Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1077 van 1088

...  1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088
[7] Nu is de vraag: wat heeft een Engel voor eigenschappen? Antwoord: De heilige ziel des mensen en de geest van een Engel is één en hetzelfde en er is tussen deze twee geen onderscheid. Wat van buitenaf in de mens door de lucht komt, is van een aardse verdorvenheid, daartegenover staat, dat er ook een goddelijke en hemelse eigenschap is, aan de schepselen verborgen, maar de heilige ziel verstaat dat wel zoals de koninklijke Profeet David zegt in Psalm 104:3, “De Heer maakt van de wolken zijn wagen en wandelt op de vleugelen des winds.” Een eenvoudig mens zou echter kunnen vragen: Wat meent ge wel hier­mee? Ik bedoel hiermee de kracht, die van buiten komt in het lichaam van een Engel en ook weer naar buitentreedt, zoals bijvoorbeeld het geval is, wanneer een mens ademhaalt en hij ademt weer uit, want daaruit kan het lichaam en ook de geest alleen leven. De eigenschap van buiten steekt de geest, in het hart, in de bronwel aan; daardoor worden alle krachten in beweging gebracht, dan stijgt dezelfde eigenschap op in de geest, die de natuurgeest is van de mens of van de Engel; hij stijgt op naar het hoofd; daar is de plaats. waar hij raad houdt met zich zelf.
Hoofdstuk 5: Over het stoffelijke lichaam, het wezen en de hoedanigheid van een Engel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] De mens is naar de aarde aards en zijn lichaam is aan de dood onder­worpen. Maar 's mensen hoop ligt in God; daar God hem geformeerd heeft. Maar het aan de dood onderworpen vleselijke lichaam is aan de toorn Gods en de hel onderworpen.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[22] Deze meningen heb ik ook gelezen in de boeken en geschriften der doktoren en juist daarom is er zoveel verschil van mening en zoveel getwist onder de geleerden ontstaan. Dewijl God mij echter de poorten van Zijn Wezen in Zijne grote liefde heeft ontsloten, en dewijl Hij het verbond gedenkt, dat hij met de mensen heeft gesloten, zo wil ik alle goddelijke poorten ernstig en getrouwelijk, naar de mate van mijn gaven, opensluiten, zo ver als God het mij toestaat. Dit is niet zo te verstaan, dat ik al deze dingen begrijp, maar ik wil mededeling doen van hetgeen ik begrijp.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] Hier ziet ge wederom, hoe het rijk van God en het hellerijk als één, lichaam zijn; en toch kan het ene rijk het andere niet begrijpen. Want de innerlijke geboorte, die vertegenwoordigd wordt door de andere kwali­teiten, nml.: hitte, licht, liefde en geluid, maakt de uiterlijke geboorte beweeglijk, zodat deze in werking wordt gesteld en lichamen voortbrengt. Al bevindt zich nu een bepaald lichaam in de uiterlijkheid, in de stof, zo wordt dat lichaam toch geformeerd, naar de aard der innerlijke geboorte, want hierin komt het woord tot openbaring en het woord is de klank, welke in het licht des vuurs door de bittere en wrange kwaliteit omhoog stijgt.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Daarom gaf ook God aan de joden de wet, dat zij zich beijveren zouden in heiligheid en liefde, opdat ze voor de ganse wereld een spiegel zouden zijn. Toen zij in hovaardigheid geraakten en zich op hun geboorte voor de liefde gingen beroemen, en uit de wet der liefde een scherf des toorn maakten, toen stiet God hen van de lichtbron weg en trok naar de heidenen.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Het is helder en duidelijk, dat hij in zulk een gestalte ten jongste dage zal wederkomen met een goddelijk en verheerlijkt Lichaam, als een vorst van de heilige Engelen, zoals de mensen ook eenmaal zullen zijn. De geest toont ook helder en duidelijk aan, dat de Engelen en de mensen een beeltenis hebben, want God heeft in de plaats van de verstoten Engel Lucifer, uit dezelfde substantie waaruit Lucifer gemaakt was, een andere Engel geschapen; dat was Adam, wanneer hij slechts zuiver gebleven ware. Maar dit is de zekere verwachting der opstanding: wij zullen wederom de reinheid en zuiverheid der Engelen verkrijgen. Nu vraagt ge: Hoe zijn dan de Engelen naar het Beeld van God gemaakt? Antwoord: Ten eerste is er het Lichaam, dat is gevormd, niet te scheiden en niet te verwoesten en voor de mensen onbegrijpelijk; dit is uit de Goddelijke Kracht geschapen en deze Kracht kan in de eeuwigheid niet teniet gedaan worden. Zo min als iemand of iets in staat is de Godheid te niet te doen, zo min kan ook iemand of iets een Engel teniet doen, omdat deze uit God is gemaakt, niet met menselijk vlees en bloed, maar uit Goddelijke Kracht. In deze zelfde kracht bestaat het Licht van God, de Zoon. Nu scheppen deze Krachten, die in de Vader en in de Zoon zijn en zich in de Engel manifesteren, een verstandige geest, die weer van de Engel uitgaat. In het begin doen de Krachten des Vaders een Licht ontstaan, waardoor een Engel de Vader ziet en waardoor hij de uiterlijke Kracht en Werking Gods, die buiten zijn lichaam liggen, zien kan en ook zijn medebroeders, evenals de heerlijke vruchten Gods; deze kan hij genieten en daaraan zijn vreugde hebben. En ditzelfde Licht is oorspronkelijk afkomstig van de Zoon van God, en heeft gestalte aange­nomen in het Lichaam van de Engel en is het eigendom van de Engel; het kan hem door niets ontnomen worden, slechts door hem zelf, zoals bij Lucifer het geval is geweest. Alle kracht nu, die in de Engel is, veroorzaakt dat Licht. Zoals God de Vader Zijn Zoon geboren doet worden, en Hij als het ware het hart des Vaders is, zo doet de Kracht van de Engel ook diens Zoon geboren worden, dat ook als zijn hart is, en zo worden alle Krachten in de Engel verlicht. Daarna ontspringt er een bron uit die Krachten en dit is Zijn Geest, die in alle eeuwigheid opstijgt; de weten­schap en het inzicht omtrent de goddelijke dingen zetelen in die geest. Deze geest komt tot uiting in het gemoed, hij vindt hier vijf open deuren en kan zien, wat in God is en ook, wat in hemzelf is. Merk nu op: Er zijn ook twee dingen te onderscheiden in het wezen van een Engel. Ten eerste is er de kracht; in de kracht is de toon, de klank, die zetelt in het hoofd, in het gemoed, zoals bij de mensen in de her­senen, en in het gemoed heeft hij zijn open poorten, in het hart heeft hij zijn oorsprong en zijn zetel; uit het hart ontspringen immers alle krachten en zij keren ook weder terug tot het hart, zoals ook bij de mens; in het hoofd heeft hij zijn vorstelijke verblijfplaats, daar ziet hij alles, wat buiten hem is, en hoort alles, proeft alles, ruikt alles en voelt alles. En als hij nu de Goddelijke Toon en galm, die buiten hem is, ziet opstijgen en hoort, dan wordt zijn geest aangestoken met vreugde, en verheft zich in zijn vorstelijk stoel en zingt vol vreugde de verrukkelijke woorden van de heiligheid Gods en van de vruchten en het gewas van het eeuwige leven, van de lieflijkheid en de kleuren van het eeuwige, en van de volzalige aan­blik van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Hoofdstuk 5: Over het stoffelijke lichaam, het wezen en de hoedanigheid van een Engel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Dat kunt ge zien, wanneer ge uw vingers stoot, kwetst of verwondt of een of ander lichaamsdeel, zoals ge wilt. De Geest loopt snel te hulp, hij gaat naar zijn moeder, het hart, en klaagt het aan de moeder, en wan­neer de smart groot is, dan wekt de moeder alle leden van het gehele lichaam en moet alles het éne lid te hulp komen. Merk nu op: Zo beweegt zonder onderbreking de ene kracht de andere in het lichaam, en alle krachten gaan naar het hoofd en staan voor de vorstelijke zetel die hen allen keurt. Wanneer één lid zich te veel zou laten gelden en één de anderen schade zou berokkenen, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn met het “zien”; wanneer dit zintuig datgene zou lief­hebben, wat hem niet toekwam, zoals Lucifer deed, die de Zoon Gods zag en het heerlijke licht liefhad en zich te veel deed gelden, bovendien voornemens was Hem gelijk te worden of nog schoner en heerlijker dan Hij; zulk een werker wijst de vierschaar af. Of, het kan ook zijn, dat het “horen” zich te zeer laat gelden en gaarne valse woorden en zaken horen wil en deze naar het hart wil overbrengen; dit wordt ook door de raads­heren voor de zetel afgekeurd. Of het “ruiken” kan zich ook zo gedragen, dat het lust heeft te ruiken, wat hem niet toebehoort, zoals Lucifer ook deed en hij liet zich de heilige reuk van de Zone Gods welgevallen en meende, dat hij zelf in zijn zelfverheffing en zelfontbranding nog veel lieflijker zou geuren, zoals hij moeder Eva ook bedroog en zei dat wanneer zij zou eten van de verboden boom, zij even wijs zou zijn als God en aan Hem gelijk. Mozes 3:5. Ook dit wordt afgekeurd door de vier ouderen. Ook kan het nog zijn dat de “smaak” zich datgene laat welgevallen, wat niet geschikt is voor het lichaam, of datgene wil eten, wat niet het zijne is, zoals Moeder Eva zich in het Paradijs des duivels appels liet smaken en daarvan at. Ook dit wordt afgekeurd. Ten slotte: Daarom zijn er vijf factoren, vijf zintuigen, opdat de ene de andere raad zou geven en een ieder van hen is een bijzondere eigenschap, en de samengestelde geest, die uit al deze kracht geboren wordt, is hun koning en vorst en zetelt in het hoofd van de mens, in zijn hersenen, en bij de Engelen zetelt de kracht ook in het brein op de vorstelijke zetel en legt beslag op datgene, wat door de gehele vorstelijke raad besloten is.
