Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1095 van 1166

...  1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108  ...
[10] De reden van de verwoesting van deze planeet was derhalve als altijd in alle dingen Mijn mededogen! Want toen de planeet nog heel was en rijk aan machtige volkeren, bezoedelde de draak hun harten. En ze ontbrandden allemaal in de felste heerszucht en zwoeren zichzelf allen een eeuwige oorlog en een wederzijdse totale vernietiging tot op de laatste man.
Hoofdstuk 46: Het negende vertrek met zijn treurig geheim - De verwoeste wereld van de asteroïden en de geschiedenis hiervan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Heer, wat moet ik hier zeggen! Een onmetelijk licht verblindt mijn ogen en een wonderbaarlijke, heerlijke harmonie dringt in mijn oren! Dat is alles wat ik over hetgeen ik door de deur zie kan zeggen. Werkelijk, ik zie alleen maar een onmetelijk sterk licht en hoor ook niets dan alleen de reeds genoemde hemelse harmonie, die vanuit het licht naar mij toe lijkt te komen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Het licht lijkt hier ook een ruimte in te nemen, die totaal onmeetbaar moet zijn. Want waarheen ik ook steeds mijn ogen wend, overal is licht en nog eens licht. Daarbij is het wel uiterst merkwaardig, dat er van deze reusachtige lichtmassa niet meer warmte door de open deur naar buiten komt.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] BISSCHOP MARTINUS kijkt nu met zijn ogen recht in het licht en probeert te zien, of hij iets anders dan alleen maar licht kan zien. Maar hij ziet nog steeds niets en zegt weer na een poosje: 'Heer Jezus, het zal niet gaan! Mijn ogen bezwijken al gewoonweg en ik zie nog steeds niets dan licht en nog eens licht. Het is wel heel mooi om te zien, maar toch ook wel een beetje saai. Maar dat maakt niets uit; als ik U maar zie, hoef ik eeuwig geen wonderlijke dingen in deze zee van licht te zien rondzwemmen. Maar het is heel merkwaardig: niets dan licht, en wat voor licht!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Mijn geliefde Jezus, wat is licht toch eigenlijk? Op aarde wisten de geleerden nog op dit moment over wat licht is en de een beweert dit, en de ander dat. Maar tenslotte blijkt toch steeds weer, dat noch de een noch de ander iets weet of begrijpt! Ik heb daarover zoveel gehoord en gelezen, maar uit alles gezien, dat de wereldse geleerden van geen enkel vak weten, wat licht in wezen is. Daarom, als dat met Uw wil overeenkomt, zou U mij wel wat aanwijzingen over het wezen van het licht kunnen geven, omdat wij nu juist bij deze poort van licht vertoeven?'
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] IK zeg: 'Ik Zelf ben het licht overal! Het licht is Mijn gewaad, omdat de eeuwige, onvermoeibare activiteit Mijn eigenlijke wezen is en Mij daarom overal doordringt en omgeeft. Waar een grote bedrijvigheid woont, daar is ook een groot licht aanwezig. Want licht is op zich niets anders dan een verschijnsel, dat enkel en alleen veroorzaakt wordt door de werkzaamheid van de engelen en de betere mensengeesten. Hoe hoger zij in hun werkzaamheid staan, des te groter is ook hun licht.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] (BISSCHOP MARTINUS:) 'O, Heer, o Heer, o Heer, omwille van Uw allerheiligste Naam - ach, ach! Is dat wel mogelijk! Is het mogelijk dat U al deze wonderen der wonderen kunt overzien, ordenen en leiden? Nee, nee, dat gaat elk menselijk en zelfs elk voorstellingsvermogen van engelen te boven! O mijn God, mijn God, U bent onbegrijpelijk groot en aan Uw roem en Uw heerlijkheid komt eeuwig geen einde.'
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Ach, ach, dat zijn verschrikkelijk grote verschijnselen. En toch wandelen die mooie en gelukkig uitziende mensen temidden van deze taferelen en lijken zich daar nauwelijks om te bekommeren. Zij lopen in hun meer dan hemelse tuinen rond en verlustigen zich in de aanblik van de prachtigste bloemen die, zoals ik merk, ook onder de ogen van hun toeschouwers veranderen en zich in steeds heerlijker vormen vernieuwen. 0 Heer, laat mij hier nog een halve eeuwigheid naar kijken; want hier kan naar mijn mening de meest verheven aartsengel eeuwig nooit genoeg van krijgen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[28] Ach, ach, het wordt steeds heerlijker en heerlijker! Daar komt al weer een nieuw paar aan! O Heer, o Heer! Nee, nu staat mijn verstand stil!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[29] Heer, houd me vast. Anders zak ik als een lege sok in elkaar! - Ach, dat is een vrouwelijk wezen! Ik herken het aan de hoge, deinende borst! O mijn Jezus, wat een heerlijkheid is dit, van zo'n onbeschrijflijke schoonheid, dat men daardoor wel in het fijnste zonnestof zou kunnen worden opgelost.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[32] Heer, ik heb mij nu genoeg verlustigd in deze meer dan hemelse schoonheden! Voor mij zijn ze te zuiver en te mooi. Laat mij daarom weer iets heel gewoons zien, zodat ik weer tot mezelf kan komen en mijzelf kan zien, zonder ontsteld te zijn over mijn verschrikkelijk lelijke gedaante in vergelijking met deze mooiste hemelse wezens.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[34] IK zeg: 'Omdat jullie Mijn hart zijn; deze echter zijn Mijn huid! Maar ook Mijn kinderen zien er oneindig mooi uit als ze volmaakt zijn. Als ze echter nog op jou lijken in hun onvolmaaktheid, dan zien ze er inderdaad nog niet al te mooi uit. Doe daarom je best om je te vervolmaken en word volmaakt, dan zal je gedaante ook een meer hemels aanzien krijgen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Als zo' n reus zich op aarde zou bevinden, dan zou hij immers nog aanzienlijk boven de hoogste berg uitsteken! Nee, nee, dat is echt enorm en méér dan dat! Zeg me, mijn liefste Heer Jezus, U mijn God en Heer, waarom deze mensen toch zo verschrikkelijk groot zijn? Ik zou U weliswaar niet veel vragen, maar omdat ik U tot nu toe bij deze beschouwing nog niets heb gevraagd, vergeef me daarom deze eerste vraag. Geef mij genadig een verhelderend antwoord op mijn vraag over deze wonderlijke kwestie!'
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Nu wordt echter de ware, eigenlijke grootte van de geest niet naar zijn omvang, doch slechts naar zijn liefde en wijsheid bepaald. Maar zie, dat zijn nog oergeesten, die in vrije toestand een heel zonnestelsel in volledige werkzaamheid vervulden! Daar ze echter ook zalig deel zouden willen hebben aan Mijn Rijk, moeten ze ook de smalle weg van het vlees bewandelen! Wanneer ze het lichaam afleggen, dan zullen ze wegens hun grote deemoed en zachtmoedigheid ook slechts onze omvang hebben, - maar ook wel de vroegere, als ze deze nodig hebben.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Na geruime tijd pas begint BISSCHOP MARTINUS weer, alsof hij totaal is uitgeput en meer steunend dan pratend, tamelijk onsamenhangend te spreken: 'Mijn God en mijn Heer! Ach, wie ter wereld kan zich van zoiets een voorstelling vormen? De zon een lichtgevend rond lichaam, maar wie vermoedt dat zich dit op haar bodem bevindt!
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1083 - 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108  ...