17481 resultaten - Pagina 1114 van 1166
... 1102 - 1103 - 1104 - 1105 - 1106 - 1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 ...
[4] Zie, de eeuwige afgrond onder je - en zie, hier ben Ik, een Vader van allen die Mij liefhebben, en hier is Mijn tafel. Kies nu en beslis snel. Zo zij het!'Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] En dat is ook de reden van mijn voortdurende ongehoorzaamheid aan U. In deze ongehoorzaamheid zie ik de grootste triomf van mijn onmacht tegen Uw almacht en wel daarom, omdat ik in een dergelijke onmacht steeds de vrijwillige overwinnaar blijf van Uw almacht, wijsheid en liefde, alsook van Uw toorn en U mij niet kunt buigen met al Uw macht, kracht, liefde, wijsheid, gericht en toorn!
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Ik ben echter geen harde ertsgieter, maar een Meester vol liefde, zodat ik zelfs Mijn smeltkroezen na lange tijd uit het vuur wil halen, als ze dat wensen en ze in de orde van Mijn vrije werken willen overgaan. Willen ze dat echter niet en geeft het hun meer vreugde om Mijn eeuwige smeltkroes te blijven, dan is het Mij ook goed, want dan hoef Ik geen nieuwe te scheppen. Blijven ze echter smeltkroes, dan zijn ze zoals ze moeten zijn en onmogelijk zoals ze willen zijn. Want een werktuig kan niet anders zijn, dan zoals Ik het vorm geef en wil hebben.
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Als SATAN dit van zijn aanhang hoort, wordt hij woedend en brult en huilt: 'Willen jullie geen deel hebben aan mijn grootheid? Dan blijf ik ook niet wat God wil, maar wat ik wil! Stem met mij in!'
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] IK zeg: 'Sta op, jullie ellendigen, en jullie lot zal een vrij lot worden. Maar jij als enige, blijf wat je bent, als je dat wilt. Alles wat je maar wilt doen, is niet jouw, maar Mijn Godswil - en jouw wil in je zal eeuwig een gericht uit Mij in jou zijn!
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Een Michaël zijn is geen kunst, een Gabriël zijn niet moeilijk, een Uriël zijn is gemakkelijk, een serafijn, een cherubijn een hemels spelletje. Maar een Lucifer zijn, een eerste, grootste geest na U, wel wetend, welke eindeloze zaligheid Uw oneindige liefde biedt en. daarnaast ook, welk een steeds groter wordende kwelling Uw toorn en gericht! Daarbij echter toch alle zaligheid evenals alle kwelling verachtend, U uit de eigen, welbewuste onmacht onwankelbare, eeuwige weerstand bieden, zonder het minste uitzicht te hebben daarbij ooit iets te winnen, maar altijd slechts eindeloos te verliezen. Zie, deze onmachtige wilssterkte van een schepsel is oneindig veel groter dan alle grootheid van Uw goddelijkheid! En dit bewustzijn maakt mij in mijn grootste kwelling zaliger, dan U en al Uw geesten en engelen ooit waren! Vraag mij daarom nooit meer, hoelang ik U nog zal weerstaan. Mijn antwoord zal steeds hetzelfde zijn: eeuwig, eeuwig, eeuwig! God zal mij nimmer buigen!'
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] IK zeg: 'O jij blinde, duistere geest, hoe groot is toch je dood, waarin je meent Mij tegenstand te kunnen bieden. Jij schept vreugde in je waan en denkt er niet aan, dat zowel elke ware als ook jouw valse vrijheid - waarvan je denkt, dat het jouw eigen vrijheid is - tenslotte toch aan Mijn wil onderdanig moet zijn. Met wie heb Ik ooit overlegd en wie heeft Mijn wegen doorzien? Weet jij soms of het niet Mijn geheime wil is, dat jij juist zó moet zijn als je bent?! Weet jij of Ik jou al niet vanaf het allereerste begin heb bestemd voor de val? Kan het werk soms ooit de werkmeester voorschrijven, hoe en waartoe hij het gestalte moet geven?
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Intussen ontwaakt ook Chanchah als uit een slaap aan Mijn zijde en herinnert zich alles wat voor haar ogen gebeurd is, alleen maar als een levendige droom. Ze begint Mij meteen van punt tot punt alles te vertellen, wat ze nu gedroomd heeft. Nadat ze klaar is met haar vertelling, vraagt ze Mij of dit visioen van haar iets te betekenen heeft.
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] IK zeg tegen haar: 'Chanchah, zag je daarstraks niet, hoe Borem en Martinus de draak die jij zo afschuwelijk vond hier aan de ketting naar toe hadden moeten slepen en hoezeer deze zich tegen hun kracht verzette? En hoe Ik, toen Martinus met instemming van Borem Mij om hulp vroeg, met de macht van Mijn wil ogenblikkelijk de draak hier voor onze voeten wierp? Jij hebt dat immers toch nog met open ogen gezien!'
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Wat ik bij mijn volle bewustzijn als ik wakker ben zie, dat kan ik wel begrijpen, voor zover mijn klein bevattingsvermogen toereikend is. Maar wat deze droomachtige visioenen betreft, deze liggen te ver buiten het herkenningsveld van mijn ziel. Ik kan daarom niets anders doen dan mij tot jou wenden, omdat ik de levendige overtuiging heb, dat jij alleen de meest wijze en machtige van dit hele grote huis bent. O, geef daarom opheldering over wat ik in mijn visioen gezien heb.
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] In mijn droomgezicht deed en sprak je als de eeuwig heilige Lama Zelf. Maar nu ik weer wakker ben, zie ik aan jou niet de minste verandering van je uiterlijk, zoals het mij bekend is. Jij kunt daarom even goed een met alle macht uitgeruste afgezant van Lama zijn, als achter een heel goed masker ook Lama Zelf! Tot zover en niet verder kan ik mijn droom uitleggen; het verdere en juiste verwacht ik echter van jou, mijn enige liefde. O talm niet om mijn hart met jouw overvloedige wijsheid te vullen!'
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Doch Ik zeg je: Zie, Mijn kracht dreef de ene de deur uit zo snel als de snelste gedachte voorbij vliegt. En Mijn kracht gebood hem om in de zwijnen op aarde zijn intrek te nemen, opdat deze dan woedend zullen worden, in zo'n heerszuchtige woede naar het voorgebergte van de totale zelfzucht rennen en zich tenslotte van daaraf in de zee van de duistere waan storten en hierin verdrinken.
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Alles, wat Ik hier en overal doe, dat doe Ik geheel uit eigen macht. Er bestaat geen macht noch boven Mij noch onder Mij, die Mij zou kunnen gebieden en zeggen: 'Doe dit of dat!'; wat Ik doe, dat doe Ik alleen zonder een gebod van iemand anders. Maar als Ik tot iemand zeg: 'Doe dit en dat', dan kan niemand de kracht van Mijn wil weerstaan.
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] 0 Chanchah, als je dat alles gemakkelijk in Mijn handelingen ziet en al zo lang hebt kunnen zien, hoe kun je dan nog vragen of Ik een afgezant van Lama of tenslotte Lama Zelf ben!
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] De eenvoud van Mijn uiterlijk wezen mag je niet misleiden, want zie, Lama behoeft niet zoals de wereldvorsten naar buiten te schitteren, maar alleen door Zijn vaderliefde, wijsheid en macht in het hart van Zijn kinderen! Ik schitterde in jouw hart allang buitengewoon; hoe heb je Mij toch niet kunnen herkennen?!
Hoofdstuk 120: Chanchah's ontwaken uit haar op een droom lijkende toestand - Uitleg van de Heer over de grote ontwikkelingsgangen en over Zichzelf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus