Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1100 van 1110

...  1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110
[17] Wil men echter Zijn Hoedanigheid, Zijn Wezen goed beschrijven, dan moet men het in gelijkenissen omschrijven, want de Geest kan men niet zo beschrijven, omdat hij geen schepsel is, maar de werkende kracht Gods. Bezie nu eens de zon en de sterren, de velerlei soorten van sterren, die ontelbaar zijn en niet te noemen: deze beduiden de Vader. Uit deze zelfde sterren is de zon ontstaan, want God heeft de zon daaruit gemaakt: deze is de Zoon Gods. Nu zijn uit de zon en de sterren de vier elementen ontstaan: vuur, lucht, water en aarde, zoals ik hierna duidelijk zal be­wijzen, als ik over de schepping zal schrijven. Merk nu op: de drie elemen­ten Vuur, Lucht en Water hebben drieërlei bewegingen of werkingen, maar slechts één verschijningsvorm. Ziet, het vuur of de hitte verheft zich uit de zon en de sterren, en uit de hitte verheft zich de lucht en uit de lucht het water. En deze beweging of werking veroorzaakt het leven en de geest van alle schepselen; ook alles, wat in deze wereld maar genoemd kan worden; en dit is de Heilige Geest. Zoals de drie elementen vuur, lucht en water uit de zon en de sterren uitgaan en als het ware één zijn met elkaar, zo gaat ook de Heilige Geest van de Vader en de Zoon uit. En zoals de drie elementen in de diepte werken als één zelfstandige geest, en hitte, koude en wolken maken, en uit de sterren vloeien en alle krachten van de zon en van de sterren zijn in de drie elementen verborgen, alsof zij zelf de zon en de sterren waren, waaruit alle schepselen leven, alzo gaat de Heilige Geest uit van de Vader en de Zoon. Merk nu op het diepe geheimenis. Alle sterren, die men ziet en niet ziet, stellen de kracht van God de Vader voor; uit deze zelfde sterren is de zon geboren, die het hart is van alle sterren. Nu gaat van alle sterren de kracht uit, die in iedere ster in de diepte aanwezig is; de kracht, de hitte en het licht van de zon, ook in de diepte, en in deze diepte de kracht van alle sterren in eenheid met het licht der zon en de hitte der zon, een bewegende werking, van een stof of een geest, alleen hier is geen verstand, want de Heilige Geest is het niet; zo hoort ook het vierde element tot een natuurlijke geest. Nu is in de ganse diepte des Vaders, buiten de Zoon, niets, want de grote, onmeetbare en onnaspeurlijke Kracht des Vaders en de ondoorgrondelijke kracht en het ondoordringbare Licht van de Zoon, veroorzaakt een levende, volkrachtige, alwetende, alhorende, alproevende, altastende en alvoelende Geest, waarin alle kracht en wijsheid is, zo als in de Vader en de Zoon. Zoals in de vier elementen de kracht en de glans van de zon en alle sterren verborgen is, zo is dat ook in de diepte des Vaders, en dit is eerst recht de Heilige Geest, die de derde zelfstandige persoonlijkheid is in het Wezen van God.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Toen echter het licht werd uitgedoofd, zo werd de warmte gevangen ge­houden en er kon niets meer geboren worden. Daardoor ontstond de dood in de natuur en daarna moest een andere schepping van licht volgen; anders zou de aarde eeuwig dood en zonder licht zijn. Nu echter brengt zij hare vruchten voort door middel van het nieuw geschapen licht. Nu zou iemand kunnen vragen: Is God, bij het ontsteken van het vuur des toorns in deze wereld dan heengegaan, zodat er niets dan een vuur des toorns is overgebleven? Of is uit den énigen God een tweevoudige God ontstaan?
Hoofdstuk 17: Over de droevige en ellendige toestand der verdorven natuur en de oorsprong der vier elementen, in de plaats van de Heilige Godsregering. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Ziet, de meest innerlijke en diepste geboorte noemen we het licht; dit is het hart der Godheid, hetwelk uit de Oergeesten Gods geboren werd.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[19] Wanneer men nu spreekt of schrijft van drie personen in het Goddelijke Wezen, zo moogt ge niet denken, dat er daarom ook drie godheden zijn; dat ieder van Hen op zich zelf heerst en regeert, zoals de aardse koningen doen. Neen, zo is het Wezen van God niet; want God is kracht en heeft geen lichaam of stoffelijke verschijning. De Vader is goddelijke kracht, waaruit alle schepselen geboren zijn, en dat is van eeuwigheid af zo geweest, Hij heeft geen begin en geen einde. De Zoon is in de Vader, Hij is des Vaders Hart en Licht, en de Kracht en de Glans van de Zoon straalt weer terug in de Vader, zoals de zon straalt in deze wereld.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] Wanneer ik nu schrijf van bomen, struiken en vruchten, zo moet ge dit niet aards verstaan, want het is niet mijn bedoeling, dat in de Hemel een dode, harde, houten boom of steen zou groeien, die aards en stoffelijk is. Neen, mijn bedoeling is Hemels, geestelijk en waarachtig. In de Goddelijke Rijkdom zijn voornamelijk twee zaken te onderscheiden. Ten eerste de Goddelijke Krachten; zij zijn een bewegende, opborrelende kracht, waaruit elke vrucht naar eigen hoedanigheid en aard geboren wordt, zoals Hemelse bomen en heesters, die zonder ophouden vrucht dragen, bloeien en groeien in Goddelijke Kracht, zo verrukkelijk, dat ik het niet kan beschrijven, maar ervan stamel als een kind dat leert spreken. De andere factor in de goddelijke rijkdom is het geluid, zoals in de krachten der aarde ook het geluid aanwezig is. Daaruit komt voort goud, zilver, koper, ijzer en dergelijke, waarvan men allerlei instrumenten maken kan die galmen en vreugde geven, zoals klokken, bazuinen en alles wat geluid geeft; dit zelfde geluid is ook in alle schepselen op aarde, anders kon alles geluidloos zijn.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Ge moet niet denken, dat in het Rijk van God dieren, wormen of schepselen ontstaan, zoals in deze wereld; neen, ik bedoel slechts de wondervolle verhoudingen, krachten en bekwaamheden te vermelden die in Gods Rijk­dom besloten liggen. De natuur arbeidt volijverig, opdat zij naar haar vermogen Hemelse Vormen en Beelden zal kunnen voortbrengen, zoals men die aanschouwt in mensen, dieren, vogels en wormen, zowel als in het gewas, dat op de aarde groeit en dat alles zo bovenmatig kunstig is geschapen, want de natuur wil gaarne haar nietswaardigheid verliezen, opdat de Hemelse vorm in heilige kracht kan worden geboren. Deze vruchten zijn niet dood, hard, zuur of wrang, zij verrotten niet en worden niet onwelriekend in deze wereld, neen, zij rijpen in heilige, Goddelijke Kracht. Hun samenvoeging is uit de Goddelijke Kracht, uit de Goddelijke Rijkdom, een spijze van de heilige Engelen. Wanneer de diepe val van de mens het niet onmogelijk had gemaakt, zou hij in deze wereld ook op deze zelfde wijze aan de dis genood zijn en van deze vruchten hebben gegeten, zoals zij hem in ‘t Paradijs zijn aangeboden; maar de boze lust en de zucht des duivels, die de krachten infecteert waaruit Adam is voortgekomen en ze bederft, bracht de mens in verzoeking van het boze en van het goede te eten, waarover ik hierna duidelijk zal schrijven en hetgeen ik ook bewijzen zal.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Dat kunt ge zien, wanneer ge uw vingers stoot, kwetst of verwondt of een of ander lichaamsdeel, zoals ge wilt. De Geest loopt snel te hulp, hij gaat naar zijn moeder, het hart, en klaagt het aan de moeder, en wan­neer de smart groot is, dan wekt de moeder alle leden van het gehele lichaam en moet alles het éne lid te hulp komen. Merk nu op: Zo beweegt zonder onderbreking de ene kracht de andere in het lichaam, en alle krachten gaan naar het hoofd en staan voor de vorstelijke zetel die hen allen keurt. Wanneer één lid zich te veel zou laten gelden en één de anderen schade zou berokkenen, zoals bijvoorbeeld het geval kan zijn met het “zien”; wanneer dit zintuig datgene zou lief­hebben, wat hem niet toekwam, zoals Lucifer deed, die de Zoon Gods zag en het heerlijke licht liefhad en zich te veel deed gelden, bovendien voornemens was Hem gelijk te worden of nog schoner en heerlijker dan Hij; zulk een werker wijst de vierschaar af. Of, het kan ook zijn, dat het “horen” zich te zeer laat gelden en gaarne valse woorden en zaken horen wil en deze naar het hart wil overbrengen; dit wordt ook door de raads­heren voor de zetel afgekeurd. Of het “ruiken” kan zich ook zo gedragen, dat het lust heeft te ruiken, wat hem niet toebehoort, zoals Lucifer ook deed en hij liet zich de heilige reuk van de Zone Gods welgevallen en meende, dat hij zelf in zijn zelfverheffing en zelfontbranding nog veel lieflijker zou geuren, zoals hij moeder Eva ook bedroog en zei dat wanneer zij zou eten van de verboden boom, zij even wijs zou zijn als God en aan Hem gelijk. Mozes 3:5. Ook dit wordt afgekeurd door de vier ouderen. Ook kan het nog zijn dat de “smaak” zich datgene laat welgevallen, wat niet geschikt is voor het lichaam, of datgene wil eten, wat niet het zijne is, zoals Moeder Eva zich in het Paradijs des duivels appels liet smaken en daarvan at. Ook dit wordt afgekeurd. Ten slotte: Daarom zijn er vijf factoren, vijf zintuigen, opdat de ene de andere raad zou geven en een ieder van hen is een bijzondere eigenschap, en de samengestelde geest, die uit al deze kracht geboren wordt, is hun koning en vorst en zetelt in het hoofd van de mens, in zijn hersenen, en bij de Engelen zetelt de kracht ook in het brein op de vorstelijke zetel en legt beslag op datgene, wat door de gehele vorstelijke raad besloten is.
Hoofdstuk 5: Over het stoffelijke lichaam, het wezen en de hoedanigheid van een Engel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[41] De Geest, die in het hart geboren wordt, moet door de poorten der hel gaan en kan zeer gemakkelijk ontstoken worden; het is er mee, als met hout en vuur; als ge dit niet blust, dan brandt het. O mens, gij werd niet zoals de dieren geschapen door het woord; boos en goed. Had ge niet van het goede en van het kwade geproefd, zo zou het vuur des toorns niet in u branden, maar dan zoudt ge ook een dierlik lichaam gekregen hebben. De liefde Gods zij nu barmhartig over ons, het kwade is geschied.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Welk een triomf dit geweest is, kan ik niet beschrijven of mededelen; het laat zich ook niet met iets anders vergelijken als. slechts met dit beeld: Het leven, dat midden in de dood geboren wordt; het is ook te verge­lijken met de opstanding uit de dode. In dit licht heeft mijn geest al spoedig alles kunnen doorzien en hij heeft aan alle schepselen, aan het kruid en aan het gras God herkend en het is hem duidelijk geworden, wie God is, hoe God is en wat Zijn wil is.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] Dat is echter waarachtig, dat een reine, schone Hemel, in alle drie de ge­boorten zich uitstrekt boven de ruimte dezer wereld, in dewelke Gods Wezen, benevens de heilige Engelen, vol schoonheid, zuiverheid en vreugde zich verheft. Dit is onloochenbaar, en hij, die dit ontkent, is niet uit God geboren.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] De Heilige Geest gaat uit van de Vader en van de Zoon en is de derde zelfstandige persoonlijkheid in het Goddelijk Wezen. Deze is de beweeglijke geest in de Vader en gaat van eeuwigheid tot eeuwigheid van de Vader en de Zoon uit; Hij vervult de Vader; hij is niet kleiner of groter dan de Vader en de Zoon. Zijn werkende kracht vervult de Vader. Alle dingen in deze wereld zijn gemaakt naar het voorbeeld van deze Drie-eenheid. Gij blinde joden, Turken en heidenen, opent de ogen uwer ziel. Ik moet u aan uw lichaam en over alle natuurlijke dingen bewijzen, aan mensen, dieren, vogels en wormen, zowel als aan hout, stenen, kruid, loof en gras, dat alles gemaakt is naar het voorbeeld van de heilige Drie-eenheid van God. Ge zegt: God is één enig Wezen, God heeft geen Zoon. Opent nu uwe ogen en bezie u zelve; een mens is naar Gods beeld en uit deze drievuldige kracht Gods geschapen. Beziet uw inwendige mens; dan zult ge dit helder en duidelijk kunnen waar­nemen, als ge geen dwaas zijt. Merk op: in uw hart, aderen en hersenen zetelt uw geest; in al de krachten, die zich doen gelden in uw hart, uw aderen en uw hersenen en die uw leven uitmaken, openbaart zich God de Vader. Uit dezelfde kracht verheft zich het Licht, dat ge aan­schouwt, opdat ge zien en weten zult, wat ge te doen hebt; want het Licht is in uw gehele lichaam, en dit beweegt zich in de kracht en de kennis van het Licht, want het lichaam helpt alle leden in de kennis van het Licht. Dit beduidt God de Zoon. Wanneer, zoals de Vader de Zoon uit Zijn Kracht geboren doet worden, en de Zoon in de Vader uitstraalt, zo doet ook de kracht van uw hart, uw aderen en uw hersenen een Licht te voorschijn komen, dat zich in al uw krachten openbaart en in uw gehele lichaam. Open de ogen uwer ziel en denk er over na, zo zult ge het vinden. Merk nu op: zoals van de Vader en de Zoon de Heilige Geest uitgaat, zo gaat uit de krachten van uw hart, uw aderen en uw hersenen datgene uit, wat in uw ganse lichaam woont en werkt, en uit het Licht dat in u is, gaat wijsheid, verstand en kunst uit, welke het gehele lichaam beheersen, en ook is daarmee alles wat buiten het lichaam is, te onderscheiden. En deze beide zijn in uw gemoed als één: uw geest, en dit is als God de Heilige Geest. En de Heilige Geest uit God beheerst ook uw geest, anders zoudt ge geen kind des Lichts zijn, maar een kind der duisternis. Want door dit Licht, dit verstand en deze beheersing is de mens te onderscheiden van het dier en hij is een Engel Gods, hetgeen ik duidelijk wil bewijzen, als ik zal schrijven over de schepping van de mens. Daarom: let uitdrukkelijk op de ordening van dit boek; en ge zult er in vinden wat uw hart verlangt of ooit maar zou begeren. Zo vindt ge in één mens drie bronnen: ten eerste de kracht in uw gemoed; deze vertegenwoordigt God de Vader; dan het Licht in uw gemoed, dat vertegenwoordigt God de Zoon, ten slotte gaat vanuit al uw krachten en uit het licht dat in u is, een geest uit, die wijs is en dat is uw ziel, en ook de Heilige Geest die van de Vader en de Zoon uitgaat. Het lichaam echter, of het dierlijke vlees des mensen, is als ‘t ware de dode, verdorven aarde, die de mens, door zijn val, zelf zo gemaakt heeft, wat ik hierna zal beschrijven. Zo vindt ge ook de Goddelijke Drie-eenheid terug in de dierenwereld; want zoals de geest van een mens ontstaat, zo ontstaat hij ook bij het dier en daartussen is geen verschil. Alleen dit is het enige verschil, dat de mens uit het beste van de natuur door God is geschapen naar Zijn Beeld en Gelijkenis en God regeert in de mens met Zijn Heilige Geest, zodat de mens spreken, begrijpen en onderscheiden kan. Het dier is evenwel uit de wilde natuurdrift van deze wereld voortgekomen, de sterren en elementen hebben de dieren geboren doen worden door hun bewe­gingen naar de Wil van God. Zo ontspringt ook de Geest in vogels en wormen en heeft alles zijn drievoudige oorsprong naar het voorbeeld van de goddelijke Drie-eenheid. Zo ziet ge ook de Goddelijke Drie-eenheid gereflecteerd in hout en stenen, zowel als in kruid, loof en gras, hoewel dit alles aards is. Ook brengt de natuur niets voort, wat het ook moge wezen in de wereld, (en al zou het slechts één uur leven), of het is naar het voorbeeld van de goddelijke Drie-eenheid gemaakt. Merk nu op: In hout, steen of kruid zijn drie factoren en er kan niets ontstaan of groeien, wanneer een van deze drie factoren zou ontbreken. Ten eerste is daar de kracht, waaruit een bepaald lichaam of voorwerp ontstaat, of het nu hout, of steen of kruid is; ten tweede is in het voorwerp of lichaam aanwezig een sap, een vocht; dat is het hart van dat voorwerp; ten derde is er een opborrelende kracht, reuk of smaak; dat is de geest van dat voorwerp of lichaam, waardoor het groeit en toeneemt. Wanneer nu van deze drie factoren een ontbreekt, kan géén ding zijn gewone bestaan hebben. Alzo vindt ge de Drie-eenheid van het Goddelijke Wezen in alle dingen terug, ge moogt zoeken, waar ge ook wilt; en niemand moet in zijn verblinding menen, dat het anders is, of denken, dat God geen Zoon of geen Heiligen Geest heeft. Dit zal ik naar voren brengen, als ik over de schepping zal schrijven en het duidelijk en klaar bewijs, want ik schrijf geen andere meesters na. En al zal ik ook vele voorbeel­den en getuigenissen van de Heiligen Gods hierin bespreken, zo is me dit alles toch door God in mijn binnenste geopenbaard, zodat ik het ontwijfelbaar geloof, erken en zie, niet naar het vlees, maar in de Geest, door den drang van God in mijn wezen. Dat moet ge niet zó verstaan, dat mijn verstand groter zou zijn dan dat van alle anderen, die daar leven; maar ik ben een twijg des Heren, slechts een klein en gering vonkje uit hem geboren, en Hij mag mij plaatsen, waar Hij wil; ik kan Hem dat niet verhinderen. Zo ook is dit niet mijn natuurlijke wil, die ik met eigen krachten vermag te volbrengen, want als de Geest aan mij onttrokken werd, zo zou ik mijn eigen arbeid niet meer kennen of begrijpen, en zou mij aan alle kanten tegen de duivel moeten verweren en zou aan verleiding en noodlot onderworpen zijn; zoals alle mensen. Maar gij zult in de volgende hoofdstukken de duivel spoedig ledig zien staan; zijn hovaardigheid en schande zullen ten toon gespreid worden.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Dat een ieder erkenne, dat de duivel inderdaad losgelaten is in deze wereld. Aanzie de wereld bij dit licht en ge zult ontdekken, dat thans alle vier de nieuwe zonen, welke de duivel, toen hij uit de Hemel verstoten werd, heeft doen geboren worden, de wereld regeren. Deze vier zonen heten: hovaardij, gierigheid, nijd en toorn. Zij zijn het hart des duivels en zijn ziele-geesten. Daarom: aanschouw de wereld en ge zult ontdekken, dat zij geheel en al van één hoedanigheid is met deze vier zonen des duivels.
Hoofdstuk 20: Over de tweede dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Ook de aarde, wil zij vrucht voortbrengen, moet aangestoken worden door het vuur, dat rondom, in de ruimte, aanwezig is. Ziet, gij verstandige geest, met u en niet met het vlees kan men spreken; opent de deur uwer siderische geboorte wijd en hef uw siderische geboorte voor een deel in het licht, laat het andere deel in de boosheid en zie toe dat uw zielegeboorte één is met het Licht. Verhef uw geest en zie van dit alles de diepe zin, en al kunt ge het niet begrijpen, zo weet, dat het dan nog in u geboren moet worden.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] Zoals ik hiervoor al heb opgemerkt, er zijn in Gods Wezen twee ver­schillende dingen te onderscheiden: ten eerste de Kracht, beter gezegd alle Krachten van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; deze zijn lieflijk, vreugdevol en zij zijn als één centrale kracht. Zoals in de lucht de kracht van alle sterren heerst, zo is het ook met de Krachten die in Hem zijn, alleen: iedere Kracht, die in God aanwezig is, openbaart zich afzonderlijk in zijn speciale werking. Iedere Kracht heeft zijn eigen geluid en dit weerklinkt naar zijn eigen aard; het Hemelse Rijk der Vreugden hoort men er in weerklinken. Uit deze Goddelijke Krachten zijn alle Engelen geschapen, d.w.z. uit het lichaam der natuur. Nu zoudt ge kunnen vragen: Hoe zijn ze geschapen of geboren, of hoe is hun verschijningsvorm? Ja, wanneer ik een Engelentong zou hebben en gij het verstand van een Engel, zo zouden wij hierover schoon kunnen spreken, maar de geest ziet het, en dat kan de tong niet uitspreken; ik kan geen andere taal spreken dan de taal van deze wereld. Maar wanneer de Heilige Geest in u is, zal uw ziel het verstaan. Ziet, de heilige Drievuldig­heid heeft uit zichzelf een Lichaam of Beeld gevormd, als een kleine God er uitziende. Dit Beeld of Lichaam ziet er ongeveer uit als de mens. In God is geen begin en geen einde; de Engelen echter hebben een begin en een einde; maar niet merkbaar of begrijpelijk, want een Engel kan nu eens groot, dan weer klein zijn; hun snelle verandering gaat even snel als de gedachten van de mensen. Alle hoedanigheden en krachten zijn in een Engel aanwezig, evenals ze in de Godheid aanwezig zijn. Nu moet ge het volgende goed verstaan. Zij zijn gemaakt uit de Krachten Gods, daaruit zijn hun verschijningsvormen tezamen gevoegd. Zie­hier een voorbeeld. Uit de zon en de sterren ontstaan de elementen, en deze scheppen een levende Geest in de aarde, en de sterren blijven in hun baan en de geest ontvangt de eigenschap der sterren. Nu is echter de geest, naar zijn samenstelling iets buitengewoons en hij heeft een substantie als alle sterren, en de sterren zijn en blijven ook iets bijzonders, een ieder voor zich. Maar toch heerst de eigenschap der sterren in de geest: de geest kan en mag zich verheffen, of ook het tegenovergestelde kan het geval zijn; hij leeft onder de invloeden der sterren, het mag zo zijn, maar toch heeft hij de eigenschap der sterren tot zijn eigendom gemaakt, al had hij ze ook oorspronkelijk van de sterren. Evenzo als de moeder, die het zaad in zich heeft; omdat ze het in zich heeft en om­dat het het zaad is, zo is het van de moeder; wanneer echter een kind daaruit geboren wordt, is het niet meer van de moeder, maar van het kind. En hoewel het kind woont in het huis van de moeder en de moeder het met haar voedsel spijzigt en het kind ook zonder de moeder niet zou kunnen leven, toch zijn de geest en het lichaam dat uit het zaad der moeder gegroeid is, het eigendom van het kind en het kind behoudt het recht op zijn eigen lichaam. Zo is het ook met de Engelen: zij zijn ook allen uit het Goddelijk Zaad voortgekomen, maar een ieder van hen heeft een eigen lichaam, dat hen toebehoort, en ofschoon ze in God wonen en eten van de vruchten hunner moeder, uit wie ze geboren zijn, zo is toch hun lichaam hun eigendom. Maar de Eigenschap buiten hen en buiten hun lichaam, als het ware te vergelijken met hun moeder, waaruit ze geboren zijn, deze Eigenschap is niet van hen, evenzo als de moeder niet het eigendom is van het kind; en ook de spijze van de moeder is niet het eigendom van het kind, maar de moeder geeft het hem uit liefde, omdat zij het kind gebaard heeft. Zij mag het kind ook uit haar huis verstoten, als het haar niet gehoorzamen wil; ze mag hem ook de spijs onthouden, hetgeen Lucifer ook overkomen is. Alzo mag God Zijn Goddelijke Kracht, die buiten de Engelen om bestaat, ook aan hun onttrekken, wanneer zij zich tegen Hem verzetten. Wanneer dit echter gebeurt, moet een geest ver­smachten en vergaan, evenals wanneer aan een mens de lucht, die zijn moeder is, wordt onttrokken, dan moet hij sterven. Alzo kunnen ook de Engelen zonder hun moeder niet leven.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Ziet, zoals Gods Wezen is, zo is ook het wezen der Engelen en der mensen; en zoals het Goddelijk Lichaam is, zo is ook het lichaam der Engelen en der mensen. Alleen is dit het onderscheid, dat Engel en mens een schepping zijn, een gedeelte van het gehele wezen en niet het gehele wezen zelf; als het ware één zoon van het gehele wezen; daarom is het redelijk, dat hij een onderdaan is van het gehele wezen, daar hij slechts de zoon is. En wanneer zich de zoon verzet tegen de Vader, zo is het rechtvaardig, als de Vader hem uit zijn huis verstoot, want hij verzet zich dan tegen Hem, die hem heeft doen geboren worden en van Wiens kracht hij een schepping is. Want wanneer iemand iets formeert uit datgene wat hem toebehoort, zo heeft hij, wanneer datgene, wat hij geschapen heeft, zich niet naar zijn wil gedraagt, het recht daarmee te doen wat hij wil, een val ter ere of ter onere; hetgeen ook met Lucifer voorviel. Merk nu op: De gehele goddelijke Kracht des Vaders spreekt uit alle eigenschappen des Vaders. Het woord, dat gesproken wordt verpersoonlijkt de Zoon Gods.
Hoofdstuk 6: Hoe Engel en Mens Gods Beeld en Gelijkenis kunnen zijn. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110