Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 110 van 1112

...  98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123  ...
[1] Bij het ontwaken, terwijl de zon de toppen der bergen al begint te beschijnen, verwondert zich iedereen zich over die versterkende slaap. Ebahl geeft meteen zijn vrouwen opdracht om voor een verse en goed toebereide ochtendmaaltijd te zorgen, en de vrouwen met de oudste dochters haasten zich en brengen meteen een rijkelijk en goed morgenmaal, wat zij heel gemakkelijk kunnen doen omdat hun voorraadkamers van boven tot onder zijn volgepropt.
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Toen Ik, de hoofdman en de leerlingen al aan tafel zaten, kwamen ook zo'n tweehonderd zieken de eetzaal in en vroegen Mij of zij de zoom van Mijn overkleed mochten aanraken. En Ik stond hen toe, om dat te doen terwijl Ik met Mijn leerlingen en de anderen het morgenmaal gebruikte. Weldra drong toen alles wat ziek was zich in Mijn richting en raakte de buitenzijde van Mijn opperkleed aan; en allen, die dat deden werden gezond. (Matth. 14:36)
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar de buitengewoon jaloerse FARIZEEËN en schriftgeleerden verscholen zich achter enige zieken en zeiden heimelijk tegen hen: "Raak het opperkleed van deze Nazareeër, die wij nu wel kennen, niet aan, dan zul je tóch gezond worden!" -En degenen, die zich zo door de Farizeeën lieten bepraten en Mijn opperkleed niet aanraakten, bleven ziek.
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Ik geef de overste geen antwoord op zijn vraag, alleen de HOOFDMAN , die bij Mij - dat wil zeggen aan Mijn rechterhand - aan tafel zat, zegt met een donderende stem: "Ja, Deze is het, wiens aangezicht jullie ellendigen niet waard zijn om te zien! Waarom hebben jullie deze arme mensen afgeraden om Zijn kleed aan te raken, zodat zij ook net als hun metgezellen gezond zouden zijn geworden? Ellendige honden, weten jullie op de wereld werkelijk niets anders te verzinnen, dan mensen ongelukkig te maken als er zich maar ergens een gelegenheid voordoet?!"
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Nu geef Ik de hoofdman een wenk om zich wat te matigen, omdat er anders onaangename woordenwisselingen zouden ontstaan.
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] De hoofdman matigt zich, maar dringt er bij de overste toch streng op aan hem precies de reden te vertellen, waarom hij die paar zieken tegengehouden had het opperkleed van de goddelijke meester aan te raken, zodat ze net als de anderen ook gezond zouden zijn geworden.
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] De OVERSTE en ook de andere Farizeeën zeggen: "Dat er van hem een buitengewone geneeskracht uitgaat, daarvan hebben wij ons nu meer dan voldoende overtuigd, maar daaruit volgt nog lang niet dat hij dat door een soort goddelijke kracht zou doen, want wij zien bij hem en bij degenen, die met hem aan tafel zitten, dat zij zich niet aan de regels der oudsten houden, -en in zo'n geval kan er van goddelijkheid nog lang geen sprake zijn!"
Hoofdstuk 122: De test van de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Nu mengt de HOOFDMAN zich weer in het gesprek en zegt: "Ah, staan de zaken er zo bij? Oh, daar moet ik een heel speciale aantekening van maken! Zijn jullie zulke dienaren van God? Dát is dus de reden waarom jullie het zuiver goddelijke van onze meester en heiland niet erkennen?! Jullie God is dus alleen maar vóór alles jullie buik, en ten behoeve daarvan jullie goud en zilverzakken! Nou, nou, nu heb ik jullie door. Praat nu maar weer verder met elkaar!"
Hoofdstuk 123: De geestelijk doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na deze toespraak van hoofdman Julius trekken de Farizeeën zich helemaal verbouwereerd terug en beraden onder elkaar wat raadzaam zou zijn. Eén meent dat men Mij het door de hoofdman gevraagde getuigenis toch zou moeten geven.
