Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1090 van 1112

...  1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103  ...
[16] Daarom wendden vele heidenen zich naar de kostelijke boom, waar de kostelijke twijgen lagen, die de vorst der duisternis met zijn stormwinden had afgerukt; en de heiden, die aan deze afgerukte takjes rook, hij werd gezond en genezen van de wilde boosheid die hem ingeschapen was. Toen evenwel de vorst der duisternis zag, dat de heidenen de twijgjes afrukten en zijn grote schade en het verlies zag, zo hield hij op met de storm in de morgen en in de middag en plaatste een koopman onder de boom, die de takjes opraapte, die van de kostelijke boom afgevallen waren. En als dan de heidenen kwamen en vroegen naar de goede en krachtige twijgjes, dan bood de koopman hen aan om ze voor geld te verkopen, opdat hij rente van de boom zou hebben. Want dit eiste de vorst der duisternis van zijn koopman, omdat de boom in zijn land ge­groeid was en zijn akker bedierf.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[17] Toen nu de heidenen zagen, dat de vruchten van de kostelijke boom te koop waren, liepen zij in grote getale naar de koopman en kochten van de vruchten van de boom en men kwam ook uit verre streken om er van te kopen, ja van 't einde van de wereld. Toen nu de koopman zag, dat zijn waar zoveel waard was en ook iedereen zo welgevallig was, bedacht hij een list opdat hij voor zijn heer een grote som geld zou kunnen inzamelen en hij stuurde kooplieden naar alle landen en hij liet zijn waren te koop aanbieden en prijsde ze hoog. Maar hij vervalste de waren en verkocht andere vruchten inplaats van de goede, die niet aan de boom waren gegroeid, opdat de inkomsten van zijn heer maar groter zouden worden. De heidenen echter en alle volkeren, die op aarde woonden, waren allen uit de wilde boom geboren, die tegelijkertijd goed en kwaad was; daarom waren zij half blind en zagen de goede boom niet, die toch zijn takken uitstrekte van boven tot beneden, anders hadden zij de valse vruchten niet gekocht. Omdat zij echter de kostelijke boom niet kenden, die toch zijn takken over hen allen uitstrekte, zo liepen ze allen de koop­lieden na en kochten vermengde, valse waren in plaats van goede en meenden dat zij gezond zouden maken. Omdat zij echter allen zozeer naar de goede boom verlangden, die toch over hen allen zich uitstrekte, zo werden velen van hen gezond door het grote verlangen, dat zij naar de boom hadden. Want de geur van de boom, die over hen zweefde, maakte hen gezond en genas hen van hunne boosheid.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[19] Toen liepen alle volkeren toe, kochten en aten, tot ze er aan ten gronde gingen. Alle koningen aten ten alle tijde van de vrucht van de koop­man en leefden in grote onmacht, want de wilde boom overschaduwde hoe langer hoe meer en vernietigde hen gedurende een lange tijd. En er was een zo grote ellende op aarde, als er sinds de wereld geschapen was, niet geweest was, maar de mensen meenden dat het een goede tijd was, zozeer was de koopman onder de boom verblind. Ten laatste echter klaagde de barmhartige God over des mensen ellende en verblindheid en stelde nog eenmaal de goede, heerlijke en goddelijke boom in werking, die de vrucht des levens droeg, toen groeide er een twijg dicht bij de wortel en deze werd groen en aan dit twijgje werd gegeven het sap en de geest van de boom en het was, alsof het met mensentong sprak en iedereen de kostelijke boom toonde en zijn stem weerklonk tot in verre landen. De bewoners kwamen toelopen om te zien, wat dat was. Toen werd hun getoond de kostelijke en deugdzame boom des levens, waarvan de mensen in den beginne gegeten hadden en zij waren verlost. En zij verheugden zich zeer en aten van de boom des levens vol vreugde en werden verkwikt. En zij ontvingen nieuwe kracht en zongen een nieuw lied en werden verlost en haatten de koopman met zijn valse vruchten. Allen die hongerden en dorsten naar de boom des levens, kwamen, ookzij die, in de stof terneer zaten en zij aten van de heilige boom en werden gezond en verlost van hun boosheid en zij werden ingeënt in de boom des levens. Alleen de handlangers van de koopman en de huichelaars en zij die woekerwinst hadden gemaakt met hun valse waren en sommen hadden verzameld, kwamen niet, want zij waren in de woeker van de koopman ten onder gegaan en de dood gestorven, en zij leefden in de wilde natuur; en de angst en schande, die blootgelegd werden hield hen terug. Zij hadden met de koopman zo lang gehoereerd en de zielen van de mensen verleid, terwijl ze er zich toch op beroemden, dat ze in de boom des levens ingeplant waren en in goddelijke, heilige kracht leefden, maar ze verkochten de vruchten van de boom des levens.