Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 111 van 1110

...  99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124  ...
[18] Wat zeggen jullie daar nu van? Hoe ver loopt onze meester daarbij vergeleken nog achter!
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Toen werd ik voor het eten uitgenodigd, en we gingen aan een lange tafel zonder eten zitten. De overste sprak in een vreemde taal een gebed, keek naar de hemel en wij volgden allen zijn voorbeeld. Toen klonk er opeens een gedreun alsof het plafond van de kamer instortte en zie daar , ik noch wie dan ook merkte hoe het gebeurd was, -we zaten nog wel aan dezelfde tafel, maar die was nu niet meer leeg, maar vol met uitgelezen spijzen en dranken, goed voor een koninklijke avondmaaltijd! Na het avondmaal keek ik nog een keer naar de berg, die gedurende de nacht in een paleis omgetoverd zou worden, en ging toen volgens de regels der Essenen in een afgezonderd vertrek slapen.
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] Nu vraag ik jullie echter, of onze meester Jezus iets hogers en wonderbaarlijkers heeft laten zien! En toch zien jullie hem al aan voor Jehova Zelf!
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[22] Gesteld dat wij het geluk zouden hebben om hem terug te zien, dan moeten jullie je in het vervolg dus niet steeds ergeren, als ik zo nu en dan vragen stel die jullie en hem niet aanstaan. Ik heb heus vóór Jezus al veel wonderbaarlijks gezien en gehoord, en als je daarmee rekening houdt, dan behoeven jullie je, met een beetje wilskracht, nooit geërgerd te verbazen als ik me af en toe wat eigenaardig gedraag!"
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] PETRUS zegt: "Ongetwijfeld! Ik weet wel dat de zee hier het diepst is; als Hij het is, zal mij niets overkomen, -is Hij het echter niet, maar een spook dat ons voor de gek houdt, dan zijn we toch al verloren. In dat geval ga ik slechts een paar ogenblikken vóór jullie naar de diepte en zal voor jullie allemaal vast een woning reserveren!"
Hoofdstuk 101: Petrus loopt op de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Daar hoort echter bij dat de ingewijden steeds het diepste stilzwijgen in acht nemen, en ieder heeft de strengste opdracht om tegenover de buitenstaanders de waarheid meer te mijden dan de pest, want iedere waarheid maakt de mensen tot slaven van de dood. Volgens hen duidde Mozes hier ook al op in zijn Genesis in een enkel kort vers, waarin hij met de zuivere waarheid kwam toen hij zei: ' Als je zult eten van de boom der kennis -wat zoveel wil zeggen als: de boom der waarheid -dan zul je sterven!' En zo gaat het met die mens, die overal de waarheid wil kennen en zich haar, en dus de dood, in de armen werpt. Daarom heeft ook Mozes, als ingewijde in alle wijsheid en waarheid van de Egyptische priesterkaste, bij de Joden meteen een priesterstand gevormd, die zich -weliswaar helemaal gedegenereerd -tot op deze tijd heeft staande gehouden.
Hoofdstuk 99: De levensbeschouwing van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Het hoofdprincipe moet echter liefde zijn. De buitenstaanders moeten deze liefde, als door God verplicht, tot basis van hun bestaan maken. Daarom moeten de mensen door wetten, die God zou hebben geopenbaard, streng aan het uitoefenen van deze deugd gehouden worden. Opdat zij zich steeds meer beijveren in deze deugd en zij zich de gepredikte godheid als werkelijkheid meer verzinnebeelden, moet hen vooral de liefde tot God zo vast mogelijk op het hart gebonden worden. God Zelf moet hen enerzijds als een goede vader vol van de grootste liefde, en anderzijds, aan de weerspannigen, als de rechtvaardige rechter worden voorgesteld, die al het goede volgens de gepredikte liefde eeuwig beloont, maar ook al het kwade, dat in strijd is met de gepredikte liefde, in tijd en eeuwigheid bestraft. Daardoor zal de mensheid het gemakkelijkst in toom gehouden worden en bruikbaar zijn voor allerlei goede en nuttige zaken.
Hoofdstuk 99: De levensbeschouwing van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Of je Mij ziet of niet, Ik ben toch bij jullie. Want als je in Mij gelooft, op Mijn naam bouwt, vertrouwt en hoopt, en Mij waarachtig liefhebt, dan ben Ik altijd bij jullie en temidden van jullie. Maar bij degene die aan Mij twijfelt ben Ik niet, ook al ziet hij Mij vlak naast zich staan!
Hoofdstuk 102: Aankomst in de vrije stad Genezareth. In Genezareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Laat ieder van jullie daarom geestelijke schatten verzamelen, die niet door de roest en de motten vernietigd kunnen worden, dan zullen jullie in eeuwigheid alles in overvloed hebben!
Hoofdstuk 102: Aankomst in de vrije stad Genezareth. In Genezareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar jullie hadden op jullie schip, dat gedurende deze nacht door een zeer krachtige storm geteisterd werd, de onverwoestbare schatten voor geest en leven uit God geladen, -en zie, met al zijn onstuimige geweld was de orkaan niet in staat jullie in de afgrond te slingeren! En daarom kwam Ik te voet over de bruisende golven naar jullie toe, om jullie door de daad te tonen dat hij, die alleen de eeuwige schatten van de hemel bij zich draagt, zich gemakkelijk boven alle helse stormen en golven van het wereldgebeuren verheft en zonder schade te lijden daarover kan wandelen en uiteindelijk toch meester is en blijft van alle moeiten der wereld.
Hoofdstuk 102: Aankomst in de vrije stad Genezareth. In Genezareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Als hij zijn levensschip echter belast met de schatten der wereld en de storm hem achterhaalt op de golven van zijn geldzorgen, dan zullen schip en schipper beiden onder gaan! -Hebben jullie al deze woorden goed begrepen?"
Hoofdstuk 102: Aankomst in de vrije stad Genezareth. In Genezareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] EBAHL nam ons zeer gastvrij op en zei: "Naar uiterlijk en kleding zijn jullie Galileeërs uit de omgeving van Nazareth!?" Wij beaamden dat en hij liet meteen brood, wijn en vis voor ons brengen en zei: "Drie dagen en drie nachten behoeven jullie niets te betalen! Maar als jullie, Nazareeërs, mij in kunnen lichten over de beroemde heiland die Jezus heet, die op de wonderbaarlijkste wijze alle mogelijke ziekten moet kunnen genezen, dan houd ik jullie je leven lang vrij en dan kun je eten en drinken wat je maar wilt!
Hoofdstuk 103: Genezareth. De herberg van Ebahl. (6/7.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als jullie mij dus deze Jezus uit Nazareth kunnen bezorgen of mij alleen maar zeggen waar ik hem met vrij grote zekerheid kan aantreffen, dan zijn jullie allemaal, zoals gezegd, je leven lang mijn gasten!"
Hoofdstuk 103: Genezareth. De herberg van Ebahl. (6/7.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Al deze kinderen zijn volgens de Schrift opgevoed, en mijn oudste zoon is een schriftgeleerde, maar staat niet in dienst van de tempel, want hij is het slechts voor zichzelf en te eniger tijd voor zijn nakomelingen! Maar ook mijn andere kinderen zijn goed onderlegd in de Schrift, kennen de ware wil van God, en zijn altijd strikt gehouden om daarnaar te handelen. Zij hebben God lief, maar zij vrezen Hem ook, want de vreze Gods is het begin van de wijsheid. In mijn huis worden de echte wijze uitspraken van Jezus van Sirach streng nageleefd. - Bent u tevreden over mijn huisregels, grote meester?"
Hoofdstuk 103: Genezareth. De herberg van Ebahl. (6/7.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] IK zeg: "Volgens de gebruiken die tot op heden in zwang zijn is er niets op je huisregels aan te merken, en Ik verbied ook niemand om twee, drie en ook nog meer vrouwen te hebben, want de vrouw is geschapen voor de voortplanting van de mensen. Een onvruchtbare vrouw is aan God niet welgevallig tenzij zij van nature onvruchtbaar is, - wat iets is waar geen mens wat aan kan doen.
Hoofdstuk 103: Genezareth. De herberg van Ebahl. (6/7.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124  ...