17481 resultaten - Pagina 1108 van 1166
... 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 ...
[15] Weet je, lieve Chanchah, dit is alleen maar zo'n klein huiswondertje. Het dient alleen maar als voorbeeld bij het beantwoorden van de vragen die je al eerder aan mijn broeder hebt gesteld. Heb echter maar geduld, er zal mettertijd nog veel meer gebeuren!'Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Als je mij niet zo sussend had toegesproken en mij in zekere zin geen andere mening zou hebben bijgebracht, dan zou ik je vriend en broeder die nu met mijn landgenoten spreekt, zo waar als ik leef voor de Lama Zelf hebben gehouden! Maar omdat, zoals jij hebt gezegd, dergelijke wonderen hier bepaald niets zeldzaams zijn, ben ik nu weer iets geruster en houd ik nog meer van deze broeder dan tevoren.'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] MARTINUS zegt: 'Ja, mijn allerliefste Chanchah, weet je, als het echt zou moeten, wie weet, misschien toch ook!? Maar als ik een dergelijk wonder in zekere zin alleen maar tot stand zou willen brengen om indruk te maken en vanwege de roem - dan zou ik zeker door de mand vallen en zou me dan moeten schamen als een volwassen bedplasser - vooropgesteld dat je weet, wat bij ons een bedplasser is?'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] MARTINUS zegt een beetje verlegen: 'O mijn allerliefste Chanchah, dat is een heel netelige vraag. Als ik je deze beantwoord, zou je het toch zeker niet begrijpen. Daarom zou het bijna beter zijn, als ik je het antwoord op deze vraag schuldig mag blijven, omdat het op dit moment noch mij noch jou van nut kan zijn!'
Hoofdstuk 99: Martinus in verlegenheid door Chanchah’s weetgierige vragen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Zie, ik ben een strenge Chinese en scheld je niets kwijt van hetgeen je mij in de loop van het gesprek in zekere zin hebt toegezegd! Want wie bij ons door zijn manier van spreken aanleiding geeft tot bepaalde vragen, die moet de vragen ook beantwoorden. Anders is hij met al zijn woorden óf een praalhans - wat zoveel is als een leugenaar – óf hij is een onbekwame lafaard en is zelf niet terdege thuis in datgene, waarover hij heeft gesproken. Wil je door mij niet voor het een of het andere worden gehouden, geef me dan een volledig antwoord op mijn vraag, zonder enige terughoudendheid!'
Hoofdstuk 99: Martinus in verlegenheid door Chanchah’s weetgierige vragen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] De Chinese is nu door Mijn noodzakelijk wonder en door jouw gepraat uiterst gespitst. Haar hart krijgt lucht van Mijn nabijheid en haar geest wordt steeds meer wakker. Jij hebt daarbij nog door te vertellen, hoe je zelfs de geringste aanwijzingen van Lama meteen begrijpt, het vuur in haar hoofd en in haar hart nog heftiger aangewakkerd. Wat een wonder, dat ze nu met alle geweld een antwoord van je wil. Maar je moet het zelf oplossen, zelf verdragen!
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] MARTINUS zegt: 'Hm ja, hm, jaaa! - wat wilde ik eigenlijk ook weer zeggen? Ja, juist, ja, zo is het; we spraken over het verrichten van een wonder. Juist, ik heb de draad weer te pakken. Weet je, allerliefste Chanchah, eigenlijk kan alleen de grote Lama wonderen doen, wanneer en hoe en waar Hij wil. Wij, Zijn dienaren, echter alleen wanneer Hij het toelaat als het nodig is. Zo heeft ook mijn broeder hier dit wondertje tot stand gebracht, omdat het nodig was om je iets duidelijk te maken, anders zou Hij ook geen wonder hebben gedaan - wat echter ook bij Lama Zelf het geval is. Ook Hij doet bijna nooit een wonder voor onze ogen, omdat het niet nodig is, daar we zondermeer Zijn kleinste wenken begrijpen! - Begrijp je me, liefste Chanchah?'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] MARTINUS krabt zich nu achter het oor en zegt na een poosje: 'O U mijn H…-, oha, daar zou ik me al weer hebben versproken! O, mijn broeder, als het U niets uitmaakt en ik mag doen naar mijn goeddunken - weliswaar onder Uw geheime invloed -, dan zal ik het met deze Chinese wel gauw en gemakkelijk klaarspelen!'
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, als het zo ligt, U mijn H- broeder, wilde ik zeggen - dan zal ik de kwestie met Chanchah wel uitvechten. Ik ben alleen blij dat ik nu een beetje meer moed heb gekregen, zonder welke het mij wel eens heel slecht zou kunnen hebben vergaan!'
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, maar wat moet ik doen? Er moet toch iets gebeuren? Maar wát, dat is een heel andere zaak. Ik wil het toch proberen en zien of ik het niet op dringend verzoek van de Heer in orde kan maken!'
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] 0 vriend, als ik duizend harten zou hebben en het mooiste wezen zou zijn, dat ooit onder de stralen van de zon wandelde: al die harten zullen van jou zijn en mijn mooie ogen zullen zich nooit van je afwenden, als je mij de waarheid zegt over datgene, wat je mij nog als antwoord schuldig bent. Ik heb echter maar één hart; dit ene hart zal je echter liefhebben als duizend harten, als je voor mij een ware vriend bent en mij óf in woorden óf indien mogelijk daadwerkelijk de grote Lama toont. Maar wee jij, als je het waagt om mijn hart, dat jou zo onmetelijk wil liefhebben, om de ruin te leiden!
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Het is waar, ik houd van je heerlijke broeder met een voor jou onbegrijpelijke gloed. Maar al deze gloed zal zich naar jou keren als je een ware vriend voor me wilt en kunt zijn. Op mijn woord kun je steviger bouwen dan op rotsen van diamant!'
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] (BISSCHOP MARTINUS:) 'O jij bekoorlijke en buitengewoon mooie Chanchah! Als je niet zo onbegrijpelijk mooi zou zijn, dan zou ik al zoveel hebben gezegd. Maar als ik je aankijk, dan ben ik helemaal weg van verwondering en liefde voor jou en kan ik niet praten. Ik moet je daarom openlijk bekennen, dat zolang mijn ogen niet wat meer aan je gewend zijn, ik tegen jou niet veel verstandigs zal kunnen zeggen.
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Jij hebt wel gemakkelijk praten en ook dreigen, want mijn aanblik zal jou zeker niet in de war brengen. Mij gaat het echter bijzonder slecht wat mijn tong betreft, daar ze door jouw al te grote schoonheid compleet verpletterd en dan helemaal verlamd wordt, als ik met je moet praten. Daarom moet je ook een beetje geduld met me hebben. Stukje bij beetje zal alles in orde komen, als ik meer aan je schoonheid gewend ben.'
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zie, wie de tong gebonden wordt door de liefde, die praat als een dronkeman en stottert en zijn woorden hebben geen inhoud. Want een verlegen tong heeft geen wortels, die uit de bron der wijsheid haar woorden opzuigen. De wortels van jouw tong zijn echter vol van de sappigste spraak. Rechtvaardig jezelf daarom voor mijn hart als een man, maar niet als een loze grappenmaker! Wat ik tegen je zeg, is zo waar als mijn innerlijkste leven. Hoe kun jij dan alleen maar oppervlakkig en niet meer vanuit je hart tegen mij spreken?'
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus