Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 112 van 373

...  100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125  ...
[6] Waarlijk, wie zulke daden doet zonder eigenbelang, maar uit pure, zuivere naastenliefde, die is ook een grote vriend van God; en is reeds op deze aarde gelijk aan de engelen des hemels en heeft de overvloed van het rijk Gods al in zijn hart!
Hoofdstuk 120: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar Ik kalmeerde hen en zei toen: 'Houdt de ergernis weg van jullie ziel, want die verontreinigt de mens in zijn hart, en dat is uit den boze; maar met ongewassen handen het brood breken en eten verontreinigt de mens niet. Maar als jullie, leerlingen van Johannes, dat ergert en jullie reeds van tevoren gehoord hebben dat Ik op deze avond hier zou aankomen, waarom hebben jullie dan ter ere van Mij geen voorbereidingen getroffen, zodat er volgens joods gebruik reeds bij onze binnenkomst water, een waskom en doeken voor ons klaar stonden!
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Ik zeg jullie, door water gereinigde leerlingen van Johannes, jullie nemen ook net als de joden al het uiterlijke vertoon nauwgezet in acht en wassen en reinigen jullie zevenmaal per dag, opdat jullie steeds rein van lichaam blijven; maar jullie hart en ziel zijn nog erg ongewassen en daarom zijn jullie ook nog ver verwijderd van het rijk Gods.
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar toen kwam er een ander, die bescheidener was, naar voren en zei tegen Mij: 'Heer en Meester, ik heb de wijze betekenis van Uw woorden gehoord en daarin de volste en zuiverste waarheid gezien; maar toch hebben ze mijn hart heel bedroefd gemaakt, toen U ons zei dat wij nog ver verwijderd zijn van het rijk Gods, terwijl wij al geloofden er middenin te staan. Wat moeten we doen om in het rijk Gods te komen?'
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Wie niet eerst volkomen van God wordt voordat hij zich in de wereld begeeft om daar te werken, die wordt verleid door de wereld, die weldra zonder enige moeite zijn hart en zijn ziel verslindt; maar wie eerst helemaal van God is geworden, die kan de wereld niet meer deren; want hij heeft een stevige dam om zich heen en een burcht voor zichzelf gebouwd, die door de poorten van de h.el niet overwonnen kan worden.'
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Toen hij de paarden buiten aan de knechten had overgegeven, kwam hij direct in de grote kamer naar ons toe en zei (de hoofdman) tegen Mij: 'O grote Heer en Meester! Pas toen jullie de herberg verlaten hadden, ben ik als uit een droom ontwaakt en wilde mij toen geheel en al aan U aanbevelen, maar toen waren jullie al verdwenen. Daarop werd ik gegrepen door een alles overheersend verlangen om U nog eenmaal te zien, te spreken en te horen. Ik liet mij dan ook onmiddellijk uit Bethlehem de beste rijpaarden brengen en reed met deze vrienden van mij in snelle draf hierheen en hoorde buiten van de mensen van dit huis, dat U hier een kleine rustpauze genomen hebt. Toen sprong mijn hart op van vreugde. Samen met mijn metgezellen sprong ik in allerijl van het paard en haastte mij naar binnen, en nu ben ik hier om U te begroeten, en om U van gans er harte te bedanken voor de eindeloos grote genade die ik van U tot heil van mijn heidense ziel ontvangen heb. Neem daarom, o Heer en Meester, deze dank ook genadig van mij aan!'
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] En dat hetgeen jullie gezien hebben, volledig en helder in jullie herinnering gebleven is, dat heb ik ook bewerkstelligd, met toelating van de Heer; want wat jullie zagen en hoorden werd direct in jullie lichamelijke hersenen en ook in jullie hart en nieren opgeslagen. Zonder dat zouden jullie van alles wat jullie gehoord en gezien hadden even weinig meegenomen hebben naar het aardse wakende leven als de ziel van jouw broer, die jij volgens het verslag van je droom in Athene hebt ontmoet, iets heeft meegenomen naar het aardse lichamelijk wakende leven van hetgeen ze in haar droom in Athene met jou besproken heeft.
