Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1122 van 1490

...  1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135  ...
[22] Wie dus al het geestelijke in zijn ware gedaante wil zien, moet zich niet binden aan het zichtbare, maar het slechts gebruiken om de geestelijke achtergronden te onderzoeken. Heeft hij deze gevonden, dan heeft hij het hele wezen van de geestenwereld gevonden. Hoe dit echter uit het zichtbare kan worden afgeleid, zal in het vervolg worden getoond.
Hoofdstuk 125: Het hemelrijk komt overeen met deze tegenwoordige tijd - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] In de loop van het gehele relaas met betrekking tot het gebied van het rijk van de geestelijke zon, is zo ongeveer bij elke situatie zeer gedetailleerd aangetoond hoe de geestenwereld met de natuurlijke samenhangt; men zou daarom gevoeglijk kunnen zeggen: om vanuit de verschijningsvormen tot de kern van de zaak te kunnen komen is het bijna onnodig om hier verder nog iets aan toe te voegen, omdat juist deze in de loop van het hele verhaal tot in alle bijzonderheden voldoende werd toegelicht.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Het inwendige van de boom, de kern dus, is het hemelse; de stam, de takken en de twijgen zijn het eigenlijke geestenrijk, dat zijn leven van de inwendige kern ontvangt. Op het hout van de stam zien jullie de schors, die de zichtbare buitenkant van de boom is. De schors op zich is dood, maar onder de uiterlijke, dode schors bevindt zich nog een andere schors, die jullie 'de levende' noemen. Deze is te vergelijken met de verbindingstoestand, waar het geestelijke in het materiële overgaat.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Laten we de werking van deze schors eens bekijken. Uit haar komt als eerste de buitenste, dode schors voort en verder komt uit deze levende schors al het vergankelijke gebladerte voort, evenals de uiterlijke vorm van de bloesem en tenslotte zelfs de uiterlijke schil van de vrucht.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Al deze producten zijn echter niet blijvend; mettertijd als ze hun dienst hebben gedaan, vallen ze af.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Kijk, zo is het met de wereld en alles wat erbij hoort gesteld. Dat lijkt allemaal op de uiterlijke schors, de bladeren en de bloesems, maar tenslotte ook op de vruchten van de boom. Deze vallen af, maar de boom blijft en draagt in zijn innerlijke leven veelvoudig het uiterlijke beeld van het zichtbare en vergankelijke. Hoe kan men nu vanuit het zichtbare tot de innerlijke, ware kern komen? Ik zeg: op de gemakkelijkste manier van de wereld. Jullie hoe- ven je slechts het zichtbare oneindig veelvoudig en tevens gezamenlijk doelmatig werkend voor te stellen, dan hebben jullie de kern van het geestelijke al voor je.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Het echt wezenlijke wordt dus duidelijk als jullie de jarenlange vegetatieve activiteiten van een boom beschouwen. Deze bestaan uit niets anders dan een constante vermeerdering en een voortdurend in kracht toenemend leven.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Heel eenvoudig wordt dit in één enkele kleine zaadkorrel in de aarde gelegd. Hoeveel levenskracht er oorspronkelijk in deze zaadkorrel ligt, bijvoorbeeld in een eikel, kan iedereen uitproberen door er een in zijn handen te nemen en ermee te spelen als met een donsveertje.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Wanneer echter deze nietige eikel in de aarde wordt gelegd, begint zich daarin het vegetatieve leven te ontwikkelen. Eerst zien we een jonge eikenboom met hoogstens twee bladeren. In dit eerste stadium is het vegetatieve leven van de eik in wording nog zwak. Hij overtreft nauwelijks tienmaal het gewicht van de oorspronkelijk gladde eikel. Maar bekijken we hem zo'n dertig jaar later, dan heeft hij reeds zo'n machtige vegetatieve levenskracht verworven dat jullie zelfs met de reusachtige kracht van verscheidene paarden niet in staat zullen zijn om hem uit de grond te trekken. Maar bekijk hem eens als hij de leeftijd van honderd jaar heeft bereikt. Wat een reusachtige, majestueuze boom en wat een alle stormen trotserende kracht ligt er in hem! Hoeveel duizendvoudig heeft deze honderdjarige eik zijn oorspronkelijke, minieme, vegetatieve leven in gelijksoortige eikels gereproduceerd en hoe overdadig heeft hij met zijn afval en dus in zekere zin met zijn overtollige vegetatieve levenskracht de aarde om zich heen bemest en deze tot constante vermeerdering van eigen levenskracht aangezet!
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Kijk, zo gaat er oorspronkelijk slechts één vonkje levenskracht van Mij uit, toegerust met het vermogen om zich als levenskracht tot in het oneindige te ontwikkelen. En deze verschijningsvormen van de boom dienen er nu juist voor om iedereen een duidelijk inzicht te verschaffen.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] We zeiden hiervoor al: uit de levende schors komt het zichtbare gebladerte, de bloesem en zelfs de bolster van de vrucht voort. In de vrucht zelf krijgt de kiem van de pit slechts een heel klein vonkje van het algehele leven uit de kern van de boom. De kern wordt tezamen met de vrucht rijp en stelt de mens in zijn aardse verschijningsvorm voor. Hoogst eenvoudig en weinigzeggend is zijn uiterlijke vorm en gering is zijn kracht. Maar hij is te vergelijken met een eikel. Wanneer hij in de goede grond van Mijn wil wordt gelegd, gaat zijn innerlijke kiem open en deze wordt tenslotte zelfs een majestueuze boom, wiens kracht de kracht van talloze vroegere eikels overtreft.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] En kijk, zo heeft ieder mens de kiem van zijn geestelijke toestand, die de eigenlijke geestenwereld is, reeds in zich. Hij is op deze aarde een levensvonkje dat zich moet ontwikkelen tot een levenszon. Uit zijn atoomgrote levenskiem moet een reusachtige, krachtige levensboom groeien. En zo is het!
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Zoals een eikel talloos vele wouden vol reusachtige bomen, die zich allemaal uit die ene kern kunnen ontwikkelen, in zich draagt, zo draagt ook de mens in zijn zo nietig schijnende leven op deze aarde een oneindige kracht en de mogelijkheid om deze verder te versterken in zich.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[19] Kijk, uit deze tekst blijkt heel duidelijk, dat Ik het leven in de kleinst mogelijke hoeveelheden uit Mij uitstrooi in de eindeloze gebieden van Mijn alom heersende Zijn, om uit elk van deze kleinste levenshoeveelheden een uitermate vergrote levensmassa terug te ontvangen.
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[21] Wat zou er wel van het leven worden als in de loop der tijden deze oerbron van al het leven uitgeput zou raken? Kijk, dan zou al het leven in het oneindige vervluchtigen en tenslotte zou er niets anders overblijven dan een eeuwig lege, duistere, dode oneindigheid!
Hoofdstuk 126: Een boom als voorbeeld van het wezen van het geestenrijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  1110 - 1111 - 1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135  ...