Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1119 van 1166

...  1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132  ...
[2] MARTINUS, hierdoor helemaal verrast, zegt: 'In mijn huis is nog voor vele duizenden plaats; dus ook voor jullie. Want groter dan jullie wereld is mijn huis, dat de Heer, mijn eeuwig heilige Vader, voor eeuwig voor mij heeft gebouwd. Ontdoe jullie daarom - als jullie naar mijn huis verlangen - van je wijsheidsprijs, neem die van mij van de liefde en volg mij! Maar als dat mogelijk is, bedek dan jullie al te grote bekoorlijkheid wat meer. Want deze is voor mij machtiger dan jullie woorden, daar ik leef in de liefde en niet alleen in de wijsheid!'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] MARTINUS zegt: 'Zo gaat het wel. Zo is het gebruikelijk in mijn huis, dat een huis van de grote, heilige Vader is, die daar ook niet bijna geheel naakt zoals jullie daarnet, maar geheel gekleed gaat. Jullie zijn ook zo nog oneindig mooi, maar nu toch te verdragen voor mijn oog. En zo kunnen jullie wel bij mij blijven.
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Wat een verschil tussen ons en jullie! Zeg mij eens, hebben jullie dan in je hart nog nooit liefde gevoeld? Voelen jullie dan mogelijk nu niet zo iets voor mij of voor mijn twee broeders?'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] MARTINUS zegt: 'Ik wist immers wel, dat jullie liefde bezitten en nog wel een bijzonder sterke! Blijf maar mooi lang aan mijn borst, die zal jullie het beste leren liefhebben. O, dit zal zeker wel gaan!'
Hoofdstuk 140: Verzoek van de drie zonnedochters aan Martinus, hen te leren God lief te hebben - Martinus' kritische hoofdvraag - De in liefde ontvlamde zonnedochters omarmen Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] DEZE DRIE vragen Martinus: 'Hoogverhevene! Onze ogen zien hier wat ze niet gewend zijn te zien, omdat iets dergelijks hier niet voorkomt; dit is een vreemde zaak die niet in onze orde hoort; daarom vragen wij je wat dit te betekenen heeft! Wil jij deze drie dochters van ons afnemen? Zeg ons, met welk recht? Wil jij ze als vrouw? Wil je ze bevruchten? Zie, dat kun jij niet; want jij bent niet van deze wereld en bovendien nog een geest die niet kan bevruchten! Zeg dus, wat dit te betekenen heeft? Wat ben je met onze dochters van plan?'
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Na deze woorden neemt MARTINUS weer het woord en zegt: 'Nu, mijn nog steeds beminnelijke, mooie vrienden; wat willen jullie nu doen, wat zegt jullie wijsheid je nu? Willen jullie het nog steeds tegen ons allen opnemen?'
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] MARTINUS zegt: 'Nu maar niet al te heetgebakerd, mijn mooie, lieve vrienden! Kijk naar mij - onder al deze vele broeders en zusters die mij hier begeleiden en die mijn huisgenoten zijn, ben ik zeker de zwakste. Maar ten opzichte van jullie heb ik toch zo veel kracht, dat ik jullie alleen al met mijn zwakste gedachte zo zou kunnen verslaan, zoals een grote storm het stof doet wegwaaien. Houd daarom op met belachelijke dreigingen, anders sla ik tenslotte zelf de hand aan jullie en jullie hoogst wijze geesten, die almachtig zouden zijn! Jullie zullen dadelijk zo'n ernst van mij zien uitgaan, dat het je allen onrustig te moede zal worden. Keer daarom maar goedschiks om, anders zal ik dadelijk met jullie heel anders beginnen te praten!'
