17481 resultaten - Pagina 1110 van 1166
... 1098 - 1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 ...
[3] Ben je misschien een beetje jaloers, omdat mijn hart aan hem verreweg de voorkeur geeft boven jou? Of ben je niet zo zeer zijn echte vriend en broeder, als je voorwendt te zijn? Erger je je misschien heimelijk in je hart omdat die tot nu toe voor mij nog naamloze heerlijke je in elke vorm van geestelijke volmaaktheid eindeloos ver overtreft? Of zit misschien zijn mannelijk goddelijke schoonheid je dwars? Houd je misschien niet van zijn ogen en zijn mond die zeker die van jou evenveel overtreffen, als heel zijn verheven wezen dat van jou overtreft, alhoewel je er veel schitterender uitziet dan hij?Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Als je mij geen antwoord wilt geven, ofschoon je dat misschien wel zou mogen en kunnen, dan ben je een jaloers en zelfs boosaardig mens. En je schitterend gewaad is dan als de huid van een zachte gazelle, die desalniettemin een verscheurende hyena in zich bergt. In dat geval ben je helemaal niet te verontschuldigen en verdien je niets anders dan mijn diepste verachting.
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Omdat je mij op mijn eerdere, belangrijke vragen helemaal geen antwoord hebt gegeven, zou je me toch tenminste één van deze drie vragen kunnen beantwoorden, opdat ik weet, hoe ik me als nieuwkomer in deze wereld en om te beginnen in jouw huis moet gedragen. Dus ik vraag je uit de grond van mijn hart: spreek nu de waarheid en blijf me in geen geval het antwoord schuldig!'
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Dan zeg IK tegen haar: 'Luister, Mijn lieve Chanchah. Jij bestookt hem ook op leven en dood met al je vragen! Komt het dan niet bij je op, wat voor geheime voorschriften wellicht voor jouw eeuwig welzijn zijn tong aan banden kunnen leggen? Daarom moet je in het vervolg met hem, een van Mijn edelste vrienden, wel een beetje milder omgaan, anders breng je hem immers in de grootste verlegenheid en bezorg je hem veel narigheid.
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ja, ja, het doet mij ontzettend pijn! Weliswaar kan ik dit ook niet helpen. Want jij, mijn heerlijke, machtige vriend ziet immers ook wel, dat ik een vreemdeling ben en niet weet, wat en hoe men hier mag vragen. Omdat jij me nu echter een wenk hebt gegeven hoe men hier dient te vragen, zal ik mij daar in het vervolg aan houden. Maar zeg me dan alleen, waarom men hier eigenlijk op een botte en dom gestelde vraag, die niet voor beantwoording geschikt is, helemaal geen antwoord kan krijgen?'
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] IK zeg: 'Mijn liefste Chanchah, kijk, dat is heel eenvoudig: Stel dat je Mij een goed dichtgebonden zak zou geven met het verzoek: 'Vriend, maak deze zak voor me open en geef me daaruit duizend van de mooiste edelstenen!' Maar ik vroeg je dan: 'Weet je wel heel zeker, dat er duizend edelstenen in deze zak zitten?' Jij zou dan zeggen: 'Nee, dat weet ik niet zeker, maar ik vermoed het alleen maar.'
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] CHANCHAH zegt: 'Ach ja, mijn liefste vriend, als jij spreekt wordt alles me zo duidelijk en ik zie de grote waarheid in van alles wat je zegt. Maar zo is het niet als vriend Martinus spreekt. Hoe langer en hoe meer hij praat, des te donkerder en onbegrijpelijker wordt voor mij dan alles waarover hij spreekt. Daardoor ben ik dan wel gedwongen steeds verder en dieper bij hem aan te dringen door allerlei vragen te stellen, waarvan hij me er ook nog niet één duidelijk heeft beantwoord.
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Als hij me maar één vraag duidelijk zou hebben beantwoord, dan zou ik hem zeker geen verdere vragen hebben gesteld. Of had hij mij, zoals jij nu, tenminste laten zien hóe men hier moet vragen om een antwoord te krijgen, en of men hier eigenlijk wel moet vragen om een antwoord te krijgen, en of men hier eigenlijk wel mág vragen! Maar zie, heerlijke vriend, van dit alles was bij Martinus geen sprake. Willen jij en Martinus mij dus verontschuldigen als ik met mijn voor mijn goede vriend Martinus zeker te lastig geworden vragen, te ver ben gegaan.
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Ach vriend, het is ook heel vreemd om hier te zijn. Waarheen je ook je ogen wendt, zie je niets dan wonderen en nog eens wonderen. Wonderen, waarvan de aarde geen flauw besef heeft. Wie zou echter bij dergelijke verschijnselen die hij niet begrijpt, niet aan de meer ingewijden vragen, wat het een en ander te betekenen heeft? Wie is degene die dit allemaal doet? Als hier de hemel is, waar is dan Lama, die hem gegrondvest heeft? Zeg mij, mijn boven alles geliefde vriend, zijn dat niet heel natuurlijke en vooral door de wonderlijke omstandigheden van dit bestaan volledig te verontschuldigen vragen?'
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] IK zeg: 'Zeker, Mijn lieve Chanchah, Ik zeg je, deze en nog vele duizenden andere vragen zijn heel goed te verontschuldigen. Maar weet je, net als op de aarde heeft ook hier alles zijn tijd.
Hoofdstuk 108: De gelijkenis van de wijze opvoeding van kinderen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] CHANCHAH echter zegt: 'O, jij liefste vriend van mijn hart en van mijn leven! Jij hebt inderdaad maar al te zeer gelijk met elk woord, dat uit je mond komt. Toch kan ook Chanchah er niets aan doen, dat zij een kind met zo' n weetgierige geest is. Maar ik, je arme Chanchah, zal van nu af aan mijn hart in bedwang houden en zal zijn als een bloem op het veld, die zich door het licht en de warmte van de zon van Lama ontvouwt en, gevoed door de dauwdruppels van de ochtendliefde van Lama, tenslotte ook haar bloembodem met het rijke zaad van het leven vult.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] (CHANCHAH:) , O jij mijn oogappel, O jij altaar van 't vuur van mijn hart! Zie, toen ik op aarde nog thuis was aan de zijde van mijn moeder en een meisje was van zo'n 13 jaar oud, toen vroeg ik moeder, hoe men het eigenlijk zou moeten aanpakken om de heilige Lama boven alles lief te hebben.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Toen zei mijn zeer wijze moeder: 'Luister, mijn geliefde dochter: plant in de tuin twee dezelfde bloemen, één aan de oostkant - deze wijd je aan de Lama en de andere aan de westkant, en deze wijd je aan de mensen. Verzorg beide gelijk en zie hoe ze groeien en zich zullen ontplooien. Zal de avondbloem beter gedijen dan de morgenbloem, dan zal dat een teken zijn, dat je meer van de wereld houdt dan van de heilige Lama. Zul je echter bij beide bloemen het tegendeel bemerken, dan is jouw liefde tot de Lama sterker dan die tot de mensen.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ik deed meteen, wat mijn wijze moeder mij aanraadde. Omdat ik echter bang was dat de bloem van Lama iets achter zou kunnen blijven bij die van de mensen, verzorgde ik haar heimelijk dubbel zo goed als die van de mensen. Maar zie, ondanks mijn grote ijver bij het verzorgen van de bloem van de Lama, bleef deze toch achter in ontwikkeling.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Ik zei dit allemaal tegen mijn moeder. Deze stelde mij gerust door haar wijze les, doordat ze zei: 'Zie, lief dochtertje van me; Lama heeft je hierdoor willen laten zien, dat je Hem, die in het eeuwig ontoegankelijke licht woont, alleen boven alles kunt liefhebben, door de mensen lief te hebben als jezelf. Want wie niet degenen liefheeft die hij wel ziet, hoe kan hij dan van Lama houden die hij niet ziet?'
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus