Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1124 van 1166

...  1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137  ...
[10] Zolang het verstand een bewijs verlangt om een leer of een openbaring aan te nemen, zolang is ook de geest als een gevangene in duistere gevangenissen. Wanneer hij honger en dorst heeft, schreeuwt hij om voedsel, dat hem in de vorm van bewijzen als armzalige kruimels wordt gegeven. Hierdoor kan hij echter nooit tot die kracht komen, waardoor hij zich van zijn boeien zou kunnen bevrijden.
Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Vraag nu je hart of je onvoorwaardelijk kunt geloven wat ik je zal zeggen dan zal ik je ook zeggen wat je zou willen weten. Kun je dat echter niet, dan zouden mijn woorden vergeefs zijn. Want we zijn niet gekomen om jullie te richten, maar om jullie vrij te maken van het harde juk van jullie oude knechtschap!'
Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Daarom mag het je ook niet verbazen, als je nu al heel gauw God, de allerhoogste Geest, geheel in mijn gedaante en grootte zult zien. Zijn oneindige en eeuwige macht en grootte hangt niet af van Zijn uiterlijke gestalte, doch van de innerlijke grootte van Zijn Geest, die echter voor eeuwig woont in het allerheiligste, ontoegankelijke licht en nooit door een geschapen geest gezien en nog minder ooit begrepen kan worden.
Hoofdstuk 163: Petrus geeft informatie over het gezelschap dat is aangekomen en over het doel van zijn bezoek - Bedenkingen van de wijze over de zichtbaarheid van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Goed, als jij dus verschillende dingen hebt gemaakt, zeg mij dan, of zich daarbij ook een bevindt, waarvan je zou kunnen beweren: 'Dit werk is mij niet waardig. Ik schaam mij hiervoor en het zou tegen alle regels indruisen en in hoge mate ongepast zijn om dit werk met mijn ogen te bekijken of zelfs met mijn handen aan te raken'.
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] DE WIJZE zegt: 'O vriend, of mijn hart op orde is, kan ik niet zeggen. Maar dat ik grote liefde voor Hem ervaar, dat voel ik nu voor het eerst levendig!
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Ook heb ik mij nu grotendeels van mijn vrees bevrijd door het volgende mij niet onverstandig lijkende uitgangspunt: Tengevolge van logisch denken kan ik als schepsel onmogelijk meer zijn en worden dan alleen maar datgene wat ik ben, namelijk een schepsel. Eveneens kan ook God onmogelijk minder zijn en worden, dan wat Hij is - namelijk God, het meest volkomen Oer - en Grondwezen, zonder wie geen enkel ander wezen van welke aard dan ook zou kunnen bestaan.
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] In dit geval dat waar en niet te loochenen is, denk ik uit de volheid van mijn helder inzicht, dat jij, mijn vriend, jouw snaren een beetje te strak hebt aangetrokken en je zult daarom wel een beetje van je mening moeten prijsgeven! - Wat denk je hiervan?'
Hoofdstuk 165: Johannes in tweegesprek met de wijze van de zon - De verhouding tussen Schepper en schepsel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] JOHANNES zegt: 'Beste vriend, jij gaat wel heel kritisch te werk in deze uitermate belangrijke zaak en hebt op vele punten gelijk. Maar over het geheel genomen kun je daarmee toch op zulke dwaalwegen komen, waarop je dan in eeuwigheid wellicht moeilijk het ware doel van je bestaan zou kunnen bereiken! Daarom wil ik je in naam van de Heer, die nu juist ter wille van ons even stil staat, wat verder inlichten. Luister dus nu, m'n vriend:
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Deze aangelegenheid is dus duidelijk en kan onmogelijk duidelijker worden door steeds nog verdergaande bewijzen. Maar om deze zaak rotsvast aan te tonen, zou het opstellen van een vergelijking nuttig kunnen zijn, vooral voor deze gemeente die alles nauwkeurig berekend wil hebben!
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] IK zeg: 'Jij hebt gezegd, wat Ik verlangde dat je zou zeggen. De poort gaat gemakkelijk open, breng Mij daarom het huis binnen! Ik vroeg niet naar de poort van dit woonhuis of ze gemakkelijk of moeilijk open zou gaan. Wat is Mij daaraan gelegen, daar het toch eeuwig in Mijn macht ligt, myriaden van dergelijke huizen in een oogwenk te laten ontstaan en weer te doen vergaan!
Hoofdstuk 167: De Heer en Uhron, de wijze van de zon - Bekering van Uhron en diens goede antwoord - Martinus' instemmende woorden over de toespraak van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] IK zeg: 'Je hebt goed en juist gesproken, omdat het is zoals je zegt. Maar Ik heb je door Mijn engelen immers tot Mijn zaakwaarnemer aangesteld en kom nu om met jou de rekening op te maken. Daarom denk Ik dat het toch aan jou is, om Mij als de Heer in Mijn aan jou toevertrouwde eigendom te brengen?'
Hoofdstuk 167: De Heer en Uhron, de wijze van de zon - Bekering van Uhron en diens goede antwoord - Martinus' instemmende woorden over de toespraak van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] DE WIJZE zegt: 'O Heer, als U een pachter zou zijn, dan ja! Want indien iemand die nog niets bezit, een hofstede pacht, moet hij wel naar behoren door de zaakwaarnemer die de zaken goed kent, in zo'n schijnbezitting worden ingevoerd. U echter bent een bezitter hiervan en dat is de hoogste waarheid. Geen atoom van al datgene, wat dit huis bevat is U onbekend evenals ook mijn meer dan slechte beheer. Daarom zult U met mij niet veel af te rekenen hebben, daar ik er nu maar al te zeer van overtuigd ben, dat mijn slechte afrekening U al sedert eeuwigheden bekend is wat haar trouweloze punten betreft.
Hoofdstuk 167: De Heer en Uhron, de wijze van de zon - Bekering van Uhron en diens goede antwoord - Martinus' instemmende woorden over de toespraak van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Daarom kom ik nog een keer met het deemoedige verzoek en zeg: Gij, enige Heer en Vader van dit en elk ander huis, trek Uw volledige eigendom binnen. Wees mij als Uw allerslechtste zaakwaarnemer echter genadig en barmhartig en tuchtig mij niet naar de maat van mijn gewis slechte verdiensten!'
Hoofdstuk 167: De Heer en Uhron, de wijze van de zon - Bekering van Uhron en diens goede antwoord - Martinus' instemmende woorden over de toespraak van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] IK zeg: 'Nu goed, Mijn Martinus, ook jij hebt goed gesproken. Maar neem nu deze wijze en draag hem op jullie handen voor Mij uit het huis binnen. Zo geschiede het!'
Hoofdstuk 167: De Heer en Uhron, de wijze van de zon - Bekering van Uhron en diens goede antwoord - Martinus' instemmende woorden over de toespraak van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Gij verheven, heiligste Vader van Uw kinderen, als het Uw wil zou zijn en niet in strijd met Uw heilige orde, verhoor dan mijn armzalig verzoek; de geestelijke nood van dit volk en mijn onbegrijpelijk machtige liefde tot U, hebben mij de moed gegeven, dit verzoek naar voren te brengen! Maar wees niet boos op ons, O Vader van de Uwen, dat ik als een vreemdeling het waagde aan de heilige poon van Uw hart te kloppen!'
Hoofdstuk 169: Uhrons goede begroetingstoespraak - Genadevolle mededeling van de Heer aan Uhron - De zonnemensen geroepen tot het kindschap Gods - Een treurig getuigenis over de mensen op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1112 - 1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137  ...