Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 111 van 728

...  99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124  ...
[12] De ENGEL zegt: "U beleeft nu echter niet voor de eerste maal iets, wat ook de oude vaders hebben beleefd! Dertig jaar geleden hebt u in de tempel ook al iets dergelijks beleefd, waarna de toenmalige hogepriester, voornamelijk door uw hand, tussen het altaar en het allerheiligste gedood werd! Waarom geloofde u dan tóen het duidelijke wonder niet, en waarom werd u zelfs tegen een hogepriester zo meedogenloos?!"
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Almachtige, hemelse vriend! Als iemand tegen mij zegt: 2 en 2 is 4, en dat de dag licht is en de nacht duisternis, dan heeft hij de volle waarheid gesproken en ik zal hem als vriend aan mijn borst drukken. Als er echter één komt die met een stalen gezicht beweert dat 2 en 2 5 is en dat de dag duister en de nacht licht is, dan sla ik zo'n os meteen met één slag dood, want zo'n moordenaar van de geest vind ik veel erger dan elke dief en struikrover en moordenaar!
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Dat was nog maar het begin. Het was natuurlijk van a tot z gelogen, omdat ik tot op dit uur gedurende dertig volle jaren behalve bij volle maan geen nachtlicht heb gezien, - behalve dan ook nog de verlengde avondverlichting van gisteren, die echter veel beter had kunnen wegblijven, waardoor veelongeluk voorkomen zou zijn. Niemand mocht hem vragen wat daarmee werd bedoeld en toch eiste hij onwankelbaar geloof.
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Maar daarmee hebben we echt niet zo veel gewonnen, want de opvolgers van de gedode waren daarna nog honderd maal erger: v oor ons was het toen echter ook helemaal met meer uit te houden in de tempel. Ik bedacht me, speelde de aartshuichelaar en werd daardoor al gauw hierheen verplaatst als overste met alle rechten van een hogepriester . Hier liet ik mij niets te kort komen en ik was naar buiten toe streng, maar innerlijk was ik heel aardig en goedsmoeds. Zo nu weet je ook waarom Zacharias werd gedood! -Wat vind je daar nu wel van?"
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] RAPHAËL zegt: "Mozes niet en David ook niet! Want beiden verkondigen de mensen het juiste, goede en ware! Mozes zei niet op bevel van Jehova, dat Deze niet te enigertijd als mens onder de mensen zou kunnen komen, hij verbood slechts om van God een gesneden beeld te maken op de manier van het gouden kalf. Zo zei Jehova ook tegen Mozes, dat niemand Hem als God of Geest zou kunnen zien en leven. Meteen daarop zei Jehova echter toch tegen Mozes: 'Kijk Mij na, -maar blijf achter de rots!', en Mozes zag de rug van Jehova.
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] U hebt toch ook al reeds dertig jaar de oude ark des verbonds aan de kant gezet omdat de vuurzuil en rookkolom was verdwenen en in plaats daarvan hebt u er een nieuwe, geheel materiële neergezet! Dat is echter ook, zonder dat u het begrijpt, een getuigenis voor deze tijd. Het betekent dat Jehova nu niet meer alleen als geest boven alle materie verheven zweeft, zoals eens boven de nachtelijke wateren. Hij verliet Zelf de plaats waar Hij Zich als Schepper en Vader maar moeilijk en onduidelijk door middel van de gewekte ziener voor de andere kinderen herkenbaar maakte. Hij kwam daarom Zelf in het lichaam van een mens en leert nu Zelf de mensen en onderhoudt Zich met Zijn kinderen!
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] STAHAR antwoordt, terwijl hij nu diep nadenkt over de woorden van de engel: "Hm, dat is een heel vreemde gewaarwording! Het is zeker waar en de waarheid straalt uit ieder woord van je hemelse mond. Ik ben nu bekeerd. Het gaat nu echter om mijn collega's, dat ook zij bekeerd worden, en dan gaat het erom waar wij de grote Messias kunnen ontmoeten om Hem Zelf te horen!"
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] STAHAR zegt: "Als het zo is, wat ik binnen mijn persoonlijke sfeer helemaal niet wil betwijfelen, dan vraag ik echter: Wat doen we dan met Mozes, bij wie toch ook heel nadrukkelijk en duidelijk staat: 'Geen mens kan Jehova zien en tevens het leven behouden!'? Tevens vinden we in Mozes een formeel verbod, van Jehova's kant aan de grote ziener, waarin staat dat men God met geen enkele afbeelding, hoe verheven ook, mag voorstellen! Maar jij zegt dat de Messias, volgens het gezegde van David, nu Zelf als een mens In corpore (lichamelijk), dus geheel en al vorm, rondwandelt!? Hoe staat het dan met het verbod van God bij Mozes, wat moet daarmee gebeuren?! Eén moet vervallen, hetzij Mozes of jouw Messias, want Mozes en David kunnen onmogelijk beiden gelijk hebben!"
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] De collega's zijn het daarmee eens en gaan naar Cyrenius, en als ze daar aankomen zegt STAHAR: "Hier zijn we dan en wij staan nu geheel en al tot uw dienst. Wat u wilt, zullen wij ook doen en zijn en niemand zal ons ooit meer tegen u opzetten! Laat de goede, almachtige boodschapper van God echter ook deze broeders van mij nog meer bevestigen in het geloof aan alles wat ik zelf in het begin moeilijk kon aanvaarden!"
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] CYRENIUS zegt: "Nu ziet u dat wij Romeinen niet zulke onbarmhartige rechters zijn als u zo lang hebt gedacht. Wij willen echter een streng recht en de volle waarheid! Wie daaraan voldoet, is onze vriend, krijgt het Romeinse burgerrecht en geen rechtbank buiten die van Rome mag hem ooit veroordelen.
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Onder ons gezegd: Wij hebben enig vermoeden in de richting van iemand van wie wij al heel veel ongelofelijks hebben gehoord, dat ons echter nu niet meer ongelooflijk voorkomt sinds wij de daden van de engel hebben gezien!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het schenkt ons echter erg veel vreugde dat jullie hier ook dat hebben gevonden, wat wij hebben gevonden. Jullie kostte het weliswaar je uiterlijke, prettige bestaan. AI jullie bezit heeft het vuur verteerd en het lekt er nog aan. Net als wij bezitten jullie nu niets meer! Maar de wil van God is eens en voor al deze: Als wij mensen God werkelijk willen naderen en de oprechte wens en wil in ons hart koesteren in alles helemaal door God verzorgd te worden, moeten wij eerst uit grote liefde tot en in het sterkste vertrouwen op -de almachtige Vader, de gehele wereld de rug toekeren en alles wat ons op de wereld als deel van de wereld lief en dierbaar was, tot op het laatste atoom verliezen. Dan pas is God de Heer en Vader bereid ons -die door de wereld verlaten en uitgestoten zijn -als Zijn kinderen aan te nemen en geheel voor ons te zorgen, zodat we dan pas echt voor eeuwig verzorgd zijn.
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Nu wij ons echter geheel van de volle waarheid hebben overtuigd, kunnen wij er ook met meer omheen, de waarheid, die uit de hemelen kwam, aan te zien voor wat zij is, -en dat des te meer omdat tijd, omstandigheden en de oppermacht van Rome daarbij gunstiger voor ons zijn dan wij ooit hadden kunnen verwachten!
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Ook alle anderen geven hem een zekere verborgen hoogachting, die mij echter niet ontging! Als dat eventueel geen keizerlijke prins uit Rome is, dan zou ik nu al zweren dat déze mens de Messias is en geen ander!"
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Hij is dus hier, daarvan kunt u nu geheel verzekerd zijn. Nader Hem echter eerst in uw hart en neem ook het ernstige besluit al uw oude gewoontes en zonden grondig af te leggen, dan zal Hij weldra tot u komen en u de goddelijke opdracht geven wat u in de toekomst zult moeten doen!
Hoofdstuk 156: Over de verantwoordelijkheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124  ...