Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1119 van 1490

...  1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132  ...
[13] Maar de kinderen van de aarde zijn Mij het meest nabij omdat Ik hen daar wezenlijk persoonlijk in het vlees tot Mijn eerste kinderen heb gemaakt. Zij zijn daarom hier - na Mij - degenen die de twaalf geslachten van Israël richten, hetgeen in deze allerhoogste, hemels weidse en geestelijk allerdiepste betekenis zoveel wil zeggen als:
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Als je het aantal van deze kinderen alleen al over jouw aarde verdeelt, dan zou je met jouw berekening wellicht wel gelijk hebben, want Mijn kinderen van de aarde zijn niet met zovelen hier en zij die daar vandaan komen zijn uitsluitend bewoners van Mijn heilige stad.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Hier is er geen sprake van gezichtsbedrog en evenmin van schijnvertoningen, maar alles wat je hier ziet is volkomen reëel, duidelijk en waar. In het rijk van de liefde is alles geheel en al zonder bedrog en zo strak mogelijk verenigd. Daarom zijn deze geesten dan ook evenals jij nu volkomen echte wezens en allemaal Mijn lieve kinderen!
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] De Heer zegt: ja Mijn lieve zoon, je zult in Mijn huis nog heel wat verschijnselen tegenkomen die jou nog veel onbegrijpelijker zullen voorkomen dan deze. Het zijn echter allerminst zoiets als pure verschijningsvormen, maar zij berusten op de meest volkomen en allerzuiverste waarheid!
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Deze toestand, waarin gedurende zo'n afwezigheid de zaligste geesten de Heer niet zien, wordt een 'zaligheidsrust' genoemd; want in deze toestand worden alle zaligen innerlijk weer op een hogere zaligheid voorbereid en het grote verlangen waarmee zij op de Heer wachten, is datgene wat hen voorbereidt.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Op grond daarvan echter zien we dan nu ook het hele, eindeloos ver uitgestrekte morgengebied als in één leven voor onze ogen samengesmolten, want uit alle oneindige ruimten van deze hemel stromen de engelengeesten samen om de aankomende Vader met de allergrootste warmhartigheid te ontvangen.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Laten we nu echter eens een blik werpen op ons buitengewoon verbaasde gezelschap. De prior wendt zich tot de Heer en zegt: o, eindeloos heilige en liefdevolle Vader, bij uw heilige wil, wat betekent dit nu? Zijn dit louter allerzaligste engelengeesten of is het allemaal maar een verschijningsvorm? Want het is toch bijna niet te geloven dat, terwijl de mensen op aarde zo buitengewoon slecht zijn, Uw allerhoogste hemelen al zo bevolkt kunnen zijn. Want op aarde waren we bij monde van vrome mensen, die reeds een zuivere geest bezaten, te weten gekomen dat slechts zeer weinigen in deze allerhoogste hemel komen; wat meer in de twee onderste hemelen, maar zeer velen in het zogenaamde zuiveringsoord, en zelfs buitengewoon velen - o Heer, behoed ons daarvoor - in de hel!
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Jullie zeggen nu: het lijkt erop, alsof de Heer uit liefde voor deze drie voor korte tijd de gehele bovenste hemel verlaten heeft; en dat nu Hij weer naar huis terugkeert, al deze zalige hemelse engelenscharen zich er bovenmate jubelend op verheugen dat de Heer en heilige, liefdevolste Vader van zo'n oogst-reis weer thuiskomt.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Zie, onze verheven gids begeeft zich met de drie naar de hoogte, welke, zoals reeds eerder aangegeven werd, deze keer door een nog sterkere stralenglans omgeven is. En zoals jullie zien, gaat de verheven groep ook vlug verder.
Hoofdstuk 2: De grote betekenis van een aards kind van God - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Maar wie Mij in zijn hart draagt, die draagt Mij ook op band en arm. Maar zoals er in een band en in een arm geen kracht ligt om te dragen als deze niet vooraf uit het hart komt, zo kan ook niemand Mij dragen op band en arm wanneer hij Mij niet vooraf draagt in zijn hart. Zo is dan het 'misschien' voor jou ontsluierd, want het was voor jou onzeker hoe, wanneer en waar je Mij droeg.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, broeder en vriend, kijk eens naar die prachtige paleizen. Ze zijn vol helderheid, vol licht en vol leven uit Mij. Maar zoals Ik oerwezenlijk eigenlijk ook in deze paleizen thuis ben, ook zo heb jij Mij gedragen in je mond en op je tong. Jij hebt echter gezien dat Ik daar niet echt wezenlijk thuis ben; daarom is er ook in dit geval wat jouw dragen betreft een probleem. Daaruit blijkt dat je Mij noch op band, noch op arm' hebt gedragen; niet als vriend en opvolger van Mijn eerste leerlingen, noch als broeder, als getuige en verkondiger van Mijn woord. Daarom mag je je ook hier over het hoe, wanneer en waar nog eens duidelijk uitspreken.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, broeder en vriend, kijk naar de stad en naar de rivier: die verbeelden brood en wijn; zoals Ik in de stad thuis ben in wat Mij oerwezenlijk kenmerkt, zo ben Ik ook in jouw brood en wijn. Kijk, daarom is er nog een probleempje met dat dragen en heb je de betekenis van de vraag niet begrepen, want op deze manier heb je Mij niet gedragen en daarom moet je het hoe, wanneer en waar ergens anders zoeken.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] De prior zegt: o heilige, liefdevolste Vader, nu gaat me een licht op! Aangezien U op aarde vooral zo liefdevol en vertrouwelijk naar de kleinen en onbelangrijken bent gegaan, zult U misschien ook hier dáár Uw woning hebben waar op gindse heuvels die kleine, schattige huisjes ons zo gastvrij toelachen. Omdat deze huisjes echter allemaal volkomen op elkaar lijken, is het voor mij moeilijk om uit de vele precies het juiste aan te wijzen en het eerste het beste nemen lijkt me tegenover U, o Heer, wat onachtzaam en onwaardig.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] De Heer zegt: Ik zeg je, Mijn lieve zoon, broeder en vriend, ook nu zit je er niet al te ver naast want waarlijk, evenals in de steden pleeg Ik ook bij belangrijke gelegenheden in deze grote woonhuizen persoonlijk, wezenlijk te verschijnen. Maar qua tijdsduur en uitzonderlijkheid ben Ik ook in deze grote woonhuizen niet anders aanwezig dan in de steden; daarom mag je er nog eens over nadenken.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] De Heer zegt: Mijn lieve zoon, vriend en broeder, je hebt niet zo verkeerd geraden, want in dergelijke steden, wier aantal langs deze eindeloos lange rivier oneindig is, pleeg Ik Mij bij bepaalde gelegenheden niet zelden op te houden. Maar echt helemaal thuis ben Ik daar geenszins, behalve dan in de zon die je ziet, door welke Ik wel in alle hemelen op dezelfde wijze thuis ben. Daarom mag je verder raden.
Hoofdstuk 1: De Heer op de wonderbare wegen van Zijn liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  1107 - 1108 - 1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132  ...