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Toen stond IK met een ernstig gezicht op, wendde Mij tot de overste en zei tegen hem: "Dus vanwege het niet houden van uw goddeloze menselijke voorschriften kunt en wilt u Mij geen getuigenis geven omdat u bang bent voor uw eigen ellendige lichaam? Oh, als u Mij een getuigenis gegeven had, hoe gelukkig zou u zijn geworden, zowel tijdelijk als eeuwig, maar nu kan dat niet meer! De Zoon des mensen zal nooit meer een getuigenis van u nodig hebben, want Zijn werken en Zijn woorden geven Hem het echte getuigenis! Opdat u en uw metgezellen echter zien dat de Mensenzoon geen angst heeft voor de mensen, zal Ik in uw bijzijn nu al het volk zeggen, dat aan het houden van uw voorschriften niets is gelegen, en dat degene die zich houdt aan wat u voorschrijft, een grote zonde voor God begaat!"
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Nu wendde de hoofdman zich tot Mij en zei: "Heer en Meester uit de school van God, leer ons onbevreesd de waarheid, en wat het volk in het vervolg moet doen met betrekking tot de menselijke voorschriften! Ik weet dat hemel en aarde en alle elementen U gehoorzamen, en dat U met de geringste ademtocht van Uw mond deze booswichten net zo gemakkelijk als stro in de lucht kunt verstrooien als waarop U in staat was de zee te gebieden om ons als een vaste ondergrond te dragen. Met al mijn macht, die zeker niet gering is, ben ik maar een zwak mens tegenover U, maar toch sta ik tot de laatste man en de laatste druppel bloed tot Uw dienst! Deze miserabele booswichten zullen de stad Genezareth leren kennen!"
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar toen kwamen DE LEERLINGEN naar Mij toe en zeiden: "Heer U wel gemerkt hoe vreselijk de Farizeeën zich geërgerd hebben toen zij U dit hoorden zeggen?" (Matth. 15:12)
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK antwoordde de leerlingen met luide stem: " Alle planten, die Mijn hemelse vader niet heeft geplant, worden uitgeroeid. (Matth. 15:13) Laat hen gaan! Het zijn blinde leiders van blinden. Maar als een blinde een blinde leidt, vallen beiden zeker in een greppel! (Matth. 15:14) ZIJ kunnen zich ergeren zoveel ze maar willen, want hun vader is een andere dan de onze. Onze vader is boven -en de hunne beneden!"
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Toen schreef de hoofdman het getuigenis, dat luidde: 'Wij bekennen hieronder allen, met onze handtekening als bewijs van waarheid pro memoria aeterna (ter eeuwige herinnering), dat wij de bekende roof van de keizerlijke belastingen en schatten uit de Pontus en uit Klein-Azië begingen en deze door een zeer schandelijke list aan de brengers daarvan hebben ontfutseld, maar bij het vervoer naar Jeruzalem in Kis door Jezus van Nazareth zijn ontmaskerd, zoal niet mondeling, dan toch door zijn invloed. Wij zouden weliswaar door rechter Faustus gezamenlijk ter dood veroordeeld zijn -maar Jezus van Nazareth zette zich voor ons in en wij kwamen er ongedeerd vanaf! -Voor deze waarheid staan wij met ons leven in!'
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De HOOFDMAN zegt: "Oh, ik dank U nog veel meer, o Heer! Nu weet ik precies wat ik in de toekomst zal moeten doen, en zou er zich een twijfelgeval voordoen, dan zult U mij wel toestaan dat ik Uw boven alles heilige en machtige naam aanroep en zeg: '0 grote almachtige geest van mijn Heer en Meester Jezus! Verlicht mijn hart opdat het er licht worde!', en U zult dit roepen van mij zeker ook tot aan het einde der wereld horen!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123  ...