Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1086 van 1490

...  1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099  ...
[19] Ik denk dat we ook dit zeker wat netelige punt duidelijk tot een goed einde hebben gebracht. Daarom moeten jullie je in het vervolg aan soortgelijke verschijnselen niet meer storen, maar verder heel welgemoed overal op letten, want hier ben ik, zoals bij het begin al werd gezegd, jullie gast; daarom kan ik wel iets van hetgeen van jullie is nemen en het aan jullie laten zien. Klinkt zoiets op jullie aarde nog wat vreemd, trek je daar dan maar niets van aan, want in het geestelijke is dat de gewone manier van converseren. Daar bestaat een gesprek niet uit vragen en antwoorden maar uit een volkomen kennen van elkaar en zo spreekt daar de een voortdurend vanuit de ander zoals ook de een vanuit allen en allen vanuit een. Wanneer ik dus op deze manier vanuit jullie antwoord en vraag, dan doe ik geestelijk niets ongewoons of zoals jullie zeggen, 'onnatuurlijks'. Kijk dus op deze elfde galerij of tiende verdieping heel goed om je heen, dan zal er wel weer van alles te vragen en te antwoorden zijn.
Hoofdstuk 52: Tiende verdieping. Het wezen van vraag en antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Kijk, mijn lieve vrienden en broeders, dat gebeurt in zekere zin vanuit de wortel. Dat ik jullie vragen evenals jullie antwoorden weet en uitspreek, komt omdat ik als zuivere geest een geestelijke botanicus, een geestelijke anatoom, een geestelijke chemicus en een geestelijke tuinman ben. Als zodanig kan ik dan ook uit de jullie nog onbekende wortels in jullie opmaken, welke vraag daaruit te zijner tijd tevoorschijn zou kunnen komen. Als anatoom doorzie ik jullie innerlijke bouw en zie met het grootste gemak de wisselwerking van jullie gevoelens en de daaruit voortkomende oordelen en conclusies. Als chemicus ben ik in staat de ideeën die nog chaotisch en verward in jullie door elkaar liggen, onmiddellijk voortreffelijk te rangschikken en deze dan ook al goedgeordend aan jullie voor te leggen. Als tuinman ken ik alle zaden die in jullie uit de meest verschillende woorden en begrippen bestaan. Jullie weten nog niet wat daaruit zal opgroeien wanneer ze op de innerlijke, levende grond van de geest zullen ontkiemen. Maar ik ben een tuinman, die jullie al van te voren jullie geestelijke plantensoorten die uit het een of andere zaadje tevoorschijn moeten komen, kan tonen en waarvan jullie in de verste verte nog geen idee hebben.
Hoofdstuk 52: Tiende verdieping. Het wezen van vraag en antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Zeg ons daarom, lieve vriend en broeder, hoe dat met elkaar te rijmen valt. Hoe spreken wij door jou en hoe hebben wijzelf nu aan jou deze actuele vraag gesteld, die we enkele ogenblikken geleden nog absoluut niet bij ons voelden opkomen?
Hoofdstuk 52: Tiende verdieping. Het wezen van vraag en antwoord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Ik denk dat voor jullie met deze paar voorbeelden deze aangelegenheid wel tamelijk duidelijk is geworden, vooral als jullie bovendien nog een blik werpen op de filosofen van jullie tijd die allemaal hun geschut op de Heer richten, en Hem zouden willen vangen en meten met ellenstok en meetlat. Wat hebben ze tenslotte met al hun geleerdheid bereikt? Niets anders dan dat ze de Heer hebben verloren!
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Ze waren op jacht naar fenomenen en ervaringen, maar waartoe dienden hun deze? Zij konden immers van geen enkele de oorzaak begrijpen, die toch alleen in de liefde tot de Heer ligt.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Opdat jullie dit nog beter inzien, kan ik jullie wel enkele van dergelijke filosofen uit de oude en nieuwe tijd noemen. Jullie zullen zeker van Socrates, Aristoteles en Plato gehoord en gelezen hebben. Deze drie wijzen, hoewel men hen tot de betere moet rekenen, hebben met al hun wijsheid nog niet het miljoenste deel verkondigd van hetgeen een heel eenvoudig kind dat nauwelijks kan lezen, zegt, wanneer het de Heer voor het eerst gelovig lieve goede hemelse Vader' noemt.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Bijgevolg hebben wij op aarde wel louter gedeelde en gebroken kleuren, maar van een basiskleur die al haar nuances in zich heeft, is bij ons absoluut geen sprake. Bij ons komen ook wel wisselingen in het wezen van de kleuren voor, maar bij deze wisselingen komt er bij elke wending een heel andere kleur tevoorschijn. Bij dit wisselen hier, glanzen in de rode kleur alleen maar alle nuances van rood, in de groene alle nuances van groen en zo verder door het gehele kleurenpalet.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Welk rood is dan het eigenlijke rood? Is bloedrood het eigenlijke, of rozenrood, of purperrood, of scharlakenrood, of karmijnrood? Het is allemaal rood en toch is elk rood anders dan het andere. Is donkerrood meer het oorspronkelijke rood of lichtrood? En dergelijke verschillen heeft elke kleur; waar is nu de oorsprong ervan? Kijk, beste vriend en broeder, dat kan op aarde eigenlijk niemand bepalen, maar hier zien we werkelijk de basiskleuren en deze doen ons denken aan een rijpe ananas, waarvan men zegt dat zij elke smaak die men zich inbeeldt, in zich heeft.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[25] Waarom echter houden ze vast aan de materie? Omdat ze zich, net als een bromvlieg, voortdurend en uitsluitend in het onhoudbare, luchtige wijsheidslicht bewegen. Maar omdat ze daar niets vinden, moet het hun immers goed bevallen als ze op een of andere brok materie kunnen gaan zitten, om te proberen daaruit met hun wetenschappelijke zuigsnuiten de geestelijke levensstof op te zuigen. Wanneer deze er al spoedig uitgezogen zal zijn, blijft hun tenslotte niets anders over dan hun standpunten ofwel in hun leerlingen dan wel in hun nagelaten geschriften te laten voortleven. Daardoor worden de laatste resten van de excrementen opgeteerd en blijft er tenslotte niets waardevols meer van hen over dan slechts hun namen en het feit dat zij met al hun geestelijke arbeid volstrekt niets geestelijks gevonden hebben.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[22] Doen jullie filosofen niet precies hetzelfde? Uiterlijk gezien lijkt het alsof ze overlopen van het gedegendste goud der echte wijsheid en hun bezigheden noemen ze zuiver geestelijk. Vragen jullie hen echter serieus naar iets zuiver geestelijks, dan zullen jullie bij deze mensen meteen op het allergrofste materialisme stoten. Het gevolg is, dat ze jullie onmiddellijk zullen uiteenzetten dat er zonder materie doorgaans niets geestelijks kan worden gedacht en dat het geestelijke dus eerst aan het materiële onttrokken moet worden en nooit en nergens zelfstandig kan bestaan. Om zich te manifesteren heeft het overal een materieel organisme nodig. Valt dit weg, dan valt ook alle geestelijke werking en manifestatie weg. Het menselijke denkvermogen is dan niets anders dan de werking van het materiële organisme, waarin de krachten zich eerst als in een chemische destilleerkolf moeten ontwikkelen om dan zolang te werken, als de destilleerkolf in stand wordt gehouden. Is de destilleerkolf door een ongelukkige stoot aan haar einde gekomen, dan komt er ook een einde aan de in haar ontwikkelde en werkende chemische krachten.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Kijk, heeft deze bescheiden mens met zijn zo eenvoudige uitspraak niet onzeglijk veel wijzer gesproken dan het hele hooggeleerde filosofische college bij elkaar? Ja, van hem kan men zeggen: hij heeft de spijker op de kop geslagen en heeft met één slag een heel vat vol witglanzende bromvliegen doodgeslagen, want de bromvlieg is toch ontegenzeglijk het meest treffende beeld en symbool van een absolute filosoof; die glanst ook als was hij met louter goud bekleed. Als men deze vlieg in de vrije natuur ziet, zou men toch geloven dat dit diertje de kostelijkste licht-ethervoeding in zich op zou moeten nemen, waardoor zijn uiterlijk zo'n prachtige glans verkrijgt. Ligt er echter ergens een hoop uitwerpselen, hetzij van menselijke of dierlijke afkomst, dan komt men er al gauw achter, welks geesteskind dit diertje is en met welke kost het zich voedt. Vindt het een mesthoop, dan zuigt het daar net zo lang rond, totdat het alles wat smaakt eraan heeft onttrokken. In de restanten zorgt het dan voor een heleboel maden, waaruit in deze niet bepaald esthetische woonplaats na korte tijd weer nieuwe vliegen van dezelfde soort ontstaan.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Degene die zij zochten in het oneindige en ontoegankelijke, vonden zij niet en zij waren uiteindelijk genoodzaakt uit eigen nietigheid een god te creëren die echter dan pas god is wanneer het hun als oppergoden belieft zo'n begrip in hun voorstellingsvermogen op te nemen. Om deze klaarblijkelijke domheid in één oogopslag in te kunnen zien, heeft men mijns inziens absoluut niet meer nodig dan het verstand van een kind van hoogstens vijf tot zeven jaar. Een eenvoudig mens voor wie zelfs het woord 'wijsbegeerte' of 'filosofie' even vreemd is als de beide polen van de aarde, zal bij een dergelijke voorstelling van de Godheid ogenblikkelijk met het weliswaar hoogst simpele, maar des te treffender antwoord voor den dag komen en zeggen:
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Ja, mijn lieve vrienden en broeders, dat alles bewerkstelligt de liefde en haar licht. Ik heb het jullie meteen in het begin immers al gezegd: in het absolute licht van de wijsheid is er voor een beperkte geest niets of weinig te zien, maar in het licht van de liefde wordt het licht van de wijsheid in vormen geperst en het kan uit de eenmaal opgelegde vorm niet meer ontkomen zolang het licht van de liefde, of beter gezegd, het vuur van de liefde het met duizend sterke armen gevangen lijkt te houden. In het absolute licht van de wijsheid lijkt de mens op een van de wijnstok afgesneden rank die verdort en mettertijd oplost en nimmer een of andere vrucht voortbrengt. In het licht van de liefde echter blijft hij aan de wijnstok en brengt duizendvoudig vruchten voort. Dat dit volledig letterlijk juist is, kunnen jullie met de minste moeite van de wereld bij jullie zogenaamde nuchtere filosofen duidelijk zien. Deze mensen verachten de liefde, verklaren haar zelfs voor dwaasheid en dwepen voortdurend met louter bovenzinnelijke speculaties, bouwen de ene grondstelling na de andere op, vormen de ene hypothese na de andere en verliezen zich vanuit deze grondstellingen en hypothesen in talloze conclusies die even onbeduidend zijn als hun grondstellingen en hypothesen zelf. Wanneer je hun dan aan het einde van hun betoog over al hun principes, hypothesen en conclusies het een en ander vraagt, dan zullen ze jullie daarop een antwoord geven, dat ze ten eerste zelf helemaal niet begrijpen en dat jullie derhalve nog minder begrijpen, en de meest wijze conclusie die de grote filosofen ten slotte laten horen is, dat zij, als de meest verstandigen, niets weten, niets hebben en niets zijn!
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Hier zien we dan ook werkelijk kleuren die niet zelden als vanuit de achtergrond naar voren stralen. Deze kleuren hebben zo'n merkwaardige glans, dat men in het rood alle nuances tegelijk ziet en deze schakering richt zich als het ware naar de wens van de toeschouwer. Het rood, dat men zich het sterkst voor de geest haalt, springt op dat moment ook het sterkst naar voren, maar zonder het eigenlijke basiselement van de kleur rood teniet te doen. Ja werkelijk, van dergelijke kleuren zou een arme zondaar op aarde zeker nooit kunnen dromen.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] En kijk daar eens, wat een pracht in deze bollen! Elke bol lijkt wel een kleine wereld te zijn waarin nagenoeg talloze wonderlijke dingen als het ware levend te zien zijn en dan in elke bol weer iets heel anders. En voorzover wij het met onze ogen kunnen waarnemen, lijken de scheppingen in deze bollen qua vorm precies overeen te stemmen met de twaalf stellingen die jij, beste vriend en broeder, ons in twaalf schitterende passages hebt aangereikt.
Hoofdstuk 51: De oorsprong van alle dingen en verschijnselen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  1074 - 1075 - 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099  ...