Hoofdstuk 141: Dreigende houding van de drie zonnemannen - Martinus' krachtige weerwoord - Gehoorzaamheid van de drie zonnemannen op aanraden van hun geesten - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] (MARTINUS:) 'Luister, mooie dochters! Zie, een aanzienlijk aantal vrouwen van mijn planeet begint nu naar voren te dringen, om jullie schoonheid te vergelijken met de hunne. Omdat jullie echter vergeleken met hen zo oneindig mooi zijn, dat jullie schoonheid de ietwat ijdele vrouwen op den duur letterlijk zou kunnen doden, moeten jullie met je weelderige haren voor een korte tijd je gezicht bedekken. Onthul het pas langzaam weer, als ik jullie daartoe een wenk zal geven. Doe mij dit genoegen!'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] MARTINUS zegt: 'Vervul eerst mijn wens, dan zal ik dat jullie allemaal bij gelegenheid uitleggen!'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] (CHOREL:) 'Ja, mijn lieve zusters, hier is goede raad echt heel duur. Als jullie ja zeggen, zie dan maar, hoe het je volgens de duidelijke woorden van Martinus zal vergaan. Maar zeggen jullie neen, dan zal jullie onbegrensde nieuwsgierigheid je bijna te gronde richten. Jullie zien, hoe moeilijk het is om je hierin te adviseren. Eén ding zou stellig het beste zijn, maar dat zullen jullie nauwelijks durven?'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] CHOREL zegt: 'Nu, luister dan: Achter ons lopen de Chinezen en daarachter loopt de Heer temidden van de twee die Hem boven alles liefhebben. Wendt jullie tot Hem; Hij zal jullie de allerbeste raad kunnen geven en zeggen waar je in deze kwestie op moet letten en wat je moet doen. Als jullie doen wat Hij zegt, dan zullen jullie er ook zeker heelhuids uitkomen. In het tegenovergestelde geval moeten jullie het echter aan jezelf toeschrijven, als het jullie hoe dan ook slecht zou vergaan. Want ik zie wel in, dat hier met niets valt te spotten! Dat is mijn raad; maar jullie kunnen doen, wat jullie maar willen!'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] MARTINUS zegt: 'Goed, goed, kom maar hier en doe jullie ogen goed wijd open; jullie domme ijdelheid zal je dan spoedig vergaan!' Hier keert hij zich naar het drietal en zegt: 'Nu, mijn liefste dochters, doe jullie haar opzij en laat jullie gezicht aan deze ijdelen zien!'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] MARTINUS zegt: 'Mijn heerlijkste, geliefde dochters, dat doet er nu niet toe. Degene die iets heel vast zelf wil - of het nu goed of slecht is -, geschiedt geen onrecht. Maar deze willen jullie absoluut zien, alhoewel ze meerdere malen door mij evenals door nog een andere broeder gewaarschuwd zijn. Daarom moeten ze jullie ook zien en razend worden en bijna ten gronde gaan. Onthullen jullie je dus maar en laat je zien aan deze ijdele, dwaze vrouwen!'
Hoofdstuk 142: De nieuwsgierigheid van de twintig ijdele nonnen – Heilzame verdeemoediging door de onthulde schoonheid van de drie zonnedochters - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] JOHANNES zegt: 'Mijn geachte dochters! Jullie wijzen rekenen wel goed, maar wij rekenen beter. Want zie, er is een groot verschil tussen ons en jullie: Wij zijn ware kinderen van de Allerhoogste; maar jullie allen zijn slechts Zijn schepselen en kunnen alleen door ons Zijn kindskinderen worden! Dat weten jullie ook uit de mond van jullie wijzen. En als dat zo is, zeg mij dan wie ouder is: de kinderen of de kindskinderen, wat jullie zijn?'
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] (MARTINUS:) 'Mijn geliefde dochters! Bij deze Meester en Heer geldt niets dan uitsluitend en alleen de zuivere liefde. Kom Hem daarom met de grootste liefde tegemoet, dan zullen jullie Hem voor je winnen. Hebben jullie Hem echter gewonnen, dan hebben jullie alles gewonnen, want Hem zijn alle dingen mogelijk. Hij zou jullie zelfs tot ware Godskinderen kunnen maken, daar ben ik volledig van overtuigd!'
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132  ...