Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 109 van 1490

...  97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122  ...
[6] Maar de buitengewoon jaloerse FARIZEEËN en schriftgeleerden verscholen zich achter enige zieken en zeiden heimelijk tegen hen: "Raak het opperkleed van deze Nazareeër, die wij nu wel kennen, niet aan, dan zul je tóch gezond worden!" -En degenen, die zich zo door de Farizeeën lieten bepraten en Mijn opperkleed niet aanraakten, bleven ziek.
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Ik geef de overste geen antwoord op zijn vraag, alleen de HOOFDMAN , die bij Mij - dat wil zeggen aan Mijn rechterhand - aan tafel zat, zegt met een donderende stem: "Ja, Deze is het, wiens aangezicht jullie ellendigen niet waard zijn om te zien! Waarom hebben jullie deze arme mensen afgeraden om Zijn kleed aan te raken, zodat zij ook net als hun metgezellen gezond zouden zijn geworden? Ellendige honden, weten jullie op de wereld werkelijk niets anders te verzinnen, dan mensen ongelukkig te maken als er zich maar ergens een gelegenheid voordoet?!"
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na deze toespraak van hoofdman Julius trekken de Farizeeën zich helemaal verbouwereerd terug en beraden onder elkaar wat raadzaam zou zijn. Eén meent dat men Mij het door de hoofdman gevraagde getuigenis toch zou moeten geven.
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar de OVERSTE zegt: "Hoe kunnen wij dat doen, als hij de wetten van de tempel veracht en met voeten treedt?! Als we het maar voor de schijn doen, helpt ons dat niets, te gelegener tijd zou men dat door ons opgestelde getuigenis openbaar maken, en alle schuld en straf zou ons dan treffen! Laten wij liever de hoofdman zijn zin geven, dan hebben wij in geval van nood een goede reden om ons voor onze opperpriester te verontschuldigen!" - Met deze beslissing zijn weldra alle Farizeeën en schriftgeleerden het eens en zij verstommen tenslotte helemaal en zeggen geen woord meer .
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De HOOFDMAN zegt: "Ja, dat doet Hij wel, en er zal Hem niets kwalijks overkomen! Onthoud dat, ellendige geldwolven! Hier heb ik het voor het zeggen, maar één verdachte beweging van jullie en ik laat je in stukken hakken en in zee werpen als voer voor de draken, zo waar ik Julius heet! Moet je die booswichten zien! De geschiedenis wijst uit dat de tempelpriesters al meer dan driehonderd jaar geen mens iets goeds hebben gedaan. En als er zo nu en dan een hoogstaande ziel onder hen was, dan deden ze daarmee wat zij naar mijn weten voor nauwelijks dertig jaar met de vrome rechtschapen Zacharias deden. Als er onder hun geloofsgenoten iemand vol waarheid, eerlijkheid en kracht van God opstaat en de arme mensen met alle soorten weldaden overlaadt, dan zijn deze booswichten er ook meteen bij om hem te vernietigen! Oh, aan jullie miserabele praktijken moet snel een eind gemaakt worden!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Kijk, deze waarachtige man van God kwam hier in deze streek, die vanwege haar ongezonde ligging alom bekend is. Er waren hier in de gehele streek een paar duizend zieken -inheemsen en vreemden -, zelfs mijn soldaten waren voor meer dan de helft door hinderlijke en kwade koortsen geveld, menigeen al meer dan een jaar. Toen kwam deze zuivere Godmens hierheen en genas allen die om hulp vroegen. Moest men voor zo'n man niet met recht een altaar bouwen, aan hem als aan een God offeren en hem op alle denkbare manieren eren en zalven? Maar wat voor goeds hebben jullie hem bewezen toen jullie hierheen kwamen? De kelder en voorraadkamer van Ebahl zullen weldra honderd groschen minder waard zijn!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Nu wendde de hoofdman zich tot Mij en zei: "Heer en Meester uit de school van God, leer ons onbevreesd de waarheid, en wat het volk in het vervolg moet doen met betrekking tot de menselijke voorschriften! Ik weet dat hemel en aarde en alle elementen U gehoorzamen, en dat U met de geringste ademtocht van Uw mond deze booswichten net zo gemakkelijk als stro in de lucht kunt verstrooien als waarop U in staat was de zee te gebieden om ons als een vaste ondergrond te dragen. Met al mijn macht, die zeker niet gering is, ben ik maar een zwak mens tegenover U, maar toch sta ik tot de laatste man en de laatste druppel bloed tot Uw dienst! Deze miserabele booswichten zullen de stad Genezareth leren kennen!"
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen riep IK al het volk bijeen, dat hier voor een deel bestond uit de genezen mensen en voor een deel uit tamelijk veel inwoners uit de stad, die op deze dag voor de sabbat vrij hadden.
