Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1085 van 1166

...  1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098  ...
[4] Dat is zo mijn gevoel; want mijn mening kan ik het niet noemen, omdat ik het gevoel heb, dat dit nu het enige is, waarop ik innerlijk voor mijn leven aanspraak durf te maken. Er is op de volslagen bedorven wereld ook niets meer te veranderen, want de algemene gang van zaken is daar nu door en door slecht, zodat het bijna onmogelijk wordt om goed te zijn en tegen de stroom in te zwemmen.
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Daarmee wil ik mij tegenover jou niet in het minst goed praten of mijn schuld minder maken dan zij is. Alleen wil ik zeggen, dat men nu op de wereld meer een gedwongen dan een vrijwillige zondaar is, waarmee de Heer toch zeker genadig rekening zal houden!
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Ik bedoel niet, dat Hij mij mijn grote schuld daarom minder aan zou moeten rekenen dan zij in werkelijkheid is; alleen zou ik graag willen dat er rekening mee wordt gehouden, omdat de wereld werkelijk wereld is, waarmee zelfs met de beste wil niets is te beginnen en ook omdat men tenslotte de goede wil wel moet verliezen om haar te verbeteren, daar men maar al te duidelijk inziet, dat men haar niet helpen kán.
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Mijn geliefde redder, wees daarom niet boos op mij, want ik spreek nu zoals ik het tot nu toe heb begrepen en ingezien. Jij zult het zeker beter weten en mij daarover onderwijzen, want ik heb uit jouw woorden begrepen, dat jij vol ware goddelijke wijsheid bent en mij de juiste informatie zult geven over wat ik moet doen om tenminste aan de hel te ontkomen.
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Daarbij geef ik je ook nog de verzekering, dat ik - zoals jij wenst - mijn vroegere leider van harte vergeef! Want ik was immers alleen maar kwaad op hem, omdat ik tot nu toe nog niet kan begrijpen, wat hij eigenlijk met mij van plan was. Hij liet weliswaar heel vaag doorschemeren, wat hij met mij voorhad; maar dat hij van zijn kant mij zo ongehoord lang alleen liet, moest er wel toe leiden dat ik tenslotte toch boos op hem werd. Maar nu is alles voorbij en indien hij nu terug kwam, zou ik hem terwille van jou meteen om de hals vallen en kussen als een zoon zijn vader, die hij lange tijd niet heeft gezien!'
Hoofdstuk 14: Bisschop Martinus' oprechte spijtbetuiging en zijn goede wil tot boete en verbetering - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] De vorsten zijn voor het merendeel vroom gelovig en gehoorzaam aan jullie leer; zeg Mij, wat had jij die toch goed thuis was in de Schrift, voor een geloof? En aan wie gehoorzaamde jij eigenlijk? Hoeveel malen heb je eigenlijk gebeden zonder daarvoor betaald te worden?
Hoofdstuk 15: De boetepreek van de goddelijke schipper aan bisschop Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Zie, zo zijn Mij ook weinig voorbeelden bekend, dat vorsten priesters met een heldere zienswijze die de leer van God zuiver brachten, in de gevangenis stopten of zelfs - wat van jou een grove beschuldiging is - naar de geestenwereld hielpen. Maar wel zijn Mij een zeer groot aantal voorbeelden bekend, dat jullie dit deden met degenen, die het gewaagd hebben zuiver naar het Woord van God te leven!
Hoofdstuk 15: De boetepreek van de goddelijke schipper aan bisschop Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Jij zult nu hopelijk inzien, dat hier, waar niets geldt dan de zuivere waarheid verenigd met de eeuwige liefde, met al je verontschuldigingen niets bereikt wordt, - behalve alleen door Mea quam maxima culpa*! (* Mijn zeer grote schuld) Dat is alleen juist, al het andere heeft geen waarde voor de Heer! Want je zult wel erkennen, dat God de wereld tot in de kleinste vezels sinds alle eeuwigheid beter kent, dan jij haar ooit zult kennen. Daarom zou het ook de grootste onzin zijn, als jij God de Heer ter verontschuldiging van jezelf zou willen beschrijven hoe de wereld is; ofschoon je zegt dit niet als verontschuldiging aan te voeren, maar alleen opdat de Heer consideratie met je zal hebben, - zonder ook maar enigszins te bedenken, dat jij zelf één van degenen was die een belangrijke rol hebben gespeeld bij het slechter maken van de wereld!
