Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1073 van 1088

...  1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086  ...
[7] Het hier aangetoonde is de bijzondere werking van dit zout. Het geneest, -bij juist gebruik, net als de voorgaande middelen - ook elke lichamelijke kwaal; hierbij moet echter grote voorzichtigheid betracht worden! Want bij de voorgaande soorten kan geen noemenswaardige schade aangericht worden, als men de zieke naar zijn geaardheid en zijn kwaal in één keer een grotere portie zou toedienen of deze in noodgeval na enkele dagen zou herhalen; bij dit zout echter mag nooit een herhaling -behalve eerst na tien jaar -plaatsvinden en de portie mag de voorgeschreven maat nooit overschrijden.
Hoofdstuk 6: Derde manier om de zonnestralen op te vangen - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[9] Dit is dus de vierde methode. Over naar een andere.
Hoofdstuk 7: Een vierde manier om het zonlicht als geneesmiddel toe te passen - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[11] Dit middel is op twee manieren te gebruiken: Men neemt daarvan 1 a 3 gran* (* 1 Gran = 0,06 gram) in of als er aan de extremiteiten -als handen en voeten -gezwellen voorkomen, wrijft men met dat poeder een schone, door de zon bestraalde linnen doek in en legt deze droog op het gezwel; het gezwel zal dan in korte tijd geheel verdwijnen. Bovendien is het echter ook altijd raadzaam al naar gelang zijn natuurlijke gesteldheid 1 a 3 gran in te nemen.
Hoofdstuk 9: Een zesde manier om het zonlicht als geneesmiddel toe te passen - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[12] In een naar verhouding sterkere dosis geneest hij, als geen ander middel, de zwarte pest en de gele koorts, zelfs nog vaak in het derde stadium. Vooral bij de zwarte pest is nog op te merken, dat de kamers van zulke patiënten overdag verschillende keren met geschaafde bokshoorn en jeneverbessen uitgerookt moeten worden. Wanneer de ziekte erg woedt, is het ook goed om lof 2 geitenbokken in de kamer van de zieke te zetten.
Hoofdstuk 12: Een zonnegeneesmiddel tegen de pest en de gele koorts - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[2] Wanneer echter de boom weinig vruchten voortbrengt, daarbij zeer kleine, vol met maden en wormstekig, dan ligt de schuld niet bij de boom, alsof hij met een vooropgezette bedoeling begeren zou slechte vruchten voort te brengen, want hij is een kostelijke boom van een goede soort, maar de schuld is hieraan te wijten, dat dikwijls grote koude, hitte, meel­dauw, rupsen of ongedierte hem belagen. Nu heeft de boom echter deze eigenaardigheid, dat hij, naar gelang hij groter en ouder wordt, zoetere vruchten voortbrengt. In zijn jeugd draagt hij weinig vruchten, want dat maakt de ruwe en wilde bodemgesteldheid en het overtollige vocht in de boom onmogelijk en al bloeit hij ook, zo vallen toch gedurende de groei­tijd zijn vruchten voor 't merendeel af, wanneer hij namelijk in een goede akker geplant is. Nu heeft de boom ook een goede kwaliteit, hij is zoet. Tegenovergesteld daaraan heeft hij ook drie andere kwaliteiten, als bitter, zuur en wrang. Zoals de boom nu is, zo worden óók zijn vruch­ten, als de zon ze beschijnt en zoet maakt, zodat zij een lieflijke smaak verkrijgen, al moeten zijn vruchten bestand zijn tegen regen, wind en onweer.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Toen evenwel de menselijke blindheid hand over hand toenam en zij zich niet door de Geest Gods wilden laten onderwijzen, zo gaf Hij hun wetten en leringen, waarin vastgelegd was, hoe zij zich gedragen moesten en hij bevestigde deze met wonderen en tekenen, opdat de erkenning van de waarachtige God niet zou worden uitgewist. Maar het licht wilde op deze wijze ook niet aan de dag treden, want de duisternis en de boosheid in de natuur verweerden zich en hun vorst regeerde oppermachtig. Toen echter de toorn der natuur op middelbare leeftijd kwam droeg hij ver­scheidene sappige, zoete vruchten en begon te voorspellen, dat hij in het vervolg heerlijke vruchten zou dragen. Want toen werden de heilige profeten geboren, zij leerden en predikten over het licht, hetwelk in de toekomst de boosheid in de natuur zou overwinnen. Zo ging ook te midden van de heidenen een licht op, zodat zij de natuur en haar werking erkenden, hoewel dit nog niet het heilige licht was. Want de wilde natuur was nog niet overwonnen en licht en duisternis worstelden zo lang met elkander, totdat de zon opging en deze boom met haar warmte dwong, heerlijke, zoete vruchten te dragen, wel te ver­staan, tot de Vorst des lichts ontsproot uit het hart van God en een mens in de natuur werd en worstelde in zijn menselijke lichaam, in de kracht van het goddelijk licht, te midden van de wilde natuur. Deze zelfde vorstelijke en koninklijke twijg groeide op en werd een boom en breidde zijn takken uit van het Oosten naar het Westen en omvatte de gehele natuur, worstelde en kampte met de boosheid, die in de natuur was en met zijn vorst, totdat hij overwon en triomfeerde als een koning der natuur en de koning der duisternis in zijn eigen huis ge­vangen nam. (Psalm 68). Toen dit gebeurde, groeide uit de koninklijke boom die in de natuur gegroeid was, veel duizenden kostelijke, frisse twijgjes, die alle de geur en de smaak van de koninklijke boom hadden. En hoewel regen, sneeuw, hagel en onweer hem niet gespaard bleven, zodat menig twijgje van de boom gerukt en kapot geslagen werd, groeiden er steeds weer nieuwe twijgjes. Maar deze takjes smaakten verrukkelijk zoet en vreugdevol, zodat noch mensen-, noch Engelentong het kan uitspreken, want ze bezaten grote kracht en deugdzaamheid; ze dienden tot gezondheid der blinde heidenen. De heiden, die van het twijgje van deze boom at, werd ontheven aan de wilde natuurdrift, waar­uit hij geboren was, en werd een zoete twijg aan de kostelijke boom en groeide en droeg kostelijke vruchten, zoals de koninklijke boom.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Daarom wendden vele heidenen zich naar de kostelijke boom, waar de kostelijke twijgen lagen, die de vorst der duisternis met zijn stormwinden had afgerukt; en de heiden, die aan deze afgerukte takjes rook, hij werd gezond en genezen van de wilde boosheid die hem ingeschapen was. Toen evenwel de vorst der duisternis zag, dat de heidenen de twijgjes afrukten en zijn grote schade en het verlies zag, zo hield hij op met de storm in de morgen en in de middag en plaatste een koopman onder de boom, die de takjes opraapte, die van de kostelijke boom afgevallen waren. En als dan de heidenen kwamen en vroegen naar de goede en krachtige twijgjes, dan bood de koopman hen aan om ze voor geld te verkopen, opdat hij rente van de boom zou hebben. Want dit eiste de vorst der duisternis van zijn koopman, omdat de boom in zijn land ge­groeid was en zijn akker bedierf.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[27] Maar het duurde slechts een korte tijd, daarna lieten de mensen het licht weer in de steek en leefden naar de lusten huns vlezes tot hun verderve; want evenzo als de poort des lichts was opengegaan, alzo ook de poort der duisternis en uit die beide gingen allerlei krachten en al wat daar binnen was.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Het hoofd beduidt de Hemel; het is met de aderen en krachtwegen aan het lichaam verbonden en alle krachten gaan vanuit het hoofd en de hersenen naar het lichaam en in de bronaderen van het vlees.
Hoofdstuk 2: Handleiding, hoe men het goddelijke en het natuurlijke wezen beschouwen moet. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Nu komt hier de vraag naar voren: wat heeft een Engel voor lichaam, gestalte of verschijningsvorm en hoe wordt hij voorgesteld? Zoals de mens naar Gods Beeld en Gelijkenis is geschapen, zo is het ook bij de Engelen, want zij zijn broeders van de mensen en in de opstanding zullen de mensen geen andere vorm en beeltenis hebben dan de Engelen; hetgeen onze koning Christus ook betuigt in Mattheus 22, 30.
Hoofdstuk 5: Over het stoffelijke lichaam, het wezen en de hoedanigheid van een Engel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] Deze grote gebeurtenis en hoe het verloop ervan is, zult ge uitvoerig beschreven vinden bij de behandeling van de val van de duivel.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Dewijl ik hier over Hemelse en Goddelijke dingen schrijf, die aan de ver­dorven menselijke natuur geheel en al vreemd zijn, zo zal de lezer zich zonder twijfel ergeren en verwonderen over de eenvoud van den schrijver. De verdorven natuurdrift ziet de hogere dingen aan als een trotse, wilde, oneerbare vrouw, die in haar begeerte zich steeds naar schonere mannen wendt om met hen te boeleren.
Hoofdstuk 9: Over de lieflijke, vriendelijke en barmhartige Liefde Gods; het grote Hemelse en Goddelijke Geheimenis. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Nu zijn deze Oergeesten te vurig geworden in hun nieuwe toestand, zodat de ene de andere voortdurend vernielde met zijn boze werking. Alzo doen nu ook de schepselen, die uit de brongeesten geschapen zijn en volgens dezelfde stuwkracht leven; zij verweren zich tegen elkander, voeren strijd met elkander en toornen jegens elkaar naar de aard der hoedanigheden.
Hoofdstuk 9: Over de lieflijke, vriendelijke en barmhartige Liefde Gods; het grote Hemelse en Goddelijke Geheimenis. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[17] Toen nu de heidenen zagen, dat de vruchten van de kostelijke boom te koop waren, liepen zij in grote getale naar de koopman en kochten van de vruchten van de boom en men kwam ook uit verre streken om er van te kopen, ja van 't einde van de wereld. Toen nu de koopman zag, dat zijn waar zoveel waard was en ook iedereen zo welgevallig was, bedacht hij een list opdat hij voor zijn heer een grote som geld zou kunnen inzamelen en hij stuurde kooplieden naar alle landen en hij liet zijn waren te koop aanbieden en prijsde ze hoog. Maar hij vervalste de waren en verkocht andere vruchten inplaats van de goede, die niet aan de boom waren gegroeid, opdat de inkomsten van zijn heer maar groter zouden worden. De heidenen echter en alle volkeren, die op aarde woonden, waren allen uit de wilde boom geboren, die tegelijkertijd goed en kwaad was; daarom waren zij half blind en zagen de goede boom niet, die toch zijn takken uitstrekte van boven tot beneden, anders hadden zij de valse vruchten niet gekocht. Omdat zij echter de kostelijke boom niet kenden, die toch zijn takken over hen allen uitstrekte, zo liepen ze allen de koop­lieden na en kochten vermengde, valse waren in plaats van goede en meenden dat zij gezond zouden maken. Omdat zij echter allen zozeer naar de goede boom verlangden, die toch over hen allen zich uitstrekte, zo werden velen van hen gezond door het grote verlangen, dat zij naar de boom hadden. Want de geur van de boom, die over hen zweefde, maakte hen gezond en genas hen van hunne boosheid.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[8] Ik kan het nergens anders mee vergelijken dan met een donderslag, waarbij het vuur van te voren naar de aarde schiet, zodat de mens niet meer kan zien op zulk een ogenblik.
Hoofdstuk 10: Over de zesde oergeest in de goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086  ...