Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1077 van 1490

...  1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090  ...
[14] Maar de geestelijke afstand is, naar het schijnt, niet van dezelfde aard als de natuurlijke, waarbij de voorwerpen die het oog als veraf ziet, ruimtelijk ook werkelijk zo ver weg zijn. Geestelijk gezien zijn de dingen die ruimtelijk veraf lijken te staan, niet ver van het oog van de beschouwer verwijderd; zij kunnen echter even dichtbij zijn als de dingen die van heel dichtbij te zien zijn, want voor de geest heeft het begrip afstand eigenlijk weinig betekenis. Daarentegen kunnen vaak voorwerpen die heel dichtbij lijken te liggen, toch heel ver verwijderd zijn; dan ziet men deze weliswaar alsof ze tastbaar nabij zijn, maar desondanks zijn ze, zoals gezegd, geestelijk buitengewoon ver weg.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kunnen jullie de gehele aarde overzien? Jullie zeggen: geenszins, want haar oppervlak is zo uitgestrekt dat het onmogelijk is, het te overzien. Goed, zeg ik; maar waarom kunnen jullie dan wel de veel grotere zon overzien? Jullie zeggen: omdat ze zo ver van onze ogen verwijderd is, dat alle van haar gehele oppervlak uitgaande stralen, vanuit een bepaalde hoek in ons oog vallen, waardoor dit ten gevolge van zijn bouw deze stralen gemakkelijk kan opnemen. Welnu, we hebben de zaak alvast zo volledig mogelijk belicht.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Ik denk, dat dit tamelijk uitgebreide duwtje jullie toch veel duidelijk kan maken. Er is nog slechts één moeilijkheid, en wel met betrekking tot het aanschouwen van het gemeenschappelijke geestelijke in één persoon uit de sfeer van de Heer, en voor deze moeilijkheid zullen we nog één duwtje geven. Men kan zich namelijk afvragen hoe het mogelijk is dat een afzonderlijke geest als eenheid in staat kan worden gesteld om als zodanig een hele geestelijke veelheid slechts als één persoonlijkheid voor zich te zien.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Waarom dan wel? Omdat zij niet slechts door hun liefde tot de Heer op zich groot worden, maar omdat hun liefde tot de Heer iets oneindigs inhoudt, worden zij leiders van hemelse verenigingen en voor het aangezicht van de Heer dijt de liefdessfeer van zo'n zalige geest als het ware uit tot een tweede grote mens. En deze sfeer op zich is nu juist zo'n hemelse vereniging, waarin al die goede geesten worden opgenomen die dezelfde liefde voor de Heer voelen als de leider en dus ook de schepper van de vereniging.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Jullie zetten nu wel een erg verbouwereerd gezicht en zeggen: hoor eens beste vriend, hoe zit dat nu? Waarlijk, wat je daar zegt komt ons nogal onzinnig voor, want de Heer heeft ons toch de namen van de afzonderlijke geesten die naar ons toekwamen, bekendgemaakt en daaronder bevonden zich zelfs enkele aardse, naaste bloedverwanten van ons. Deze kunnen op zich toch niet zo'n algemene hemelvereniging van engelen vormen? Bovendien hebben we hen, na te zijn binnengegaan in hun sfeer, precies zo gezien als voorheen en zij hebben met ons gesproken zoals jij en ze hebben ons rondgeleid. Hoe zouden we dat dan moeten begrijpen?
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Zo is dus een vereniging in de gestalte van een mens de juiste vorm en kan zij in de ware en meest volmaakte betekenis een heerlijke bewoonbare wereld voor geesten genoemd worden, omdat deze vorm op zich met alle afzonderlijke delen van de mens overeenstemt en derhalve geen bewoner van zo'n wereld hoeft te zaaien en daarna te oogsten. Hij vindt in zo'n volmaakte wereld zijn juiste plaats, die hem alles geeft wat hij ook maar nodig heeft, zoals ook een zenuw in het menselijk lichaam niet voor zichzelf hoeft te zaaien en te oogsten om zich met die oogst te voeden, want precies op de plaats waar hij zich in het lichaam bevindt, is voor hem al voor alles gezorgd en hoeft hij niets anders te doen dan te leven en te genieten.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Om deze vraag geheel begrijpelijk te beantwoorden, moet ik jullie erop attent maken dat de voor jullie natuurlijke, bewoonbare werelden eigenlijk op zich niets anders zijn dan, ten minste in jullie ogen, chaotische conglomeraten van zielen en nog eens zielen die in de oertijd aller tijden als geordende omhulsels van de geesten uit God bij de algemene val van de ene grote gemeenschappelijke geest noodgedwongen mee moesten vallen. Uit deze zielen of geestelijke omhulsels zijn toen pas door de erbarmende en eindeloze wilskracht van de Heer de werelden zoals ze zijn geschapen, en ze zijn er nu opdat deze zielen na een wijs uitgestippelde opeenvolging van fasen weer met hun geesten verenigd mogen worden.
