Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 109 van 1110

...  97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122  ...
[18] ROBAN zegt: "Houd jij nu maar je mond over Mozes en Jehova en al de profeten! Daarvan is bij jou en nog minder bij de oversten en hoogsten van de tempel ook maar iets te ontdekken. De tempel is al dertig jaar niets anders dan een wissel en handelsmarkt en van de echte Jehova en van Mozes is allang geen spoor meer te vinden! Datgene wat er nog is, is pure schijn en bedrog, en de verscheurende wolven lopen in schaapsvacht rond om de arme schapen des te gemakkelijker te kunnen grijpen. Als je zou leven volgens de wetten van Mozes, dan zou je nooit deze functie voor veel goud en zilver hebben willen kopen! Ik verwed er mijn leven om, dat Mozes nooit ergens bevolen heeft om het ambt van opperpriester voor goud en zilver te verkopen!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar IK zei: "Vriend, bespaar je de moeite, want je weet, dat niets voor Mij verborgen kan blijven. Ik wil je echter wel zeggen dat jij en Roban jullie zaken heel goed gedaan hebben, want de overste zou anders nog heel wat overhoop gehaald hebben. Maar nu is hij er van overtuigd dat het onzin zou zijn om iets tegen de Romeinen te ondernemen en dus zal hij in ieder geval een poosje rustig blijven. Helemaal vertrouwen mogen jullie hem echter nog lang niet, je moet steeds op je hoede blijven en hem zo gezegd nooit uit het oog verliezen. Ik wil echter jou, omdat jij Mijn ijverigste verdediger was en nog bent, het vermogen geven om zieken door een juist gebed en door de oplegging der handen te genezen, en in je hart de plannen van de nieuwe overste te vernemen en daartegen de juiste middelen aan te wenden, -maar dat moet iedere keer meteen gebeuren, want anders zou het geen uitwerking hebben! De juiste middelen zullen je ook getoond worden. Ontvang daarvoor dan nu Mijn zegen!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De OVERSTE zegt: "Uit zo'n zelfverzekerd verhaal kan ik maar al te goed opmaken, dat jullie met alle burgers van Nazareth tegen mij samenzweren. Maar dat geeft niets, voor deze bijl zullen we nog wel een steel vinden! Nu weet ik wel zo ongeveer waar ik hier aan toe ben! Ik hoop echter, dat het me in korte tijd gelukken zal om dit complot helemaal te ontmaskeren; maar dan ziet het er voor jullie en de hele stad slecht uit! - Hoe kom ik bij het huis van de timmerman?"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De OVERSTE zegt: "Maar jullie begeleiden me en dienen mij als lijfwacht!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] De OVERSTE zegt: "Om het even, ik ga daarheen! Maar wee jullie allen, als de zaak anders ligt dan jij, Chiwar, mij gezegd hebt toen ik je vroeg waar je geweest was!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Als de OVERSTE weer bij de Farizeeën komt, zegt hij woedend: 'Dat is jullie werk, en ik zal mij daarvoor op jullie weten te wreken!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[25] De OVERSTE zegt: "O jullie vervloekte hoerenknechten in de tempel van Jeruzalem! Mijn mooie goud en zilver was jullie aangenaam, - maar jullie waren er niet op bedacht, dat ik daarvoor een waar wespennest kreeg in plaats van een belangrijke en rendabele plaats! Wacht maar, spoedig zal duidelijk worden dat Korah niet voor niets zijn goud en zilver in jullie muil heeft gestoken!" - Na een poosje wendt hij zich weer tot Chiwar en vraagt hem: "Wat moet ik dan doen om jullie vriendschap en de vriendschap van het volk te verkrijgen?"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[27] KORAH zegt: " Ja, dat zal ik van nu af aan doen zoveel als mij maar mogelijk is. Maar jullie zullen het toch niet vervelend vinden als ik op z'n minst voor een jaar mijn standplaats hierheen naar Nazareth verplaats? Want hier bij jullie kan ik echt iets leren, terwijl er in Kapérnaum -en zeker ook in Chorazin, net als in de andere kleine steden aan de Galilese zee -alleen maar ellendige hielenlikkers te vinden zijn!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[31] KORAH zegt: "Nu weet ik helemaal wat ik aan jullie heb, en daar ben ik erg blij om, maar de tempel kan blij zijn over de veelvoudige vriendelijkheden die wij haar op de goede momenten bewijzen zullen!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Borus haalt dan een zware buidel met goud uit zijn zak en voldoet daarmee volgens voorschrift zijn bijdrage, die evenwel in de verste verte niet zo groot was als wat hij in de buidel had gedaan, en gaat meteen daarop weer weg.
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] De OVERSTE zegt, buiten zich zelf van verbazing: "Dat is werkelijk iets, wat op aarde nog nooit beleefd werd! Dit aanvallige vrouwtje met haar blijmoedige onbedorvenheid van nu en toch al als lijk vier dagen in het graf!? Waarlijk, dat is ongehoord, vooropgesteld dat jullie mij wel de gehele waarheid zeggen, waaraan ik nu niet meer wil twijfelen want deze plaats schijnt van louter wonderen aan elkaar te hangen!"
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] CHIWAR zegt: " Jouw mening is zeker niet slecht, en ik zou je haast gelijk geven, als ik bij deze Jezus nu juist niet zo veel dingen met mijn eigen ogen gezien zou hebben, die de totale Elia een hele oneindigheid ver achter zich laten. Natuurlijk zou je hier wil vragen: 'Welke dan? Noem ze eens?' Maar ik moet je openlijk toegeven, dat mij de woorden volkomen zouden ontbreken om dat te beschrijven. Want dat moet men zelf gehoord, gezien en gevoeld hebben, anders kan men zich daar beslist geen begrip van vormen. En ik deel daarom de mening van enige duizenden, dat deze Jezus zonder meer de beloofde Messias is! Want het is voor mij zeer de vraag, of die, als hij op een andere tijd nog zou komen, grotere tekenen zal doen!? Bovendien stamt Hij volgens de kroniek, die doorloopt tot de grootvader van Jozef, in rechte lijn van David af. (Matth. 1:1-17) Achim was de vader van Eliud, Eliud de vader van Eleasar, die de vader van Matthan, die de vader van Jacob, en Jacob was de vader van Jozef, en die de vader van onze Jezus. Als je volgens deze kroniek verder teruggaat, dan kun je in rechte lijn bij David terechtkomen en er staat geschreven dat de Messias van David zal afstammen en dat iedereen Hem zal herkennen aan Zijn daden.
Hoofdstuk 88: Chiwar over de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De OVERSTE zegt: "Vriend, ik houd van je, want zo'n eerlijke ziel als jij, ben ik nog nooit tegengekomen! Werkelijk, je hebt helemaal gelijk! Ik ken deze Jezus nog veel te weinig om mij meteen ten volle bij jouw mening aan te kunnen sluiten. Maar ik denk ook wel: Als de belofte geen totaal lege noot is, die zich in de geschiedenis, zeker sinds David, in ieder geval op deze aarde nog nooit heeft waar gemaakt -want van het eeuwige rijk van David zijn nu de Romeinen een nog zichtbaarder tegenbewijs dan de veertig jaren durende Babylonische gevangenschap -, dan ben ik helemaal niet onwillig om jouw geloof te delen. Maar het gaat er nu alleen maar om, wat jullie over al deze dingen zeggen en wat de priesters en Farizeeën van de andere steden!?"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar zo waar een God mij heeft geschapen: ik zal nooit een tempel voor de satan bouwen en wierook voor hem strooien opdat hij mij met rust zou willen laten! Laat hij maar komen als hij zin heeft om met Chiwar te vechten, en jullie zullen er getuige van zijn dat ik in minder dan drie dagen met hem klaar ben!"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Geven jullie me daar eens een betere verklaring voor, anders moet ik jullie allen, hoe graag ik je ook mag, heel openlijk zeggen, dat jullie je net als ik geweldig in deze man zouden vergist kunnen hebben, want de almachtige hoeft echt niet voor een Herodes, die er misschien nog helemaal nooit aan gedacht heeft om hem te willen vervolgen, bang te zijn! Want ik, als gunsteling van deze pachtkoning, ken hem beter dan ieder van jullie en weet, dat hij er in deze korte tijd al erg spijt van heeft gehad Johannes gedood te hebben. Want de plotselinge dood van Herodias en haar dochter hebben de pachtkoning zo'n angst aangejaagd, dat hij van zijn leven beslist nooit weer een profeet zal laten doden!
Hoofdstuk 91: De dreiging van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122  ...