Hoofdstuk 15: De boetepreek van de goddelijke schipper aan bisschop Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] ONZE MAN zegt nu: 'O lieve vriend, ik moet je helaas eerlijk bekennen, dat het met mij precies is gesteld, zoals je het mij - zonder mijn zonden te verzwijgen - hebt gemeld. En ik zie in, dat ik daartegen ook niet de geringste verontschuldiging kan aanvoeren; want alles raakt alleen maar mijzelf! Alleen wil ik nog graag weten, waarheen je me nu zult brengen en wat mijn eeuwig lot zal zijn?'
Hoofdstuk 16: Bisschop Martinus' schuldbekentenis - Zijn besluit bij zijn gids en redder te blijven - De engel Petrus als derde in het gezelschap - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] DE BISSCHOP zegt: '0 vriend, wanneer mijn lot volgens mijn liefde bepaald zou worden, dan kwam ik God weet waar terecht. Want in mij gaat het nog precies zo toe als in het gemoed van een modebeluste vrouw, die in een modemagazijn honderd stoffen bekijkt en uiteindelijk niet weet wat ze moet kiezen!
Hoofdstuk 16: Bisschop Martinus' schuldbekentenis - Zijn besluit bij zijn gids en redder te blijven - De engel Petrus als derde in het gezelschap - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Volgens mijn innerlijk gevoel wil ik graag bij God, mijn Schepper zijn. Maar dan zijn mijn vele zonden een sta in de weg en ik houd dan de verwerkelijking van die wens voor geheel onmogelijk!
Hoofdstuk 16: Bisschop Martinus' schuldbekentenis - Zijn besluit bij zijn gids en redder te blijven - De engel Petrus als derde in het gezelschap - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Dan weer komt de gedachte bij mij op, ergens in een hoek van deze eeuwige geestenwereld als een doodeenvoudige landman te leven en tenminste eenmaal de genade te verkrijgen om Jezus te zien, al is het maar voor enkele ogenblikken. Maar dan vermaant mijn geweten mij weer en zegt: 'Dat ben je nooit waard!', en dan val ik weer terug in mijn met alle zonden beladen nietigheid voor Hem, de Allerheiligste!
Hoofdstuk 16: Bisschop Martinus' schuldbekentenis - Zijn besluit bij zijn gids en redder te blijven - De engel Petrus als derde in het gezelschap - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Slechts één gedachte komt mij het minst moeilijk en onwaarschijnlijk voor om te verwezenlijken, en ik moet bekennen dat dit nu mijn lievelingsidee is, namelijk bij jou, waar je ook bent, de gehele eeuwigheid te zijn en door te brengen! Ofschoon ik op de wereld diegenen het minst kon verdragen die het waagden mij de waarheid in het gezicht te zeggen, heb ik je toch juist daardoor boven alles lief gekregen, omdat je mij de waarheid als een uiterst wijs, maar ook als een hoogst zachtmoedig rechter open in het gezicht hebt gezegd. Bij dit lievelingsidee zal ik nu altijd blijven!'
Hoofdstuk 16: Bisschop Martinus' schuldbekentenis - Zijn besluit bij zijn gids en redder te blijven - De engel Petrus als derde in het gezelschap - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] IK zeg: 'Nu goed, wanneer dat je grootste liefde is, waarvan jij je in het vervolg nog dieper moet overtuigen, kan deze direct worden uitgevoerd. Kijk, wij zijn nu niet ver meer van een oever en evenmin ver van Mijn woonhut. Mijn werk ken je reeds, namelijk dat Ik een gids ben in de ruimste zin van het woord?! Jij zult nu dit werk met Mij delen; het loon voor onze inspanningen zal ons stukje grond opbrengen, dat wij in onze vrije ogenblikken zoveel mogelijk vlijtig zullen bewerken. En kijk eens om, naast jou zul je nog iemand vinden die ons trouw zal bijstaan!'
Hoofdstuk 16: Bisschop Martinus' schuldbekentenis - Zijn besluit bij zijn gids en redder te blijven - De engel Petrus als derde in het gezelschap - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Dat het nu ook voor de ogen van de bisschop lichter begon te worden, kwam doordat er nu in zijn innerlijk liefde begon te komen, nadat hij door Mijn genade een grote hoeveelheid aardse onreinheid vrijwillig van zich had afgeworpen en nog verder afwerpt.
Hoofdstuk 17: In de hut van de loods - Het gezegende ontbijt en Martinus' dank - Martinus' nieuwe werk met de vissers - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098  ...