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[20] Omdat nu hun schande, bedrog, gierigheid en sluwheid openbaar werd, verstomden zij en schaamden zich inplaats van boete te doen voor hun gruweldaden en afgoderij en met de hongerigen en dorstigen naar de bronwel van het eeuwige leven te gaan. Daarom versmachtten zij ook van dorst en hun pijn verergerde van eeuwigheid tot eeuwigheid en hun geweten knaagde. Toen nu de koopman met de valse waren zag, dat zijn bedrog bekend was geworden werd hij zeer toornig en bevreesd, en richtte zich tegen het heilige volk, dat zijn waren niet meer kopen wilde en doodde er velen van het heilige volk en sprak wederom kwaad van de groene twijg, die uit de boom des levens was ontsproten, Maar de groot­vorst Michael, die voor God staat, kwam en streed voor het heilige volk en overwon.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Waarde lezer, ik wil u hier getrouwelijk vermanen, dat ge uw eigendunk laat varen en u niet aan heidense wijsheid vergaapt, u ook niet ergert aan de eenvoud van de schrijver; want het werk is niet te danken aan zijn wijsheid, maar aan de werking van de Heilige Geest. Tracht de Heilige Geest, die uit God is, in uw eigen geest te laten inwerken, dan zal Hij u in alle waarheid leiden en Zich aan u openbaren; dan zult ge in Zijn Licht en Zijn Kracht in de heilige Drievuldigheid zien en verstaan, wat hier zal worden geschreven.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Als men de aarde zou kunnen wegnemen, die het huis der droefenis of de hel is, zo zou de gehele oneindige ruimte op de ene plaats even licht zijn als op de andere; zo is ook de diepte in de Vader op de ene plaats even licht als op een andere, door de glans van de Zoon van God. En zoals de zon een zelfstandig wezen is, vol kracht en licht, dat niet uit alle schepselen schijnt, maar in alle schepselen en alle schepselen zich verheugen in haar kracht, zo is ook de Zoon een aparte zelfstandigheid in de Vader en Hij is des Vaders vreugde of het hart of middelpunt van de Vader.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] De Zoon ziet, hoort, proeft, voelt, ruikt en begrijpt alles evenals de Vader; in Zijn Kracht leeft en beweegt zich alles wat goed is, zoals in de Vader; maar het boze is in Hem niet.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Maar het was hun niet om de wortel en niet om de boom te doen, de vorst der duisternis had iets anders in de zin. Omdat hij zag, dat zij niet meer van de goede boom eten wilden, maar twistten om de wortel, zag hij ook wel dat zij zeer moe en zwak werden en dat de wilde natuur wederom in hen heerste. Daarom gaf hij hun hoogmoed, zodat ieder voor zich meende, dat hij de wortel had en men hem moest eren en naar hem moest zien en luisteren. Toen bouwden zij zich paleizen en dienden in het geheim de mammon, “daardoor werden de oningewijden geërgerd”, en zij leefden naar de lusten huns vlezes, in begeerte naar de natuur en verzadigden zich; zij verlieten zich op de vruchten van de boom, die over hen al zijn takken uitbreidde, in de hoop dat ze, al waren ze nu al in het verderf geraakt, weer gezond mochten worden. En terzelfder tijd dienden zij de vorst der duisternis naar de wilde natuurdrift en de kostelijke boom stond daar maar te kijken en velen van hen leefden als de wilde dieren en leidden een slecht leven in hoogmoed, pracht en overvloed en de rijke verbruikte de arbeid en het zweet van de arme en verdrukte hem nog daarbij. Alle boze daden werden met geschenken goed gemaakt, een ieder jaagde naar veel geld en goed, was hoogmoedig, dwaalde en braste. De ellendige zag geen uitredding; schelden, vloeken en zweren werd niet tot zonde gerekend, zij wentelden zich in het boze als een zwijn in de modder.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[26] Daar was geen onderscheid, behalve dat kleine groepje, dat uitgered was uit alle volkeren. Zij leefden allen naar de wilde natuurdrift, in hun over­macht. Zoals het was vóór de zondvloed en vóór het ontstaan van de edele boom, zo was het in die tijd. Dat echter de mensen tenslotte zeer naar de wortel van de boom verlangden, is een geheimenis, een mysterie, en dat is voor de wijzen en verstandigen tot die tijd verborgen ge­bleven, evenals de edele boom met zijn kern altijd voor de wereldwijzen borgen is gebleven. Al meenden ze ook, dat ze iets heel bijzonders waren “zo is het toch maar als een lichte damp voor hun ogen geweest.” De edele boom evenwel heeft van de aanvang tot op heden volijverig in de natuur gearbeid, opdat hij aan alle volkeren, tongen en talen zou worden geopenbaard; daarentegen heeft de duivel in de wilde natuur geraasd en getierd en zich verweerd als een grimmige leeuw. Maar de edele boom bracht hoe langer hoe zoeter vruchten voort en openbaarde zich al meer en meer tegen het woeden en tieren van de Satan in, tot aan het einde; toen brak het licht door. Want er ontsproot een groen twijgje aan de wortel van de edele boom en dit kreeg het sap en de levenskracht van de wortel en de geest van de boom werd hem gegeven, die de boom aan de mensen moest verklaren in zijn kracht en heerlijkheid. Toen dit gebeurde gingen in de natuur de beide deuren open, de erkenning van de beide hoedanigheden, het boze en het goede, en het Hemelse Jeru­zalem werd geopenbaard aan alle mensen, evenals het rijk van de Satan. En het Licht scheen en de Stem klonk naar alle windstreken en de oneerlijke koopman werd ontmaskerd en die de zijnen waren haatten hem en doden hem. Toen dit gebeurde, verdorde ook de wilde boom tegen mid­dernacht en het gehele volk zag de heilige boom in verre verten met ver­wondering aan. En de vorst der duisternis werd bekend en zijn geheime­nissen ontdekt en de mensen op aarde zagen zijn schande en bespotting, want het was licht geworden.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[28] Zoals de mensen van de aanvang af geleefd hadden naar de wilde natuur en zich slechts naar het aardse hadden gericht, zo wilde het ook niet beter, maar wel erger worden. In dit tijdsgewricht werden dag in, dag uit veel hevige stormen ontketend; een grote waterstroom overspoelde de heilige boom en bedierf veel twijgen van de heilige boom en midden in de stroom werd het licht en de wilde boom verdorde tegen middernacht. En de vorst der duisternis werd te midden van de grote beroering der natuur vertoornd; want de heilige boom verhief zich en werd ont­stoken ter verheerlijking van de heilige, goddelijke majesteit en deed de boosheid van zich, die hem zo lange tijd was tegemoet getreden en die zo met hem geworsteld had. Evenzo verhief de boom der duisternis zich vol grimmigheid en verderf en toen hij ontstoken zou worden ging de vorst der duisternis met zijn legioenen heen om de edele vruchten van de goede boom te vernielen. En het was verschrikkelijk, zoals de vorst der duisternis woedde, het was, alsof men een zwaar onweer zag opkomen, dat zich met veel lichtflitsen en veel stormwinden gruwelijk en verschrikkelijk openbaarde, zodat men zich er over verbaasde. Daarentegen was het, waar de heilige boom des levens stond, zeer lieflijk, vreedzaam en vreugde­vol, als in het Hemelse rijk der vreugden. Deze beide verhieven zich zodanig tegen elkander, dat de gehele natuur werd ontstoken, zowel het goede en het kwade in één ogenblik. En de boom des levens werd ont­stoken naar zijn eigen aard met het vuur van den Heiligen Geest en hij brandde met het vuur van het Hemelse vreugdenrijk in onnaspeurlijke klaarheid en helderheid.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] Er is ook een andere verklaring, nml. dat hij (Lucifer) uitgestoten werd in het allerbuitenste, hetwelk ook het alleruitwendigste is. Hij heeft in zijn trotse opstandigheid in zijn koninkrijk de krachten, waaruit hij is voortgekomen, ontstoken en brandende gemaakt. Hij heeft bedoeld zich boven de Zoon Gods te verheffen en groter en lichter te zijn dan hij; maar hij is een dwaas geworden, daarom kon hij in deze toestand niet bestaan in God, waarop toen de schepping dezer wereld gevolgd is.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Alzo handelt God ook niet; daarom is een Engel een eeuwig en onvergankelijk schepsel, dat in alle eeuwigheid bestaat. Wat zou hem nu even­wel het lichaam van nut zijn, wanneer God hem niet zou spijzigen? Dan zou hij geen beweging kennen en zou daar neerliggen als een dood stuk hout. Daarom gehoorzamen de Engelen God en verdeemoedigen zich voor den geweldigen God; loven, eren, roemen en prijzen Hem om Zijn grote wonderdaden en zingen voortdurend van Gods Heiligheid, opdat Hij hen zal spijzigen.
Hoofdstuk 6: Hoe Engel en Mens Gods Beeld en Gelijkenis kunnen zijn. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[32] Merk nu op wat de oerbron is van deze liefde Gods. Het is de kern van alles. Wanneer de hitte opstijgt in de zoetheid en de bron der zoetheid ontsteekt, zo brandt het vuur te midden van de zoetheid, en dewijl die zoetheid een lieflijk en fijn bronwater is, zo matigt het de hitte en dooft het vuur uit; alsdan blijft slechts het vreugdevolle licht in de zoete bron over en de hitte is nog slechts een zachte warmte, zoals die welke aan­wezig kan zijn in een mens, die een sanguinisch temperament heeft; ook bij hem is de hitte slechts een aangename warmte, wanneer hij zich ge­draagt als een rechtvaardig mens.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] In dit vuur lieten zich alle stemmen horen die van eeuwigheid af er waren geweest en het licht van de heilige Drie-eenheid straalde van de boom des levens en vervulde de plaats waarop hij stond. En de boom des kwaads, die het andere deel van de natuur uitmaakte, werd ook aangestoken en hij brandde in het vuur van de goddelijke toorn met helse vlammen en de boze vlam steeg op, zonder einde en de vorst der duisternis met zijn legioenen bleef in de boosheid als in zijn eigen rijk. In dit vuur verging de aarde, de sterren en de elementen, want alles brandde tegelijk, elk in zijn eigen vuur, en alles werd ontbonden. Want het oude kwam in beweging, en alle krachten en alle schepselen en alles wat er bestond en de krachten van de Hemel, van de sterren en de elementen werden weder soepel en zij werden in dezelfde vorm gegoten, die ze voor de aanvang der schepping gehad hadden.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[31] De boom des eeuwigen levens stond in de goede aarde en hij vindt zijn oorsprong in de Heilige Drie-eenheid, en de Heilige Geest doorlicht hem. En alle mensen werden geboren uit Adam, de eerste mens, een ieder met zijn eigen kracht en met zijn eigen karakter. Die op aarde van de goede boom gegeten hadden, die Jezus Christus heet, in hen groeide de barmhartigheid Gods tot eeuwige vreugde; zij hadden de kracht tot het goede in zich en werden opgenomen in de goedheid en heiligheid Gods en zongen het lied van hun Bruidegom, een ieder met zijn eigen stem, al naar hij gevorderd was. Zij die echter in het licht der natuur en des geestes geboren waren en op aarde de boom des levens nooit recht erkend hadden, al waren zij in Zijn kracht gegroeid (de boom des levens over­schaduwde alle mensen op aarde, zoals daar zijn vele heidenen en vele volkeren en onwaardigen), zij werden ook opgenomen in de kracht, waarin zij gegroeid waren en waarvan hun geest doordrongen was, en zij zongen het lied van de edele boom des eeuwigen levens; want een ieder werd geoordeeld naar de mate van zijn kracht. En de heilige natuur deed Hemelse vreugdevolle vruchten geboren worden. En de mensen, die nu aan de Engelen gelijk waren, aten, een ieder van de vrucht van zijn eigen kwaliteit en zongen het lied van God en het lied van de boom des eeuwige levens.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1078 - 1079 - 1080 - 1081 - 1082 - 1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103  ...