Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1125 van 1490

...  1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138  ...
[1] Na deze woorden houdt hij zich een tamelijk lange tijd heel rustig en wrijft alleen enkele keren in zijn ogen om een eventuele dofheid van de narcose kwijt te raken. Maar omdat het ondanks alle geduld niet lichter wordt, begint hij te twijfelen of hij ooit het licht in zijn ogen zal terugkrijgen en hij wordt daardoor steeds kwader. Als het licht echter ook ondanks zijn steeds stijgende kwaadheid niet terugkomt, roept hij luidkeels:
Hoofdstuk 4: Noodroep tot God. Beroep op Jezus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Na deze woorden deed hij in een poging om zich te wurgen enkele stevige grepen naar zijn keel, maar natuurlijk zonder enig resultaat. Want hij grijpt in zekere zin telkens door zichzelf heen, zonder ook maar het geringste teken van verstikking te voelen. Dat doet hem versteld staan en hij begrijpt steeds minder van deze toestand. Daar het wurgen niet lukt, besluit hij zich recht vooruit te bewegen. 'Want', zegt hij, echt kwaad bij zichzelf, 'duisterder en bodemlozer dan hier kan het in de hele eindeloze ruimte nergens zijn. Daarom heb ik ook geen afgrond te duchten en nog minder een of ander verborgen gericht. Dus voorwaarts maar! Misschien bereik ik toch nog ergens een lichtstraaltje of de gewenste dood!
Hoofdstuk 4: Noodroep tot God. Beroep op Jezus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] 'Ik moet met handen en voeten op een speciale manier door deze lichtloze lucht gaan zwemmen! Om te voet vooruit te komen, moet je een vaste ondergrond hebben. Maar als deze ontbreekt, dan moet er worden gezwommen of gevlogen! Om te vliegen heb je vleugels nodig, die wij kale tweebenigen niet hebben. Wat blijft er anders over dan de nog aanwezige krachten zo doelmatig mogelijk te gebruiken. Dus maar gezwommen!' .
Hoofdstuk 5: Pogingen om in de lege ruimte te lopen. Zelfgesprekken over het niets en over het voortbestaan. Vloek tegen God, de veroorzaker van het leed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Nu begint hij met handen en voeten zwem bewegingen te maken, maar bespeurt geen vooruitgang door een of andere luchtstroom. Dat brengt hem echter niet van zijn stuk en hij gaat verder met zijn pogingen om te zwemmen. Hoe meer hij zich inspant, des te meer merkt hij dat al zijn moeite vergeefs is. Hij voelt dat deze zwarte lucht hem niet de geringste weerstand biedt en daarom staakt hij zijn bewegingen weer. Hij zegt:
Hoofdstuk 5: Pogingen om in de lege ruimte te lopen. Zelfgesprekken over het niets en over het voortbestaan. Vloek tegen God, de veroorzaker van het leed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Nee, duizend keer nee! Ik ben geen ziel, ik ben Robert Blum, de afgevaardigde bij de Rijksdag te Frankfurt! Hier in Wenen ben ik erachter gekomen wat Oostenrijk wil. Ik weet dat heel het streven van deze staat tot doel heeft, het oude absolutisme weer opnieuw te vestigen. Ik streed daartegen als een reus. Maar daar de kanonnen van de tegenpartij sterker waren dan mijn goede wil, moest ik met inbegrip van mijn rechtvaardige zaak toch nog afdruipen en me uiteindelijk nog laten neerschieten! Een fraai loon voor een hart dat het vaderland trouw toegewijd is! 0, vervloekt leven!
Hoofdstuk 5: Pogingen om in de lege ruimte te lopen. Zelfgesprekken over het niets en over het voortbestaan. Vloek tegen God, de veroorzaker van het leed - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Na deze woorden wordt Robert helemaal stil en rustig met zijn mond, maar des te actiever in zijn hart. Dat ergert hem alweer, omdat hij daardoor des te meer leven en een vollediger bewustzijn in zichzelf gewaar wordt. Hoe rustiger hij wordt, des te groter wordt de innerlijke activiteit. Hoe meer hij deze wil onderdrukken, hoe krachtiger ze optreedt.
Hoofdstuk 6: Uiterlijke rust, innerlijke onrust. Wat is het leven? Verlangen naar rustgevend geloof leidt tot gebed. De gedachte aan vrouwen kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Dat brengt hem weer tot een nieuw soort wanhoop en woede. Want het wordt hem steeds duidelijker dat hij ook op deze manier het leven, dat hem meer dan al het andere tot een last is geworden, niet kan kwijtraken. Daarom begint hij weer te praten:
Hoofdstuk 6: Uiterlijke rust, innerlijke onrust. Wat is het leven? Verlangen naar rustgevend geloof leidt tot gebed. De gedachte aan vrouwen kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Stel dat ik eeuwig in deze situatie moet blijven? 0 vervloekt! Stel dat ik misschien toch al een geest ben? Dat zou me verduiveld wat moois zijn! Nee, dat geloof ik niet; er kan immers geen eeuwig leven bestaan. Toch komt het me al aardig lang voor, dat ik in deze duisternis verblijf. Er moeten toch al wel enkele jaartjes verlopen zijn. Als er maar licht was, licht, dan zou me alles goed zijn!
Hoofdstuk 6: Uiterlijke rust, innerlijke onrust. Wat is het leven? Verlangen naar rustgevend geloof leidt tot gebed. De gedachte aan vrouwen kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Het beste bij mij is en blijft mijn standvastigheid en volkomen vrij zijn van angst. Want als ik een bangerik zou zijn, dan moest ik in deze toestand volkomen wanhopig worden. Maar nu is mij alles om het even!
Hoofdstuk 6: Uiterlijke rust, innerlijke onrust. Wat is het leven? Verlangen naar rustgevend geloof leidt tot gebed. De gedachte aan vrouwen kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Tegelijkertijd begint hij ook erover na te denken, wat toch wel de oorzaak van deze heldere bliksem kon zijn. Hij gaat alle hem bekende oorzaken voor de opwekking van elektriciteit na, maar vindt niets wat dit eerste lichtverschijnsel in deze voor hem nog steeds onbegrijpelijke toestand afdoende kan verklaren.
Hoofdstuk 7: Het eerbiedig gedenken van Jezus roept sterke bliksemflitsen op. Schrik en vreugdevolle verwondering van Robert - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] 'Maar nu gaat me een nieuw licht op', roept hij uit. 'Ja, zo zit dat! 0 heerlijke filosofie, onuitputtelijke bron van ware wijsheid! Jij schenkt een ieder het juiste licht die jou, zoals ik, met alle vuur en liefde omvat en je in alle levenssituaties als enige en betrouwbare raadgever en wegwijzer gebruikt! Kijk, hoe vlug heb ik nu met jouw hulp deze gordiaanse knoop doorgehakt!
Hoofdstuk 7: Het eerbiedig gedenken van Jezus roept sterke bliksemflitsen op. Schrik en vreugdevolle verwondering van Robert - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Nu bliksemt het weer en deze keer nog sterker dan eerst. Robert is buiten zichzelf van schrik en verbazing en is helemaal uitzijn evenwicht door dit voor hem onbegrijpelijk intensieve licht, dat trouwens maar een korte tijd duurt. Ook kwam het hem hierbij voor, alsof hij in de verte bepaalde contouren zag van allerlei bekende zaken. Maar ze werden te kort belicht om nader te kunnen definiƫren.
Hoofdstuk 7: Het eerbiedig gedenken van Jezus roept sterke bliksemflitsen op. Schrik en vreugdevolle verwondering van Robert - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Na een lange tijd van rust kon hij pas weer dieper gaan nadenken. Zijn eerste wat meer geordende gedachte was de volgende: 'Aha, nu weet ik pas, waar ik aan toe ben! Dit bliksemen duidt op een flink onweer dat nu in deze nacht boven Wenen te keer gaat. Ik ontwaak nu zo stilaan uit mijn sterke narcose en keer weer helemaal tot het leven terug. Waarschijnlijk helpt me deze lucht vol elektrische lading hierbij en zal ik onder bliksem, donder en hagel weer terugkeren in het leven. Ik hoor nog wel geen donder, maar het onweer kan ook nog heel ver weg zijn.
Hoofdstuk 7: Het eerbiedig gedenken van Jezus roept sterke bliksemflitsen op. Schrik en vreugdevolle verwondering van Robert - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Maar deze situatie duurt wel aardig lang! Naar mijn gevoel zou het wel al honderd jaar kunnen zijn, maar dat zal wel puur gevoelsmatig zijn. Ja, ja, als je in een zekere verdoving wegkwijnt, moet een minuut wel een jaar lijken. Ja, zo is het ook! Als het maar gauw weer eens bliksemde en dan ook wat donderde. Maar de bliksemflitsen laten op zich wachten'.
Hoofdstuk 7: Het eerbiedig gedenken van Jezus roept sterke bliksemflitsen op. Schrik en vreugdevolle verwondering van Robert - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Mijn vrouwen kinderen beginnen nu trouwens ook mijn hart een beetje in beroering te brengen. Die arme stakkers zullen wel treuren en zich grote zorgen over mij maken. Maar wat kan ik in deze situatie voor hen doen? Niets, helemaal niets! Bidden, dat zou ik wel kunnen, maar tot wie en waarvoor? De beste wens voor hun is in mijn hart toch al een echt gebed, dat hun zeker niet zal schaden ook al kan het hen niet helpen. Ik ken echter geen ander gebed dan het welbekende roomse 'Onze Vader' en 'Wees gegroet' en hoe een serie andere holle frasen ook mogen heten! Daar zou mijn goed ontwikkelde familie echter zeker voor bedanken. Maar zij kunnen onmogelijk ooit te weten komen wat ik hier doe!'
Hoofdstuk 6: Uiterlijke rust, innerlijke onrust. Wat is het leven? Verlangen naar rustgevend geloof leidt tot gebed. De gedachte aan vrouwen kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1113 - 1114 - 1115 - 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138  ...