Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1089 van 1166

...  1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102  ...
[12] Jezus, wiens komst door alle profeten eensluidend is voorspeld en waarover David zingt: 'Zo spreekt de Heer tot mijn Heer' of 'Zo spreekt God de Heer tot Zichzelf: ga aan Mijn rechterzij zitten tot Ik alle vijanden aan je voetenbank leg' en 'Doe de grote deuren en poorten wijd open, opdat de Heer der heerlijkheid, opdat Jahwe in onze stad zal binnentrekken, in de heilige stad van God, in Zijn stad!'
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Jezus, die in Zijn leer dikwijls maar al te duidelijk liet zien wie Hij was in Zijn diepste wezen, en die één van de tien gereinigden vroeg, toen deze terug kwam en Hem eer bewees: 'Waar zijn dan die andere negen; waarom komen ook zij niet terug om God de eer te geven?';
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Na een tamelijk lange pauze begint bisschop Martinus weer te praten en zegt: 'Vriend, ik heb je woorden nu vanuit elk oogpunt, dat mij ter beschikking staat, overwogen en zie alleen steeds meer het tegendeel van datgene wat jij zojuist hebt beweerd. Maar toch ben ik niet hardnekkig en wil graag van ganser harte met jouw mening instemmen, als jij enkele van mijn vragen naar mijn tevredenheid beantwoordt.'
Hoofdstuk 30: Tweegesprek tussen de rationalist Martinus en de wijze man over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Dus mijn beste vriend, ik onderzoek nu alles goed voor ik het aanneem, en ik ben ook wel te overtuigen. Maar jouw bewijzen zijn voor mij echt niet genoeg. Een mens kan wel heel erg streven naar godsbesef; maar geen mens, doch alleen God Zelf kan dit streven bevredigen. Ik denk echter dat wij, voor wij deze bevrediging zullen krijgen, nog geweldig veel in al Zijn scheppingsruimten moeten meemaken, alvorens wij voor een echte goddelijke openbaring gereed zullen zijn.
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Alles echter, wat we tot nu toe zijn tegengekomen, is alleen maar een eerste elementaire school voor het toekomstige, grote, heilige onderricht. - Kun je mij echter op mijn heldere argumenten iets beters, waarachtigers en zuiverders, dus zodoende meer goddelijks antwoorden, dan ben ik in alle geduld bereid, je met een oplettend hart aan te horen.'
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Ja, ja, mijn beste vriend, volgens het pure verstand zal ik wel gelijk hebben; jij echter zult naar Paulus 'uit het geloof leven'! Dat is weliswaar ook een leven, maar een leven zonder inzicht en zonder logische argumenten. Ik wil het je niet afnemen en wil van jou ook geen proseliet* (* Bekeerling) maken. Maar ik moet je toch laten zien, dat een voormalige bisschop op aarde niet gemakkelijk als een blad aan de boom is om te draaien en al helemaal niet door diegenen die op aarde zijn schapen waren!'
Hoofdstuk 32: Voortzetting van het gesprek over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Zie, dat weet ik het beste, omdat ik je al deze werken moest leveren en jouw vertrouweling was. Maar desondanks volgde ik je niet, maar vervolgde mijn geheime weg die ik in Swedenborg vond, waarvan jij echter nooit iets wilde weten, omdat hij voor jouw roomse, doodlopende weg niet deugde! Goed, dat ik dat nu weet. - Wij zullen daarom nog wel enige woordjes met elkaar te wisselen hebben!'
Hoofdstuk 32: Voortzetting van het gesprek over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Als de huisheer Jezus, die hij vast en zeker is, nu maar niet binnenkomt! Dat zou me een mooie geschiedenis worden! Want hij heeft mij al enkele keren de les gelezen en al enige van mijn aardse streken onthuld.
Hoofdstuk 32: Voortzetting van het gesprek over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Maar als deze glimhoed over mij begint uit te pakken en mijn verborgen streken aan het licht brengt, dan zal het mij zeker niet goed vergaan. Misschien kom ik weer op zo'n aangenaam water terecht of anders op een of andere oever voor enkele miljoenen amusante jaren! O, o! Dat zal weer mooi zijn!
Hoofdstuk 32: Voortzetting van het gesprek over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Nu echter een ander punt. Zie, broeder, hoe meer ik nu die onuitsprekelijke, allerheiligste kwestie overdenk, hoe meer onze Huisheer Jezus zonder enige twijfel als het allerhoogste Godswezen naar voren komt, des te banger wordt mijn hart. Het zou verschrikkelijk zijn om nu voor Hem te moeten verschijnen.
Hoofdstuk 33: Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Wat is er nog buiten de hemel? Zie, niets dan de hel! O, niets dan de naakte hel! Ik zie nu gewoon al hoe de vlammen boven mijn hoofd samensmelten. Ook schijnt het mij al toe, alsof de duivels - ohohoh - 'God-sta-ons-bij' -! Broeder, lieve broeder, ik kan je niet zeggen, wat een verschrikkelijke angst zich nu van mij meester heeft gemaakt!
Hoofdstuk 33: Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Wat zullen wij zeggen, als Hij nu als de almachtige God en als de rechtvaardigste, strengste en onverbiddelijkste rechter bij ons zal komen en ons, alsof het de gewoonste zaak is, tot de hel zal gaan verdoemen en zal zeggen: 'Weg van Mij, jullie vervloekten! - naar het eeuwige vuur, dat voor alle dui- -'Godsta-ons-bij' bereid is?
Hoofdstuk 33: Bisschop Martinus herkent in Jezus de Heer - De vrees van de zondaar - Martinus wordt onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Leg in Mijn huis en in Mijn rijk alles af, wat niet deugt. Want waar Ik ben, daar is ook Mijn rijk en dit rijk is de binnenste en hoogste hemel. Deze hemel is echter niet een hemel van ledigheid en van eeuwige traagheid, maar een hemel van de grootste werkzaamheid, waarin jullie allen vanaf nu steeds verder en verder worden binnengevoerd, elk van jullie in datgene, waarvoor hij op aarde al voldoende talent heeft getoond. Het zij zo!'
Hoofdstuk 34: Een heilige verlossingsscène - Martinus aan de borst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Na een pauze spreekt eindelijk BISSCHOP MARTINUS: 'O, ja - goed - ja, ja! Juist, jij bent het! Ja, zie, het was alsof ik deze keer op een grote en zeer belangrijke ontdekkingsreis was en van grote reizen komt men niet zo gauw terug. Heb weliswaar wel het Allerhoogste ontdekt, doch niet tot mijn vreugde, maar slechts tot mijn grootste schrik!
Hoofdstuk 34: Een heilige verlossingsscène - Martinus aan de borst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Mijn vriend daar met die stralende hoed heeft mij weliswaar willen troosten en geruststellen, maar zolang men de geruststelling niet heeft van Diegene die mensen als ons plotseling voor eeuwig naar de hel kan verstoten, zolang heeft troost van een vreemde geen nut!'
Hoofdstuk 34: Een heilige verlossingsscène - Martinus aan de borst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1077 - 1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102  ...