17481 resultaten - Pagina 1096 van 1166
... 1084 - 1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 ...
[3] Maar wat is dat nu voor een spring in 't veld met bovendien maar één voet? Dat zal toch wel een dier zijn en geen menselijk wezen? Daar ontdek ik nog een hele kudde van een eigenaardig soort marmotten! Dat is toch wel heel merkwaardig! Tot nu toe heb ik nog nergens dieren gezien en hier in dit koddig wereldje zijn er opeens bijna meer dieren dan mensen. Zou dat dan een echte dierenwereld zijn? Ja, ja, zie, daar komt nog een grote kudde van een soort schapen aan! Jammer dat ik geen ossen en ezels zie, zodat ik me over mijn eigen soort kon verheugen! Er zijn ook vogels, ofschoon ze er niet bepaald vrolijk uitzien!Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] DE MAANBEWONER zegt: 'Vriend, jij praat en vraagt, zoals jij het begrijpt en ik antwoord je op mijn manier! Naar jou te oordelen, moet de allerhoogste geest Gods jullie wel van buitenaf met een knuppel in de hand hebben onderricht. Want voor innerlijk, geestelijk onderricht lijk jij tot nu toe nog veel te bot te zijn en waarschijnlijk ook het hele menselijke geslacht van jouw planeet!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] IK zeg: 'Luister, Mijn lieve Martinus! Denk je dan dat je door een steekhoudende woordenwisseling zo'n echte wijze de mond kunt snoeren? 0, dan heb je het toch wel heel erg mis! Zie, zoals er maar één waarheid is, zo is er ook maar één wijsheid, die evenals een eeuwige vesting ook voor alle eeuwigheid onoverwinnelijk is! Toen deze maanbewoner jou echter met de enige juiste waarheid tegemoet kwam, met welke nog grotere wijsheid had jij hem dan willen bestrijden?
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[31] IK zeg: 'Laat het nu verder maar, Mijn lieve Martinus, want als jij aan een twistgesprek met deze maanbewoner zou beginnen, dan zou je verreweg aan het kortste eind moeten trekken. Hij verdient het echter helemaal niet, dat Ik hem iets onaangenaams zou laten overkomen, want hij is een buitengewoon goede geest. Dat hij je tenslotte wat zwaarder heeft aangepakt, komt voort uit het feit, dat hij in jou een soort verborgen, eerzuchtig trekje heeft gezien, dat deze maanwezens wel het allerminst kunnen uitstaan. Want bij hen moet het uiterlijke volledig gelijk zijn aan het innerlijke.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[32] Onthoud overigens heel goed wat je van deze wijze hebt gehoord; het zal je te zijner tijd goed van pas komen! De pottenbakker is echter het beste beeld: door dit beeld kun je de gehele volheid van Mijn orde leren kennen! Want zie, Ik Zelf ben immers ook een pottenbakker en Mijn werk is dat van een pottenbakker. Want Mijn orde is als de draaischijf van een pottenbakker. Hoe, dat zal de toekomst je leren!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Hoe Mij dat mogelijk is, dat vermag geen geschapen geest volledig te bevatten. Maar de eeuwigheid zal je nog veel leren, wat nu nog duister voor je is. Zoek hier dus niet verder naar. Als Ik je de grootte van Mijn almachtige liefde en wijsheid zou tonen, dan zou je niet kunnen leven, want de diepten van Mijn Godheid zijn voor iedere geschapen geest te ondoorgrondelijk!
Hoofdstuk 51: Een blik door de twaalfde deur op het kleinste zonnengebied Martinus' vermoeden van de grootheid en genade van God - De vorm van de mens als blijvende, overal gelijke basisvorm - Gevaren aan gene zijde voor de nog niet volledig wedergeborene - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Wat je hier ziet, is alleen het kleinste zonnengebied, dat je op aarde in heldere nachten dikwijls hebt gezien. Denk echter niet dat dit het enige is, dat de oneindige, eeuwige ruimte vult. Ik zeg je, dergelijke en eindeloos grotere, rijkere en meer wonderbaarlijke gebieden zijn er zonder eind en getal en zonder maat! Want Mijn scheppingen nemen nooit ergens een einde. Alom zul je de inrichtingen voor jou wonderbaarlijk verschillend aantreffen en nieuwe vormen allerwegen van nooit vermoede pracht en majesteit.