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Toen de Farizeeën dat hoorden, werden ze geel, groen en vuurrood van toorn en woede en de OVERSTE zei, weliswaar met bevende stem: "Wij hebben genoeg gehoord! Hij heeft God en ons gelasterd! Nu weten wij met wie wij te doen hebben, en wie deze Jezus uit Nazareth is! Laten wij daarom hier weg gaan en aan de hogepriester precies vertellen wat voor mens deze Nazareeër is!"
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Toen de hoofdman deze drie stukken geschreven had, las hij ze heel rustig aan de FARIZEEËN en schriftgeleerden voor. Na iedere regel werden hun gezichten langer en langer, en toen zij het getuigenis hoorden voorlezen, hieven zij hun handen ten hemel en riepen: "Wat, moeten we dat ondertekenen?!"
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Deze Farizeeën en schriftgeleerden pakten daarop ook meteen alles bij elkaar en binnen een half uur hadden ze Genezareth al verlaten, heel stil, zonder woord of geluid.
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Dan zegt de OVERSTE met trillende stem: "Heer hoofdman! Waar haalt u het bewijs vandaan dat wij slechts gekomen zouden zijn om deze mens te vernietigen? Wij zijn wel gekomen om een onderzoek naar hem in te stellen en te testen, wat men ons toch onmogelijk kwalijk kan nemen, maar van vernietigen kan toch bij God geen sprake zijn! U kunt nu makkelijk praten, want u heeft al voldoende gelegenheid gehad om hem door zijn daden en spreken te leren kennen; maar wij hebben behalve de huidige wonderbare genezing nog maar weinig gehoord en gezien, uw zeker niet zo menselijke bedreigingen niet meegerekend. Het zou ons dan ook, daar wij in zekere zin nog totaal vreemd in deze zaak zijn, geoorloofd moeten zijn deze wonderdoener wat langer mee te maken!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Dat wij als mensen van de tempel op een reeds wankele bodem staan, is ons echt niet onbekend, maar ondanks dat is het toch beter dan helemaal geen, en de staat moet deze zó lang beschermen tot het God misschien zint voor een degelijker te zorgen! Daarom vraag ik u ons niet meteen met het zwaard te dreigen als wij eens met de wonderdoener Jezus een paar woorden wisselen! Laat hij nu maar doen wat hij wil, en leren en prediken, zodat ook wij daarvan meer, gewaarworden dan hetgeen wij alleen van horen zeggen en door veel onjuiste berichten hebben vernomen. Als wij zien dat het waar is, dan zullen ook wij tot een andere beoordeling komen dan wij tot op heden konden! Want zo dom zijn wij nu ook weer niet en ons hart is nog steeds best in staat om een rechtvaardig oordeel te vellen,"'
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Toen schreef de hoofdman het getuigenis, dat luidde: 'Wij bekennen hieronder allen, met onze handtekening als bewijs van waarheid pro memoria aeterna (ter eeuwige herinnering), dat wij de bekende roof van de keizerlijke belastingen en schatten uit de Pontus en uit Klein-Azië begingen en deze door een zeer schandelijke list aan de brengers daarvan hebben ontfutseld, maar bij het vervoer naar Jeruzalem in Kis door Jezus van Nazareth zijn ontmaskerd, zoal niet mondeling, dan toch door zijn invloed. Wij zouden weliswaar door rechter Faustus gezamenlijk ter dood veroordeeld zijn -maar Jezus van Nazareth zette zich voor ons in en wij kwamen er ongedeerd vanaf! -Voor deze waarheid staan wij met ons leven in!'
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Toen liet de hoofdman door zijn dienaars meteen schrijfgerei brengen en schreef het volgende: 'Contract nr. 1: Degene, die het waagt over Jezus van Nazareth ook maar één beledigend woord te zeggen, hetzij onderling of tegen een vreemde, hetgeen onmiddellijk ontdekt zal worden, valt onder het gericht en krijgt de doodstraf! - Contract nr. 2: Degene die zich, over alles wat zich hier heeft toegedragen, in Jeruzalem en in de tempel ook maar één woord laat ontvallen en Jezus de Heer een slecht getuigenis geeft, hetzij in de tempel of in een ander huis, valt onder het pijnlijke gericht en vervolgens krijgt hij de folterendste doodstraf! En laat niemand zich sussen met: 'Het zal toch heus niet uitkomen!' Zoals reeds gezegd, op hetzelfde moment dat jullie ook maar één woord zullen vertellen waarover jullie volgens de twee contracten moeten zwijgen, zullen mijn spionnen het te weten komen en er zal met jullie gebeuren wat in deze contracten beloofd is!"
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122  ...