17481 resultaten - Pagina 1088 van 1166
... 1076 - 1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 ...
[6] BISSCHOP MARTINUS zegt weer: 'Daar ben ik blij om; alstublieft geen luxe voor mensen zoals ik! Maar, broeders, nu kom ik met een ander verzoek; luister! Ik ben weliswaar heel erg hongerig en dorstig, maar onze arme beschermelingen zullen zeker nog meer honger en dorst hebben. Gun mij daarom het genoegen, dat ik het voor mij bestemde deel aan deze armen geef en het zelf naar hun toebreng. De vreugde om deze armen te hebben verzadigd, zal deze keer de voornaamste verzadiging van mijn hart zijn!'Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] IK zeg: 'Ja, ja, Mijn lieve broeder, dat doe Ik heel graag voor jou, als het onze lieve vriend en broeder Martinus maar niet stoort.'
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Nu, dus toch een soort geesteszwakte, alleen om een iets andere reden dan ik had gedacht. Overigens hebben ze naar mijn mening gelijk, wanneer ze je als hun huidige, grootste weldoener onder de naam van het hoogste wezen prijzen. Want ik denk dat iedere weldoener wel een groot deel van de echte Godheid in zich meedraagt en als hij wordt geëerd, wordt ook de Godheid in hem geëerd. Wat moeten we nu met deze mensen beginnen?'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Deze mensen zullen we nu volgens hun wens in hun mening laten en naar de anderen gaan. Want als ze voorlopig van mening zijn, dat ze Mijn nabijheid niet kunnen verdragen, dan zullen we ze ook niet verder kwellen; mettertijd zal dat wel gaan!'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] BISSCHOP MARTINUS doet dadelijk wat Ik hem gezegd heb. Als hij bij de uit de vlammen geredde mensen komt, trekt hij een overdreven plechtig gezicht en zegt: 'Lieve vrienden, de heer en meester van dit huis wil jullie bezoeken, met jullie goedvinden. Is zijn bezoek echter deze keer bij jullie niet welkom, zeg het dan en jullie zullen daarvan verschoond blijven. Mijn mening als jullie vriend is echter, dat jullie allemaal zouden moeten wensen dat hij bij jullie kwam, omdat de heer en meester van dit huis een buitengewoon goed en zachtmoedig heer is. Maar jullie zijn vrij en kunnen doen wat jullie willen; zeg ons wat je wilt!'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Dat is iets wat ik zelf niet precies weet, maar dat is hier in de geestenwereld ook helemaal niet zo nodig. Het is genoeg dat ik uit ervaring weet, dat hij een buitengewoon goed en wijs man is. Het zou zelfs dwaas zijn om meer te willen weten. Stellen jullie je daarom voorlopig ook tevreden met hetgeen ik naar mijn beste weten over hem heb gezegd. En geef me antwoord op wat ik zojuist vroeg.'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Beschouw mij en mijn twee liefste en beste vrienden als dat wat we zijn, dan zullen jullie nooit meer door zo'n domme vrees geplaagd worden.
Hoofdstuk 28: Martinus als blinde rationalist in de val - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ik weet wel dat de heer en meester van dit huis machtiger en wijzer is dan wij allen tezamen. En hij kan ook misschien heel goed die Jezus zijn, die ons de meest wijze leer gaf. Maar voor God moeten jullie hem niet houden, maar slechts voor datgene, wat hij is, namelijk - zoals ik al eerder heb gezegd - de beste, meest wijze en daarbij de meest met Godskracht vervulde mens ter wereld!
Hoofdstuk 28: Martinus als blinde rationalist in de val - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Als BISSCHOP MARTINUS nu bij Mij komt, zegt hij meteen: 'Maar liefste heer, meester, vriend en broeder, dat was een fraaie verrassing van uw kant aan het adres van mijn aangeboren domheid! Nu weet ik het echt niet meer: ben ik een dwaas of zijn zij dat daarbinnen, achter die deur.
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Vriend en broeder, jij was toch zelf bisschop op de wereld en hebt Jezus, de gekruisigde, gepreekt en zijn godheid zelfs in de kleinste deeltjes van de hostie bewezen. Zie, allen die zich hier nu onder onze hoede bevinden en die wij uit de vlammen gered hebben, zijn schapen van jouw bisdom en discipelen van jouw leer.
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Waarom heb je ze op de wereld dan zó onderwezen, dat wat zij als jouw leerlingen beweren, je nu als onzin voorkomt? Praten zij onzin - vraag: 'Wiens onzin is dat?' Spreken zij echter wijs - vraag: 'Wat blijft er dan voor roem over voor hun vroegere leraar, als hij nu zijn eigen leer in zijn leerlingen wil bestrijden en ook inderdaad bestrijdt?' Ik denk dat bij deze gelegenheid ook voor hem de onzin duidelijk zou moeten worden!
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ik heb ooit gezegd, dat de kinderen van de wereld verstandiger zijn dan die van het licht. Als jij je zelf echter als een zoon van het licht beschouwt gelijk een heerser van China, ga dan naar je leerlingen die zuivere wereldkinderen zijn en leer van hen in ieder geval je verstand te gebruiken, als jou hun wijsheid niet bevalt!'
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Want Ik, de echte Heiland Jezus, zeg je hier in Mijn eeuwige rijk, dat jij een onverstandige geest bent, die de meer dan grote liefde die Ik voor je heb niet erkent. Ik draag je op handen en jij bent nog steeds doof en blind! Ik geef je het brood des levens en jij verteert het als een poliep, zonder op de innerlijke uitwerking te letten, die het bij deze zondaars wel plotseling te weeg heeft gebracht!
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Ga daarom terug naar je leerlingen en leer van hen Diegene kennen, die je tot nu toe nog steeds voor je gelijke hebt gehouden. Zo zij het!'
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Jezus, ja, ja, dat is hij wel. Maar wat de goddelijkheid betreft, lijkt de zaak nog niet helemaal in orde te zijn. Ik bedoel met de veronderstelling, dat Jezus ook werkelijk God is, zou men toch wat behoedzamer te werk moeten gaan. Want wat als hij het uiteindelijk toch niet zou zijn en zo' n veronderstelling zou bij het allerhoogste Wezen in slechte aarde vallen? – Het zou ons dan te zijner tijd kunnen verdoemen, zoals Het ook al met vele volkeren uit de oertijd heeft gedaan, die het gewaagd hebben om naast Hem aan meerdere goden te geloven. Wat zouden wij dan moeten doen samen met onze goede Heer Jezus?
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus