Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1084 van 1490

...  1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097  ...
[8] Bovendien is het vooral hier noodzakelijk dat jullie deze bijzonder mooie mensen niet te zien krijgen voordat jullie aan de zo verheven dingen die van allerdiepste betekenis zijn, enigszins gewend zijn geraakt. Want zouden wij dadelijk met deze wonderbaarlijk mooie mensen in contact treden voordat jullie alle andere belangrijke zaken hebben aanschouwd en op een voor jullie zinvolle manier hebben bekeken, dan zouden jullie door deze mensen zo in vervoering raken dat jullie niets meer om alle andere, nog zo verheven mooie en betekenisvolle zaken zouden geven! Om juist die reden moet ik jullie dan ook naar een plaats brengen op een tijdstip dat de bewoners daar gewend zijn een rustperiode te houden.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Waarlijk, dit hoofdgebouw is in zijn totale omvang zo grandioos en verheven mooi, dat wij ons niet kunnen voorstellen dat het mensenwerk is. Want het is toch slechts voor God mogelijk om zoiets te bouwen, terwijl schepselen daartoe toch nauwelijks in staat lijken. Als het werkelijk door schepselen van deze wereld gebouwd zou zijn, dan moeten zij ten eerste reuzenkracht bezitten, ten tweede een uithoudingsvermogen en een moed hebben waarvan een menselijke geest zich nog geen begrip kan vormen en ten derde moet hun volmaakte voorstellingsvermogen op esthetisch gebied zo wijs zijn dat men zich daarboven helemaal niets meer kan voorstellen. En toch is er van al deze wonderbaarlijke mensen hier buiten niets te ontdekken. Waarom eigenlijk niet?
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] We zijn in het rondeel bij het altaar. Zoals jullie zien, zijn we ook hier nog, zoals jullie plegen te zeggen, moederziel alleen. Jullie zeggen nu weliswaar: het is toch werkelijk vreemd op deze wereld; waar we ook maar komen, ontdekken we wel de grootste pracht, waaruit ook de hoogst denkbare wijsheid spreekt, maar de mensen lijken hier alsmaar een eeuwigdurende rustdag te hebben en naast hun grote pracht in hun vertrekken te zitten. Het zou toch aangenaam en buitengewoon opbeurend zijn om ook maar één stel samen te zien wandelen; maar nu ziet men niets anders dan dode pracht waaraan het leven bijna geheel lijkt te ontbreken. Zo zijn we ook hier op dit open plateau door louter wonderen van menselijke vermetelheid en wijsheid omgeven, maar de bouwmeesters zijn, God mag weten waar, verborgen.
Hoofdstuk 56: Waarom is men te midden van alle pracht zo alleen? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Maar kijk nu nog eens naar het midden van dit grote open terras. Daar verheft zich nog een machtig groot zuilenrondeel dat aan de bovenkant met een donkerrood stralende kroon is bedekt. Deze kroon wordt gedragen door dertig zuilen, die twee klafter van elkaar af staan. In het midden van dit zuilenrondeel ontdekken jullie een karmijnrood altaar, waarop het ons bekende dwars over elkaar gestapelde hout ligt. Daarheen zullen we ons ook meteen begeven, en goed opletten wat zich op deze prachtige open vlakte nog allemaal zal afspelen. Tevens maak ik jullie er ook nog op attent dat juist dit geweldige zuilenrondeel, waarvan de zuilen een helder lichtblauwe kleur hebben, de twaalfde verdieping van dit gebouw vormt, die jullie tot nu toe gemist hebben en vanuit de verte hebben gezien. Nu we op deze plek klaar zijn, begeven we ons dadelijk naar het rondeel en wachten daar af wat zich voor onze ogen zal afspelen. - Daar gaan we dan.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Geestelijk gezien moet dit echter ook juist zijn. Waarom wel? Omdat het in geestelijke zin eerder voorhanden moet zijn dan in de natuur. Is het geestelijk juist, dan is ook het onomstotelijke bewijs voor de natuurlijke juistheid geleverd. Zou het moeilijk zijn om de geestelijke juistheid te bewijzen? O nee! Jullie zelf hebben daarvoor al een heel goed spreekwoord dat in deze aangelegenheid meer dan voldoende duidelijkheid verschaft. Dit spreekwoord luidt: Ex omnibus aliquid et in toto nihil. In de zielenlichtkamer van een mens die in alle vakken van het menselijk weten bedreven wil zijn zal het zeker heel bontgekleurd stralen. Worden echter al deze stralen gebundeld dan zullen ze, om 's nachts een vertrek te verlichten nauwelijks meer kracht hebben dan hoogstens die van glimwormpjes. Ook geestelijk gezien zal zo'n effect heel duidelijk tot uiting komen, want zulke veelzijdig wetenschappelijk ontwikkelde mensen zijn, evenmin in de afzonderlijke delen als in het geheel, bekwaam om over een en ander een in alle opzichten bevredigende mening ten beste te geven.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Plaats 's nachts midden op een tafel een heel fel schijnende lamp. Wanneer jullie naar deze ene lamp kijken, zal haar licht pijn doen aan jullie ogen. Maar als jullie wat meer lampen om de witvlammende heen zetten en jullie plaatsen over hun witte vlammen verschillend gekleurde glazen cilinders, dan zullen jullie licht van allerlei kleuren krijgen, dat wil zeggen dat elk van de lampen die rondom de witvlammende staan een anders gekleurd licht zal uitstralen. Maar welk effect zal dat hebben? Het effect is, dat jullie zonder enig probleem in het licht van de witte lamp in het midden kunnen kijken, waarbij het jullie zal voorkomen alsof het in jullie kamer bij het branden van minstens tien lampen donkerder is geworden dan eerst bij het branden van die ene witte lamp. Dat dit juist is, toont jullie dagelijks de hele natuur, zoals ook de daaruit geputte ervaring dat doet op de manier zoals ik jullie zo-even verteld heb.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wie deze roep niet opvolgt als mijn broeders, de apostelen, die zoals jullie weten, de Heer na de eerste oproep zijn gevolgd, die moet het zich dan ook laten welgevallen dat de Heer precies zo met hem zal sollen als de geroepene dat met de Heer pleegt te doen. Daaruit kunnen we het volgende in een heel korte regel samenvatten:
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Alle vorigen waren ook wel leerlingen in de kunst, maar zij hadden geen liefde voor haar en zullen het daarom zonder deze meester ook nooit zo ver brengen. Maar waarom hadden zij geen liefde? Omdat het wereldse gedoe hun liever was dan de zelfverloochening en de volledige overgave aan de liefde voor de kunst. Om die reden echter zullen ze ook slechts de vruchten van hun wereldse gedoe plukken, maar nooit die van de schitterende kunst.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Jullie weten dat het voortschrijden van de geest niet bestaat uit het alsmaar wijzer worden, maar enkel en alleen uit het steeds meer vervuld worden van liefde voor de Heer, en uit deze steeds grotere rijkdom aan liefde groeien alle andere volmaaktheden en bekwaamheden van de geest zonder meer op. Als dat helder en begrijpelijk is, dan is de vraag: hoe moet de mens het aanleggen om zo vlug mogelijk een overvloed aan liefde voor de Heer te verkrijgen? Want het is toch bekend dat een heleboel mensen zich echt veel aan de Heer gelegen laten liggen. Vraagt men hun echter naar hun geestelijke vervolmaking, dan zeggen ze:
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Kijk, als bij jullie in de zomer alle vegetatie in het wit tevoorschijn zou komen en wel zo wit als de sneeuw in de winter, dan kan ik jullie stellig verzekeren dat jullie overdag niet naar buiten zouden kunnen gaan zonder binnen korte tijd door de buitengewone sterkte van het licht totaal te smelten en op te lossen, want de stralen van de zon vallen tijdens de zomer te intensief op het oppervlak van dat deel van de aarde dat jullie bewonen. Maar in de winter heeft de witte kleur een goede uitwerking, want zonder deze kleur zou het licht te weinig effect hebben en na verloop van tijd zou de kou zo zeer toenemen, dat jullie het onmogelijk in de buitenlucht zouden kunnen uithouden. De witte kleur van de sneeuw echter werpt het licht weer terug en zo wordt de lucht achteraf opgewarmd.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] We laten dit nu rusten; de vloer hebben we bekeken en we richten nu onze blik naar de onuitsprekelijk prachtige omheining van dit grote plateau. We zien eerst een witte balustrade die dit hele grote plateau omgeeft, maar telkens om de tien klafter rijst er vanaf de balustrade een meer dan honderd klafter hoge obelisk omhoog. Zijn stralende kleur is eveneens verblindend wit, maar kijk, op de top is elke obelisk versierd met een tamelijk grote bol die soms rood, soms groen, soms blauw, soms violet, soms geel, en zo nog door verscheidene kleurnuances heen prachtig straalt. Het lijkt wel alsof er bovenop elke obelisk, waarvan er rondom dit grote vrije plateau honderden zijn, een echte zon staat die deze open plaats heel sterk verlicht.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] We zijn op de plaats van bestemming; wat zeggen jullie wel van dit schouwspel? Heeft een op aarde levend mens met zijn ogen, ik bedoel de ogen van zijn ziel, ooit in zijn allerstoutste fantasie ooit iets dergelijks ook maar kunnen vermoeden?! Kijk, dit nog buitengewoon grote, ronde plateau waarop we ons bevinden, straalt zachtgroen, en dit stralen is geen golvend, maar een rustig stralen. Waarmee zou men deze vloer kunnen vergelijken? Misschien met buitengewoon mooi gepolijst smaragd? O, wat een zwakke vergelijking zou dat zijn. Zou men de vloer misschien moeten vergelijken met het allerfijnste zijdefluweel, dat straalt alsof de draden waarvan het gemaakt is van groen goud zouden zijn? Ik zeg, ook deze vergelijking is zwak en is hier niet op zijn plaats. Ja, met aardse vergelijkingen zullen we hier beslist niet verder komen. We zullen dus wat hoger moeten grijpen; we zullen onze handen ver in de eindeloze ruimte moeten uitstrekken, om daarin enkele planetaire zonnen aan te treffen, die met zo'n groen licht de haar omgevende hemellichamen verlichten. Ja, een zon moet het zijn en deze zou als een vlakke schijf hier neergelegd moeten worden; dan is de vergelijking juist.