Hoofdstuk 5: Over het stoffelijke lichaam, het wezen en de hoedanigheid van een Engel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[49] Dat is nu van de blinde mensen de aardse God, die zij aanbidden en eren, en zij laten de levende God, die binnenin verborgen ligt, maar steeds op zijn plaats blijven. Het dode vlees begrijpt ook slechts een dode God en verlangt slechts naar zulk een dode God, maar het is een God, die menigeen in de hel gestort heeft.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] Let nu op. Eerst komt de zure zelfstandigheid; deze ontstaat steeds uit de zes andere geesten; van zichzelf is zij hard, koud, scherp, zoals zout en dan nog veel scherper. Een mens kan haar scherpte riet genoeg begrijpen, aangezien zij in een mens niet enig en alleen is, maar naar de aard, waarop zij door de helse kwaliteit wordt aangestoken, weet ik, hoe zij is. Deze zure scherpe hoedanigheid, trekt en houdt in het goddelijk lichaam de vormen en beelden tezamen en droogt ze uit, zodat ze bestaan.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[19] En dat licht noem ik in de menselijke geboorte, de dierlijke geboorte. (“Versta het beeld, dat uit de ziel naar Gods gelijkenis is ontsproten”) of de geboorte van de ziel, welke van gelijke kwaliteit is als deze Goddelijke dierlijke geboorte en hierin is de ziel van de mens een met het hart van God, als zij echter ook in dit licht staat.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Ziet, zoals Gods Wezen is, zo is ook het wezen der Engelen en der mensen; en zoals het Goddelijk Lichaam is, zo is ook het lichaam der Engelen en der mensen. Alleen is dit het onderscheid, dat Engel en mens een schepping zijn, een gedeelte van het gehele wezen en niet het gehele wezen zelf; als het ware één zoon van het gehele wezen; daarom is het redelijk, dat hij een onderdaan is van het gehele wezen, daar hij slechts de zoon is. En wanneer zich de zoon verzet tegen de Vader, zo is het rechtvaardig, als de Vader hem uit zijn huis verstoot, want hij verzet zich dan tegen Hem, die hem heeft doen geboren worden en van Wiens kracht hij een schepping is. Want wanneer iemand iets formeert uit datgene wat hem toebehoort, zo heeft hij, wanneer datgene, wat hij geschapen heeft, zich niet naar zijn wil gedraagt, het recht daarmee te doen wat hij wil, een val ter ere of ter onere; hetgeen ook met Lucifer voorviel. Merk nu op: De gehele goddelijke Kracht des Vaders spreekt uit alle eigenschappen des Vaders. Het woord, dat gesproken wordt verpersoonlijkt de Zoon Gods.
Hoofdstuk 6: Hoe Engel en Mens Gods Beeld en Gelijkenis kunnen zijn. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Nu gaat dit zelfde woord, dat de Vader spreekt, uit van Zijn Krachten. Dit spreekt de Vader uit en dit woord is de glans die van Hem uitgaat en wanneer dit woord is uitgesproken, zo is het niet meer in de Vader, maar weerklinkt in alles wat de Vader zegt. Nu heeft dit door de Vader gesproken woord zulk een scherpte, dat de klank ervan ogenblikkelijk zeer snel door de gehele volheid des Vaders opgenomen wordt; en deze zelfde scherpte is de Heilige Geest. Want het woord, dat uitgesproken is, blijft als een glansrijke of heerlijke opdracht voor de Koning bestaan; de klank of toon evenwel, die van het woord uitgaat, en door het woord heen klinkt, verricht de opdracht des Vaders, die Hij door middel van dat woord heeft te kennen gegeven. Dit nu is de geboorte van de Heilige Drie­vuldigheid.
Hoofdstuk 6: Hoe Engel en Mens Gods Beeld en Gelijkenis kunnen zijn. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Ziet nu: zo is het ook gesteld met de Engel en de mens. De kracht in het gehele lichaam aanwezig, heeft alle eigenschappen, zoals ze ook in God de Vader zijn. Zoals nu in God de Vader alle krachten opstijgen van eeuwigheid tot eeuwigheid, zo stijgen ook in Engelen en mensen alle krachten op in het hoofd; hoger kunnen zij niet opstijgen, want het is slechts een schepsel, eindig en gebonden aan een begin en een einde. En in het hoofd zetelt de goddelijke vierschaar, de goddelijke rechterstoel of God de Vader, en de vijf zintuigen of eigenschappen zijn de raad­gevers; zij ontvangen hun verschillende indrukken uit het gehele lichaam, uit alle krachten die in het lichaam werken. Nu beraadslagen de vijf zintuigen altijd zo, dat het gehele lichaam vertegenwoordigd is, en als er raad gehouden is en een besluit genomen, dan spreekt de rechter het oordeel uit. Hij spreekt een oordeel uit in het hart, het midden van het lichaam, het centrum, want het hart is de bronwel aller krachten van­waaruit ook het opstijgen der krachten aanvangt. Daar staat dat woord nu in het hart, als een uit alle krachten samengesmolten eenheid, en dit beduidt God de Zoon. Nu gaat het uit het hart over in de mond; deze formuleert het en verduidelijkt het, zo, dat het opklinkt en duidelijk naar de vijf zintuigen is te onderkennen. Naar gelang van de eigenschap, waaruit het woord zijn oorsprong heeft, wordt het woord door de tong uitgesproken; en het onderscheid tussen de woorden wordt bepaald door de tong; en dit beduidt de Heilige Geest.
Hoofdstuk 6: Hoe Engel en Mens Gods Beeld en Gelijkenis kunnen zijn. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Een Engel kan dat doen, zowel als een mens; al heeft hij ook aan het element lucht niet op dezelfde wijze behoefte als de mens. Hij moet toch door middel van de mond de geest in zich opnemen, waardoor de lucht in deze wereld is ontstaan. Want in de Hemel bestaat de lucht niet in dezelfde vorm en op dezelfde wijze, maar de lucht is daar zeer zacht en vreugdevol, ze is als een lieflijk suizen en de Heilige Geest is in alles aldaar aanwezig. Een Engel moet uit dit alles ook leven, anders zou hij geen levend en bewegend schepsel zijn; hij moet ook van de hemelse vruchten kunnen eten met zijn mond. Dit moet ge echter niet op aardse wijze verstaan, want een Engel heeft geen ingewanden, vlees of been­deren; hij is door de goddelijke kracht geformeerd naar het voorbeeld van de mens, ook wat betreft zijn ledematen en andere lichaamsdelen. De geslachtsdelen en ook een uitgang onder aan het lichaam heeft hij niet; dit behoeft hij ook niet. Want deze dingen heeft de mens eerst ontvangen na zijn droevige val. Een Engel doet niets van zich uitgaan dan de goddelijke Kracht, die hij met de mond tot zich neemt, opdat zijn hart daardoor zal worden aangestoken en het hart doet alle andere leden ontbranden. Datzelfde gaat door zijn mond wederom van hem uit, wanneer hij spreekt en God prijst. De hemelse vruchten echter, die hij eet, zijn niet aards en al gelijken zij in vorm en verschijning op de aardse vruchten, zo zijn zij toch goddelijke Kracht en hebben een zeer lieflijke smaak en geur, zodanig, dat ik het met niets in deze wereld kan vergelijken, want zij smaken en geuren voor de Heilige Drievuldigheid. Ge moet niet denken, dat wat er in de Hemel is, een flauwe afschaduwing is van datgene, wat op aarde is. Neen, de Geest toont helder en duidelijk aan, dat in de Hemelse heerlijkheid goddelijke bomen, heesters en bloemen groeien en velerlei andere gewassen, zoals ook op de aarde. Zoals de Engelen zijn, zo zijn ook de gewassen en de vruchten; alles uit goddelijke Kracht ontstaan. Ge moet dit gewas des Hemels niet vergelijken met dat der aarde, want in deze wereld bestaan twee eigenschappen, een goede en een boze en veel is er dat groeit uit de kracht van het boze. Dàt groeit in de Hemel niet. Want in de Hemel groeit slechts dat, wat goed is. Er groeit niets, dat niet goed is.
Hoofdstuk 6: Hoe Engel en Mens Gods Beeld en Gelijkenis kunnen zijn. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Deze golvende, zwevende geest is het derde aanzicht van de goddelijke geboorte en heet God de Heilige Geest. De zevende geboorte is en behoudt zijn aanschijn en vorming in den Heiligen Geest; als deze door de scherpe geboorte heengaat, gaat hij met het geluid en vormt allerlei beelden, allen in evenredigheid met de wijze waarop de scherpe geboorten met elkander omspringen. Want zij dartelen in de geboorte steeds met elkander als in een liefdesspel en naar­mate de kleuren en de smaak in de geboorte de boventoon voeren, zo worden ook de beelden gevormd.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088