Hoofdstuk 136: De hogere graden van helder bewustzijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] De mens moet het woord van God, waarin Hij de mens getrouw Zijn wil openbaart, op een gegeven moment met een vreugdevol, dankbaar en gewillig hart en verstand aannemen. Daardoor legt hij reeds het ware levensgraan in de vruchtbare aarde.
Hoofdstuk 137: Raphaël maakt zich als geest bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Behalve wat ik jullie daarstraks over de natuurlijke reden van deze storm al verklaard heb, heb ik jullie bovendien dit nog getoond, zodat jullie ook daaruit kunnen concluderen dat de liefde en de wijsheid van de Heer bij dergelijke gelegenheden niet alleen zorgt voor het vruchtbaarder maken van de aarde en de zuivering van de lucht, maar bovendien voor het moreel vruchtbaarder maken van het menselijke hart en het reinigen van de zielelucht, en dat heeft stellig nog meer waarde dan het vruchtbaarder maken van de aarde en het zuiveren van de aardse lucht.
Hoofdstuk 141: Een onweersbui - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Toen zei een leerling van Johannes, die heimelijk nog veeloude brokstukken bijgeloof in zijn hart koesterde: 'Ja,ja, daar zie je dat de ouden gelijk hadden met te beweren dat een oude kat de duivel in zijn lijfheeft!'
Hoofdstuk 143: Het wezen van de elektriciteit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Niets wordt evenwel door de Heer en alle engelen van de hemelen met grotere liefde en zegening bezien dan de algemene, ware liefde en vriendschap onder de mensen; maar die kan alleen beginnen te heersen, wanneer de mensen elkaar in alle waarheid en in het helderste licht uit God tegemoetkomen. Want de zuivere waarheid bevredigt het hart en maakt het zacht en deemoedig, en daardoor tegenover iedereen vriendelijk en gedienstig in liefdevolle ijver, mild en barmhartig.
Hoofdstuk 146: De vraag naar het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] De tien voorname Romeinen, die wel wisten hoe het met Rafaël gesteld was, zeiden echter niets, omdat Rafaël hun een wenk had gegeven dat ze hem niet bekend moesten maken, omdat de nieuwelingen in hun hart aanstoot zouden hebben genomen aan een zuivere geest en hun ziel te snel gedwongen zou zijn om te geloven, wat niet heilzaam voor haar zou zijn.
Hoofdstuk 146: De vraag naar het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Veel te weten, terwijl je nog een puur natuurlijk mens bent, bezwaart hoofd en hart; maar wanneer je na vele edele handelingen veel van het levende waarheidslicht in jezelf hebt opgenomen, verlicht dat het hart en bespaart de ziel de moeizame arbeid om vaak vruchteloos in de hersenen van haar lichamelijke hoofd rond te woelen en het ware en juiste toch niet te vinden.
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De Romein Marcus, die heel aandachtig naar ieder woord van Mij tegen de hoofdman geluisterd had, kwam naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester! Ik heb de betekenis van Uw woorden goed begrepen en de strekking ervan diep in mijn hart geprent; maar ik kan het toch niet laten om hier openlijk te bekennen, dat het leven van de mens onder zulke omstandigheden, waarin hij zichzelf moet ontwikkelen, absoluut geen grapje is. De regel is vlug en gemakkelijk uit te spreken, maar niet zo vlug en gemakkelijk ten uitvoer te brengen!
Hoofdstuk 152: Over de goddelijke orde op de geestelijke levensweg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar neem, al is het maar voor de uiterlijke schijn geen deel aan de vele oude, heidense dwaasheden; want het aanschouwen daarvan zou jullie hart met ergernis vervullen en tegenover de dwazen van de wereld verbitteren -en het komt de ziel niet ten goede, als het hart vol gal raakt!
Hoofdstuk 153: De Heer onderwijst de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125  ...