amen, Amen, Amen.'
Hoofdstuk 32: Aankomst van jozef en Maria in de tempel. De vraag der ouders en het antwoord van de zoon. Een vriendschappelijk onderhoud van de Romein en Nicodémus met Jezus' ouders. In het paleis van de Romein; Terugkeer naar Nazareth. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
...  1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085  ...