Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 111 van 278

...  99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124  ...
[17] Ik zei: 'Dit keer ben Ik helemaal tevreden met wat jullie gezegd hebben, en omdat jullie de uitleg van het tweede hoofdstuk van de profeet goed begrepen hebben, kunnen we nu dan ook zonder meer overgaan tot het derde hoofdstuk. Luister dus naar Mij!'
Hoofdstuk 174: Uitleg van Jesaja 2, 6 -22. De genade-openbaringen van het nieuwe licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wanneer bij de mensen een volledig gebrek aan het levende water uit de hemelen is ingetreden en alle vlees zich met zijn ziel in de dikste duisternis bevindt, wie zal dan bij de mensen als een waar en rechtvaardig rechter optreden? Wie zal de gave van de profetie hebben? En mocht iemand die nog voor zichzelf bezitten, wie zal hem dan zonder innerlijk begrip geloven dat het zo is?! Wie zal voor de geestelijk blinden en - doven kunnen profeteren? En wie zal door de duistere mensheid vanwege zijn uitmuntende wijsheid tot een waar Oudste verkozen worden om hem tot haar herder te maken? Begrijp dit nu goed!
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Zo zal het eens ook in Mijn rijk zijn. Wie daar de kleinste en minste zal zijn, zal ook de grootste zijn. Want in de hemel is alles tegengesteld aan de wereldorde hier; wat in de ogen van de wereld belangrijk en luisterrijk is, is in de hemel heel klein en gering en zonder enige pracht of praal.
Hoofdstuk 177: De zucht naar aanzien. Hoogmoed en deemoed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daarop ging Ik met Mijn leerlingen en met Rafaël, Lazarus en Nikodemus helemaal onderaan zitten, en Agricola zei: 'O Heer en Meester, nu zie ik maar al te goed in, waar voor ieder mens de werkelijke eerste plaats is! Bij ieder waarachtig mens is de eerste rang verborgen in de diepte van zijn ware deemoed! ook wij Romeinen hebben daarvoor een oud en goed spreekwoord -het luidt: Laus propria sordet ( eigen roem stinkt) -, en ik ontdekte nu door Uw woorden dat dat zo is, en het doet me deugd dat wij Romeinen, zonder openbaring, toch door denken en ondervinding een waarheid ontdekt hebben die nu in het licht van Uw wijsheid veel beter blijkt te zijn dan al die nieuwe instellingen in jullie tempel, die de meest wijze van alle koningen der aarde gebouwd heeft!'
Hoofdstuk 177: De zucht naar aanzien. Hoogmoed en deemoed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Lazarus zei: 'O Heer en Meester, dan zou het beter zijn als de mens nooit op deze wereld zou zijn geboren! Want een zelfbewust levend wezen, dat kan denken, redeneren en zoveel kan begrijpen en tot stand kan brengen en dat vaak zo'n groot welgevallen heeft aan Uw werken die hem gelukkig maken, zou zonder een bepaald uitzicht te hebben op een eeuwig en volmaakt voortbestaan volgens mij vele duizenden malen ellendiger zijn, dan de miserabelste naakte worm in de allervuilste en stinkendste poel van de hele aarde.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] Uit dit alles blijkt toch wel duidelijk dat het streven van de mens naar de wedergeboorte van zijn geest in zijn ziel -als hij eenmaal de wegen daartoe kent -de allereerste en allerhoogste behoefte is. Want zonder deze wedergeboorte houdt hij, ondanks zijn nog zo heldere wetenschap, volledig op een mens te zijn. Hij is dan niets meer dan een verstandig, veel wetend en daarom des te miserabeler dier in de gedaante van een mens. Heer en Meester, heb ik daar gelijk in of niet?'
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Dat ga Ik nu ook doen; maar Ik moest je eerst nog laten zien, dat mensen zonder het geringste vooruitzicht op een eeuwig leven ook heel tevreden zijn met het slechts tijdelijke leven. En zulke mensen die een bepaald vooruitzicht hebben op een eeuwig leven, waarvan jij er nu met Mijn leerlingen ook een bent, zijn er in deze tijd nog maai heel weinig en er zullen er ook nooit heel erg veel op deze aarde zijn. Maar dat dit het geval is en helaas ook in de latere toekomst zo zal zijn, wordt nu juist door dit verschijnsel van de drie zonnen aangetoond.
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Wil Ik dan soms dat het erna nacht wordt? O neen, maar de traagheid van de mensen zal dat willen en de wil van de mens moet vrij gelaten worden, ook dan nog, wanneer hij daardoor een tienvoudige duivel zou worden; want zonder de totaal vrije wil houdt de mens op mens te zijn, en is hij niets anders dan een machine, -wat Ik jullie al vaak duidelijk heb laten zien.'
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[41] De Farizeeën en aartstempel joden zeiden daarop met heftige stem: 'Wij weten dat God de zondaren niet verhoort! God verhoort alleen een godvruchtig mens die zonder zonde is en in alles de wil van God doet. , (Joh. 9,31)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Wat kunnen die mensen eraan doen, die honderden en duizenden jaren vóór ons geleefd hebben en onmogelijk ooit iets hebben kunnen horen over jouw leer, die als enige alle zielen tot leven strekt? Die arme mensen bevinden zich dus volgens jouw woord zonder uitzondering in de eeuwige dood!?
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] In deze wereld gaan jullie daar minder onder gebukt, omdat jullie je zelf heel goed weten te troosten met alle dingen van de wereld; maar als jullie ziel zich weldra zonder aards lichaam, in de geestelijke wereld in haar eigen sfeer zal bevinden, die uit haarzelf voortkomt en die zonder liefde en zonder licht in zich zelf is, -hoe zal het haar dan vergaan?!
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Een aartsfarizeeër van Kajafas' partij zei nu: 'Als het dan allemaal zo is als jullie nu welmenend naar voren hebben gebracht, wat kunnen we volgens jullie dan het beste doen? Want we kunnen deze dingen, die onze ondergang zullen bewerkstelligen, toch niet zomaar zonder in te grijpen laten gebeuren!'
Hoofdstuk 191: Een nieuw plan van de tempeldienaren om de Heer gevangen te nemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik zei: 'God heeft ieder mens een volkomen vrije wil gegeven en een verstand en een geweten dat altijd waarschuwt en terechtwijst; zonder deze drie zaken zou de mens niet meer dan een dier zijn.
Hoofdstuk 193: De gelijkenis van de wijngaardeniers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Als de mens het goede en ware onderscheidt, maar toch vrijwillig in strijd daarmee handelt, bouwt hij zijn eigen gericht en zijn eigen hel en is daardoor hier op aarde reeds een volslagen duivel. En zie, dat is dan de straf die een mens zichzelf aandoet, zonder dat Ik dat wil!
Hoofdstuk 202: De vrije wil van de mens Menselijk ongeduld en Gods lankmoedigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Jozef zei: ' ja, mijn liefste zoon en ook mijn Heer, als het er zo voorstaat, heb ik natuurlijk geen angst en geen vrees meer; want nu pas heb ik mijn heil geheel en al gezien. Nu zullen we dan ook zonder enig bezwaar meteen met de bewuste bouw beginnen en vandaag nog naar de plaats gaan waar onze oude vriend zijn huis en zijn stal gebouwd wil hebben!'
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124  ...