Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1102 van 1490

...  1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115  ...
[8] Waar mondt zo'n rivier dan in uit? Zo'n rivier ontspringt gewoonlijk uit de vele van grote vurige kraters voorziene bergen, verzamelt zich tot een niet zelden duizenden mijlen brede rivier en doorstroomt dan een gebied dat vaak heel wat langer is dan de afstand van jullie aarde tot aan jullie zon en mondt dan soms uit in een of andere grote zee, maar meestal in her en der liggende grote uitgedoofde kraters, vult deze geleidelijk op en maakt op den duur uit de grote en enorm diepe ravijnen vlak land, dat een voor jullie onbeschrijfelijke glans verspreidt. Maar mettertijd stolt het ook helemaal en kan als vruchtbaar land gebruikt worden.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie vragen: in dit land wordt men weliswaar overweldigd door grandioze heerlijkheden, maar hoe komt het dat we daar, behalve de vissen in de gracht rondom de berg waarop het paleis staat, geen ander, groter viervoetig dier ontdekt hebben? Geliefde vrienden en broeders, afgezien van de visjes en enkele vogeltjes zullen jullie op deze centrale zon helemaal geen ander dier ontdekken. Dergelijke dieren zijn alleen aanwezig op planetaire zonnen en op hun planeten en manen, omdat juist deze, in zekere zin trapsgewijs dalend, geleidelijk aan zijn gevormd uit de uitscheidingsproducten van zulke centrale zonnen, waardoor, zoals jullie naar mijn weten al vaak hebben ondervonden, in het leven een hardere strijd om het bestaan moet worden gevoerd om tot de benodigde degelijkheid en reinheid te komen. Jullie mogen de volgende verhouding in je opnemen:
Hoofdstuk 27: Waarom er op de centrale zonnen bijna geen dieren zijn. Een licht op het voorbeeld van de rijke jongeling. Tocht door een uitgestrekter zonnedistrict - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Dat zijn dus de begrenzingen van onze districtsgebieden. Kunnen deze grenzen of afbakeningen van de districtsgebieden dan niet overschreden worden? Dat kan hier niet zo gemakkelijk, want in de eerste plaats is zo'n districtsgebied al zo oneindig groot, dat daarin miljoenen maal miljoenen mensen buitengewoon goed verzorgd kunnen worden en wat ruimte betreft hoogst geriefelijk kunnen leven. Ten tweede bevinden zich op zijn oppervlak talloze heerlijkheden en veelsoortige, wonderbaarlijke dingen zodat de bewoners van zo'n districtsgebied hun hele leven lang voldoende hebben om te bekijken, te bestuderen en er geestelijk van te genieten. Zij bekommeren zich dan nog minder om een ander gebied dan jullie dat op jullie aarde doen om de omstandigheden op een vreemde planeet, vooral wanneer jullie op je eigen planeet echt goed van alles voorzien zijn.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Deze lichtwaterstroom kan echter met niets gelijksoortigs op jullie aarde vergeleken worden, omdat zij slechts eigen is aan zulke zonnenwerelden. De bewoners verzamelen dit lichtwater in bepaalde vormen, waarin het dan weldra stolt en overgaat in de zogenaamde lichtgevende witte stenen. In dit opzicht is het met dit water bijna hetzelfde als met jullie water op aarde, dat ook al gauw tot zoutkristallen stolt als het van de totale massa wordt afgezonderd. Maar op zich stolt dit lichtwater niet in zijn bedding, omdat het daaruit de steeds weekmakende voeding opneemt.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Zijn deze enorm grote woongebieden, waarvan er dus een zeer groot aantal is, onderling afgebakend of niet? Ze zijn onderling heel streng afgebakend. Waardoor dan? Meestal door eindeloos uitgestrekte rijen van vurige kraters, hier en daar ook door buitengewoon hoge gebergten, waarvan de toppen, als ze vanaf jullie aarde zouden oprijzen, heel gemakkelijk de baan van jullie maan zouden kunnen verstoren. Het oppervlak van deze bergtoppen is soms nog groter dan de helft van het oppervlak van jullie aarde.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie vragen je af hoe deze mensen overal zo vlug gekomen kunnen zijn. Ik zeg jullie dat zoiets hier heel gemakkelijk kan. Ten eerste zijn hun lichamen veel lichter dan die van jullie op aarde; bovendien bezitten alle zonnebewoners meestal een aanzienlijke wilskracht waarmee ze allerhande dingen kunnen volbrengen die voor aardbewoners echt onmogelijk zijn. Zij kunnen zich dan ook met een aanzienlijk grotere snelheid over hun aardoppervlak voortbewegen dan jullie kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Deze eigenschap is echter voor de bewoners van een wereld van zo'n immense uitgestrektheid ook absoluut noodzakelijk, want als ze zich niet sneller zouden kunnen voortbewegen dan jullie op aarde, wat zouden ze dan wel kunnen uitrichten tijdens de vele reizen door de gebieden, waarvan een enkel district zoals dat van dit paleis, het oppervlak van jullie aarde in grootte vaak meervoudig overtreft. Centrale zonnen onderscheiden zich van de planetaire zonnen door het feit dat ze geen bewoonbare gordels hebben, maar slechts grote bewoonbare gebieden die men eventueel oasen zou kunnen noemen. Hoeveel van dergelijke oasen er voorkomen op een centrale zon, waarvan de omvang volgens jullie maat verscheidene biljoenen mijlen bedraagt, valt verstandelijk nauwelijks te bepalen. Maar jullie kunnen met zekerheid aannemen dat er in zo'n zonnengebied evenveel zijn als het aantal planetaire zonnen met hun planeten, die allemaal tezamen tot die ene centrale zon behoren.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Kijk nu, de vlam op het altaar is gedoofd. De oudste laat zijn staf zakken en de gehele bevolking van dit paleis gaat naar buiten om zich na deze geweldige les opnieuw te sterken. - Ook wij gaan naar buiten en vandaar verder naar een andere plaats.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, aldus heeft onze oudste allen uit de vlam voorgelezen. Maar wat zeggen nu de kinderen op deze voorlezing? Zij zeggen: grote God, het moet toch wel iets oneindigs zijn om een kind van U te worden, maar als Uw wil nog heftiger is dan de eindeloze gloed die onze wereld in haar diepe kraters draagt, wie kan die dan verdragen en daarbij in leven blijven? Laat ons daarom blijven wat we zijn en laat U altijd door ons een offer van onze wijsheid brengen! Neem daarom die schrikwekkende vlam op Uw altaar weer terug en laat ons gaan en in vrede leven!
