Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1111 van 1166

...  1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124  ...
[11] En precies zo ga ik nu te werk. Jij bent nu mijn avondbloem en mijn hart voor Lama is de morgenbloem. Jou begiet ik zoveel ik kan, omdat ik in jou de volmaakte mensengeest ontdek en mijn hart groeit geweldig - maar helaas niet met Lama, doch met jou, met jou!
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Jij bent een ware Lama van mijn hart geworden! Wat de grote Lama daar te zijner tijd op zal zeggen, dat zal Hij wel het beste weten. Ik moet je daarbij nog bekennen, dat zelfs mijn buitengewoon fijngevoelige geweten mij daarover helemaal geen verwijten maakt. Wat heb jij, heerlijke man, daar nu op te zeggen?'
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] IK zeg: 'Mijn geliefde Chanchah, ik heb een poosje op jouw antwoord, dat Mijn hart volop verheugt, moeten wachten. Zo moet jij nu ook een poosje wachten op een heel mooi en goed antwoord. Maar verheug je over wat Ik je dan als een allermooist antwoord zal geven; je zult het gauw krijgen!'
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Intussen richt IK me tot Martinus en Borem en zeg heimelijk tegen hen: 'Vrienden en broeders, jullie hebben nu helpers en helpsters in overvloed. Ga daarom heen en zet de grote tafel in het midden van de zaal en dek hem rijkelijk met brood en wijn. Neem ook rijpe vruchten van deze vijgenboom en leg ze volop naast het brood en de wijn op tafel. Want nadat ik van te voren met Mijn allerliefste Chanchah nog enige woorden zal wisselen, zullen wij daarna samen een goede verfrissing, versterking en voeding tot ons nemen. Ga en vervul deze wens en wil van Mij!'
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] En IK zeg: 'Het is allemaal goed. Ga nu ook naar buiten naar de omheining van de tuin en kijk of er nog iemand is, die nog aan deze maaltijd kan deelnemen. Gella (dame van het H. Hart) blijft echter intussen hier bij Mij en luistert naar wat Ik nu Mijn liefste Chanchah voor mooie dingen zal zeggen. Zo moge het gebeuren, Mijn broeders!'
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Intussen open IK Mijn mond en zeg tegen Chanchah en ook tegen Gella: 'Mijn lieve hartelijke Chanchah, jij hebt Mij zojuist een paar heerlijke woorden gezegd, die daarom des te heerlijker waren omdat ze uit de grond van je hart kwamen. Ik beloofde je een nog heerlijker antwoord te geven en nu ben Ik voor dit doel hier en zal Mijn belofte vervullen. Luister dus heel geduldig naar Mij. Verwacht vooral niet een of andere lange toespraak, want zie, Ik spreek altijd maar kort en pleeg steeds met weinig woorden veel te zeggen.
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Maar de mislukte mensen grepen Hem en doodden de Godmens, hoewel ze de God in Hem niet konden doden. Slechts weinigen herkenden Hem en namen Zijn leer op in hun hart. Ontelbaar velen geloven niet, hoewel ze wél van Hem horen en nemen Zijn leer, waarbij ze Zijn kinderen zouden worden en dan gelijk zouden zijn aan hun eeuwige Vader, niet aan.
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] CHANCHAH zegt: 'O vriend, m'n lief, dat zijn wel echt slechte planten van Lama en ze verdienen eigenlijk een hele grote straf. Maar als Lama zo buitengewoon goed is, zou Hij deze planten dan wel kunnen afmaaien en aan het vuur prijsgeven, zoals Hij tegenover de aartsvaders had gedreigd? Ik denk dat de oneindigheid, zoals ik deze begin te leren kennen, toch groot genoeg is om dergelijk onkruid als zodanig op te slaan. Maar als ik in de plaats van Lama was, zou ik niets verderven wat eenmaal leven heeft! - Denk jij er ook niet zo over, mijn allerliefste vriend?'
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] (CHANCHAH): 'O Lama, Lama, omwille van Uw heilige naam, wat hebben wij armen U dan gedaan, dat U ons nu zo afschuwelijk door de door en door slechte Ahriman en zijn ergste gespuis wil laten verderven!? O mijn heerlijkste vriend, als het je enigszins mogelijk is, red ons dan en jezelf en vernietig het als het kan. O verschrikkelijk, verschrikkelijk, wat dat toch voor lelijke, van toorn gloeiende gestalten zijn!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Wees dus niet bang, maar ga met Mij de beide mannen tegemoet en hoor daar, hoe deze beesten bij Mijn nadering ontzettend zullen beginnen te brullen. Let op, hoe verschrikkelijk ze zich zullen draaien en kronkelen. Maar dat alles moet jullie niet afschrikken! Want Ik alleen ben machtig genoeg om talloze dergelijke monsters met één blik volledig te vernietigen, zoals Ik eerder deze vijgenboom hier in een oogwenk heb laten ontstaan. - Volg Mij daarom maar moedig! Aan Mijn zijde zijn jullie voor altijd veilig, want geen macht kan Mij weerstaan!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] IK zeg: 'Goed, goed, Mijn broeder, ga nu naar voren en roep ze op tot dit maal, dat Ik voor jullie allen bereid heb. Allen zullen daarmee gesterkt worden ten behoeve van het eeuwig leven van hun geest!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Dan zeg IK tegen hen: 'Mijn kinderen, eet, wat jullie het beste smaakt; alles zal jullie sterken voor het eeuwige leven!' - Beiden nemen nu ook van het brood en Chanchah vindt het oneindig heerlijk smaken. Niet minder ook Gella, die echter de opmerking maakt:
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] GELLA zegt: 'O, mijn, mijn Heer - mijn God - mijn Vader!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[28] Maar Ik stel Chanchah meteen gerust met Mijn belofte, dat ook zij de Lama spoedig zal herkennen en zien, en daarmee is ze dan ook tevreden.
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Maar ook enkele anderen krijgen achterdocht over het gedrag van Gella, en tenslotte ook over dat van Chanchah. En de een vraagt aan de ander, wie Ik nu toch eigenlijk precies ben, omdat Ik, hoewel Ik niet officieel de heer des huizes ben - wat toch eigenlijk alleen maar Martinus is - toch deed, alsof Ik de eigenlijke heer des huizes was en Martinus zowel als Borem alleen maar Mijn meest toegewijde dienaren.
Hoofdstuk 113: Martinus' oren worden gewassen - 'Wie de eerste wil zijn, moet ieders dienaar zijn!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1099 - 1100 - 1101 - 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124  ...