Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1108 van 1110

...  1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110
[30] In den Salniter der aarde vertoefde hij voor de tijden der Schepping, toen de ruimte dezer wereld nog dun en doorzichtig was en de Hemelse heiligheid slechts bestond en aanwezig was in de ruimte, waar het koninkrijk dezer wereld eens zou wezen. Toen waren daar geen aarde en geen sterren. Er was slechts een Hemels zaad, hetwelk uit de zeven Oergeesten der natuur geboren was. Hemelse vruchten en verschijnings­vormen openbaarden zich aldaar, welke dienstig konden zijn tot een vreugdevol spel der Engelen. Toen echter de toorn daarin ontbrandde, zo werd de Salniter teniet gedaan. Dit is echter niet zó te verstaan, dat de aarde geheel dood zou zijn. Want hoe zou iets in God geheel kunnen sterven? Iets, dat van eeuwigheid aan leven heeft gehad. Neen, de uiterlijke geboorte, het uiterlijk aanzijn is verbrand, bevroren en versteend. De andere geboorte echter doet temidden van die eerste dood wederom nieuw leven geboren worden en de derde geboorte vindt plaats tussen de eerste en de tweede, d.w.z. tussen Hemel en hel, te midden van het vuur des toorns en de geest dringt door in dat vuur des toorns en brengt het geheiligde Leven voort, hetwelk bestaat en stand houdt in en uit der liefde kracht. En in deze zelfde geboorte zullen de doden opstaan, die het heilige zaad gezaaid hebben. Zij echter, die in het vuur des toorns gezaaid hebben, zullen ook opstaan in het vuur des toorns. Want de aarde zal wederom levend worden, nademaal zij God in Christus wederom tot nieuw leven heeft geroepen door Zijn vleeswording en nademaal Christus ter rechterhand Gods zit. Maar het vuur des toorns blijft. Zoudt ge nu zeggen, dat er geen leven in de aarde is, zo zoudt ge spreken als een blinde, want ge ziet toch, dat kruid en gras uit de aarde opgroeit. Wanneer ge nu zoudt zeggen, dat er slechts één soort geboorte zou zijn, zo zoudt ge ook spreken, als één, die niet onderscheiden kan, want het kruid en het hout, hetwelk opwast uit de aarde, is niet de aarde. Ook is de vrucht van de boom niet het hout; ook de kracht der vrucht is niet God, maar God is in het middelpunt der innerlijke geboorte in alle drie natuurlijke geboorten verborgen en wordt niet gekend, dan slechts in de geest der mensen; ook kan de uiterlijke geboorte van de vrucht Hem niet bevallen en vasthouden, maar God houdt de uiterlijke geboorte vast en brengt ze ook tot stand.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Deze beschrijving toont nogmaals aan, dat niet Mozes de schrijver van dit bijbelgedeelte is, want het is zeer eenvoudig en simpel beschreven, alhoewel het getuigt van een voortreffelijk verstand. Zonder twijfel heeft de Heilige Geest niet meer willen openbaar maken, opdat de duivel niet alle geheimenissen der schepping zou weten. Want hij zelf (de duivel) verstaat de schepping van het Licht niet, en hij verstaat niet, hoe de Hemel uit het water ontstaan is. Want hij kan het Licht en de heilige voortbrenging noch zien, noch begrijpen; hij kan alleen verstaan wat geboren wordt uit de wrange, bittere, zure en verhitte kwaliteit, waar­door ook de uiterlijke geboorte ontstaan is, welke zijn koninklijk slot is. Het is niet zo te verstaan, dat hij geen macht zou hebben, het element water aan zich te onderwerpen. Want de uiterlijke, verdorven geboorte behoort niet het element water, ook bij de toorn Gods; en de dood is daarin verzonken, evenals in de aarde. Alleen de geest, die spreekt door middel van Mozes' woorden, bedoelt hier een ander soort water, hetgeen de duivel niet begrijpen kan.
Hoofdstuk 20: Over de tweede dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[46] Het woord nacht wordt allereerst gevormd in het hart en de geest is in tegenspraak met de wrange eigenschap; hierna komt het woord op de tong; nu sluit de tong de mond af, totdat de geest komt en zich op de tong nederzet. Dan wordt de mond snel geopend en laat de geest naar buiten treden. Dat het woord zich eerstens in het hart vormt en met de wrange kwaliteit in tegenspraak is, wil zeggen dat de duisternis te midden van de zeven Oergeesten een aanvang heeft genomen. Dat hij met de wrange kwaliteit in tegenspraak is wil zeggen dat de duisternis in opstand en afkerig is geweest van den Heiligen Geest, hetgeen den Heiligen Geest heeft bedroefd. Dat hij door de donkere poort gaat, wil zeggen, dat de geest door de duisternis, die nog in rust is, henen vaart en die tot Licht wekt, wanneer zij met het vuur ontsteekt. Alhier is het noodzakelijk, dat de oordelende wereld eens opmerkzaam toeziet. Zij wil de mens reeds verdoemen, wanneer zij nog in het moeder­lichaam is. Men weet toch niet, o liet vuur des toorns door de ouders reeds in de kinderen is ontstoken. Ook de Geest Gods werkt temidden der duisternis en Hij kan de duisternis in Licht verkeren. Daarom is het echter heilzaam en nuttig voor de mens, het uur zijner geboorte te weten. Menigeen is het evenwel ook tot schade, dit te weten. Dat de mond zich sluit, wil zeggen dat het ganse gebied van deze wereld in de siderische en ook in de uiterlijke geboorte zeer duister is geweest en daarna Licht is geworden door het uittreden van den Geest. Dat de geest der bitterheid niet opwaakt, terwijl de geest voortvaart be­duidt, dat het donkere nacht is in de uiterlijke geboorte dezer wereld. Deze heeft het Licht niet in bezit genomen en zal dat ook in eeuwigheid niet doen. Daardoor komt het, dat de schepselen met de ogen slechts het siderische licht zien, want anders, wanneer de duisternis niet heerste in de uiterlijke geboorte, zou de siderische geest kunnen héén zien door hout en stenen, ja, door de ganse aarde, zodat hij zou kunnen zien hoe het in de Hemel is en hij zou door niets worden tegengehouden. Nu echter is de duisternis gescheiden van het licht en blijft in de uiterlijke geboorte. Hierin is de toorn Gods verzonken tot aan de jongste dag; alsdan wordt het vuur des toorns ontstoken en de duisternis zal het huis van het eeuwige verderf zijn. Hier zullen Lucifer en alle goddelozen, die gezaaid hebben in de akker des toorns, voor eeuwig wonen. De siderische geboorte echter, waarin thans het natuurlijke licht zich bevindt en waarin de heilige geboorte plaats grijpt, zal aan het einde dezer be­deling ook ontstoken worden en zij zal de toorn en de heilige geboorte van elkander scheiden, want de toorn kan de heilige geboorte niet be­grijpen. De toorn wordt echter aan het huis der duisternis gegeven in de siderische geboorte. En de toorn zal het helse vuur en het huis der duisternis, hetwelk de uiterlijke geboorte is en de dood genoemd worden en koning Lucifer zal daar God zijn en zijne Engelen, met alle verdoemde zielen, zullen zijne dienaren zijn. In deze afgrond der hel zal de vrucht der hel geboren worden, alles zal daar plaats vinden naar de aard en de wijze der hel, evenals alles in de Hemel geschiedt naar Hemelse trant en op Hemelse wijze.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] Hier staat nu geschreven: God sprak, dat de aarde voortbrenge: gras en kruid en vruchtbare bomen. Het woord sprach = sprak is een eeuwig­heidswoord en is, voor de tijden der boosheid, van eeuwigheid af in de Salniter geweest, toen deze nog Hemels en vol van leven was. Dit is ook nooit geheel verdwenen, alleen uit de stof is het verdwenen. Toen echter het licht in de uiterlijke stofverschijning of in de dood wederom opging, zo stond daar het woord der eeuwigheid in zijn volheid en bracht dóór en uit de dood het leven voort en de verdorven Salniter bracht wederom vruchten voort. Dewijl echter het woord der eeuwigheid van één willen moest zijn met de verderfenis, zo kon het niet anders of de vruchten werden goed en boos. Want uit de aarde, welke in de dood ligt, moesten de vruchten voortkomen; evenzo moest uit de siderische geboorte, welke in de liefde, maar ook in haat wortelt, de geest of het leven voortkomen. Alzo bracht de aarde vruchten voort: gras, kruid en bomen, elk naar zijn aard. Dat wil zeggen: zoals zij, volgens Hemelse hoedanigheid, soort en vorm geweest waren.