Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 112 van 1110

...  100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125  ...
[20] Dat de mensen naderhand van deze eerste wet zijn afgeweken -hetgeen speciaal bij de heidenen vaak uitliep op verdorven misstanden, omdat met name de vorst zich direct alle mooiste maagden van het land als vrouw toeëigende en er daarbij ook nog een aantal kocht van vreemde vorsten -, was niet de wil van God, maar de wil van de zinnelijke mens. Want velen van de vrouwen van een vorst of van een andere rijkaard waren geen vrouwen voor de voortplanting, maar pure meisjes van plezier om de verloren gegane mannelijkheid en wellust op te wekken. Een man leeft echter niet meer volkomen volgens de goddelijke orde als hij de eerste wet van God niet houdt!
Hoofdstuk 103: Genezareth. De herberg van Ebahl. (6/7.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] EBAHL zegt: "Ja, voor degenen, die hier geboren zijn, zijn de lucht en het water geheel onschadelijk, - maar niet voor de vreemden, want vaak wordt iemand hier na een paar dagen al zo erg ziek, dat hij soms een heel jaar niet van het ziekbed af kan komen! Als hij de ziekte eenmaal doorstaan heeft, kan hij blijven zolang hij maar wil, - en dan blijft hij gezond.
Hoofdstuk 104: Zieleheil gaat boven lichamelijk geluk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Wie Mijn woorden gelooft, zal het eeuwige leven hebben, wie echter niet gelooft, zal overgaan in de eeuwige dood! Want Mijn woorden zijn niet die van een mens van deze wereld, zij zijn leven en geven leven aan hem, die ze in zijn hart opneemt en vervolgens handelt volgens de betekenis van de woorden en volgens hun alles leven gevende geest!
Hoofdstuk 104: Zieleheil gaat boven lichamelijk geluk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De FARIZEEËN en schriftgeleerden zeggen: "Weten jij en je heer dan niet dat in een huis waar wij ons vertonen alle geheimen met óns gedeeld moeten worden? Want wij zijn het die jullie reinigen als je je verontreinigd hebt, en die jullie ook genezen als je door kwade ziektes geplaagd wordt!"
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Ik vind je een echt brave man en vriend, en wat je gezegd hebt is Jammer genoeg maar al te waar. Als Ik een mens zou zijn van de soort zoals de aardse mensen zijn, dan zou Ik jouw raad ook zonder meer opvolgen, want in jouw borst klopt een rechtschapen mannenhart, maar Ik ben een heel ander mens en een heel ander wezen dan waarvoor jij Mij houdt! Kijk, alle machten des hemels en van deze aarde moeten Mij gehoorzamen, en daarom heb Ik niets te vrezen. Wel zal de Schrift bitter en smartelijk aan Mij vervuld worden, maar niet volgens de wil van deze wereld, maar volgens de wil van de Vader in de hemel, die nu echter in Mij is, zoals Ik eeuwig in Hem ben! Maar terwille daarvan zal Mijn macht over hemel en aarde niet het geringste inboeten. Want als Ik het zou willen, dan zou deze aarde in een oogwenk veranderen in een nietig stofje tesamen met alles wat in en op haar is, ademt, leeft en beweegt, maar omdat Mijn fundament 'behoud' heet, gebeurt dat niet!
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Wee echter degenen, die een profeet verlaten terwille van de wereld, of hem zelfs hier en daar ergens mee verdacht maken! En nog meer wee Voor de vervolgers van een profeet, want die zullen waarschijnlijk God nooit zien! Maar wie de hand slaat aan een profeet zal met het eeuwige vuur in de onderste hel bestraft worden! Want het hart van een profeet is van God, en zijn mond is van God, en ook zijn handen, voeten, ogen en oren! Waar een profeet is, is God ook, en daarom moeten jullie zijn verblijfplaats met diepe eerbied betreden, want de plaats waar hij staat is heilig. In het hart moet men daar rekening mee houden, niet terwille van de profeet, die een mens is, maar terwille van God, die in het hart van de profeet spreekt en getuigt.
Hoofdstuk 108: Verhouding van een profeet tot God en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Terwijl Ebahl, bij wie al een ander licht opgaat, nog steeds overlegt, komt de hoofdman ook al weer terug en vertelt vol vreugde en verwondering, hoe hij alles prima in orde heeft aangetroffen, en hoe verbaasd zijn onderkommandanten waren, omdat hij volgens hun zeggen voor de tweede maal kwam om te vragen of alles wel in orde was, terwijl hij toch een half uur eerder zelf alles reeds zo goed mogelijk geregeld en opgedragen had! Hij had zich eruit gepraat door voor te geven dat dit slechts een slimme controle was, en daarmee waren allen zonder verdere vragen geheel tevreden gesteld.
Hoofdstuk 109: Het verschil tussen een profeet en de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] IK zei tegen hem: "Ik heb je gisteren toch verteld welke machten Mij gehoorzamen, en Mij moeten dienen! Waarom vraag je daar dan naar? Overigens, als je je voeten op het water durft te zetten, en Ik het wil, zul je óók daarop kunnen lopen zolang Ik het wil! Als jullie zin hebben, dan proberen we het meteen! Je moet echter niet twijfelen, maar dapper en moedig volgen!"
Hoofdstuk 110: De gezegende weide. De wandeling op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] "Kleingelovige" zei IK, "denk je dan dat Ik Mijn leven zou riskeren? Ik weet toch wie Ik ben en wat er allemaal aan Mijn wil moet gehoorzamen? -Wie van jullie moed en geloof heeft, volge Mij!"
Hoofdstuk 110: De gezegende weide. De wandeling op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[26] IK zei: "Wel, omdat jullie overtuigd zijn, dat voor degene die vast gelooft, ook het water een vaste grond is, zullen wij nu onze wandeling Voortzetten! "
Hoofdstuk 110: De gezegende weide. De wandeling op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar IK beval hen op te staan en zei tegen hen: "Luister, dat alles is voor God en Mij niet nodig, het enig ware gebed is de oprechte liefde tot God, de Vader in de hemel en eveneens tot de medemensen, jullie naasten. Alle andere gebeden hebben voor God geen waarde en voor Mij ook niet.
Hoofdstuk 111: Het echte gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Nu jullie dit weten, handel er dan ook naar, - en Gods zegeningen zullen je nooit ontbreken! Want dat is: God in geest en waarheid aanbidden.
Hoofdstuk 111: Het echte gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] EBAHL hield er echter strenge huisregels op na en daarom verbood hij dat speciaal de meisjes en de beide vrouwen en zei: "Jullie hebben nu genoeg gezien, meegemaakt en gehoord, onthoud dat en leef ernaar , dan zullen jullie niet zonder zegen blijven, zoals de Heer Zelf het jullie buiten bij de zee heeft gezegd. -Maar ga nu weer aan je werk!"
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar IK zei tegen hem: "Vriend, laat haar begaan, want zij heeft al het beste deel gekozen! Ik zeg jou en jullie allen: Wie niet zoals dit meisje naar Mij toekomt, zal de weg naar het rijk van God niet vinden! Dit kind heeft hem al gevonden! Jullie moeten met liefde, en wel met de vurigste liefde tot Mij komen, als je het eeuwige leven wilt oogsten!
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Dit meisje bewijst met de daad, wat het in het hart voelt, maar jullie praten verstandig en houden je hart koel! Schiet het jullie dan nog niet te binnen, wie Ik zou kunnen zijn en ook werkelijk ben?"
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125  ...