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Jullie beoordelen en erkennen de oneindige macht van Mijn wil; wie van jullie kan de confrontatie met Mijn wil aan en zeggen: Heer, laat mij met U strijden? - Zal het kleinste vonkje hem niet meteen vernietigen alsof hij nooit had bestaan? Ja, het kleinste vonkje van Mijn wil is voldoende om talloze zonnenwerelden, zoals deze hier die jullie bewonen, in het niets te doen opgaan.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Jullie siert een machtige staf van wilskracht en als jullie hem opheffen dan beeft jullie grote wereld onder de grote dwingende macht van jullie wil, maar Mijn kinderen moeten een zware dwarsbalk op hun schouders laden, die hen ter aarde drukt en hun de dood brengt waarover jullie kleine wereld geweldig jubelt. Pas uit deze dood kunnen zij verrijzen, aan Mij gelijk worden, en dan doen wat Ik doe, echter niet om te heersen, zoals jullie, maar om allen te dienen met de grootste liefde en zachtmoedigheid en in volledige overgave aan Mijn wil. Denken jullie dat het een kleinigheid is om je helemaal aan Mijn wil over te geven? - Luister en neem het op:
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Wanneer jullie dit echter na jullie beoordeling duidelijk inzien, wat zullen jullie dan wel zeggen wanneer Ik jullie vanuit Mijn vuur te kennen geef dat het een opgave en een absolute voorwaarde is, dat Mijn kinderen zich volkomen aan Mijn wil moeten onderwerpen? Om deze voor jullie onbeschrijfelijk grote opgave te volbrengen moeten Mijn kinderen, of zij die Mijn kinderen willen worden, tijdens de periode van hun vrijheidsproef voortdurend de last van Mijn wil leren dragen en moeten zij zich door het vuur van Mijn ijver onder veel angst en pijn helemaal laten verteren, opdat zij daardoor voor eeuwig verwant mogen worden aan het eindeloze, eeuwige vuur van Mijn wil. En zelfs velen die deze proef tijdens hun afzonderlijke vrijheidsperiode niet doorstaan hebben, moeten het zich dan na hun omvorming laten welgevallen om zich gedurende voor jullie ondenkbaar lange tijden in het vuur van Mijn wil te laten reinigen en daaraan met de grootste moeite te wennen, voordat zij als de allergeringsten onder Mijn volmaakte kinderen kunnen worden opgenomen.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Willen jullie Mijn kinderen worden dan moeten jullie dat in gedachten houden en alle voordelen van jullie leven voorgoed laten varen. Zelfs jullie leven met zijn hoogst heldere bewustzijn moet voor Mij worden opgeofferd; jullie mogen niets anders behouden dan jullie totaal leeggemaakte wezen. Want zo, zoals jullie zijn, zijn jullie weliswaar ook vaten van het leven dat uitgaat van Mijn licht, maar als Mijn kinderen moeten jullie tot woonplaats van Mijn eigen eeuwige Geest worden. En deze kan niet wonen in de vluchtigheid van jullie licht, maar slechts in grote vastheid die gedegen genoeg is om het almachtige vuur van Mijn eigen eeuwige liefdeleven te weerstaan.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Voor de grote ben Ik groot, voor de kleine ben Ik klein, voor de sterke ben Ik sterk en voor de zwakke ben Ik zwak; maar in deze zwakte rust een geheime kracht die machtiger is dan heel de kracht der groten. Wie barmhartig is, voor hem ben Ik ook barmhartig; wie goed doet, goed ontmoet. Voor een heer ben Ik een heer, maar voor een dienaar een knecht. De wijze maakt liever geen gebruik van Mijn licht, maar voor de eenvoudige zullen alle gebieden van Mijn goddelijke overvloed openstaan. Wie vervuld is van zijn verstand, voor hem woon Ik in het ontoegankelijke licht; maar met degenen die als dwazen worden aangemerkt door de wereld en haar glans, zal Ik omgaan als een broeder. De kinderen van de zon bezitten grote macht; hun adem is sterker dan de hevigste storm op de kleine aarden en voor hun gedachten buigt hun wereld en drijft nieuwe vlammen uit haar uitgestrekte beemden. Maar zij die Mijn kinderen zijn en willen zijn, moeten zwak zijn en hun zwakte moet pas een kracht worden in Mij. De kinderen van de zon aanbidden Mij graag in hun licht, maar Mijn kinderen aanbidden Mij in hun vuur. De kinderen van de zon zijn wat ze zijn; maar Mijn kinderen mogen niet blijven wat ze zijn, maar zij moeten verteerd worden, opdat ze in hun vernietiging pas worden wat ze moeten zijn.
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Onze oudste heft zijn staf weer op en opent zijn mond. Wat zal hij nu wel tegen zijn kinderen zeggen? Zelf toehoren is het beste antwoord op deze vraag en dus luisteren we naar wat hij gaat zeggen. Zijn woorden luiden als volgt:
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115  ...