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Alzo heeft ook de aarde geen vreemd leven voortgebracht; alleen datgene wat van eeuwigheid af in haar schoot verborgen lag. Zoals zij voor de tijden des toorns Hemelse vruchten heeft voortgebracht, die een heilig, rein en Hemels lichaam hebben gehad en tot spijze hebben gediend voor de Engelen, zo bracht zij thans vruchten voort volgens haar tegenwoordige staat, d.w.z. vol van boosheid, gif, dood en hardheid; want zoals de moeder was, alzo werden ook de kinderen. De vruchten der aarde liggen daarom nog niet geheel in de Goddelijke toorn, want het Woord, hetwelk onsterfelijk en overerfelijk en van eeuwigheid af in de Salniter der aarde geweest is, ontsproot wederom uit de dood en bracht vruchten voort uit het dode lichaam der aarde; maar de aarde heeft het woord niet aangegrepen; evenwel heeft het Woord de aarde niet haar kracht aangedaan. Zoals nu de ganse aarde, tezamen met het Woord was, alzo was ook de vrucht. Het Woord echter bleef verborgen en liet de zeven Oergeesten uit de uiterlijke, verdorven en aan de dood onderworpen geboorte het lichaam formeren.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] De siderische geboorte brengt de ziele-geboorte teweeg, die de derde is. En de ziel leeft tussen liefde en haat op deze wereld en is aan beiden onderworpen. Dewijl ge echter uw verstand bezit en niet zijt zoals de appel aan de boom, maar geschapen zijt als een Engel naar Gods beeld op de plaats van de verstoten duivel en dewijl ge weet, dat ge, met uw siderische geboorte één zijt met het Goddelijke Woord, zo kunt ge in deze dode materie, door middel van uw ziel heerser zijn en ge moet zeggen, dat uwe ziel in de Hemel is en met God regeert. De ziel namelijk, die het Woord heeft begrepen, kan door niets teruggehouden worden, de Hemel binnen te treden; de duivel ziet haar niet, want hier vertoeft de duivel niet. Dewijl ge echter eensdeels aan de dood zijt verknocht, zo kan de duivel wel tot uw hart doordringen, wanneer ge het hem toe­staat. Dan is uw hart gelijk aan een donker dal en wanneer ge niet naarstiglijk arbeidt om het licht wederom te doen geboren worden, zo ontsteekt hij het vuur des toorns in uw hart. Dan zal uwe ziel één zijn met de toorn Gods en ge zult een duivel zijn en geen Engel en ge kunt de poorten des Hemels niet binnen gaan. Zo ge echter met de duivel strijd voert en de liefde vasthoudt in uw siderische geboorte, zo blijft uwe ziel voor de duivel verborgen en ze heerst met God tot aan de dag der wederbrenging van dit, wat verloren is. Wanneer ge echter met uw siderische geboorte in de boosheid blijft, zo zult ge nimmer de poorten des Hemels bereiken; waar ge het zaad gezaaid hebt, d.w.z. waar uw ziel is, aldaar zal ook uw lichaam uit de dode opstaan.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[17] Dat lichaam en ziel ten dage der opstanding wederom verenigd zullen worden, kunt ge zien bij het ontstaan der aarde. Want de Schepper sprak: Dat de aarde voortspruite gras, kruid en vruchtbaar geboomte, een ieder naar zijn aard. En zo geschiedde het, en zoals er voor de tijden des toorns Hemelse gestalten en vormen geweest waren, zo ont­stonden er nu aardse vormen. Alles werd, bij het grote oproer des duivels, door het Woord omsloten, dit alles is, naar Zijn eigen wezen tot openbaring gekomen. Was er op dat tijdstip roof en moord, zo zal dit op de jongste dag ook het geval zijn in nog sterker mate. Waar de siderische geboorte der aarde in de liefde staat en de uiterlijke geboorte aan de dood is onderworpen, daar zal dit ook zo blijven en het leven en de dood zullen gescheiden blijven. Waar zou de ziel des mensen ten dage der wederopstanding liever vertoeven, dan in haren Vader, dan in het lichaam, dat haar heeft doen geboren worden. Het dierlijke lichaam wordt teniet gedaan, maar de kracht houdt stand en daaruit komen voort schone bloemen, die evenwel in het vuur verbrand worden; niettemin ligt de kracht verborgen in de vier elementen en de ziel is er mee van één hoedanigheid.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[24] Aanziet de geheimenissen der aarde, zoals zij voortbrengt, moet ook gij voortbrengen. De aarde is niet het lichaam, maar zij is de moeder, de voortbrengster van het lichaam, evenals uw vlees niet de geest is, maar het vlees is de moeder, de veroorzaakster van den Geest. En nu is in beiden, in de aarde en ook in uw vlees het licht van de God­heid verborgen; het breekt door en doet een lichaam geboren worden; de mens krijgt een menselijk lichaam en de aarde een lichaam dat voor haar geschikt is. Want zoals de moeder is, zo is ook het kind. Het kind der mensen is de ziel, die uit de siderische geboorte, uit het vlees geboren is. Het kind der aarde is datgene, wat de aarde oplevert. gras, kruid, geboomte, zilver, goud en allerlei ertsen.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] Wanneer nu deze drie factoren: het wrange, het bittere en het zoete in wrijving komen met elkander, zo voert de wrange kwaliteit de boven­toon, want zij is de sterkste, en trekt met geweld de zoete tezamen, dewijl de zoete zacht is en wegens haar zachtheid kan uitzetten, zodat zij zich gevangen moet geven. Wanneer dit nu geschiedt, zo wordt het bittere mede gevangen genomen en tot verdroging gebracht, dan zijn de drie genoemde eigenschappen in strijd met elkander en dat doet de massa verdrogen; vooral de wrange kwaliteit veroorzaakt steeds meer verdroging. Wanneer het zoete water zich niet meer handhaven kan, komt de angst, evenals bij de mens, wanneer hij sterven gaat, boven, zo, dat de geest zich afscheidt van het lichaam en het lichaam aan de dood wordt overgegeven; zo ook wordt het water gevangen genomen. En in deze angst ontstond angstzweet, evenals bij een stervende mens. Dit angst­zweet is van één hoedanigheid met de wrange en bittere eigenschap, want het is als 't ware haar zoon, die zij, uit het zoete water hebben doen geboren worden. Wanneer dit nu plaats vindt, zo is de wrange en bittere hoedanigheid verheugd over haar zoon en een elk van hen geeft die zoon van zijn kracht en zijn leven. De wrange en de bittere eigenschap onttrekken voortdurend het sap aan de aarde en geven die aan de jonge zoon. Het lichamelijke echter, dat uit het zoete water door samentrekken is ontstaan, blijft dood en nu heeft het vocht van het lichaam of het voorwerp, hetwelk van één hoe­danigheid is met het wrange en het bittere, gelegenheid om zich te laten gelden. Maar de twee kwaliteiten, wrangheid en bitterheid, kunnen niet laten te strijden met elkander. De wrange eigenschap is sterk; de bittere is snel. Wanneer de wrange naar de bittere grijpt, zo ontwijkt deze haar en neemt het vocht van de zoon mee. Dan wil de wrange eigenschap de bittere overal volgen en haar gevangen nemen; dan wil de bittere eigen­schap uit dat lichaam, dat voorwerp gaan en dit zet daardoor uit. Wan­neer dat lichaam of voorwerp dan niet meer uitzetten kan, en de strijd te hevig, zo moet de bitterheid zich gevangen geven. Dan breekt zij los uit het lichaam en neemt de zoon mee.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[31] Ziet, dit is de geboorte der natuur. Wanneer nu in deze drie eigen­schappen, te weten: bitter, zuur en zoet, niet het ontstoken vuur des toorns zou zijn, zo zoudt ge wel zien, waar God is. Nu evenwel is het vuur des toorns in alle drie eigenschappen aanwezig. De wrangheid is veel te koud en veroorzaakt in een bepaald lichaam of voorwerp te veel samentrekking. Zo is het zoete te dik en te duister en de bittere te stekelachtig, te moorddadig en verwoed en zij kunnen het niet eens worden. Anders, wanneer het zure niet zo zeer zou worden aangestoken, en het water niet zo dik zou zijn en het bittere niet zo moordend, zo zouden zij het vuur kunnen ontsteken, waardoor het licht zou veroor­zaakt worden. En uit het licht wordt de liefde geboren en uit de bliksem des vuurs de toorn; dan zoudt ge wel zien of aldaar niet een Hemels lichaam zou zijn, waarin het Licht Gods zou schijnen. Dewijl echter het wrange te koud is en het water te zeer verdroogd, zo neemt het hete vuur het op in haar koude en het zoete water wordt te niet gedaan. Ook zo neemt zij het bittere gevangen en verdroogt mede. Bij deze verdroging wordt het vet, dat in het zoete water is, opgelost. Het vet, waarin het vuur wordt ontstoken en uit het vet ontstond een wrange en bittere geest. Want wanneer het vet, dat in het zoete water is, verdwijnt, zo verandert het in angstzweet, waarin de wrange en de bittere eigenschap zijn. Dit is niet zo op te vatten, dat het water geheel te niet gedaan wordt. Neen, dat kan zo niet zijn, maar het is zó, dat de geest der wrangheid de zoet­heid of de vetheid van het water opneemt en dit nodig heeft. Want hij, is geheel verstard en heeft nu het water nodig om tot leven te komen; hij ontneemt het water zijn vetheid en ontneemt ook aan het water zijn macht. Dan ontstaat uit het water een angstzweet, dat het midden houdt tussen dood en leven en het vuur kan niet ontstoken worden. Want het vet wordt vastgehouden in het koude vuur en het gehele lichaam, het gehele voorwerp, dat in angst geboren wordt, blijft als een duister dal en kan het leven niet begrijpen of omvatten. Want het leven, hetwelk in het licht staat, kan zich niet baanbreken in het harde, bittere en wrange lichaam, omdat het gevangen ligt, alhoewel het niet ten dode is opge­schreven.
Hoofdstuk 21: Over de derde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[17] Over deze drievoudigheid wil ik hier schrijven en de kinderen dezer wereld aantonen, wie God is. Niet om mij daarop te beroemen of uit hovaardij, of om enig mens te krenken. Neen, de geest zal u in alle zachtmoedigheid en vriendelijkheid onderwijzen, zoals een Vader zijne kinderen onderwijst. Het werk is niet door mijn vernuft tot stand ge­komen, maar door de liefdesopenbaring des Heiligen Geestes, die in het vleselijke is doorgebroken. Uit eigen kracht kan ik niet veel en ben ook slechts een blinde, maar door Gods geest ziet mijn geest alles, hoewel ik niet standvastig genoeg ben. Maar wanneer de geest van de liefde Gods door mijn geest werkt, dan versta ik de Godheid. Niet alleen mij gaat het zo, maar alle mensen, of het nu Christenen, joden, Turken of heidenen zijn. Allen, waarin de zachtmoedigheid en de liefde leven, staan ook in het licht Gods. Zoudt ge willen zeggen: Neen? De Turken, de Joden en de heidenen hebben immers hetzelfde lichaam dat gij hebt; zij bezitten dezelfde lichaamskracht die gij gebruikt en dezelfde God, die uw God is, is ook hun God. Zegt ge: Zij kennen God echter niet en eren Hem niet. Ja, mensenkind, ge kunt u er op beroemen, dat gij Hem beter kent. Maar waar de liefde door de zachtmoedigheid wordt geopenbaard, daar openbaart zich het Goddelijk Hart. Want het hart Gods wordt in het zachte water van het aangestoken licht geboren, hetzij in de mens of buiten de mens, het wordt overal in het centrum, in het midden tussen de uiterlijke en de innerlijke geboorte geboren.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[27] Maar let nu op. - Mozes schrijft, dat God heeft gesproken: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des Hemels, die hun licht geven op aarde en scheiden de dag van de nacht, en maken jaar en tijden. Deze beschrijving toont ons aan, dat de eerste schrijver niet geweten heeft, wat sterren zijn, hoewel hij toch vatbaar is geweest voor de rechten van God. Hij heeft echter de Godheid bij het hart genomen en heeft uit het hart gezien, wat het hart en de kern dezer schepping was, en de geest heeft hem de siderische en uiterlijke dode geboorte verborgen ge­houden, en heeft hem alleen op het geloof, naar het hart van de God­heid gedreven. Wat ook de hoofdzaak is, wat voor de mens het meest nodig is, want wanneer hij het ware geloof aangrijpt, dan dringt hij door de toorn van God, door de dood heen in het leven, en heerst met God. Daar echter de mensen in de laatste tijd veel luisteren naar de wortel van de boom, door welke de natuur aantoont, dat de tijd van het kaal­worden van de boom nabij is, daar wil hun de geest hetzelfde aantonen en de Godheid zich geheel en al openbaren. Dat is het morgenrood en het aanbreken van de grote dag Gods, waarop zal teruggebracht worden en opgaan, alles, wat uit de dood tot weder­geboorte des levens is geboren.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[43] Ten vierde moet de vuurgeest, die zich bevindt in de gruwelijke angst en droefheid des levens, ook afgesmolten worden, want hij is een gestadige vader van de toorn, en uit hens wordt de helse smart geboren. Wanneer nu deze toorn van de vier geesten gedood is, dan blijft de erts­salniter in het water als een taaie substantie, en ziet eruit als de geest, die zich in het aarde-erts bevindt; en het licht, dat in het vuur staat, kleurt hem naar zijn eigen kwaliteit, hetzij zilver of goud. De materie ziet er na de vierde afsmelting van zilver en goud eender uit; zij is nog niet taai en zuiver genoeg, het goud of zilver bestaat nog niet. De vorm is er wel maar de geest is er nog niet in.
Hoofdstuk 22: Over het ontstaan der sterren en over de schepping van de vierde dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Wanneer er een andere God is buiten deze, wie zal u dan uit deze God, waarin gij ondergegaan zijt, weer levend maken? Hoe zal u die andere God, waaruit gij niet geschapen zijt en in wien gij nooit geleefd hebt, uw lichaam en geest weer te samen vormen? Als gij nu van een andere materie zijt dan God zelf, hoe zult u dan Zijn kind zijn? Of hoe zal de mens en koning Christus Gods lichamelijke Zoon zijn, die uit Zijn hart geboren is? Als dus zijn Godheid een ander wezen is dan zijn lichaam, dan zoudt gij tweeërlei Godheid in hem zien; zijn lichaam zou dan zijn van de God dezer wereld en zijn hart zou dan zijn van een onbekende God. Och, doe uw geestesogen open, gij mensenkind, ik zal u hier de echte, waarachtige, eigenlijke poort van de Godheid laten zien, zoals maar een God haar hebben wil.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] De tweede geboorte is het zoete water, dat ook uit alle andere zes geesten wordt geboren. Het is de zachtzinnigheid, welke uit de andere zes ontstaat en zich in de zure geboorte indringt, het zure steeds weer aansteekt, oplost en verzacht, zodat het zijn zuurheid niet kan tonen, zoals het in zijn scherpte buiten het water gewild zou hebben. De derde geboorte is de bitterheid, welke uit het vuur in het water ont­staat; zij wrijft en verontrust de zure scherpe koude en maakt de koude aan het bewegen, waardoor de beweeglijkheid ontstaat. De vierde geboorte is het vuur; het ontstaat uit de wrijving of beweeglijkheid in de zure geest en het is nu scherp brandend en I,et bittere wordt stekend en woedend. Wanneer echter de vuurgeest in de zure koude zo woedend te werk gaat, dan ontstaat daar een angstige, verschrikkelijke, bevende en scherpe, onwillige voortbrenging.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1085 - 1086 - 1087 - 1088 - 1089 - 1090 - 1091 - 1092 - 1093 - 1094 - 1095 - 1096 - 1097 - 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110