Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1085 van 1112

...  1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098  ...
[1] Om dit religieuze deel beter te begrijpen zal het noodzakelijk zijn je met de vorm van zulke bergen wat vertrouwd te maken. Voor dit doel is het nuttig om zelf bergen te bestijgen of tenminste goede afbeeldingen nauwkeurig te bestuderen. Want daardoor wordt het gevoel opgewekt en de ziel gaat bij het zien van zulke bergen zich afvragen of en hoe daar wegen naar boven mogelijk zouden zijn. Dat men bij het bestijgen van de berg liefst de hoogste topwil bereiken getuigt van deze drang.
Hoofdstuk 35: Hoe de bestijging van een berg de geest opwekt - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Als dan een mens zulke hoogten werkelijk heeft bestegen, verheugt zijn geest zich dat hij zich onder zijns gelijken bevindt. Daar echter de vrije geesten het inzicht hebben dat zo'n onrijpe geest nog niet kan blijven, verbreken ze dan weer het contact met hem. Dan zinkt de geest terug in zijn slaap en het lichaam gaat zich op zulke hoogten onbehaaglijk voelen. Het gaat spoedig weer naar beneden naar de met hem overeenkomende omgeving.
Hoofdstuk 35: Hoe de bestijging van een berg de geest opwekt - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Dat dit waar is Iaat ook een ander voorbeeld zien. Bij grote, elementaire gebeurtenissen -zoals bijvoorbeeld een alles vernietigend onweer of overstromingen -worden zelfs de wildste dieren zo zacht en vertrouwelijk dat ze zich zachtmoedig als de duiven zonder schade aan te richten bij de mensen en de tamme dieren aansluiten.
Hoofdstuk 36: De bergen als liefde en wijsheidspredikers - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Zien deze boosaardige verspieders geen tegenstanders, dan verheffen ze zich hoger en hoger en in de tijd van enkele ogenblikken is de hemel boven de zee in dichte stormwolken gehuld, waaruit weldra de hevigste windstoten de zee woelig maken en duizenden bliksemstralen worden dan afgevuurd op die geesten, die de weg ter verbetering ingeslagen hebben. Deze rebelse geesten komen overal slecht terecht en daarom loopt ook deze onderneming altijd slecht voor ze af. Want dan worden met de snelheid van de gedachte vanuit het leger van onze hoofdwachters te land vreedzame geesten uitgezonden. Deze werpen zich dan op de ziedende scharen, slingeren ze gewoonlijk als hagel of hevige regen in zee en bevrijden bij deze gelegenheid de deemoedige geesten uithun onvrijwillige gevangenschap. De bozen, die maar een ondergeschikte rol hebben gespeeld, worden dan snel naar de Noordpool bevorderd; de ergsten echter worden voor zeer lange tijd naar het harde ijs van de Zuidpool verbannen.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] De natuuronderzoekers zullen weliswaar zeggen: 'Wat is dat voor belachelijk gepraat! Dat doet het water door zijn gewicht. Dat neemt toe naarmate de val sneller en heviger is'. In natuurlijk opzicht hebben ze wel gelijk -net zoals degene die zegt dat twee maal twee vier is. Weet de mathematicus ook wat aan zijn product ten grondslag ligt? Kent hij de eenheden waaruit hij zijn product heeft gevormd? Hij kent wel het getal van de voor zijn oog en oor en zijn verstand gelijksoortige dingen. Kent hij echter ook het wezen der dingen die hij geteld heeft? Kan hij de oneindige veelheid en verscheidenheid der delen en krachten berekenen, die voor het vormen van een ding nodig zijn? Zou hij dat geheel kennen, dan zou het hem ook duidelijk worden hoe oppervlakkig zijn beschouwing der dingen was, omdat hij wegens hun gelijksoortigheid vier stukken heeft samengenomen.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Wie de hoge bergweiden betreedt ervaart dat zijn ogen een wijde gezichtskring krijgen en dat ook zijn gemoed een zeer wijde gevoelskring krijgt. Daardoor verenigen zich zijn gedachten en zijn gevoel. En wie misschien nog nooit met zijn hart heeft gedacht, voelt nu voor het eerst hoeveel verder zijn gedachten zich kunnen uitstrekken over de horizon van het verstand. Hier leert de onbevangen wandelaar wat het betekent vrij te zijn in de hoogte van zijn gedachten en in de diepte van zijn gevoel en hoe zalig dan de gedachte aan God is als de wandelaar Hem in de grote tempel der oneindigheid vrij kan bekennen en liefhebben.
Hoofdstuk 37: De sterking van het gemoed in de bergwereld - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Over deze vraag was onze biddende man een weinig verbaasd, maar al snel bedacht hij zich en zei: 'Kijk, veel mensen bidden voor hun gezondheid, veel ook om een vermogen of iets anders. Mij is maar aan één ding iets gelegen en dat is de Heer, mijn God. En Die wil ik graag tenminste één keer in mijn aardse leven zien. Dan heb ik meer dan wat aarde en hemel kunnen bieden. Daarom wil ik ook liever sterven dan dat ik van mijn voornemen afzie!'
Hoofdstuk 38: De bergen als plaatsen van goddelijke openbaring - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Daarop vraagt de vreemde hem weer: 'Hoe stel je je God voor? Het zou kunnen gebeuren, dat Hij zich aan je vertoonde en dat je met Hem sprak. Maar als je Hem niet herkent, dan zoude vervulling van je gebed vergeefs zijn!'
Hoofdstuk 38: De bergen als plaatsen van goddelijke openbaring - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Wat leren de bergen ons verder nog? Ze spreken zinnebeeldig tegen de mensen die ze beschouwen, waaruit iedere maar enigszins gewekte beschouwer gemakkelijk kan afleiden hoe het met zijn gemoed gesteld is. Daardoor zijn de bergen een ware geestelijke spiegel voor diegenen, die zich daarin willen bezien.
Hoofdstuk 39: De bergen als spiegel van ons innerlijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Kijk, dit waren twee opvallende punten van de disharmonische verhoudingen tussen de verschijnselen en de gevoelens! Tussen deze twee extremen kunnen nog veel grotere en kleinere disharmonische verschijnselen voorkomen, die echter allemaal gemakkelijk kunnen worden herkend, omdat ze zich niet meer over het hele gemoed maar slechts over enkele delen daarvan uitstrekken. Het moeilijkste is om het totale verschijnsel juist te beoordelen.
Hoofdstuk 39: De bergen als spiegel van ons innerlijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Onze natuuronderzoeker gaat het bij deze uiteenzetting niets beter af. Want hij ziet wel het water stromen, maar wat ervoor nodig is om het water te laten stromen en het de juiste graad van zwaarte te geven en daarbij te weten waaruit die zwaarte op zichzelf bestaat -kijk, dat is voor onze scherpzinnige natuuronderzoeker wel wat te onzichtbaar! Maar wie draagt het water hu bovenop de bergen, verzamelt het daar en brengt het naar beneden, waar het nuttig werk kan verrichten? Dat zou weer een andere vraag zijn! Men zal ook hier met de innerlijke druk en met de wetten van wederzijdse aantrekkingskracht tevoorschijn komen. Als Ik dan echter vraag: Wie oefent dan die druk en de wederzijdse aantrekkingskracht uit, dan zal het antwoord uitblijven. Daarom vertel Ik dat hier, opdat wat Ik over die geesten vertelde je niet teveel zal bevreemden: en geloof daarom maar dat er op de hele aarde niets gebeurt wat niet van allerlei soort geesten uitgaat, goede of boze!
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Wat de derde soort geesten betreft, die zijn ook weer in drie groepen te verdelen en wel in een onderste, een middelste en een bovenste. Tot de onderste behoren die geestelijke wezens, die binnenin de bergen wonen en daar waken over de metalen en de waterbronnen en ook over het gesteente en de aarde. Dit soort geesten is op zichzelf ook weer drieërlei en wel: de vuurgeesten, de aardgeesten en de watergeesten. Ze hebben noch een kwade noch een goede natuur, maar bevinden zich tussen goed en kwaad in. Daarom worden ze ook voor het volgende doel gebruikt: de vuurgeesten om de metalen uit te koken, de watergeesten om de vuurgeesten bij hun werk te temperen en de aarde en steengeesten om de vuur en watergeesten binnen de perken te houden. Wie zich van het bestaan van deze geesten wil overtuigen, zoekt maar het gezelschap van rechtschapen en onbevangen mijnwerkers op. Hij zal onder deze mensen zeker velen aantreffen, die in hun leven minstens één, twee of driemaal een zogenaamd bergmannetje hebben gezien. Deze geesten komen maar zelden naar de oppervlakte der aarde, want binnenin hun bergwereld vinden ze het veel heerlijker dan in de waardeloze wereld daarbuiten, zoals ze plegen te zeggen. De materie hindert hen bij het heen en weer lopen niet. Waar zo'n geest zich ook maar heen wil begeven gaat hij doorwater, vuur of steen veel gemakkelijker heen dan jij je door de lucht beweegt. Want waar jij materie ziet, daar ziet de geest alleen maar de overeenkomstige substantie (het geestelijke) daarvan; deze bestaat alleen maar voor hem; de eigenlijke grove materie bestaat voor hem zo goed als niet.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Deze soort geesten zijn slechts zelden voor de mensen zichtbaar, want ze hebben veel te weinig tijd om zich zonder reden zichtbaar te maken. Toch vindt men in de bergen nog menige vrome herder, die zulke geesten meerdere malen gezien heeft. Deze herders weten ook te vertellen hoe zulke geesten hun koeien en schapen bij hevig onweer vaak tegen ongelukken behoed hebben. Al kan een weinig gelovige zulke geesten ook niet zien, toch wordt hij vaak door hen geprikkeld, vooral in uitgestrekte bergwouden of op vrije bergweiden, of wanneer hij langs grote kudden paarden, koeien of schapen loopt. Deze prikkeling bestaat uit een min of meer onrustig gevoel, waarop dan een lichte huivering volgt. Als iemand zoiets heeft ervaren, kan hij ervan verzekerd zijn, dat zulke geesten hem hebben benaderd. Met welke toestand ze in de eigenlijke geesteswereld overeenkomen, wordt in het religieuze deel besproken.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] De fata morgana 's op zichzelf zijn er daarom, opdat het daardoor voor de in de hoge etherverblijvende ethergeesten gemakkelijker wordt, het geheime doen en laten van de boze geesten in de kloven en ravijnen van de bergen waar te nemen; of ook om van zulke geesten die zich in de gestalte van wolken al in de lucht hebben verheven, de heimelijke bedoelingen met zekerheid vast te kunnen stellen. Je moet niet denken dat de bewegende lucht hen bij het gadeslaan hindert. Ze kunnen met hun oneindig scherpe, grote en diepziende geestenogen de intriges van de boze geesten gemakkelijk waarnemen. De rust van de luchtoppervlakte is slechts een gevolg van de opmerkzaamheid, die de hogere geesten bij zulke gelegenheden tegenover de lagere aan de dag leggen.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Bovendien is een gletscherberg als de Grossglockner een voortdurende liefdeprediker en wijsheidsprofeet. Hoe kan men een berg echter liefde en wijsheid horen prediken? Er bestaat op de hele wereld niets eenvoudigers dan deze tweevoudige stem van de bergen te verstaan. De berg is de woonplaats van de vredesgeesten die daar weldra als de weldadige bemiddelaars optreden, zodra een of andere onenigheid ontstaat. Vanaf het ogenblik dat mensen die eerst hevig met elkaar twistten samen een berg bestijgen, worden hun gemoederen steeds levendiger en wekken daardoor steeds sterker het gevoel van liefde op. Als deze mensen dan de hoogte hebben bereikt is het,gevoel van toegenegenheid bij beiden al zo sterk geworden, dat ze vaak niet meer in staat zijn zich langer onvriendelijk tegenover elkaar te gedragen. Zijn de gemoederen harder, dan maken de geesten het deze twee mensen soms zo moei lijk, dat ze schijnbaar in dodelijk gevaar komen te verkeren. Deze toestand voert dan vaak tot wederzijdse ondersteuning en langdurige vijandschappen worden daardoor vaak plotseling in hechte vriendschap veranderd.
Hoofdstuk 36: De bergen als liefde en wijsheidspredikers - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  1073 - 1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098  ...