17481 resultaten - Pagina 1128 van 1166
... 1116 - 1117 - 1118 - 1119 - 1120 - 1121 - 1122 - 1123 - 1124 - 1125 - 1126 - 1127 - 1128 - 1129 - 1130 - 1131 - 1132 - 1133 - 1134 - 1135 - 1136 - 1137 - 1138 - 1139 - 1140 - 1141 ...
[14] Ik ben van mening, dat mijn verlangen toch zeker billijk is; spreek daarom overeenkomstig mijn verlangen, dan zullen wij het gemakkelijk eens worden! Maar met een nieuw huis, gebouwd door de Heer, dat dan kleiner moet zijn dan zijn bewoners, en waarvan de binnenkant groter zou zijn dan de buitenkant en zo ook de stad met haar vele huizen, kom mij daar niet weer mee aan. Want zulke tegenstrijdigheden zouden al gauw bij een ieder van onze toehoorders de ergste weerzin opwekken!Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] JOHANNES zegt: Goed, let dan op: het nieuwe huis is de nieuwe openbaring van de Heer aan jullie, die Hij nu juist opbouwt in jullie harten. De levende stad die uit de hemelen neerdaalt, zijn de Heer en wij, Zijn kinderen, vol van het eeuwige leven. Jullie echter zullen in deze aan jullie gerichte openbaring binnengaan en daarin een echte levenswoning vinden, dan zal deze leer zich naar jullie buigen en aan jullie onderdanig zijn.
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Ik denk vriend, dat jij me nu beter dan voorheen begrepen hebt. Zeg me daarom of je het hiermee eens bent en of de zaak je zo aanstaat!'
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] DE WIJZE zegt: 'Ja, nu wel, nu heeft de zaak een heel ander gezicht! Het is mij meteen duidelijk geworden en ik wist al bij de eerste toelichting omtrent het huis, hoe de hele zaak verder zou gaan. Ik zie, dat het echte diepe analogieën zijn, maar ze zijn begrijpelijk en bevattelijk. Jij kunt daarom wel doorgaan met het verder openbaren van de goddelijke wil en wij zullen deze zonder tegenspraak aannemen!'
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Na deze zeer deemoedige begroeting zeg IK: 'Sta op, Mijn lieve kinderen! Luister naar Mij, de eeuwige Vader van de oneindigheid, jullie Vader en de Vader van myriaden van jullie broeders en zusters, die uit Mij voortkwamen om de oneindigheid te bewonen en overal te getuigen, dat Ik hun Vader ben van eeuwigheid!'
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Dat Ik de Schepper ben en jullie de schepselen zijn, is een zaak die aan beide kanten een noodzakelijkheid is en zelfs voor Mij onmogelijk anders tot uitdrukking kan worden gebracht. Want als Ik schepselen wil hebben, dan moet Ik ze zo scheppen, als Ik ze wil hebben. En er zal onmogelijk van tevoren aan een schepsel kunnen worden gevraagd, of en onder welke voorwaarden het geschapen zou willen zijn, doch het hangt alleen van Mij af, hoe Ik het schepsel wil hebben!
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Daar bijgevolg het schepsel een noodzakelijkheid van Mijn wil is, Mijn wil echter - als de oorzaak van het worden en bestaan van het schepsel - ten opzichte van het schepsel eveneens een noodzakelijkheid is, doen op dit punt Schepper en schepsel niet veel voor elkaar onder. Want zoals Ik als Schepper voor het schepsel een noodzakelijkheid ben, zo is ook het schepsel als steunpunt van Mijn wil een noodzakelijkheid.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Na deze woorden uit Mijn mond richten alle aanwezigen zich op, samen met de wijze die bij deze gelegenheid de volgende woorden spreekt:
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] IK zeg: 'Mijn geliefde Uhron - werkelijk, werkelijk, jouw hart bereidde Mijn hart een grote vreugde! Verwacht daarom ook samen met je mensen, dat ook Ik niet zal nalaten, jullie harten een grote vreugde te bereiden. Deze zal voor eeuwig bij jullie blijven en niemand zal ze jullie kunnen ontnemen!
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Aldus luidt in het kort de leer die Ik nu tot jullie richt: Heb Mij lief, jullie Heer, God en Vader, met al je levenskracht en heb op dezelfde wijze ook elkaar lief!
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Laat een ieder van jullie trachten in Mijn Naam de ander diensten te bewijzen. Laat niemand menen dat hij meer is dan zijn broeder of zuster. Dan zullen jullie heel gemakkelijk Mijn geliefde kinderen worden en voor eeuwig blijven.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] Jullie zouden je ook wel vleselijk kunnen voortplanten door de natuurlijke bijslaap en daardoor kinderen van het vlees en kinderen van de wereld in het leven kunnen roepen. Maar wat voor nut zou zoiets voor jullie hebben? Jullie zouden daardoor slechts dieven, rovers en moordenaars laten opgroeien, die in korte tijd machtiger zouden worden dan jullie en die jullie dan tot slaven van hun slechte begeerten zouden maken. Hoed je vlees daarom zorgvuldig voor een dergelijk kwaad en raak vooral jullie dochters niet aan, waardoor jullie duivels in jullie zuivere wereld zouden verwekken, dan zal voor jullie allen het bereiken van Mijn kindschap heel gemakkelijk worden!
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Heiligste Vader! Ik wil met mijn mond niet ja en niet nee zeggen. Zie nu genadig in onze harten, die Uw heilige aanblik wel eeuwig onwaardig zijn. Deze harten zullen U een nog duizendmaal vuriger 'Ja' tegemoet zenden, dan de vurigheid van het wereldgezwel dat nu spoedig rijp zal zijn om open te breken.
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Zorg nu echter voor spijs en drank, zoveel als jullie kunnen! Wij willen ons allen verzadigen en jullie zullen zien, dat terwijl Ik jullie zegen, Ik net als jullie zal eten en drinken en ook alle broeders en zusters die bij Mij zijn! Ga dus en handel naar Mijn woorden!'
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg terwijl Ik Martinus en Petrus roep: 'Mijn broeder Petrus, en ook jij Martinus: Ga naar buiten, overwin de vloed en vernietig het vreselijke vuurgezwel, opdat deze de vervulling van Mijn verlangen niet tegenhouden! Mocht de vijand aan jullie eerste oproep niet willen gehoorzamen, gebied hem dan in Mijn Naam voor een tweede en derde keer. Mocht hij zich ook daarna weerbarstig tonen, maak dan een ernstig gebruik van het hemelse, dat in jullie aanwezig is. Zo zij het!'
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus