Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1098 van 1490

...  1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111  ...
[6] Het zijn maar twaalf treden; we zullen er heel gemakkelijk tegenop lopen. Dus maar naar boven! We zijn in de galerij. Bekijk toch eens het plaveisel van deze galerij. Lijkt het niet op een zich ver uitstrekkende, rondlopende vlakte van de allerfijnst geslepen diamant ter breedte van tien klafter, volgens jullie aardse maateenheid? Bekijk het eens nauwkeurig. Er zijn nergens voegen te ontdekken, dus zijn het geen tegels, maar volkomen één geheel. Bekijk ook eens de zuilen die aan de binnenkant staan ofwel de binnenste rij vormen. Om elke zuil loopt een wenteltrap van het allerprachtigste robijn. De trap is voorzien van een leuning met sierlijke spijlen van wit goud en bovenop elk van de vele spijlen van de leuning is een lichtblauwe, stralende bol geplaatst, waarvan een wonderbaarlijk, liefelijk licht uitgaat.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Bovendien is het ook heel aangenaam om op deze groenblauwe fluwelen grond te lopen en daarom kunnen we ons deze wat langer durende tocht best laten welgevallen. Ook komt tenminste ruim de helft van het merkwaardige hoofdgebouw in het midden van deze ringmuur steeds dichterbij en daarom hebben onze ogen voortdurend heel wat te doen. Zoals jullie zien, hebben we de rij piramiden reeds bereikt en er is nog steeds geen andere hindernis te ontdekken, behalve dan de ringmuur die, doordat we er dichterbij komen, steeds hoger wordt. Naar het mij nu lijkt, loopt deze helemaal niet gelijkmatig door, maar bestaat hij uit louter zuilengangen die een buitengewoon prachtvolle aanblik beginnen te bieden.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Omdat we gaandeweg al pratende weer bij het gewenste, hier werkelijk zeer smalle einde van de laan zijn aangekomen, zullen we ook weer moedig een blik vooruitwerpen om te zien of daar geen hindernis meer is, waardoor we genoodzaakt zouden zijn om van onze rechte lijn af te wijken. Tot nu toe zie ik behalve de ringmuur, die we al tamelijk dicht genaderd zijn, geen hindernis. Daarom kunnen we ons geheel ongehinderd voortbewegen over deze nog resterende vrije vlakte tot aan de muur. Hoe het ons bij de muur zal vergaan, zal de ervaring ons leren. Dus maar dapper op de muur af!
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[20] Eenzelfde wijsheid vinden we in nog veel belangrijkere mate dan ook hier op deze lichtwereld, waar de mensen van vooral dit districtsgebied waarachtige oerwijzen zijn. Het vervolg zal ons daarover opheldering verschaffen.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Eens bouwden de mensen op aarde ook op een soortgelijke manier. De zogenaamde Egyptische piramiden zijn daar een sprekend voorbeeld van, want deze grootse bouwwerken waren niets anders dan grafmonumenten voor grote en machtige mensen. Hoe groter en machtiger iemand was, des te groter was de piramide die hij zich als grafmonument liet bouwen. Wie deze aan de onderkant wil opmeten, zal aanzienlijke verschillen aantreffen, maar bovenaan lopen ze allemaal in een even spitse top uit.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] En kijk, vanuit deze gedachte bouwen deze zonnemensen alles juist zo, dat het volkomen met de levensomstandigheden overeenstemt.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Een zogenaamd toneelstuk begint bij jullie vaak buitengewoon geheimzinnig en eindigt meestal in een bijzonder weinigzeggend schijnhuwelijk. Zo beginnen ook jullie instrumentale muziekstukken vaak heel breedvoerig en eindigen dan zo summier, dat men echt zou kunnen zeggen: voor dit uiterst eenvoudige slot was werkelijk niet zoveel ophef nodig geweest. Zo begint ook jullie toonladder met een zware, brede en diepe bastoon om tenslotte met mooie hoge, heel fijne tonen te eindigen. Hebben jullie nu genoeg aan deze voorbeelden?
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Het zal nog wel een afstand van zo'n twee mijlen zijn, ofwel achtduizend klafter volgens jullie afstandsmaat. De weg is vlak en men kan, wanneer men zijn blik over de vlakte laat gaan, niets ontdekken wat op een of andere hindernis zou kunnen lijken. Vanaf de plats waar we nu staan valt er, behalve een cirkel van kleine piramiden, niets te ontdekken. De piramiden zelf echter staan ver van elkaar af en ook niet op onze lijn, daarom kunnen wij deze dan ook niet als een hindernis beschouwen; tenzij er zich nog iets achter de piramiden zou bevinden. Kort en goed, we gaan eropaf, dan zal de weg wel duidelijk maken waartegen we nog zullen moeten strijden.
Hoofdstuk 32: Het verdere verloop van de wandeltocht op de zon. De architectuur van het paleis beantwoordt aan de verhoudingen van het menselijk wezen Het zonnepaleis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Na deze inleiding volgt dan het eigenlijke hoofdwerk. Wat zal daar dan wel, na een eveneens weer heel breedvoerig en veelbelovend begin, in staan? Zeker niets anders dan hetgeen reeds in het voorwoord en in de inleiding gezegd werd, maar dan met nóg wat meer woorden. En zo eindigt een geograaf zijn werk met de beschrijving van een gewoonlijk heel onbeduidend gehucht, want voor grotere plaatsen heeft hij een betere plek; die staan altijd meer aan het begin.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Waarom is de schrijver zijn inleiding zo breedvoerig begonnen en liet hij haar zo dunnetjes eindigen? Had hij haar niet evengoed helemaal kunnen weglaten? We kunnen deze vraag noch met ja noch met nee beantwoorden, want ze beantwoord wel aan het beoogde doel. Of ze ook doelmatig is voor de lezer, dat zal de lezer, nadat hij het gehele werk heeft doorgelezen, het beste zelf kunnen bepalen.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Stel dat een of ander vakkundig man over zijn vak een boek schrijft. Dit boek begint met een niet zelden bijzonder uitvoerig en buitengewoon saai voorwoord; gewoonlijk is zo'n voorwoord omvangrijker naarmate het erop volgende werk zelf geringer van inhoud en omvang is. Het voorwoord mondt geleidelijk aan uit in een eenvoudige en tevens korte samenvatting, waarin nog eens met weinig woorden wordt gezegd wat eerder volkomen overbodig het hele voorwoord vermeldde. Het voorwoord is gelukkig voorbij. Daarop volgt een leeg, blanco blad waarop soms niets, soms echter met grote letters het gewichtige woord 'Inleiding' staat. Slaat men dit fatale blad om, dan begint er weer een inleiding die nog uitgebreider is dan het voorwoord. In deze inleiding staat evenals in het voorwoord niets anders dan een wat breedvoerige lofrede en aanbeveling van het erop volgende hoofdwerk. Waarmee eindigt echter deze ellenlange inleiding? Gewoonlijk met korte gezegden, zoals: we zullen ons niet langer bezighouden met deze overwegingen maar tot de hoofdzaak overgaan. Daar zal de geachte lezer alles uitgebreid belicht vinden hetgeen in deze inleiding maar terloops kon worden vermeld. En dat is dan ook het einde!
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Hoe moet men dat begrijpen? Dat kunnen we heel gemakkelijk aantonen, want iets dergelijks bestaat ook op jullie aarde, al wordt het daar niet direct door een laan uitgedrukt. Enkele voorbeelden zullen ons dat tijdens de wandeltocht door deze derde laan, waarbij toch niet veel belangrijks te zien valt, volkomen verduidelijken.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Dat is weliswaar juist; zo'n structuur kan op het eerste gezicht benauwend lijken, vooral bij zo'n lange laan als deze, maar de mensen die hier deze laan hebben aangelegd, hebben daaraan een veel hoger doel verbonden dan slechts dat van de uiterlijke schoonheid. Daarom betekenen deze drie lanen volkomen zinvol en juist de overgang van het materiële naar het geestelijke, innerlijke leven.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Zou dan misschien niet iemand kunnen zeggen: ik vind het geheel volstrekt niet esthetisch. Of de lijnen van de laan moeten parallel lopen, of de laan moet verhoudingsgewijs breder worden, en moeten de lijnen in dezelfde verhouding uit elkaar lopen waarin anders een regelmatige rechte laan schijnbaar smaller wordt. Op deze manier zou zo'n laan er dan van begin tot eind schijnbaar als een rechthoek uitzien of als een volkomen overal even brede baan. Zo'n structuur zou van meer kennis en vernuft getuigen dan zo'n schijnbaar in elkaar slinken van een laan.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Om die reden moet iedereen zijn noden nauwkeurig onderzoeken en vaststellen, en zich dan pas tot de heilige, almachtige Helper wenden; dan zal hij zeker de juiste hulp krijgen, als hij deze met een vast geloof, vol vertrouwen en liefdevolle ernst van Hem verwacht.
Hoofdstuk 30: Voortzetting van de tocht op de zon. Twee obstakels bij het bidden: gebrek aan inzicht en liefde voor de wereld - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111  ...