Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1102 van 1110

...  1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110
[10] Zijn bedoeling was namelijk om uit dit huis weer een andere Engelen­schaar te scheppen. Hij wilde een Engel scheppen, die Adam zou zijn. Deze zou uit zich schepselen geboren doen worden, gelijk aan hem, die dan het huis der nieuwe geboorte zouden bezitten. Midden in de tijd zou hun koning uit het lichaam van een mens geboren worden, die bezit zou nemen van het nieuw geschapen rijk in de plaats van de verdorven en verstoten Lucifer.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] Nu was dit het voornemen van God, dat Hij uit de aarde een schone Engelenschaar wilde maken en daarbij nog allerlei vormen. Daarop zou alles groeien en bloeien en geboren worden, zoals men ziet aan de ertsen, de stenen, bomen, kruid en gras, en aan allerlei dieren naar Hemelse vorm. En aangezien deze vorming vergankelijk was, omdat zij voor God niet rein was, wilde God aan het einde van die tijd het hart en de kern uit de nieuwe wedergeboorte trekken en het scheiden van de dood er de toorn, opdat deze nieuwe wedergeboorte buiten deze plaats in God voor eeuwig zou kunnen groeien en bloeien, en Hemelse vruchten voort­brengen.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[20] Het is met deze geboorte juist als bij de mensen, wier lichaam ook een vader is van de ziel, want de ziel wordt uit de kracht des levens geboren, en als het lichaam zich bevindt in de angstige geboorte van God en niet in grimmige en helse geboorte, dan wordt de ziel van de mensen van dezelfde kwaliteit als van de zuivere Godheid, dus als een deel van zijn lichaam.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[5] En als het geboren is, zo is het een andere persoonlijkheid als de Vader, want de Vader is de Kracht en het Rijk en de Zoon is het Licht en de glans is de Vader, en de Heilige Geest is de uitwerking van beide, en formeert alles en geeft er vorm aan. Zoals de lucht uitgaat vanuit de zon­nekrachten en de sterrekrachten en in deze wereld arbeidt, en alle schepselen doet geboren worden en gras en kruid en bomen opgroeien evenals alles, wat in deze wereld bestaat, evenzo gaat ook de Heilige Geest uit van den Vader en den Zoon en schept en vormt alles. Al het gewas en elke vorm, die de Vader wil scheppen, worden in 't leven ge­roepen door den Heiligen Geest; daarom is God één Enig God -en zijn de drie persoonlijkheden van Vader, Zoon en Heilige Geest in Hem aan­wezig.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] Wanneer men nu zou zeggen: de Zoon Gods is een afbeeldsel, dat meet­baar is zoals de zon, zo zou op de plaats waar de Zoon was, drie persoonlijkheden zijn en de glans en glorie, die van den Zoon uitging. En wanneer de Vader buiten den Zoon alleen bestaanbaar was, zo zou de kracht des Vaders, die ver van den Zoon verwijderd was, buiten de poor­ten der Engelen geen Zoon en Heilige Geest doen geboren worden en Hij zou niet een almachtig Wezen zijn zonder den Zoon; en Hij zou een meet­bare zelfstandigheid moeten zijn. Maar zo is het niet. Het is er evenzo mee als met een kostelijk stuk goud. Ten eerste is er de materie, dat is als 't ware de moeder, het wezenlijke, die in dat stuk goud het goud doet ont­staan en in het goud is de kracht van het voorwerp gelegen. De materie beduidt den Vader, het goud beduidt den Zoon, de kracht is te vergelijken met den Heiligen Geest.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Op een dergelijke wijze kan men ook het drievoudige in de Heilige Drie­vuldigheid beschouwen, slechts met dit verschil, dat in het laatste geval alles beweegt en leeft door den Heiligen Geest en alles van Hem uitgaat. Men vindt ook in een stuk goud een bepaald gedeelte, waarin meer en schoner goud aanwezig is, dan in een ander gedeelte, hoewel toch het gehele stuk van goud is. Evenzo is die plaats, waar Zijn Zoon en Hart geboren werd, den Vader het lieflijkste en schoonste. Zo weet ge de juiste grond van dit geheimenis en zo weet ge ook, dat de Zoon niet op eenmaal, op een bepaald tijdstip uit den Vader werd geboren, en zo een begin zou hebben en zich als een Koning zou laten aanbidden. Neen, dan zou Hij niet een Enigen Zoon zijn; Hij zou dan ook niet alwetend kunnen zijn, want Hij zou niet weten, hoe het was voor Hij geboren was. De Zoon wordt van eeuwigheid tot eeuwigheid voortdurend geboren en straalt van eeuwigheid tot eeuwigheid Zijn Licht uit. De krachten des Vaders zijn altijd vervuld van den Zoon en doen Dezen steeds opnieuw geboren worden. Daaruit ontstaat de Heilige Geest, gaat van den Vader en den Zoon uit en heeft ook begin noch einde. En de Heilige Geest is alom in den Vader tegenwoordig; geen schepsel kan dit bevatten of na­denken. Amen.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] Zoals de Vader Zijn Zoon, d.w.z. Zijn Hart of Licht uit al zijn krachten doet geboren worden, alzo is het ook met het Rijk der Engelen; dit is gemaakt naar de gelijkenis en het Wezen Gods. Een cherub of aan­voerder van een Koninkrijk der Engelen is de bron of het hart van zijn gehele koninkrijk en is geschapen uit alle krachten, waaruit de Engelen ook geschapen zijn; hij is de lichtgevendste en de krachtigste. (De Koning der Engelen is het middelpunt of de bronwel, zoals Adams ziel het middelpunt is van alle zielen; en zoals uit de loco Solis, d. i. de plaats van de zon, de omgang der planeten voortkomt, omdat iedere ster de glans en de kracht van de zon begeert, zo ontvangen ook de Engelen de kracht van hun cherub of vorst, alles naar de gelijkenis van 't Goddelijke. Want de Schepper heeft uit de Salniter der goddelijke krachten het hart genomen en de cherub of koning daaruit geformeerd, opdat deze met zijn kracht wederom al zijne Engelen zou kunnen doordringen en hen allen zou aandoen met zijn kracht, zoals de zon met haar kracht alle sterren doordringt of, zoals het geval is met de krachten Gods en die van den Zoon van God, waardoor het Hemelse vreugdenrijk ontstaat. De Engelen van 't koninkrijk beduiden de vele en menigvuldige krachten des Vaders en de koning der Engelen beduidt den Zoon des Vaders of zijn Hart, waaruit de Engelen geschapen zijn. De werking die van den koning der Engelen uitgaat ten opzichte van zijn Engelen, of de aan­raking zijner Engelen met zijn kracht stelt voor God den Heiligen Geest. zoals de kracht van den Vader en den Zoon uitgaat en alle Hemelse vruchten en vormen aandoet, waardoor alles in opgang is en het Hemelse vreugdenrijk bevestigd wordt, alzo werken ook de krachten van den cherub of troonEngel, hij arbeidt in al zijn Engelen, zoals de Zoon en de Heilige Geest, of zoals de zon in de sterren werkt. Daarom ontvangen alle Engelen de wil van den troonEngel en zijn hem allen gehoorzaam. Zij zijn leden en hij is hun hart en zoals alle Hemelse vormen en vruchten de leden zijn des Heiligen Geestes en Deze is hun hart, of zoals de zon het hart van alle sterren is en alle sterren zijn leden der zon en allen werken alsof zij slechts één ster waren, terwijl de zon het hart is, in het midden van hen. Of er nu veel en menigvuldige krachten zijn, alles werkt tenslotte door de zonnekracht en alles bestaat door de kracht der zon, wat ge ook ziet, 't zij lichaam, metaal of gewas.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] Zo ook wordt het hart of het licht van God in het lichaam dezer wereld steeds weer geboren en dat zelfde hart is één met het eeuwige, zonder begin of einde zijnde hart van God den Vader, die in en boven alle Hemelen is.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Toen God zich in het lijf dezer wereld bewogen had, heeft de angstvallig­heid zich in de geboorte dezer wereld ingedrongen, waardoor de vuur­straal is ontstaan, en het licht der sterren is aangestoken door het water des levens. Tot aan de derde dag, tot de tijd der ontsteking van de toorn Gods in deze wereld, is de natuur in haar angstvalligheid een duister dal geweest, dat midden in de dood stond. Op de derde dag echter is het leven door de dood heengebroken en de nieuwe geboorte heeft zich toen ingezet. Want zolang en geen uur langer heeft ook de nieuw geboren
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] In het lichaam is de geboorte scherp, maar de nieuwe geboorte, die in het water des levens opgaat en door de dood heen dringt, maakt haar zacht. Toch kan zij de kern der scherpe geboorte niet veranderen, maar zij doet zich daaruit geboren worden, behoudt haar heilige nieuwe leven voor zich zelf, en dringt door de toornige dood heen en de toornige dood begrijpt het niet.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Merk op: Deze eigenschap of kern in de goddelijke kracht is de samen­trekking of vorming of inkrimping, want zij is de koude, die men ziet wanneer het water bevriest. De zachte hoedanigheid, het milde is de warmte, waardoor de koude wordt omgezet. Het water heeft hierin zijn oorsprong. De wrange, zure scherpe eigenschap heet dus: Hart en de andere, tegenovergesteld daaraan, heet warmte, verzachting, mildheid en het zijn twee eigenschappen, waaruit de Zoon Gods geboren wordt. Want wanneer de eigenschap scherpheid, wrangheid in eigen kracht werkt, is zij naar haar kern duisternis, en de eigenschap warmte is in eigen kracht gelijk een opborrelend en verwarmend omhoog strevend licht; een bron van zachtmoedigheid en weldadigheid. Omdat ze echter in God den Vader in elkander overvloeien als waren zij slechts één kracht­uiting, zo ontstaat daardoor een lieflijke, barmhartige werking. En zij zijn twee geesten Gods te midden van de zeven Oergeesten in de goddelijke kracht; hiervan geeft de openbaring van Johannes een duidelijk beeld. (Hoofdstuk 1). Hij ziet zeven gouden kandelaars voor den Zoon van God, die betekenen de zeven Geesten Gods, die in volle klaarheid lichten vóór den Zoon van God, en waaruit van eeuwigheid tot eeuwigheid de geboorte van Gods Zoon voltrokken wordt, en Hij is het Hart van deze zeven geesten.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Deze eigenschappen nu zijn in het lichaam vermengd, als waren zij alle tezamen slechts één eigenschap; toch borrelt ieder van hen in zijn eigen kracht omhoog en werkt naar buiten toe. Een ieder dezer kwaliteiten gaat over in alle andere en brengt deze in beweging, dat wil zeggen: zij doet de andere aan, en daardoor bekomen de andere hoedanigheden de wil, van de bepaalde hoedanigheden, die zich met hen heeft verweven. Zij erkennen haar scherpte en haar geesten vermengen zich steeds met haar. Nu veroorzaakt wrange, scherpe en zure eigenschap altijd, dat de andere eigenschappen zich samentrekken. Deze wrangheid, scherpheid doet het lichaam verdrogen; alle andere krachten verdrogen erdoor, en door haar aanraking komen de andere hoedanigheden niet tot hun recht. De zoete kwaliteit verzacht en bevochtigt alle andere, ze matigt de andere en daardoor worden zij lieflijk en zacht. De bittere maakt alle andere levend en bewegend en deelbaar in onderdelen, zodat ieder apart deel ook deel ontvangt van de krachten der oerbron, waardoor de beweeglijkheid ontstaat. De hitte ontsteekt alle eigenschappen, het licht verheft zich hieruit, zodat de ene eigenschap de andere kan opmerken, want wanneer de hitte in de zoete vochtigheid werkzaam is, zo doet zij het licht in alle eigenschappen geboren worden. Daaruit ontstaan de meningen en gedachten, zodat de ene hoedanigheid de andere ziet en erkent, die ook in haar aanwezig is, opdat zij beide als één worden, één wil, die in het lichaam opstijgt vanuit de eerste bronwel in de bittere kwaliteit. Dan doordringt de bittere kwaliteit de hitte, door de zuurheid heen, en de zoetheid in het water laat haar rustig er doorheen dringen, dan vaart het bittere in de hitte door het zoete water uit het lichaam en geeft het lichaam twee open poorten; dat zijn de ogen, de eerste uiting van lichamelijkheid.