Hoofdstuk 55: Beschrijving van de hoogste standplaats - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Zou men wel de innerlijke volmaaktheid kunnen bereiken op wandelingen, in theaters, in de gezellige vriendenkring of bij andere wat voor wereldse zaken dan ook? O nee, uit al dit wereldse gedoe groeien geen Corneliussen op, zoals de Heer Zelf ook heel duidelijk heeft aangetoond met een gelijkenis waarin Hij verscheidene vrienden voor een gastmaal uitgenodigde, maar de vrienden allerlei verontschuldigingen aanvoerden waarom ze geen gevolg aan de uitnodiging konden geven. De een was druk met een stel ossen; een ander met huwelijksaangelegenheden; een derde met de aankoop van een stuk grond en zodoende kon niemand komen. Kijk, dat zijn wereldse beslommeringen die de vooruitgang van de geest zeker niet bespoedigen. Deze mensen zijn weliswaar heel respectabele vrienden van de Heer, anders zou Hij hen niet hebben laten uitnodigen; alleen ontbreekt hun de tijd om te komen.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Maar kijk, helemaal aan het eind van de straat staat een heel onooglijk kroegje, waarin een armelijke familie gehuisvest is. Daar zullen we binnengaan en zien hoe daar de kunst wordt beoefend, omdat ook een kind van deze armelijke vader muziek studeert. Welnu, deze knaap heeft vandaag al minstens acht uur gestudeerd; maar 's avond wil de vader hem om gezondheidsredenen meenemen voor een kleine wandeling. Kijk nu eens naar die jongen, hoe hij zijn instrument aan het hart drukt en het liefkoost alsof het zijn beste levensgezel was. Slechts met veel moeite en overredingskracht van de vader kan onze kunstbroeder zich met tranen in de ogen van zijn lieveling losmaken terwijl hij zegt: mijn dierbaarste kleinood, ik kom gauw, ja heel gauw weer bij je terug! Ik vraag nu: zal hij een kunstenaar worden? Luister maar eens naar de tonen die hij na korte tijd al geleerd heeft aan zijn instrument te ontlokken en jullie zullen zeggen: ach, dat zijn wonderbare tonen! Men zou zeggen dat ze van bovenaardse ruimten komen. Ja, ja, mijn lieve vrienden en broeders, deze jongeman wordt zeker een groot kunstenaar, want hij heeft wel de juiste leermeester in zich en deze leert hem, alles aan de kunst op te offeren en nergens een grotere vreugde in te vinden dan juist in zijn muziekstudie.
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Kijk, wanneer men zijn schreden versnelt, bereikt men eerder zijn doel dan wanneer men deze vertraagt. Dat is een waarheid als een koe en heeft geen mathematisch bewijs nodig; maar de geest is ook in staat om voorwaarts te schrijden en wel veel meer dan het stoffelijke lichaam. Maar hoe kan de geest zijn schreden versnellen en hoe vertragen? Kijk, dat is niet zo vlug volkomen duidelijk te begrijpen; daarom zal het nodig zijn om daaraan nog voordat we het bovenste open plein volledig betreden, enkele woordjes te besteden. Luister daarom naar mij!
Hoofdstuk 54: Elfde verdieping. Het voortschrijden van de geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  1072 - 1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097  ...