Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 114 van 278

...  102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127  ...
[16] De buurman zorgde er onmiddellijk voor dat zijn mensen weg gingen. Wij waren alleen en zonder getuigen.
Hoofdstuk 226: De brand in het huis van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ja, dat is allemaal heel mooi en zelfs goed, omdat dat veel mensen een bepaalde geruststelling geeft en hun de angst voor de dood ontneemt; maar dat hebben ook de oude profeten gedaan, en duizenden mensen hebben vast geloofd en hebben hun geloof zelfs met de marteldood bezegeld. De tijd heeft die grote profeten echter samen met hun gelovigen weggerukt, en er is ons niets anders van hen overgebleven dan hun namen en daden die in de Schriften beschreven zijn en die wij ook zonder enig verder overtuigend bewijs enkel moeten geloven!
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Toen ik meer dan een halfjaar geleden met Hem en Zijn destijds vele leerlingen naar Bethlehem trok, troffen wij daar voor de poorten van de oude stad van David een groot aantal bedelaars aan, omdat er een feest werd gehouden. Deze armen van beiderlei geslacht smeekten ons onder luid gejammer om een aalmoes. Het allerhardst riepen geheel mismaakte mensen, zonder handen en sommigen ook zonder voeten, en ik wilde hen dan ook naar mijn vermogen bedenken.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] De eerste spreker zei: 'Ja, ja vriend, je hebt heel goed gesproken, en met de Galileeër zal het ook wel zo gesteld zijn; maar men moet er ook over nadenken hoe men zich op een goede manier van de tempel kan vrijmaken, zonder dat het de overige ambtgenoten opvalt. Als we niet de oudsten van de tempel waren, konden we onder een of ander voorwendsel de tempel verlaten, bijvoorbeeld om als jodenapostelen heidenen tot het jodendom te bekeren; maar wij zijn daarvoor al te oud en bekleden de voornaamste posities in de tempel, en daarom is dat een moeilijke kwestie.
Hoofdstuk 7: Lazarus kapittelt de laksheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Het is toch eigenaardig gesteld met de mens! Wat is eigenlijk de mens, de sterfelijke God van deze aarde, die de grond bebouwt en met zijn verstand en met de kracht van zijn handen grote werken tot een harmonisch bestaan brengt? Ik zeg jullie: de mens is niets anders dan een zeer erbarmelijk dier; want hij weet dat hij moet en zal sterven, terwijl geen dier daar enig vermoeden van schijnt te hebben, vandaar dat het tot aan het moment van zijn dood met een heel rustig gemoed verder kan leven, zonder ooit één gedachte te hebben eenmaal te moeten sterven. De mens doet er daarom goed aan, zijn erbarmelijke leven af en toe een beetje op te vrolijken en de donkere gedachten aan de dood enkele ogenblikken te verjagen.
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Daarop zegt Lazarus: 'Hoe en waar Hij geboren is, en wat er bij Zijn geboorte allemaal is voorgevallen toen de oude, boosaardige Herodes dertig jaar geleden in Bethlehem zo veel onschuldige jongetjes van één tot twee jaar oud heeft laten vennoorden, omdat de drie wijzen uit het verre morgenland, door een ster hierheen geleid, hem gezegd hadden dat er in Bethlehem onder de joden een nieuwe koning geboren was, dat weten jullie allemaal even goed als ik; maar jullie weten niet, dat die nieuwgeboren koning der joden door goddelijke voorzienigheid en beschikking niet in handen van de wrede Herodes is gevallen, maar door Gods hulp en door bemiddeling van de toen nog jonge Romeinse hoofdman Cornelius veilig en wel naar Egypte en -naar ik meen -de oude stad Ostracine is ontsnapt, en pas toen de oude Herodes drie jaar later, opgevreten door de luizen, gestorven was, behouden en wel in de omgeving van Nazareth is teruggekeerd en daar in stille afzondering zonder enig noemenswaardig onderricht is opgegroeid en een volwassen man is geworden.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Hij gaf mij echter te verstaan dat daar nog tijd genoeg voor was, en vroeg vervolgens aan de armen of zij, als ze volledig gezond zouden zijn en hun ledematen weer zouden hebben, niet liever met het werk van hun handen het noodzakelijke brood zouden willen verdienen. Allen betuigden dat zij, als dat mogelijk zou zijn, liever dag en nacht zouden werken dan ook maar één ogenblik langer om aalmoezen te vragen. Daarop zei Hij: 'Sta op en wandel en zoek werk!' Op dit woord waren allen ogenblikkelijk van hun uiteenlopende kwalen genezen. De blinden konden zien, de doven en stommen hoorden en spraken, de verlamden sprongen op als jonge herten, en de mismaakten zonder handen en voeten kregen - nota bene - duidelijk nieuwe ledematen, en dat alles was het werk van één enkel ogenblik! Ik nam vervolgens al die wonderbaarlijk genezen mensen bij mij in dienst, gaf hun dadelijk wat geld en gaf hun aanwijzingen, waar ze heen moesten gaan.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Wij hebben de wetten derhalve zonder 'moeten' van God gekregen en kunnen ze in acht nemen, als wij dat willen; daarom wordt ook nu niemand door de Heer gedwongen om zich gelovig tot Hem te wenden, maar ieder moet dat vrij uit zichzelf willen. Men zou moeten nadenken over de gevolgen die dat voor de ziel heeft aan gene zijde, waar zij net zo vrij zal blijven als ze nu is, alleen met het verschil dat ze daar alles wat ze voor haar eeuwige levensonderhoud nodig zal hebben, uit zichzelf moet putten. Maar hoe zal het haar daar vergaan, als ze de raadgevingen van God niet heeft opgevolgd en hier geen geestelijke schatten en hulpmiddelen in zichzelf heeft verzameld?
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Toen de Farizeeën Lazarus zo hoorden spreken, zei de tweede spreker die, zoals bekend, een bekwaam schriftgeleerde was: 'Dat vriend Lazarus, die als privé-persoon zeker bijna zo vermogend is als nauwelijks een tweede in het land, er beslist geen belang bij kan hebben dat wij zijn raad opvolgen, is zo helder als glas! Want wat zou hem gelegen zijn aan ons goud en zilver, onze parels en edelstenen? Hij heeft daar zoveel van, dat hij er gemakkelijk een koninkrijk mee zou kunnen kopen! Hij overreedt ons dus niet om in de Galileeër te geloven, zodat wij uit de tempel treden en vervolgens onze schatten tegen rente zouden inleggen op zijn wisselbank; het zij verre van ons zoiets van hem te geloven, aangezien hij een paar jaar geleden zijn wisselbank immers voor altijd gesloten heeft! Maar hij, die bekend staat als een bekwaam beoordelaar van alle mogelijke gebeurtenissen in deze wereld, heeft de kwestie van de grote Galileeër geenszins eenzijdig beschouwd en heeft met zijn bekende scherpzinnige geest de juiste kern in deze uitzonderlijke zaak gevonden; daarom zou het werkelijk het beste zijn, als wij zonder meer doen wat hij ons als vriend heeft aangeraden!
Hoofdstuk 9: Lazarus' getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar jullie zijn steeds vol ongeloof geweest en zijn dat ook nu des te meer! Maar een dergelijke twijfelzucht strekt jullie niet tot eer! Wanneer jullie niet vrij geloven, zal ook geen uiterlijke of innerlijke macht jullie daartoe dwingen; want jullie wil moet volledig vrij zijn, omdat zonder de vrije wil, zoals vriend Lazarus dat al uitgelegd heeft, jullie geen mensen maar puur stompzinnige dieren zouden zijn, lijkend op de apen in de wouden van Afrika
Hoofdstuk 10: Rafaël maakt zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] En Rafaël zei: 'Nu goed dan, dan kunnen jullie je in de ochtend weer naar de tempel begeven! Als jullie ambtsgenoten, die nu bijna zonder uitzondering boosaardige en duistere lieden zijn, vragen wat jullie te weten zijn gekomen, dan antwoorden jullie: 'Wij hebben ijverig gezocht en hebben nuttige dingen vernomen. Maar wij vinden het nodig om het onderzoek voor ons heil nog verder voort te zetten om alles wat nodig is, te weten te komen en zo goed mogelijk mee te delen. Daarom zullen wij ook vandaag het onderzoek voortzetten en pas weer in de raad verschijnen, wanneer wij alles vernomen hebben!'
Hoofdstuk 10: Rafaël maakt zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Als je echter altijd het juiste en ware zult kunnen hebben, wanneer je er maar een verlangen naar hebt, zul je je hart toch niet naar het valse toekeren? En zo weten jullie nu, dat ondanks alle valse profeten en leraren die later opstaan, Mijn zuivere leer in stilte en zonder pralend vertoon tot aan het einde der tijden onder de mensen zal voortbestaan.
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Wat er echter voor een snelle verbreiding van Mijn leer op alle ook maar enigszins rijpe plaatsen op aarde kon gebeuren, dat is ook gebeurd en er zal weldra nog veel meer gebeuren; en daarom kunnen wij dit onderwerp nu ook zonder verdere opmerkingen laten rusten, aangezien wij nog veel belangrijkere dingen te bespreken hebben.'
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Zal Uw nu zo heilig zuivere leer tot alle mensen komen, en wanneer? Of zal ze steeds alleen maar een exclusief bezit van weinig uitverkorenen blijven? Volgens de nu door U gesproken woorden schijnt het laatste het geval te zijn! Nu ja, ook goed; want wat voor U, o Heer en Meester, juist is dat moet ook voor ons mensen juist zijn, aangezien wij het zonder U met kunnen veranderen; maar omdat het U behaagd heeft om ons mensen, Uw schepselen, behalve de vrije wil ook een even vrij verstand te geven, hebt u ons daardoor ook een vrij oordeel verleend, en zodoende heb ik dan ook gesproken, zoals ik gesproken heb!
Hoofdstuk 14: De verhandeling van de Heer over de toekomst van Zijn leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar er bestaat nu nergens op aarde een volk dat helemaal zonder enige wet is. Want God heeft onder alle volkeren al naargelang hun behoeften wijze mannen opgewekt en deze hebben hun wetten gegeven en hun ook gezegd en laten zien dat er een God bestaat, die alles heeft geschapen en ook alles in stand houdt, leidt en regeert. Zo leerden die wijze mannen de mensen ook dat God degenen die aan de wetten gehoorzamen, hier en aan gene zijde zal belonen, maar de degenen die in strijd met de wet leven zal tuchtigen en onverbiddelijk streng straffen, hier al en zeker aan gene zijde, omdat de ziel van de mens na de dood van het lichaam in een andere wereld van geesten verder leeft en overeenkomstig haar handelen gericht wordt.
Hoofdstuk 17: De behandeling van de mensen aan deze en aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127  ...