Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1102 van 1112

...  1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112
[10] Zijn bedoeling was namelijk om uit dit huis weer een andere Engelen­schaar te scheppen. Hij wilde een Engel scheppen, die Adam zou zijn. Deze zou uit zich schepselen geboren doen worden, gelijk aan hem, die dan het huis der nieuwe geboorte zouden bezitten. Midden in de tijd zou hun koning uit het lichaam van een mens geboren worden, die bezit zou nemen van het nieuw geschapen rijk in de plaats van de verdorven en verstoten Lucifer.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Zie, de sterren zijn uit God samengesteld; gij moet echter het verschil goed begrijpen, want zij zijn niet het hart en de zachte, reine Godheid, die men als God eren en aanbidden moet, doch zij zijn de binnenste en scherpe geboorte, waaruit het hart van God zich steeds openbaart en van waaruit de Heilige Geest uit de aanvang des levens steeds opgaat.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[19] De scherpe geboorte van de sterren kan noch het hart van God, noch de Heilige Geest bevatten. Maar het licht Gods, hetwelk opgaat in de angst evenals het golven van den Heiligen Geest, blijft geheel vrij, en heerst te midden van de schoot van de verborgen Hemel, die ontstaat uit het water des levens. Vanuit diezelfde Hemel hebben de sterren hunne eerste ontsteking bekomen, en nu zijn zij als een werktuig, dat God voor de openbaring nodig heeft.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Ten vierde is het toch geheel en al een duivelse en gemene verhovaar­diging, dat de ene mens zich boven de andere zou verheffen en hem zou verachten, beliegen, bedriegen en haten. Dat hij woeker van hem zou nemen, hem 't zijne zou misgunnen en nijd jegens hem zou gevoelen. Het brandt thans in de wereld alsof er een hels vuur is ontstoken. O wereld, waar is uw deemoed? Waar is uw liefde? Waar is uwe vriendelijkheid? Wanneer thans de mond spreekt: God groet u, zo denkt het hart, ja wees daarvoor gewaarschuwd. O, gij schoon koninkrijk der Engelen, hoe waart ge getooid en hoe heeft de duivel een moordenaarshol van u gemaakt. Meent ge, dat ge thans in de heerlijkheid staat? Ja, midden in de hel staat ge. Werden uwe ogen slechts geopend, dan zoudt ge het zien. Of meent ge, dat de Geest dronken is en u niet ziet? O, hij ziet u zeer zeker; uw schande staat voor God, naakt en open. Ge zijt als een ontuchtige vrouw, dag en nacht en zegt nog: ik ben een kuise maagd. Ach, wat kunt ge u spiegelen aan de heilige Engelen. Riekt uwe liefde en uw deemoed niet naar de hel? Dit alles zal in het volgende hoofdstuk besproken worden.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[28] Zoals nu de Goddelijke Drie-eenheid is als een Enig Wezen, terwijl de drie persoonlijkheden der Drie-eenheid met elkander verbonden zijn, evenzo als de verschillende delen van het menselijk lichaam, en zoals de ene plaats is als alle andere plaatsen, hoewel de een een andere bestem­ming heeft dan de andere, zoals het ook is met de verschillende delen van het menselijk lichaam, zo zijn ook de drie koninkrijken der Engelen met elkander verbonden en geen der drie bestaat afzonderlijk. Geen Engelenkoning mag zeggen: “Dit is mijn rijk” en een andere mag in mijn rijk niet komen. Al is het ook zijn oorspronkelijk, van nature geërfd rijk, en al zal het dat ook blijven, zo zijn toch alle andere koningen en Engelen zijn broeders, naar de natuur uit denzelfden Vader als hij en alle zijn zij de erfgenamen van het rijk huns Vaders. Zoals de Oergeesten Gods elk hun eigen plaats hebben en bestemming en toch met de andere geesten tezamen den enigen God uitmaken, (wanneer de andere er niet waren, zo was hij er óók niet), alzo gaat óók de ene geest in de andere op en evenzo is het ook met de heilige Engelen. Zij allen leven in en uit God. Daarom leven zij alle vriendelijk en vreedzaam bij elkander in het rijk huns Vaders, als geliefde broeders; er is geen grens voor elk van hen wat betreft het werk, waartoe elk van hen geroepen is. Een eenvoudig mens zou nu kunnen vragen: op welke wijze bewegen de Engelen zich of waarop steunen hunne voeten? Ik wil u hier het juiste daaromtrent meedelen. Zoals u het hier vindt uitgedrukt, zo is het in de Hemel, want de geest ziet onbelemmerd in deze diepte; ook is het zeer begrijpelijk. De gehele natuur des Hemels bestaat door de kracht van de zeven Oergeesten en de beweeglijkheid van alle eigenschappen wordt veroorzaakt door de kracht van de zevende oergeest; deze natuur of beweeglijkheid is zeer licht en als een nevel en als een meer van kristal, dat men door alles heen kan zien. Er onder en er boven is de diepte. De Engelenlichamen zijn ook op deze wijze samengesteld, maar hun lichamen zijn alleen van een drogere substantie en deze zijn de kern uit de natuur, het beste en de schoonste glans der natuur. Op de zevende Geest Gods, die dik als een nevel is en helder als een kristallen zee, bewegen zij zich als 't ware, zij stijgen en dalen en gaan waarheen zij willen. Want zij zijn zo beweeglijk als de Goddelijke Kracht zelf; toch beweegt de een zich nog sneller dan de andere, elk naar zijn aard.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[31] Michaël betekent: Sterkte Gods of Kracht en hij draagt deze naam zeer terecht, want Hij is uit de zeven Oergeesten, als de kwintessens uit deze Oergeesten geformeerd en staat daar nu in de plaats van God den Vader. Niet, dat hij God de Vader is, die vertegenwoordigd wordt door de zeven Oergeesten, maar hij (Michaël) is, temidden van de schepselen in de natuur, ook een schepsel en die heerst over de andere schepselen, evenals God de Vader in de zeven Oergeesten werkt. Toen God zich lichamelijk manifesteerde, zo deed Hij dat drievoudig. Zoals in God deze drievoudigheid het grootste en voornaamste is, terwijl Hij naar Zijn gestalte en andere hoedanigheden onmeetbaar is, dewijl Hij zich zo veelzijdig betoont in Zijn werkingen, alzo heeft Hij ook drie hoofdEngelen of Engelenvorsten geschapen, naar het voorbeeld Zijner Drievuldigheid. Hij heeft Engelenvorsten geschapen naar het voorbeeld der zeven Oergeesten: Gabriël, een Engel of vorst van het geluid, van de toon of van de snelle tijding en Raphaël en nog anderen in het konink­rijk van Michaël.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[20] Het is met deze geboorte juist als bij de mensen, wier lichaam ook een vader is van de ziel, want de ziel wordt uit de kracht des levens geboren, en als het lichaam zich bevindt in de angstige geboorte van God en niet in grimmige en helse geboorte, dan wordt de ziel van de mensen van dezelfde kwaliteit als van de zuivere Godheid, dus als een deel van zijn lichaam.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Bij deze aansteking van het licht in de sterren en de elementen, heeft zich daarom de geboorte der natuur niet geheel en al in de heilige zacht­moedigheid veranderd, zoals zij voor de tijd des toorns geweest is, zodat de geboorte der natuur nu geheel heilig en rein zou zijn; neen, integen­deel, zij staat in de scherpe, strenge, en angstige geboorte, waar de toorn Gods onophoudelijk gloeit evenals het helse vuur.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[26] Wanneer de natuur met haar scherpe geboorte zich in de liefde naar Hemels recht veranderd had, dan zou de duivel zich weer bevinden op de heilige plaats van God.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[27] Gij kunt dit heel goed zien en waarnemen aan de afgrijselijke hitte en koude, en het vergif der bitterheid en al het zure in deze wereld, hetgeen alles in de geboorte van de sterren zich bevindt, en waarin de duivel gevangen ligt.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[32] Ge moet dit niet zo verstaan, als zouden deze lichamelijke Engelen in de Godheid, d. i. in de zeven Oergeesten Gods, te heersen hebben; neen elk van hen moet over zijn eigen onderdanen regeren. Zoals de Goddelijke Drie-eenheid heerst over alles, wat in de Godheid besloten ligt, ge­stalten en figuren, en deze vormt en verandert, zo zijn ook de drie Engelen­koningen heer over de Engelen, geheel en al. Zij kunnen zich echter niet lichamelijk veranderen, zoals God daartoe wel in staat is, die hen ge­schapen heeft. Zij zijn ook niet zó met hen verbonden als ziel en lichaam dat zijn. Want de koning is hun hoofd en zij zijn des konings leden en de vorstenEngelen zijn des konings raadgevers, zoals de vijf zintuigen 's mensen raadgevers zijn of zoals de handen en voeten, mond, neus, oog en oren de werktuigen zijn, die de mens ten dienste staan, om de ver­langde werkzaamheden mee te verrichten.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[41] Vorst Lucifer, hoe vindt ge dat? Zoals nu God de Vader met Zijn Zoon in grote liefde verbonden is, zo is ook koning Lucifer met koning Michaël in grote liefde verbonden geweest, want de oerbron van den Zoon Gods heeft gereikt tot midden in 't hart van Lucifer. Het licht, dat hij in zich heeft gehad was zijn eigendom, en dat heeft, omdat het scheen tegelijk met het Licht van den Zone Gods, opgehouden zijn eigen licht te zijn en is één Licht geworden, hoewel het aanvankelijk twee Lichten waren. Niet­tegenstaande dat, waren deze twee met elkander verbonden als lichaam en ziel. En zoals het Licht van God in alle krachten des Vaders regeert, alzo heeft hij ook in al zijne Engelen geregeerd als een machtige koning Gods, en hij heeft op zijn hoofd de schoonste kroon des Hemels gedragen. Hierbij wil ik het thans laten, dewijl ik in een ander hoofdstuk nog veel met hem te maken zal hebben. Dat hij thans nog met zijn kroon prijke, spoedig zal zij hem worden afgenomen.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[44] Dit nu zijn de drie vorsten Gods in de Hemel. Wanneer nu het Licht des Levens, d.i. de Zoon Gods, in het centrum en in de Oergeesten Gods opgaat, en zich triomferend vertoont, zo gaat ook de Heilige Geest vol triomf op. In dit opgaan wordt het ganse Hemelse heirleger, alle Engelen, triomferend en vreugdevol, en het schone “Te Deum laudamus” stijgt op. Terwijl dit geschiedt wordt de Mercurius in het hart opgewekt, zowel als in de ganse Salniter des Hemels. En de wonderlijke en schone Hemelvormen komen tot uiting in menigerlei kleuren en soorten en iedere geest toont zich in een buitengewone gestalte. Ik kan het met niets beters ver­gelijken dan met de aller edelste stenen, smaragd, jerubin, onix, saphir, diamant, jaspis, hyacinth, amethist, beryll, sardis, karbonkel en dergelijke. Op deze wijze en in deze kleuren vertoont zich de Hemel aan God, wan­neer de geesten Gods opstijgen; wanneer nu het Licht van den Zoon van God daarin schijnt, zo is het als een zee van licht door de kleuren der boven, beschreven edelstenen.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[46] Dewijl dan de geest het aanzien des Hemels kan onderscheiden, zo kan ik het niet nalaten, dit alles te beschrijven en ik laat Hem besturen, die dit alles zo wenst. Hoewel de duivel spotters en verachters kan oproepen, die dit alles versmaden, zo vraag ik hiernaar niet; ik heb genoeg aan de volzalige openbaring Gods. Dat zij spotten, totdat zij met eeuwige schande beladen zijn; alsdan zal het berouw aan hen knagen. Ik ben ook niet in de Hemel opgestegen en heb het niet met mijn lichamelijke ogen gezien; nog minder heeft iemand het mij gezegd. Want ál zou er een Engel komen en het mij mededelen, zo zou ik het toch, zonder Gods Licht, niet verstaan, nog minder geloven. Want ik zou steeds in twijfel zijn, of het ook een goede zou zijn, die het bevel Gods zou uit­voeren, nademaal zich ook de duivel in de gestalte van -een Engel kan voordoen, ten einde de mensen te verleiden (2 Cor. 11 : 14). Dewijl echter het Licht helder schijnt en de Heilige Geest opvaart met vurige drang, zo kan ik aan dit alles niet weerstaan; de wereld moge mijnentwege spotten. De Geest betuigt, dat het nog slechts een kleine wijl zal duren, voordat de bliksem of het Licht in deze wereld zal opgaan. De Geest is een verkondiger of boodschapper hiervan. De mens, die op dat moment dan niet door den Heiligen Geest is wedergeboren, zal ook in eeuwigheid niet meer naar de Geest herboren kunnen worden; hij blijft in de duisternis, als een dode, harde vuursteen, in welke de boos­heid en het verderf eeuwigdurend stand houden, hij zal eeuwig spotten temidden van de helse gruwelen, want zoals de boom is, zo ook zijn zijne vruchten Gij leeft tussen Hemel en hel; in welke van de twee gij zaait, zult ge ook oogsten en dat zal uw spijze in eeuwigheid zijn. Zo ge spot en verachting zaait, zo zult ge ook spot en verachting oogsten, en dat zal dan uwe spijze zijn.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[30] Deze liefde en toorn vormen nu wel een lichaam, maar het water des levens is de Hemel van de scheiding tussen hen, zodat de liefde niet de toorn kan omvatten of begrijpen, en ook de toorn niet de liefde; de liefde echter gaat in het water des levens op en neemt uit de eerste en strenge geboorte de kracht, die in het licht is, hetwelk uit de toorn werd geboren; en zo ontstaat het nieuwe lichaam uit het oude. Het oude lichaam, dat staat in de strenge geboorte, behoort de duivel tot huis, het nieuwe is het rijk van Christus.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112