Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1121 van 1166

...  1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134  ...
[11] O, dan zijn jullie allemaal op een heel betreurenswaardige dwaalweg en laten daardoor zien, dat jullie die zelf reeds volmaakte geesten willen zijn of worden, het begrip 'geest' volkomen vreemd is. Jullie kennen jezelf niet, hebben jezelf nog nooit gekend - hoe willen jullie dan wel de eeuwige Oergeest van alle geesten kennen en tenslotte zelfs Zijn meest voortreffelijke kinderen zijn? Kom bij ons in de leer, dan zullen jullie eerst jezelf en pas daarna de allerhoogste Geest leren kennen!'
Hoofdstuk 147: Kritiek van de drie schoonheden over het kindschap Gods op de aarde vol ontberingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] O broeder Petrus en Johannes, jullie hebben mijn moed en overwinning veel te vroeg geprezen en een heldenkroon waard geacht. Nu blijkt, wat ik voor een overwinning heb behaald en hoe goed ons allen nu de drie zonneforellen hebben gesmaakt!
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] O Heer, als ik aan mijn - U weet het nog wel - armzalige visserij terugdenk, zo waar als ik U boven alles liefheb, was die voor mij roemrijker dan deze. Uw goedheid en genade heeft mij hier eerder al tot een goede vis meester in de levenswateren van de zon benoemd. Maar nu moet ik bij U al met het verzoek aankomen, mij dit eerbiedwaardig meesterschap meteen weer te ontnemen. Want deze vissen zouden mij immers toch allang eerder - met huid en haar, zoals men pleegt te zeggen - opeten, alvorens ik er maar aan zou kunnen denken om met vissen te beginnen.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] IK zeg: 'Wees nu maar rustig. Wij allen doen wat de drie van ons verlangen, namelijk wij volgen hen en zullen zien, wat daaruit voort zal komen. Hoe ingewikkelder een komedie is, des te bevredigender haar oplossing. Want zie, jullie als Mijn eerste kinderen, broeders en vrienden, moeten immers alles leren kennen, anders zouden jullie niet geschikt zijn voor Mijn werk! Daarom gaan we nu heel geduldig achter het drietal aan.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Maar U zult Zelf het beste hebben gemerkt, hoe zalig zij waren aan mijn borst en hoe ze in zekere zin liefde wilden leren. De zoetheid daarvan prezen zij zo zeer, dat hun begeleiders mij daarom met geweld te lijf wilden en zelfs hun geesten aanriepen, die hun toen weliswaar een heel andere raad gaven. Toen was de liefde alles voor hen. Nu echter wordt ze juist door hen uitgelegd als een domme vegetatieve kracht: ongeveer als een onding, dat op zich helemaal niets is, doch alleen maar de vrijere wezens als een onbewust, dom motief dient tot voortplanting en dat waarschijnlijk bestaat uit een onbeduidend, elektromagnetisch, volstrekt gewichtloos fluïdum.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Maar het gaat nu, zoals het gaat. Als U het wilt, dan zal ik - zoals stellig wij allemaal - handelend optreden en zullen we nu naar hun woning gaan. Maar dat, o Heer, zult U mij wel toestaan, dat ik bij een voorkomende gelegenheid mijn tong niet hoef te beteugelen? Hun onmetelijke schoonheid zal mij nu niet meer in de war brengen. Verheug jullie daarom, jullie vrome wezens van deze planeet - nu zullen jullie Martinus op een manier leren kennen, waarbij jullie grote wijsheid je zal voorkomen als een worm vergeleken met een berg! Want tot Uw eer en om Uw naam zal ik een leeuw gelijk worden en met duizend gloeiende zwaarden tegelijk strijden! Maar natuurlijk mag U, o Heer over alles, mij niet in de steek laten. Want als U dat zou doen, dan zou ik met mijn grote moed pas goed in de puree komen!'
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] IK zeg: 'Mijn lieve Martinus, jouw wil en jouw moed zijn heel goed en prijzenswaardig. Maar je moet je nooit in woede - ook al gaat het hier om een terechte ergernis - voornemen iets te doen, voordat je de ware reden hebt doorzien, waarom jij als een leeuw met duizend zwaarden zou willen vechten.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Zie, Ik heb je eerder tot vismeester van deze wereld benoemd en dat zul je ook blijven. En jou door Petrus aangeboden helden kroon zul je ook houden, omdat je je hier echt heel meesterlijk hebt gedragen. Want zoals Mijn broeder Petrus zelf tegen jou heeft opgemerkt, is het uiterst moeilijk om deze wezens zo ver te brengen, tot waar jij ze - alhoewel door Mijn kracht in jou - hebt gebracht.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Waar heb ik dan in 's hemelsnaam mijn ogen, mijn grote oren, mijn verstand eigenlijk wel gehad? Als ik nu maar zo'n echt stevige knuppel bij de hand zou hebben, om mijn domme hersenpan eens flink wakker te kloppen, dan zou me dat met het grootste gemak afgaan!
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Maar wat moet ik nu doen, om mijn ezelachtige grote fout weer goed te maken? Waarschijnlijk zullen ze op een haar nauwkeurig weten, wat ik allemaal tegen U over hen heb gezegd. O, daar zal wel weer een hele boel vuile was naar buiten komen!'
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Bij Mijn woorden trekken DE DRIE meteen hun kleren uit en zeggen: 'O verhevene, - als dat zo is, dan moeten deze kleren ook nooit ons lichaam bedekken. Want ook die zijn een verhulling van de waarheid en helpen eraan mee om ons hart en onze liefde te verhullen, wat niet juist is.'
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Wanneer jullie zoals tot nu toe in je domheid zulke loffelijke vorderingen zult maken, zouden jullie als gevolg daarvan nog wel eens lelijker kunnen worden dan dezelfde gast, die ik met broeder Borem aan twee kettingen naar mijn woning heb gesleept! Daarom opstaan jullie, als jullie nog langer bij ons willen blijven!'
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] O sapristi, die borst, die armen en voeten van kop tot teen! Nee, dat is absoluut niet uit te houden! Als ze nu zo aan mijn borst vielen, sapristi, dan zou het uit zijn met mij. Ja, het zou helemaal afgelopen zijn met mij! Ze zullen zich toch maar weer moeten aankleden, want zo zijn ze al te onverdraaglijk mooi en zelfs voor stenen nog te bekoorlijk!'
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] IK zeg: 'Blijven jullie zo, want daarmee dienen jullie Mij! Ik weet waarom! Want, Mijn drie lieflijkste dochters, alhoewel op deze aarde geboren: niemand weet beter wat goed voor de kinderen is, dan alleen de Vader. Ik ben echter een ware en goede Vader van deze en van nog talloze andere kinderen. Daarom weet Ik ook het beste, wat hun van nut kan zijn en daarom wil Ik, dat jullie je niet anders bekleden, dan jullie je naar jullie eigen ordening op deze aarde kleden!'
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] IK zeg: 'Ja, Mijn nieuwe dochters, nu willen wij jullie woningen betreden en gaan kijken, hoe ze er uitzien. Martinus, ga voorop met Petrus en Johannes! Jullie Borem en Chorel, volg het drietal met de vrouwen en de overige broeders. Achter Mij komen de Chinezen met hun vrouwen. Jullie drie zonnedochters en nu Mijn dochters, loop hier aan de zijde van Mijn twee zusters die Chanchah en Gella heten. Zo goed geordend zullen wij allemaal jullie woningen binnengaan!'
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1109 - 1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134  ...