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Hiervan hebt ge een voorbeeld in deze wereld, deze aarde. Allerlei ge­stalten nemen vorm aan in de aarde. Ten eerste bevindt zich in de aarde de zure, scherpe eigenschap, die de salniter samentrekt en de aarde vastheid geeft, zodat zij één geheel is en niet uit elkaar valt. Allerlei voor­werpen bevat zij, naar hun eigen aard en substantie, zoals stenen, ertsen en allerlei wortelen. Wanneer deze nu gevormd is, zo ligt ze daar als stoffelijke en bewegende substantie als in een eigengevormd lichaam; zij heeft echter nog geen leven, waardoor zij kan groeien en zich kan uitbreiden, wanneer de warmte er niet is, deze is de natuurgeest. Wan­neer de warmte der zon de aardbodem verlicht, groeien in de aarde aller­lei vormen van ertsen, kruiden, wortelen en al wat daar nog meer is. Versta dit goed: De warmte van de zon doet in de aarde de zoete eigen­schap van het water in alle gestalten, die gevormd zijn, ontstaan; nu ontstaat door de hitte in het zoete water het licht, dat verlicht, de zure, bittere en wrange eigenschap, opdat zij in het licht zullen kunnen zien en terwijl zij zien vloeit de ene eigenschap in de andere over en erkent de andere, d.w.z. zij proeft, terwijl zij ziet de scherpheid van de andere; daaruit komt de smaak voort. En wanneer de zoete eigenschap de smaak van de bittere proeft, wijkt zij uiteen evenals het gaat bij een mens wanneer hij bittere of wrange gal proeft; dan verwijdt zich in zijn mond zijn geHemelte en dit wordt als 't ware breder, dan waarmee hij geboren is; alzo is het gesteld met de zoete eigenschap ten opzichte van de bittere. En wanneer het zoete zich op deze wijze uitzet en- wijkt voor het bittere, zo probeert het wrange nader te komen en wil ook gaarne van het zoete proeven en maakt het lichaam droog. Want het zoete is de moeder van het water en zeer zacht. Wanneer nu het wrange, zure en bittere door de hitte hun licht ont­vangen, zo zien zij het zoete en proeven zij zoet water, dan jagen zij het zoete water voortdurend na en drinken er van, want zij zijn hard, ruw en dorstig en de hitte doet hen te enen male verdrogen. En het zoete vlucht altijd voor het bittere en het zure en wijkt steeds daarvoor en het bittere en het zure jagen altijd het zoete na en laven zich aan het zoete en doen het lichaam verdrogen.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[30] Deze liefde en toorn vormen nu wel een lichaam, maar het water des levens is de Hemel van de scheiding tussen hen, zodat de liefde niet de toorn kan omvatten of begrijpen, en ook de toorn niet de liefde; de liefde echter gaat in het water des levens op en neemt uit de eerste en strenge geboorte de kracht, die in het licht is, hetwelk uit de toorn werd geboren; en zo ontstaat het nieuwe lichaam uit het oude. Het oude lichaam, dat staat in de strenge geboorte, behoort de duivel tot huis, het nieuwe is het rijk van Christus.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[31] Nu wordt er gevraagd: Zijn dan nu alle drie de aanzichten van de God­heid in de geboorte der zachtmoedigheid in deze wereld? Ja, zij zijn alle drie in deze wereld, in de volle geboorte der Liefde, zacht­moedigheid, heiligheid en reinheid en zij worden steeds in zulk een zelf­standigheid en wezen geboren, zoals het van eeuwigheid af gebeurd is. Zie, God de Vader sprak tot het volk Israëls, op de berg Sinaï, toen Hij hun de wet gaf: Ik ben een toornig en ijverig God dergenen, die mij haten. 2 Mos. 2O :5. 5 Mos. 5 : 9.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110