Hoofdstuk 66: Gemeenschappelijke geest en tegelijkertijd afzonderlijke geest. Waarom is de algemene vorm van een hemelse vereniging de menselijke? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Lieve vrienden en broeders, ik moet jullie bij voorbaat al zeggen dat jullie op deze drie vragen nu geen passend antwoord kunnen krijgen, en wel om de eenvoudige reden dat jullie de vraag niet zó hebben gesteld dat de verklaring van dit momentele verschijnsel in het antwoord besloten zou liggen.
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Dat roept bij ons drie belangrijke vragen op. De eerste luidt als volgt: was die 'geestelijke zon' die we in aanwezigheid van de Heer zo heel eenvoudig aanschouwden, identiek aan deze die we nu zien? De tweede vraag luidt: als deze zon identiek is aan de eerste die we betraden, is dit dan een heel andere plaats op haar oppervlak dan die welke we het eerst hebben gezien? De derde vraag luidt: indien dit dezelfde zon is en wij op haar oppervlak niet datgene zien wat we in aanwezigheid van de Heer bij de eerste beschouwing van de geestelijke zon hebben gezien, hebben wij dat dan aan jouw sfeer te danken?
Hoofdstuk 65: Het verschijnen van onze `geestelijke zon'. Andere verschijning dan in de sfeer van de Heer - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Zie, na deze woorden valt de oudste op zijn aangezicht en zijn kinderen volgen zijn voorbeeld. Nu zegenen we hen en nadat wij hen gezegend hebben, kunnen jullie je door mij wat laten optillen. Kijk nu, we zijn omhooggegaan en onze mooie wereld zweeft alweer als een heel klein sterretje in een eindeloze diepte. Maar kijk daar beneden; dat is jullie zon. We zijn er niet ver meer vandaan; toch zullen we niet te vlug, maar eerder zachtjes haar geheiligde oppervlak naderen. Dit keer echter niet het materiële, maar het geestelijke oppervlak, en wel op een plek die nu juist volkomen overeenstemt met dezelfde plek op het materiële oppervlak. Laten we dus zachtjes naar beneden gaan!
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Ik lees nu op jullie gezichten dat jullie allemaal alles willen verlaten om bij de Vader te komen! Ja, dat is ook geheel en al mijn idee. Liefhebben willen we Hem als hadden we duizend harten, en deemoedig willen we zijn als zouden we helemaal niet bestaan, alleen maar om na dit uiterlijke leven over te gaan naar de plaats waar deze heilige Vader woont!
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Welnu, daarin ligt dan ook het grote verschil tussen onze allergrootste, maar daarbij toch steeds uiterlijke gelukzaligheid, en de allerinnerlijkste zaligheid van de kinderen van God. Wanneer echter de wederkerige liefde ons als schepselen al zo gelukkig maakt, hoe eindeloos zaligmakend moet dan wel die liefde zijn, waarbij schepselen als kinderen Gods hun Schepper als Vader zichtbaar in de allergrootste liefde omvatten kunnen en zij weer door Hem eindeloos almachtig liefdevol omvat worden?! Waar op deze hele grote wereld leeft er wel een wezen dat in staat zou zijn om slechts één atoom van de grootte van zo'n zaligheid te beseffen, waarbij het schepsel als kind tegenover zijn Schepper, zijn God, staat en Hem met alle liefde kan omvatten en door Hem weer met de allergrootste liefde omvat wordt?!
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Zijn niet die perioden voor ons de gelukkigste, waarin we ons binnen de muren van onze huizen in wederkerige liefde verenigen en de hele wondermooie buitenwereld geen blik waardig keuren? Jullie allen kunnen op deze vraag uit eigen levendige ervaring niets anders antwoorden dan: dat is de volle levenswaarheid!
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Maar wat is zelfs deze meest verheven en grandioze materiële gebouwenpracht ten opzichte van onze geesten, die gindse verre lichtsfeer bewonen, welke onze bijna onbegrensd grote wereld buitengewoon wijd uitgestrekt omgeeft?
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Dat dit alles juist is, behoeft verder geen bewijs, want om te beginnen is de borg voor deze volledige waarheid nog onder ons en vervolgens staat mijn eigen wijsheid daar borg voor, en vanuit mijn wijsheid heb ik, zoals jullie allemaal heel goed hebben kunnen horen, deze hoge bode toch alle mogelijke tegenwerpingen gemaakt om te zien of zijn uitspraken ook de strengste proef der wijsheid zouden kunnen doorstaan.
Hoofdstuk 64: Zonnebewoners op weg naar het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090  ...