Hoofdstuk 51: Een blik door de twaalfde deur op het kleinste zonnengebied Martinus' vermoeden van de grootheid en genade van God - De vorm van de mens als blijvende, overal gelijke basisvorm - Gevaren aan gene zijde voor de nog niet volledig wedergeborene - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Alleen de vorm van de mens is blijvend en overal gelijk. Onder de ontelbaar vele bewoners van de verschillende werelden zijn er alleen verschillen met betrekking tot grootte, liefde, wijsheid en schoonheid. Maar aan al deze trappen ligt toch de onveranderde menselijke vorm ten grondslag, daar zij alle Mijn evenbeeld zijn. De meest wijzen zijn de mooisten en de met liefde vervulden zijn de liefelijkste en heerlijkste!
Hoofdstuk 51: Een blik door de twaalfde deur op het kleinste zonnengebied Martinus' vermoeden van de grootheid en genade van God - De vorm van de mens als blijvende, overal gelijke basisvorm - Gevaren aan gene zijde voor de nog niet volledig wedergeborene - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Jij echter zou nu nog niet in staat zijn, om ook maar de geringste schoonheid van menselijke vorm op de onbelangrijkste van de door jou geziene werelden te verdragen. Daarom moet jij je nu alleen met het bekijken van deze voor jou nog zeer ver weg liggende zonnen en werelden tevreden stellen. Als je geest rijper wordt, zul je ook wel tot een nader aanschouwen van al Mijn scheppingswonderen komen!
Hoofdstuk 51: Een blik door de twaalfde deur op het kleinste zonnengebied Martinus' vermoeden van de grootheid en genade van God - De vorm van de mens als blijvende, overal gelijke basisvorm - Gevaren aan gene zijde voor de nog niet volledig wedergeborene - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Mij vergeten echter betekent zo veel als: het leven en de hemelse vrijheid verliezen en in plaats daarvan het oordeel, de dood en de hel aantrekken, waarvoor een geest niet veilig is, zolang hij niet volledig uit Mijn geest is wedergeboren.
Hoofdstuk 51: Een blik door de twaalfde deur op het kleinste zonnengebied Martinus' vermoeden van de grootheid en genade van God - De vorm van de mens als blijvende, overal gelijke basisvorm - Gevaren aan gene zijde voor de nog niet volledig wedergeborene - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Nu ken je je woning dus. Ik Zelf heb je overal tot aan de drempel van het eeuwig leven geleid, nu moet je zelf wandelen als je echt vrij wilt worden. Ik zal nu niet langer zichtbaar bij je zijn, maar je daarvoor een andere metgezel sturen. Deze zal je leren Mijn wil op het witte bord te begrijpen. - Denk nu over alles wat je gezien en gehoord hebt getrouw na en wees in alles nuchter, dan zul je gemakkelijk verder komen. Zo zij het!'
Hoofdstuk 51: Een blik door de twaalfde deur op het kleinste zonnengebied Martinus' vermoeden van de grootheid en genade van God - De vorm van de mens als blijvende, overal gelijke basisvorm - Gevaren aan gene zijde voor de nog niet volledig wedergeborene - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na deze woorden verlaat Ik zichtbaar en heel plotseling bisschop Martinus. Op Mijn plaats staat al een andere engelgeest en wel die van de ons reeds bekende boekhandelaar. Deze heeft intussen aan de zijde van Petrus grote vorderingen gemaakt, waarbij hem de bekendheid met de geopenbaarde geschriften van Swedenborg van groot nut zijn geweest.
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Als BISSCHOP MARTINUS in Mijn plaats de hem welbekende boekhandelaar ziet, verwondert hij zich heel erg en zegt meteen tegen hem: 'Maar, wat nu? Ben jij misschien mijn toekomstige leider? Nee, dan zou ik me hier toch nog eerder de dood in de hemel hebben voorgesteld, dan dat jij mijn leider zou worden! Ah, dat gaat toch wat te ver! Eerst de Heer Zelf - en nu jij? Dat verhoudt zich toch ongeveer als eerst de zon en daarna je achterste!
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Hahaha, dat is toch werkelijk om te lachen! Jij, een boekhandelaar, mijn leider! Hahaha, dat is toch al te dol. Een armzalige boekhandelaar moet een vroegere bisschop, een godgeleerde, tot wegwijzer door alle hemelen dienen? Nee, nee, dat kan in geen geval! Mijn vriend, ga, zoals je bent gekomen, want jou zal ik in geen geval waar dan ook naar toe volgen!
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Het zou me niets hebben kunnen schelen, als de Heer me de eerste de beste straatjongen als gezelschap en leider had gestuurd. Maar jou, juist jou, die in al mijn vlegelachtige streken bent ingewijd - dat kan ik in geen geval dulden! Of jij gaat of ik ga, wat mij tamelijk onverschillig is. Ik laat heel graag dit imaginaire huis aan jouw over, dat zeker niet bestendig is, omdat de hele inrichting ervan mij heel verdacht voorkomt.
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus