Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1103 van 1112

...  1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112
[33] Let nu op de diepte in het centrum. De Vader is het enige wezen, dat zelf alles is en die zijn geliefde Zoon altijd al heeft doen geboren worden en in beiden is de Heilige Geest in de bliksem, waar het leven een aan­vang neemt, steeds ontstaan. Nu is uit de strenge en ernstige geboorte van de Oergeesten des Vaders, waarin zich de naijver en de toorn be­vinden, steeds het lichaam der natuur geboren. Het licht van den Zoon als het hart des Vaders staat in de natuur, maar zij kan het niet be­grijpen.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[34] Het licht bevindt zich midden in de geboorte en is de plaats van het leven, van waaruit het zachte leven van God geboren wordt uit alle krachten van den Vader, en vanuit diezelfde plaats komt de Heilige Geest uit Vader en Zoon voort. Diezelfde krachten des Vaders, die midden in de ontsteking van het licht zich bevinden, zijn de heilige Vader, de zachte Vader en de zuivere geboorte Gods, en de daarin opgaande geest is de Heilige Geest; de scherpe geboorte echter is het lichaam, waarin dit heilige leven steeds weer geboren wordt. Wanneer het licht Gods door deze scherpe geboorte heen schijnt, dan wordt zij rustig als een slapende mens, wiens leven steeds doorgaat, maar wiens lichaam rust.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[48] Waarlik, men moet uit de Geest geboren worden, den Heiligen Geest, die opgaat in het zoete bronwater des harten, in het Licht. Daarom ook heeft Christus de Doop, of de wedergeboorte in den Heiligen Geest in het water, ingesteld. Hetgeen een groot geheimenis is en ook aan alle mensen is verborgen gebleven van voor de grondlegging der wereld tot nu toe, hetgeen ik ter plaatse duidelijk wil beschrijven en bewijzen. Wanneer ge deze wereldruimte aanziet, zo kunt ge hiermee een verge­lijking trekken met de Hemel. De sterren beduiden de Engelen; want zoals de sterren tot aan het einde van deze bedeling onveranderd door blijven staan, evenzo moeten de Engelen in de Hemel eeuwig onveranderd blijven. De elementen beduiden de verhoudingen en veranderingen van het aanzicht des Hemels. Want zoals de ruimte tussen sterren en de aarde immer verandert naar de uiterlijke verschijningsvorm; nu eens is deze ruimte heerlik licht, dan weer donker; nu weer is er wind, dan weer regen of sneeuw, soms is de ruimte blauw, dan weer groenachtig of wit, dan weer donker, zo ook verandert de Hemel van uiterlijk en van kleur. Echter niet op dezelfde wijze als in deze wereld, want alles is onder­hevig aan verandering, die ontstaat door de invloed van het opstijgen der Goddelijke Geesten.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[50] Dit moet ge weten, want de geest betuigt, dat er in de Hemel, evenals op de aarde allerlei vormen en verschijningen voorkomen, zoals de vogels, de vissen en de andere dieren dezer wereld, maar zij komen voor naar Hemelse uitbeeldingsvorm en op Hemelse wijze. Evenzo ook komen voor allerlei bomen, kruiden en bloemen. Maar evenzo alles bloeit, evenzo vergaat het ook weer, want het wordt niet tot een lichaam gemaakt, zoals bij de Engelen, maar dit alles ontstaat door de opstijgende eigen­schappen in de natuurgeest. Wanneer een bepaalde vorm door de Geest geschapen wordt en wanneer dan een andere Geest met deze eerste Geest strijdt en hem overwint, zo verandert deze vorm of ze verdeelt zich, al naar gelang der verschillende hoedanigheden. Dit is als een heilig spel Gods. Daarom ook zijn schepselen als de dieren, de vogels, de vissen en de wormen in deze wereld niet geschapen ten eeuwigen leven, maar ze zijn vergankelijk, zoals de Hemelse uitbeeldingsvormen ook vergankelijk zijn. Dit schrijf ik ter inleiding hier neer; bij de behandeling van de schepping dezer wereld zult ge het uitvoerig beschreven vinden.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Ik nodig hier alle hovaardige, gierige, nijdige en toornige mensen uit; zij zullen de oorsprong hunner hovaardigheid, hunner gierigheid, van hun nijd en toorn zien en ook zullen zij het einde hiervan zien en de be­loning, die hen wacht. De geleerden hebben velerlei oorzaken te berde gebracht over het ontstaan der zonden en de oorsprong van de duivel. Zij hebben hierover nagedacht en gemeend, ieder voor zich, dat zij het bij het rechte einde hadden, maar het is hun allen tot nu toe verborgen gebleven. Daar het thans echter geheel zal worden geopenbaard, als in een heldere spiegel te zien, zo is het wel te vermoeden, dat de grote dag der openbaring Gods nu nabij is, en het vuur dat ontstoken is en de grimmigheid zich van het Licht af zullen scheiden. Daarom zij niemand verblind, want de tijd van de teruggave van wat de mens verloren heeft, is thans nabij, het morgenrood breekt aan; het is tijd te ontwaken uit de slaap.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Christus zegt: De duivel is een mensenmoordenaar en een leugenaar van den beginne af geweest en hij is in de waarheid niet staande gebleven. Omdat echter de redetwisters en degenen, die menen recht te spreken, hem (de duivel) getrouwelijk bijstaan en de Goddelijke Waarheid in leugen verdraaien, en omdat zij van God een grimmige en naijverige duivel maken, die het boze heeft ge­schapen en in stand wil houden, zo zijn zij allen met elkander, tezamen met de duivel moordenaars en leugenaars. Want zoals de duivel de stichter en de Vader der hel en verdoemenis is, en hij de hel zelf gebouwd en gereed gemaakt heeft tot zijn koninklijke verblijfplaats, zo zijn ook degenen die de duivel helpen de leugen te bekrachtigen en de barmhartige, vriendelijke God een moordenaar en een naijverig ver­nietiger noemen, bouwmeesters van de leugen en de verdoemenis en zij verdraaien Gods Waarheid in leugen. Want in de profeten spreekt God: Zo waarachtig als Ik leef, zo Ik lust heb in de dood des goddelozen. Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijne weg en leve. En in de Psalmen staat (Psalm 5:5), Want Gij zijt geen God, die lust heeft aan goddeloosheid. Daartoe heeft God de mensen wetten ge­geven, en hen het kwade verboden en het goede bevolen. Zo God dan het boze wilde en óók het goede, zo zou Hij het met Zichzelf oneens zijn en daaruit zou volgen, dat er een verwoesting zou plaats grijpen in het Wezen van God; dat het ene tegen het andere zou opstaan en het een het andere zou vernietigen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] Toen evenwel de Vader in het lichaam de scherpte ontstak, heeft Hij daarom nog niet de heilige bron aangeraakt, waar zich het liefderijke hart openbaart, zodat zijn hart in de toorn zou komen te zitten.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[37] O neen, dat is onmogelijk, want de scherpe geboorte kan de heilige en reine niet begrijpen, maar de heilige en reine dringt door de scherpte heen en doet zich een nieuw lichaam geboren worden, dat zich weer bevindt in de zachtmoedigheid.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] De geleerden en hoogervaren sterrenkundigen zijn door middel van hun verstand zover gekomen, dat zij de loop en de werking der sterren kennen, en dat zij weten, wat hun samengaan, hun invloed en doorbreken van krachten betekent en met zich meebrengt, en hoe zij regen, wind, sneeuw en hitte veroorzaken, alsmede kwaad en goed, geluk en ongeluk, leven en dood in al het gebeuren in deze wereld.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Ik heb niet de pretentie, iets nieuws naar voren te brengen, want ik heb dienaangaande geen opdracht, doch mijn kennis reikt tot in de geboorte der sterren, uit het midden waarvan het leven zich openbaart en door de dood heenbreekt, en waar de golvende geest ontstaat en doorbreekt. Uit datzelfde drijven en golven, schrijf ik ook.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] Daarom heeft zich dan ook de heilige geboorte Gods als een afzonderlik lichaam van de toorn afgescheiden en het beste deel van de Hemel tussen liefde en toorn geplaatst, zodat de geboorte van de sterren zich in het midden bevindt, maar zo, dat hun buitenste vorm in de toorn van de dood staat; en met de daarin opgaande geboorte, welke in liet midden zetelt, waar de Hemel is afgesloten, bevindt zij zich in de zachtmoedigheid van het leven. De zachtmoedigheid golft tegen de toorn en de toorn tegen de zachtmoedigheid en zo vormen zij twee verschillende rijken in hetzelfde lichaam dezer wereld.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] De oogst is reeds uit, en een ieder zal oogsten, wat hij gezaaid heeft. Hier wil ik de mij toevertrouwde schat aan anderen uitdelen, zoals het mij bevolen is; wie met mij handelen en woekeren wil, die is daartoe vrij, of hij nu een Christen, een jood, een Turk of een heiden is, dit is mij alles hetzelfde. Mijn koophuis staat voor iedereen open en niemand zal bedrogen worden; aan ieder zal recht geschieden. Dat een ieder nu toeziet dat hij zodanig handel drijve, dat hij zijnen Heer rente verwerve, want ik vrees, dat er wel eens een koopman zal zijn, die het niet eens zal zijn met hetgeen ik te koop heb te bieden, daar mijn koopwaar menigeen onbekend zal zijn, en ook niet ieder mens mijn taal zal verstaan. Daarom wil ik iedereen waarschuwen, dat hij voorzichtig handelt en zich niet voorstelt, dat hij rijk is en niet arm kan worden; waarlijk, ik heb wonderbare zaken te koop; niet iedereen zal dat verstaan.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Dit schrijf ik niet tot eigen lof, maar omdat het u mogelijk ook zo zou gaan en ge dus, nu ge dit weet, niet behoeft te wanhopen. Want dit alles kost veel arbeidens; hij, die tussen Hemel en hel met de duivel vechten wil, wete dit wel. De duivel is een machtige vorst. Zie daarom toe, dat ge het pantser des geestes aandoet, kom anders niet naar mijn koophuis, of ge zult verkeerdelijk handelen met mijne koopwaar. Ge moet de duivel en de wereld versagen, wilt ge een waar strijder zijn, anders zult ge niet overwinnen; zo ge echter niet overwint, laat mijn boek met rust en blijf bij het oude of ge zult het loon des bozen ontvangen. Dwaalt niet; God laat zich niet bespotten (Gal. 6:7). Het is voorwaar een enge weg, die door de hellepoorten tot God voert, menige benauwing en druk moet worden verdragen; het menselijke vlees is teder en jong en de duivel is ruw en hard en daarbij duister, vol van hitte, bitterheid, zuurheid en koude.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Merk nu op: Iedere Engel is geschapen in de zevende oergeest, dat is de natuur; daaruit is zijn lichaam gevormd, en hem is zijn lichaam tot een eigendom gegeven en hij is vrij, evenals God vrij is. Buiten zijn lichaam heeft een Engel geen stuwkracht; zijn stuwkracht en zijn beweeglijkheid komt tot uiting in zijn lichaam; dit lichaam is gevormd op de wijze, zoals ook God toegerust is. Zijn licht en zijn inzicht, ja zijn hele leven is geschapen naar het voorbeeld van het Wezen Gods. Want het lichaam is de lichamelijk gemanifesteerde natuurgeest en omsluit de andere zes geesten, welke zich in het lichaam van de Engel gedragen als in de godheid. Lucifer nu heeft het allerschoonste en krachtigste lichaam van alle vorsten Gods, die in de Hemel zijn, gehad. En het licht, dat hij in zijn wezen had, vormde met het Hart Gods of de Zoon Gods één geheel. Toen hij echter had gezien, dat hij zo schoon was, en had ondervonden, dat hij zoveel macht had, zo heeft zijn geest, die in zijn lichaam woonde, en die als ‘t ware zijn hart of zoon was, zich verheven, ten einde over God te triomferen, omdat hij van goddelijke geboorte was. In de middelste oerbron, wat het hart is, heeft de geboorte haar oor­sprong; de wrange eigenschap komt in botsing met de bittere eigen­schap en met de hitte, waardoor het Licht verstoken wordt; dit is de Zoon, die altijd in hem woont, en hem verlicht en levend maakt. Dat zelfde licht in Lucifer is nu zó schoon geweest, dat het de Hemelse Gestalte overtroffen heeft en in ditzelfde licht is het volkomen verstand geweest, want al de zeven oerbronnen brengen hetzelfde licht voort. Nu zijn echter de zeven Oergeesten de vader van het Licht en zij doen zoveel licht te voorschijn breken, als zij maar willen en het Licht kan niet groter zijn dan de Oergeesten toelaten, dat het is. Wanneer het licht ge­boren is, verlicht het alle Oergeesten, zodat zij zelfstandig zijn en zij allen willen ook het Licht tot aanzijn brengen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Met dat doel heeft God de Vader de Engelen geschapen; evenals Hij in Zijn eigenschappen veelvoudig en in Zijn verandering onbegrijpelijk is in Zijn liefdesspel, zo spelen ook de geesten of de lichten der Engelen, die als de Zoon Gods zijn, voor God in het grote Licht zeer lieflijk, opdat de vreugde in Gods Hart vermeerderd moge worden, en er in God een Heilig Spel gespeeld worde! De zeven geesten der natuur, die in de Engelen wonen, vermeien zich lieflijk in God, hun Vader, evenals zij deden, voor zij lichamelijk waren. Zij verheugen zich in hun nieuwgeboren Zoon, het licht en verstand van hun wezen. En dat licht stijgt op in het hart van God en verheugt zich in Gods Licht, zoals een kind zich verheugt bij zijn moeder; daar is een hartelijk liefhebben en omhelzen. Hier openbaart zich een zingen en juichen; alle hoedanigheden verheugen zich daarin en iedere geest volvoert zijn goddelijke arbeid, zoals God de Vader zelf. Want de zeven geesten kunnen, evenals God, alles zien, voelen, ruiken, proeven en horen, wat God de Vader maakt. Toen zij zich echter ver­hieven en in opstand kwamen, deden zij tegen hun natuurrechten in en dus anders, dan God de Vader deed en dat was gekeerd tegen de God­heid. Want zij ontstaken de Salniter des lichaams en deden een triom­ferenden Zoon geboren worden, die in de wrange eigenschap, hard, ruw, duister en koud was en in de zoete eigenschap brandend, bitter en vurig. De toorn was een hart als vuur; de liefde was een hoogmoedige vijand­schap jegens God.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112